29 april 2014

Bob Hoskins


71, Engeland, 29 april, longontsteking en ziekte van Parkinson

Engels steracteur, regisseur, scenarist en producent. Won BAFTA en acteursprijs in Cannes, alsmede een Oscarnominatie, voor zijn rol van de chauffeur van een escortdame in Mona Lisa (Neil Jordan, 1986). Aanvankelijk kruier, vrachtwagenchauffeur en glazenwasser, voordat hij per ongeluk een rol in een theaterproductie kreeg. Ontwikkelde zich tot een veelzijdig vertolker van vooral gangsters en Cockney-personages, iets agressiever en lichamelijker dan de eerder in hetzelfde domein opererende Michael Caine. Vaak ook geïnspireerd door de verhalen die zijn Roma-grootmoeder hem vertelde, met name in de eerste film die hij regisseerde en schreef, het magische The Raggedy Rawney (1988).
Bij het grote publiek vooral bekend door enkele rollen in grote Hollywoodproducties, top-billed als Eddie Valiant in de stripfilm Who Framed Roger Rabbit? (top-billed; Robert Zemeckis, 1988), als Smee in Hook (Steven Spielberg, 1991) en als Mario Mario in het op het gelijknamige videospelletje gebaseerde Super Mario Bros. (top-billed; Annabel Jankel en Rocky Morton, 1993). Maakte zeer bescheiden filmdebuut als sergeant in de legerklucht Up the Front (Bob Kellet, 1972). Na The National Health (Jack Gold, 1973), Inserts (John Byrum, 1974) en Royal Flash (Richard Lester, 1975), viel Hoskins voor het eerst internationaal op door de hoofdrol van een verkoper van bladmuziek in de door Dennis Potter geschreven tv-serie Pennies from Heaven (Piers Haggard, 1978). Daarop volgde de oorlogsfilm Zulu Dawn (Douglas Hickox, 1979) en vooral de hoofdrol van een bedreigde Londense gangster in de klassieke Britse misdaadfilm The Long Good Friday (John Mackenzie, 1980).
Vervolgens speelde hij een rockmanager in Pink Floyd the Wall (Alan Parker, 1982), tegenover Caine in Graham Greenes The Honorary Consul (Mackenzie, 1983), als inspecteur in Lassiter (Roger Young, 1984), zijn Amerikaanse debuut The Cotton Club (Francis Coppola, 1984), het raadselachtige Brazil (Terry Gilliam, 1985), in de titelrol van de tv-film Mussolini and I (tegenover Anthony Hopkins en Susan Sarandon; Alberto Negrin, 1985), Sweet Liberty (Alan Alda, 1986), als priester tegenover Mickey Rourke in A Prayer for the Dying (Mike Hodges, 1987), tegenover Maggie Smith in The Lonely Passion of Judith Hearne (Jack Clayton, 1987), als racistische politieman in Heart Condition (tegenover Denzel Washington; James D. Parriott, 1990), tegenover Cher in Mermaids (Richard Benjamin, 1990), de thriller Shattered (Wolfgang Petersen, 1991), top-billed in The Favour, the Watch and the Very Big Fish (Ben Lewin, 1991),
als KGB-chef Beria in The Inner Circle (Andrei Konchalovsky, 1991), de zwarte komedie Passed Away (top-billed; Charlie Peters, 1992), een gastrol tegenover Caine in Blue Ice (Russell Mulcahy, 1992), top-billed in de korte, stille klucht The Big Freeze (Eric Sykes, 1993), als FBI-chef J. Edgar Hoover in Nixon (Oliver Stone, 1995), top-billed in de verfilming van Joseph Conrads The Secret Agent (Christopher Hampton, 1996), tegenover John Travolta in Michael (Nora Ephron, 1996), als bokstrainer in Twenty Four Seven (Shane Meadows, 1997), als zichzelf tegenover the Spice Girls in Spice World (Bob Spiers, 1997), Cousin Bette (naar Honoré de Balzac; Des McAnuff, 1998), Parting Shots (Michael Winner, 1998), top-billed in Felicia’s Journey (Atom Egoyan, 1999),
top-billed als Captain Jack (Robert Young, 1999), de komedie American Virgin (Jean-Pierre Marois, 1999), een gastrol in A Room for Romeo Brass (Meadows, 1999), The White River Kid (top-billed; Arne Glimcher, 1999), de titelrol van de Panamese dictator in de tv-film Noriega: God’s Favorite (Roger Spottiswoode, 2000), als Nikita Chroesjtsjov in Enemy at the Gates (Jean-Jacques Annaud, 2001), tegenover Caine in Last Orders (Fred Schepisi, 2001), Maid in Manhattan (Wayne Wang, 2002), als paus Johannes XXIII in de tv-film Il papa buono (Ricky Tognazzi, 2003), The Sleeping Dictionary (Guy Jenkin, 2003), Vanity Fair (Mira Nair, 2004), Beyond the Sea (Kevin Spacey, 2004), tegenover Jet Li in Unleashed (Louis Leterrier, 2005), als Odin in Son of the Mask (Lawrence Guterman, 2005), tegenover Judi Dench in Mrs Henderson Presents (Stephen Frears, 2005),
als psychiater in Stay (Marc Forster, 2005), het segment Pigalle in Paris je t’aime (Richard LaGravenese, 2006), Hollywoodland (Allen Coulter, 2006), Outlaw (Nick Love, 2007), Go Go Tales (Abel Ferrara, 2007), Doomsday (Neil Marshall, 2008), A Christmas Carol (Zemeckis, 2009), Made in Dagenham (Nigel Cole, 2010), Will (Ellen Perry, 2011) en Snow White and the Huntsman (Rupert Sanders, 2012). Regisseerde na zijn veelbelovende debuut nog de familiefilm Rainbow (tevens hoofdrol; 1995) en het segment My Father the Liar in Tube Tales (1999).






Geen opmerkingen:

Een reactie posten