71, Engeland, 29
april, longontsteking en ziekte van Parkinson
Engels steracteur, regisseur, scenarist en producent. Won
BAFTA en acteursprijs in Cannes, alsmede een Oscarnominatie, voor zijn rol van
de chauffeur van een escortdame in Mona
Lisa (Neil Jordan, 1986). Aanvankelijk kruier, vrachtwagenchauffeur en
glazenwasser, voordat hij per ongeluk een rol in een theaterproductie kreeg.
Ontwikkelde zich tot een veelzijdig vertolker van vooral gangsters en
Cockney-personages, iets agressiever en lichamelijker dan de eerder in
hetzelfde domein opererende Michael Caine. Vaak ook geïnspireerd door de
verhalen die zijn Roma-grootmoeder hem vertelde, met name in de eerste film die
hij regisseerde en schreef, het magische The
Raggedy Rawney (1988).
Bij het grote publiek vooral bekend door enkele
rollen in grote Hollywoodproducties, top-billed als Eddie Valiant in de
stripfilm
Who Framed Roger Rabbit? (top-billed;
Robert Zemeckis, 1988), als Smee in
Hook (Steven
Spielberg, 1991) en als Mario Mario in het op het gelijknamige videospelletje
gebaseerde
Super Mario Bros. (top-billed;
Annabel Jankel en Rocky Morton, 1993). Maakte zeer bescheiden filmdebuut als
sergeant in de legerklucht
Up the Front (Bob
Kellet, 1972). Na
The National Health (Jack
Gold, 1973),
Inserts (John Byrum,
1974) en
Royal Flash (Richard Lester,
1975), viel Hoskins voor het eerst internationaal op door de hoofdrol van een
verkoper van bladmuziek in de door Dennis Potter geschreven tv-serie
Pennies from Heaven (Piers Haggard,
1978). Daarop volgde de oorlogsfilm
Zulu
Dawn (Douglas Hickox, 1979) en vooral de hoofdrol van een bedreigde
Londense gangster in de klassieke Britse misdaadfilm
The Long Good Friday (John Mackenzie, 1980).
Vervolgens speelde hij
een rockmanager in
Pink Floyd the Wall (Alan
Parker, 1982), tegenover Caine in Graham Greenes
The Honorary Consul (Mackenzie, 1983), als inspecteur in
Lassiter (Roger Young, 1984), zijn
Amerikaanse debuut
The Cotton Club (Francis
Coppola, 1984), het raadselachtige
Brazil
(Terry Gilliam, 1985), in de titelrol van de tv-film
Mussolini and I (tegenover Anthony Hopkins en Susan Sarandon;
Alberto Negrin, 1985),
Sweet Liberty (Alan
Alda, 1986), als priester tegenover Mickey Rourke in
A Prayer for the Dying (Mike Hodges, 1987), tegenover Maggie Smith
in
The Lonely Passion of Judith Hearne (Jack
Clayton, 1987), als racistische politieman in
Heart Condition (tegenover Denzel Washington; James D. Parriott,
1990), tegenover Cher in
Mermaids (Richard
Benjamin, 1990), de thriller
Shattered (Wolfgang
Petersen, 1991), top-billed in
The
Favour, the Watch and the Very Big Fish (Ben Lewin, 1991),
als KGB-chef
Beria in
The Inner Circle (Andrei
Konchalovsky, 1991), de zwarte komedie
Passed
Away (top-billed; Charlie Peters, 1992), een gastrol tegenover Caine in
Blue Ice (Russell Mulcahy, 1992),
top-billed in de korte, stille klucht
The
Big Freeze (Eric Sykes, 1993), als FBI-chef J. Edgar Hoover in
Nixon (Oliver Stone, 1995), top-billed
in de verfilming van Joseph Conrads
The
Secret Agent (Christopher Hampton, 1996), tegenover John Travolta in
Michael (Nora Ephron, 1996), als
bokstrainer in
Twenty Four Seven (Shane
Meadows, 1997), als zichzelf tegenover the Spice Girls in
Spice World (Bob Spiers, 1997),
Cousin
Bette (naar Honoré de Balzac; Des McAnuff, 1998),
Parting Shots (Michael Winner, 1998), top-billed in
Felicia’s Journey (Atom Egoyan, 1999),
(top-billed; Arne Glimcher, 1999), de titelrol van de
Panamese dictator in de tv-film
Geen opmerkingen:
Een reactie posten