30 november 2011

Zdenek Miler

90, Nová Ves pod Plesí (district Pfibram), 30 november, natuurlijke dood

 

Tsjechisch animatiefilmer. Maakte tussen 1957 en 2002 een vijftigtal korte films over een mol, in het Tsjechisch Krtek. Die werden in de hele wereld op televisie vertoond, in Nederland bijvoorbeeld in Het programma met de Muis (NOS, 1973-75) en Filmclub (VARA, 1984-86). Een compilatie van die korte films werd in 2005 in de bioscoop uitgebracht als De avonturen van het Molletje en is daar een evergreen geworden. In de eerste film Jak Krtek ke kalhotkám prisel/How the Mole Got His Trousers (1957) sprak de hoofdfiguur nog met woorden, maar later verviel de mol slechts in klanken, wat de filmpjes internationaal aantrekkelijk maakte voor jonge kinderen. Daarnaast regisseerde Miler de tekenfilm O milionári, ktery ukradl slunce/The Millionaire Who Stole the Sun (1948) en een zevental films over een krekel, Cvrcek (1977-79).

 

28 november 2011

Vittorio de Seta

88, Sellia Marina (prov. Catanzaro), 28 november, natuurlijke dood

 

Italiaans regisseur, cameraman en producent. Bekend geworden door een reeks etnografische documentaires over het landleven in Sicilië en Sardinië. Pasqua in Sicilia (1954), Lu tempu di li pisci spata (1955), Isole di fuoco (1954), Sulfatara (1955), Contadini del mare (1955), Parabola d’oro (1955), Pescherecci (1957), Pastori d’Orgosolo (1958) en Un giorno a Barbagia (1958).


Le Monde perdu, Vittorio de Seta (1954-1959)... door carlottafilms

Beide laatste films behandelden onder meer veediefstallen en banditisme onder de arme herders van oostelijk Sardinië en mondden uit in een eerste speelfilm, Banditi a Orgosolo (1961), die verwelkomd werd als een terugkeer van het neorealisme. De Seta, aanvankelijk architect en assistent-regisseur van Jean-Paul le Chanois ging echter in zijn volgende films meer de kant op van het nihilisme van Michelangelo Antonioni. Zijn volgende speelfilms, Un uomo a metà (1966) en L’invitée (1970) vonden minder weerklank. Daarna maakte hij nog de documentaire In Calabria (1993) en  de speelfilm Lettere dal Sahara (2005).

27 november 2011

Ken Russell

84, Lymington (graafschap Hampshire), 27 november, natuurlijke dood in zijn slaap

 

Engels regisseur, scenarioschrijver en producent. Flamboyant en controversieel maker van barokke films, vaak over liederlijke kunstenaars en componisten, perverse nonnen of cynische hoeren. Past in een Britse onderstroom van romantische decadentie, waartoe ook filmers als Michael Powell en Emeric Pressburger en Derek Jarman behoorden. Had het vaak aan de stok met de filmcritici, die hem een gebrek aan maatvoering verweten, maar de negatieve ontvangst van The Music Lovers (1971, met Richard Chamberlain als de geprangde homoseksueel Tsjaikovski), slechts een week in een Amsterdamse bioscoop te zien, was een van de eerste aanleidingen voor mij om te denken dat ik wel beter wist.

Oscarnominatie voor regie van zijn grootste hit, de verfilming van D.H. Lawrences Women in Love (1969), die Glenda Jackson een Oscar bezorgde en tot een ster maakte, en schandaal veroorzaakte door een worstelscène tussen de naakte Alan Bates en Oliver Reed voor het haardvuur.

Aanvankelijk zeeman, balletdanser en stillfotograaf. Maakte enkele korte amateurfilms, zoals Amelia and the Angel (1957), Peep Show (1958) en Lourdes (1958), die leidden tot opdrachten van de BBC. Hij produceerde, schreef en regisseerde kunstenaarsportretten voor televisie, zoals Shelagh Delaney’s Salford (1965) en exuberante biografische films over componisten: Elgar, Prokofjev, Debussy, Bartók, Delius, Richard Strauss, architect Gaudi en danseres Isadora Duncan. Officieel filmdebuut met de komedie French Dressing (1964), gevolgd door het derde avontuur van Michael Caine als geheim agent Harry Palmer, getiteld Billion Dollar Brain (1967). In de jaren zeventig bleef Russell veel aandacht trekken met films als het door de censuur zwaar getroffen The Devils (middeleeuwse orgieën en satanisme; 1971), de musical The Boyfriend (met model Twiggy; 1971), Savage Messiah (over beeldhouwer Henri Gaudier-Brzeska; 1972), Mahler (1974),

de filmversie van rockopera van The Who Tommy (1975), Lisztomania (1975) en Valentino (met danser Rudolf Nureyev in de titelrol van het matinee-idool; 1977). Twee Hollywoodfilms van Russell waren minder succesvol, het spirituele Altered States (met William Hurt in een zoutwatertank; 1980) en het erotische Crimes of Passion (met Kathleen Turner als topescort China Blue; 1984). De latere films van Russell waren meer gematigd en daardoor nogal teleurstellend: Gothic (over Byron en Shelley; 1986), een segment van Aria (1987), de Cannon-productie Salome’s Last Dance (naar Oscar Wilde; 1988). The Lair of the White Worm (1988), The Rainbow (1989) en Whore (1991). Sindsdien weer teruggekeerd naar televisie en korte films.

 

Leonard Stone

21 november 2011

Syd Cain

93, Londen, 21 november, natuurlijke dood

 

Engels decorontwerper en production designer. Ontwikkelde props voor de vroege James Bond-films Dr. No (Terence Young, 1962), From Russia with Love (Young, 1963) en On Her Majesty’s Secret Service (Peter R. Hunt, 1969). Art director van The Road to Hong Kong (Norman Panama, 1962), Summer Holiday (Peter Yates, 1963), Call Me Bwana (Gordon Douglas, 1963), Mister Moses (Ronald Neame, 1965), Fahrenheit 451 (tevens production design; François Truffaut, 1966) en de Bond-film Live and Let Die (superviserend; Guy Hamilton, 1973). Production designer van  The Amorous Adventures of Moll Flanders (Young, 1965), Billion Dollar Brain (Ken Russell, 1967), Frenzy (Alfred Hitchcock, 1972), Fear is the Key (Michael Tuchner, 1973), Gold (Hunt, 1974), Shout at the Devil (Hunt, 1976), Aces High (Jack Gold, 1976), The Wild Geese (Andrew V. McLaglen, 1978), The Sea Wolves (McLaglen, 1980), Lion of the Desert (Moustapha Akkad, 1981), Who Dares Wins (Ian Sharp, 1982) en Wild Geese II (Hunt, 1985).

20 november 2011

Russell Garcia

95, Kerikeri 20 november, natuurlijke dood

 

Oorspronkelijk Amerikaans componist, trompettist en songwriter, woonde in Nieuw-Zeeland. Schreef de originele score van Radar Secret Service (Sam Newfield, 1950),The Time Machine (George Pal, 1961), Atlantis, The Lost Continent (Pal, 1961), Piccadilly null Uhr wölf (Rudolf Zehetgruber, 1963), The Pad and How to Use It (Brian G. Hutton, 1966) en Three Guns for Texas (Earl Bellamy, David Lowell Rich en Paul Stanley, 1968), alsmede het thema van de tv-serie Laredo (1965-67).

Shelagh Delaney

71, graafschap Suffolk, 20 november, borstkanker en hartfalen

 

Engels toneel- en scenarioschrijver. Afkomstig uit Salford (Lincolnshire) schreef Delaney op haar 19de het realistische toneelstuk A Taste of Honey. Vooral door de verfilming (Tony Richardson, 1961), met een sterk op de auteur lijkende Rita Tushingham in de hoofdrol, zou het een mijlpaal worden in het kitchen sink realism, zoals het werk van de ‘angry young men’ wel spottend aangeduid werd. Sindsdien zou Delaney vooral voor film schrijven: Charlie Bubbles (Albert Finney, 1967), het middellange The White Bus (Lindsay Anderson, 1967), Dance with a Stranger (Mike Newell, 1985), Three Days in August (Jan Jung, 1992) en The Railway Station Man (Michael Whyte, 1992). Was de hoofdpersoon van de korte documentaire Shelagh Delaney’s Salford (Ken Russell, 1960) en figureerde ook naast John Osborne en Vanessa Redgrave in de documentaire  A Sunday in September (James Hill, 1961) over een demonstratie tegen kernbewapening.

19 november 2011

Mieke Verheyden

74, Essen (prov. Antwerpen), 19 november, natuurlijke dood

Belgisch actrice. Veel op televisie en in kleinere filmrollen: Pallieter (Roland Verhavert, 1976), In alle stilte (Ralf Boumans, 1977), In kluis (Jan Gruyaert, 1978), Exit 7 (Emile Degelin, 1978), Een vrouw tussen hond en wolf (André Delvaux, 1979), De Witte van Sichem (Robbe De Hert, 1980), Crazy Love (Dominque Deruddere, 1987), Kracht (Frouke Fokkema, 1990), Beck – De gesloten kamer (Jacob Bijl, 1993), Left Luggage (Jeroen Krabbé, 1998), de tv-film Kaas (Orlow Seunke, 1999), Blinker (Filip Van Neyghem, 2000) en Blinker en het Bagbag-juweel (Van Neyghem, 2000). Weduwe van acteur Bert André, moeder van actrice Sandrine André.


John Neville

86, Toronto, 19 november, natuurlijke dood

 

Tot Canadees genaturaliseerd Engels acteur, vanaf 1972 in Canada. Werd een ster op zijn 64ste door de titelrol in The Adventures of Baron Munchausen (Terry Gilliam, 1989). Daarvoor gerespecteerd toneelspeler met verschillende filmrollen op zijn naam: als ‘Bosie’ in Oscar Wilde (Gregory Ratoff, 1960), Mr. Topaze (Peter Sellers, 1961), Billy Budd (Peter Ustinov, 1962), Unearthly Stranger (top-billed; John Krish, 1964), als Sherlock Holmes in A Study in Terror (top-billed; James Hill, 1965) en als Wellington in The Adventures of Gerard (Jerzy Skolimowski, 1970). Later veel televisie, bij voorbeeld als ‘The Well-Manicured Man’ in de serie The X Files (1995-98) en de gelijknamige filmversie  (Rob Bowman, 1998). Daarnaast films als Baby’s Day Out (Patrick Read Johnson, 1994), The Road to Wellville (Alan Parker, 1994), Little Women (Gillian Armstrong, 1994), Dangerous Minds (John N. Smith, 1995), The Fifth Element/Le cinquième élément (Luc Besson, 1997), Regeneration (Gillies MacKinnon, 1997), Goodbye Lover (Roland Joffé, 1998), Urban Legend (Jamie Blanks, 1998), Sunshine (István Szabó, 1999), The Duke (top-billed; Philip Spink, 1999), Harvard Man (James Toback, 2001), Crime and Punishment (Menahem Golan, 2002), Spider (David Cronenberg, 2002), The Statement (Norman Jewison, 2003) en Separate Lies (Julian Fellowes, 2005).

Vincent Malle

67, Parijs?, 19 november, embolie

 

Frans producent. Jongere broer van regisseur Louis Malle produceerde voor hem films als Le souffle au coeur (1971), de documentaire Alamo Bay (1985), Milou en mai (1990) en Fatale/Damage (1992). Produceerde in totaal een twintigtal films, waaronder La grande bouffe (Marco Ferreri, 1973), het voor een belangrijk deel in Amsterdam gedraaide Sweet Movie (Dusan Makavejev, 1974), La chair de l’orchidée (Patrice Chéreau, 1975), Reunion (Jerry Schatzberg, 1989) en Les ambitieux (Catherine Corsini, 2006).

Lütfi (Ömer) Akad

95, Istanbul, 19 november, ouderdom

 

Turks regisseur en scenarioschrijver. Een van de pioniers van de moderne Turkse auteurscinema, ook wel genoemd ‘de Generatie van de Regisseurs’. Aanvankelijk boekhouder en productieleider bij Erman Film, ‘het Turkse MGM’. Maakte tussen 1948 en 1974 een veertigtal films, daarna vooral televisiefilms. Zijn meest geprezen werk was een trilogie: Gelin/De bruid (1973), Dügün/De bruiloft (1973) en Diyet/Het offer (1975). Het thema vormde de massale migratie van het platteland naar Istanbul, maar de trilogie had minder succes bij het publiek dan zijn eerdere films. Een vroeg commercieel hoogtepunt was de poëtisch-realistische misdaadfilm Kanun namina/In naam der wet (1952), die een ster maakte van Ayhan Isik. Bij de muzikale avonturenfilm Hudutlarin kanunu/The Law of the Border (1967) werkte Akad samen met de populaire Koerdische acteur en scenarioschrijver Yilmaz Güney. Voorts onder meer Vurun kahpeye/Sla de hoer! (1949), Öldüren sehir/Murderous City (1953), Beyaz mendil/De witte zakdoek (1955), Zümrüt/De smaragd (1959), Yalnizlar rihtimi/Quay of the Lonely Ones (1959), Yangin var/Brand! (1960), Üç tekerlekli bisiklet/De driewieler (samen met Memduh Ün, 1962),  Ana/De moeder (1967), Kizilirmak-Karakoyun/De legende van het zwarte schaap (geschreven door de dichter Nazim Hikmet; 1967), Vesikali yarim (1968), Irmak/De rivier (1972) en Gökçe Çiçek (1972), over de pre-islamitische beschaving. Filmdocent aan de universiteit voor schone kunsten van Mimar Sinan.

18 november 2011

Elisabeth Versluys

87, Amsterdam, 18 november, na een kort ziekbed

 

Nederlands actrice, voluit Elizabeth Catharina Versluys. Dochter van actrice Stine Lerou, eindexamen Amsterdamse toneelschool in 1946. Zeer actief in het theater, radio en televisie. Enkele kleine filmrollen: Obsessions/Bezeten – Het gat in de muur (Pim de la Parra, 1969), De blanke slavin (Renee Daalder, 1969), Amsterdam Affair (Gerry O’Hara, 1970),  Doodzonde (René van Nie, 1978), Grijpstra en De Gier (Wim Verstappen, 1979), Twee vorstinnen en een vorst (Otto Jongerius, 1981) en De zwarte ruiter (Verstappen, 1983). Ook in korte films als Kapsalon (Frans Rasker, 1972), De omgekeerde god (Ate de Jong, 1974) en Een redelijke jongen (Rob Lorié, 1982). Vaste rollen in populaire tv-series als Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? (1974-76), De fabriek (1981-82), Zonder Ernst (1992-95), Oppassen!! (1993-2001) en Toen was geluk heel gewoon (1994-2009). Weduwe van acteur Joan Remmelts, moeder van uitvoerend producent Remmelt Remmelts.

17 november 2011

Pierre Dumayet

88, Parijs, 17 november, natuurlijke dood

 

Frans (televisie)journalist en (scenario)schrijver. Schreef vooral voor regisseur André Cayatte, zoals de melodramatische hit Mourir d'aimer (1971), Il n'y a pas de fumée sans feu (1973) en Verdict (1974). Voorts kreeg hij een Césarnominatie voor L'argent des autres (Christian de Chalonge, 1978) en schreef hij Malevil (De Chalonge, 1981).

15 november 2011

Dulcie Gray

95, Northwood (graafschap Middlesex), 15 november, longontsteking

 

In Brits Malakka geboren Engels actrice, zangeres, en romanschrijver pseudoniem van Dulcie Bailey. Werd in bekend als steractrice van de Gainsborough-studio. Officieel debuut in Two Thousand Women (Frank Launder, 1944), gevolgd door Madonna of the Seven Moons (Arthur Crabtree, 1945), A Place of One's Own (Bernard Knowles) enThey Were Sisters (Crabtree, 1946). Eerste hoofdrol in Wanted for Murder (Lawrence Huntington, 1946). Voorts The Years Between (Compton Bennett, 1946), A Man about the House (Leslie Arliss, 1947), Mine Own Executioner (Anthony Kimmins, 1947), My Brother Jonathan (Harold French, 1948), The Glass Mountain (Henry Cass, 1949), The Franchise Affair (Huntington, 1951), Angels One Five (George More O'Ferrall, 1952) en A Man Could Get Killed (Ronald Neame en Cliff Owen, 1966). Publiceerde 25 boeken, overwegend in het misdaadgenre. Weduwe van acteur Michael Denison, vanaf 1948 haar vaste tegenspeler.

06 november 2011

Hal Kanter

92, Encino CA, 6 november, longontsteking

 

Amerikaans scenarioschrijver, producent en regisseur. Begon als schrijver van revuesketches voor komieken als Dean Martin & Jerry Lewis en Bob Hope. In die periode schreef Kanter scripts voor (muzikale) komedies als Two Tickets to Broadway (James V. Kern, 1951), Road to Bali (Hal Walker, 1952), Off Limits (George Marshall, 1953), Here Come the Girls (Claude Binyon, 1953), Money from Home (Marshall, 1953), Casanova’s Big Night (Norman Z. McLeod, 1954), Artists and Models (Frank Tashlin, 1955) en Bachelor in Paradise (Jack Arnold, 1961). Later schreef hij ook drama’s en in andere genres: About Mrs. Leslie (Daniel Mann, 1954), de bewerking van Tennessee Williams’ The Rose Tattoo (Mann, 1955), Mardi Gras (met Pat Boone; Edmund Goulding, 1958), het Elvis-vehikel Blue Hawaii (Norman Taurog, 1961), Pocketful of Miracles (Frank Capra, 1961), Move Over, Darling (met Doris Day; Michael Gordon, 1963) en Dear Brigitte (Henry Koster, 1965). Tevens schreef Kanter teksten voor een twaalftal Oscaruitreikingen. Als regisseur maakte Kanter een aantal weinig opmerkelijke films: de Elvis-musical Loving You (1957), I Married a Woman (1958) en de komische western Once upon a Horse… (tevens productie; 1958). Kanter produceerde vooral voor televisie, zoals de legendarische sitcom All in the Family (1975).

04 november 2011

Theodora Van Runkle

83, Los Angeles, 4 november, longkanker

 

Amerikaans kostuumontwerpster, pseudoniem van Dorothy Schweppe. Drie Oscarnominaties, voor haar debuut Bonnie and Clyde (Arthur Penn, 1967), waarvan de kleding een mode-rage lanceerde, The Godfather Part II (Francis Ford Coppola, 1974) en Peggy Sue Got Married (Coppola, 1986). Begon als illustrator en sketch artist in de reclame. Kleedde onder meer Bette Midler, Dolly Parton, Liza Minnellli en Mae West. Belangrijkste films: I Love You, Alice B. Toklas! (Hy Averback, 1968), Bullitt (Peter Yates, 1969), The Arrangement (Elia Kazan, 1969), The Reivers (Mark Rydell, 1969),

Myra Breckinridge (Michael Sarne, 1970), Johnny Got His Gun (Dalton Trumbo, 1971), Kid Blue (James Frawley, 1973), Mame (Gene Saks, 1974), Nickelodeon (Peter Bogdanovich, 1976), New York, New York (Martin Scorsese, 1977), Same Time, Next Year (Robert Mulligan, 1978), The Jerk (Carl Reiner, 1979), S.O.B. (Blake Edwards, 1981), The Best Little Whorehouse in Texas (Colin Higgins, 1982),

Rhinestone (Bob Clark, 1984), Stella (John Erman, 1990), Kiss of Death (Barbet Schroeder, 1995) en Goodbye Lover (Roland Joffé, 1998).

Cynthia Myers

61, Los Angeles, 4 november, natuurlijke dood

 

Amerikaans fotomodel en actrice. Playboys Playmate of the Month in december 1968 speelde een opvallende hoofdrol als naïeve rockgitariste in de cultfilm Beyond the Valley of the Dolls (Russ Meyer, 1970). Kleinere rol als prostituee in de western Molly and Lawless John (Gary Nelson, 1972).

03 november 2011

Jean-Marc Henchoz

68, La Rochelle?, 3 november, gevolgen hartoperatie

 

Zwitsers producent en acteur. Boerenzoon uit het kanton Vaud speelde min of meer zichzelf als kaasmakende boer in de Franse klucht Les bronzés font du ski (Patrice Leconte, 1979). Hij zou daarna nog te zien zijn in films als No Man’s Land (Alain Tanner, 1985), Jenatsch (Daniel Schmid, 1987) en La petite allumeuse (Danièle Dubroux, 1987). In 1982 richtte hij in Neuchâtel een productiemaatschappij, die films (co)produceerde als Le lit (Marion Hänsel, 1982), La guerre d’un seul homme (Edgardo Cozarinsky, 1983), L’argent (Robert Bresson, 1983), Si le soleil ne revenait pas (Claude Goretta, 1987), Das Versprechen (Margarethe von Trotta, 1995), N’oublie pasque tu vas mourir (Xavier Beauvois, 1995), Microcosmos: Le peuple de l’herbe (Claude Nuridsany en Marie Pérennou, 1997), Himalaya – L’enfance d’un chef (Eric Valli, 1999) en Le peuple migrateur (Jacques Perrin, 2001).

François De Lamothe

83, Parijs, 3 november, natuurlijke dood

Frans decorontwerper, eigenlijk François graaf Bessot de Lamothe. Vier Césarnominaties voor de beste decors: One, Two, Two, 122 rue de Provence (Christian Gion, 1978), Les misérables (Robert Hossein, 1982), On ne meurt que 2 fois (Jacques Deray, 1985) en Le souper (Edouard Molinaro, 1992). Debuteerde met de flamboyante kostuumfilm Cartouche (Philippe de Broca, 1962). Voorts onder meer Le diable et les dix commandements (Julien Duvivier. 1962), La ronde (Roger Vadim, 1963), Le vampire de Düsseldorf (Hossein, 1964), Les tribulations d’un chinois en Chine (De Broca, 1965), Hotel Paradiso (Peter Glenville, 1965), Le roi de coeur (De Broca, 1966), Le samouraï (Jean-Pierre Melville, 1967), The Comedians (Glenville, 1967), Borsalino (Deray, 1969), Hibernatus/Vriezen we dood, dan vriezen we dood (Molinaro, 1969),

Start the Revolution without Me (Bud Yorkin, 1970), L’emmerdeur (Molinaro, 1973), Le magnifique (De Broca, 1973), Piaf! (Guy Casaril, 1973), Toute une vie (Claude Lelouch, 1973), Le corps de mon ennemi (Henri Verneuil, 1975), Emmanuelle 2, l’anti-vierge (Francis Giacobetti, 1975), Goodbye Emmanuelle (François Leterrier, 1977), Tendre poulet (De Broca, 1977), La petite fille en velours bleu/Little Girl in Blue Velvet (Alan Bridges, 1978), Un papillon sur l’épaule (Deray, 1978), A Little Romance (George Roy Hill, 1978) en The Man in the Iron Mask (Randall Wallace, 1997).

02 november 2011

Rijk de Gooyer

85, Amsterdam, 2 november, alvleesklierkanker

Nederlands acteur en komiek, eigenlijk Richard de Gooijer. Won drie Gouden Kalveren als beste acteur: een oeuvreprijs naar aanleiding van Sabine (René van Nie, 1982), voor Hoogste tijd (Frans Weisz, 1995) en Madelief: Krassen in het tafelblad (Ineke Houtman, 1998). De eerste weigerde hij te accepteren en schonk hij aan collega Rutger Hauer, zijn tegenspeler in Grijpstra en De Gier (Wim Verstappen, 1979). De tweede gooide hij op de A2 uit de auto, hetgeen vastgelegd werd in een klassiek geworden scène uit het tv-programma Taxi met Maarten Spanjer.

In zekere zin zou je De Gooyer de eerste professionele Nederlandse filmacteur kunnen noemen. Hij volgde een acteeropleiding in Berlijn aan de UFA-academie (1959-61) en speelde een kleine rol in de Duitse film Schachnovelle (Gerd Oswald, 1960), maar besteedde ook veel tijd aan een bijbaantje als spion voor de CIA in Oost-Berlijn. Het was niet zijn eerste internationale filmrol, want hij was ook al te zien in de reeks in Nederland opgenomen middellange spionagefilms Secret File, USA (1955). De gereformeerde Utrechtse bakkerszoon was in 1944 de frontlinie overgestoken om dienst te nemen in het Britse leger. Daarna werkte hij als radioverslaggever en komiek, bijvoorbeeld in de creatie van de plat Utrechts pratende Bartels voor het radioprogramma Showboat (AVRO). Zijn officiële filmdebuut was als pianist in Het wonderlijke leven van Willem Parel (Gerard Rutten, 1955).

De grootste bekendheid verwierf Rijk als de helft van een komisch duo met Johnny Kraaykamp, sterren van radio, tv en grammofoonplaat. Ze maakten samen de geflopte klucht Geen paniek (Ko Koedijk, 1973) en een allegorische episode in het vierluik naar Heere Heeresma’s Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming, getiteld Een winkelier keert niet weerom (Nouchka van Brakel, 1975). Tegen die tijd had De Gooyer echter ook al faam verworven als zelfstandig filmacteur, met hoofdrollen in bijvoorbeeld Kleren maken de man (Georg Jacoby, 1957), Rififi in Amsterdam (John Korporaal, 1962), De blanke slavin (Renee Daalder, 1969) en vooral de twee misdaadfilms van Weisz, De inbreker (1972) en Naakt over de schutting (1973). Ook trad hij af en toe op in een internationale productie, zoals The Wilby Conspiracy (Ralph Nelson, 1975), Nosferatu: Phantom der Nacht (Werner Herzog, 1979), The Lucky Star (Max Fischer, 1980) en Seven Graves for Rogan/A Time to Die (Matt Cimber, 1982). Voortbouwend op zijn vroege ervaringen werd De Gooyer, vooral na De inbreker, een van de herkenbare gezichten van de eerste bloeiperiode van de Nederlandse speelfilm, de jaren 70. Hij speelde vaak rechercheurs, vaderfiguren of, een geheim genoegen, foute Nederlanders of Duitse SD’ers in films over de Tweede Wereldoorlog.

Zijn filmografie bevat voorts titels als Rufus (Samuel Meyering, 1975), Soldaat van Oranje (Paul Verhoeven, 1977), De mantel der liefde (Adriaan Ditvoorst, 1978), Het verboden bacchanaal (Verstappen, 1981), Een vlucht regenwulpen (Ate de Jong, 1981), de korte film Rigor mortis (Dick Maas. 1981), Twee vorstinnen en een vorst (Otto Jongerius, 1981), Het 30 april-gevoel (Jurriën Rood, 1981), Hoge hakken, echte liefde (Dimitri Frenkel Frank, 1981), Vroeger kon je lachen (Bert Haanstra, 1983),

De zwarte ruiter (Verstappen, 1983), An Bloem (Peter Oosthoek, 1983), Schatjes! (Ruud van Hemert, 1984), Ciske de Rat (Guido Pieters, 1984), De prooi (Vivian Pieters, 1985), In de schaduw van de overwinning (De Jong, 1986), Mama is boos! (Van Hemert, 1986), Op hoop van zegen (Pieters, 1986), De ratelrat (Verstappen, 1987), Leedvermaak (Weisz, 1987), De avonden (Rudolf van den Berg, 1989), Bij nader inzien (Weisz, 1991), Filmpje! (Paul Ruven, 1995), De jurk (Alex van Warmerdam, 1996), De bal (Danny Deprez, 1999) en Qui vive (Weisz, 2001). Zijn laatste rol was in het slot van het drieluik naar stukken van Judith Herzberg, Happy End (Weisz, 2009).

De Gooyer was ook de hoofdrolspeler in een aantal televisieseries, zoals De Brekers (1985-88), Beppie (1989), In voor- en tegenspoed (1991-95) en Schoon goed (1999). Samen met Eelke de Jong schreef hij voor HP een fictief dagboek van een vermoeide journalist, dat voor televisie werd bewerkt tot de serie De eenzame oorlog van Koos Tak (1996). Over de non-conformistische levenswandel van de acteur, als practical joker en kroegtijger op De Kring, bestaan talloze anekdotes.

Bud Hoffman

81, Midwest City OK, 2 november, na een lange ziekte

 

Amerikaans editor, eigenlijk William H. Hoffman. Monteerde Torn Curtain (Alfred Hitchcock, 1966) en was eerder assistent van George Tomasini bij de montage van The Birds (Hitchcock, 1963). In vaste dienst bij Universal Studios werkte Hoffman voor televisie. Enkele filmcredits: The Hellcats (Robert F. Slatzer, 1968), Bigfoot (Slatzer, 1970), de documentaire American Reunion (Darren McGavin, 1976).

Leonard Stone

87, Encinitas CA, 2 november, kanker

 

Amerikaans bijrolacteur, pseudoniem van Leonard Steinbock. Bekendste rol als de vader van de in een bosbes veranderde Violet in de eerste verfilming van Roald Dahls Willy Wonka and the Chocolate Factory/Sjakie en de Chocoladefabriek (Mel Stuart, 1971). Veel televisierollen, films als The Mugger (William Berke, 1958), The Big Mouth (Jerry Lewis, 1967), A Man Called Dagger (Richard Rush, 1968), Getting Straight (Rush, 1970), Zigzag (Richard A. Colla, 1970), I Love My Wife (Stuart, 1970), Soylent Green (Richard Fleischer, 1973), Mame (Gene Saks, 1974) en Hardly Working (Lewis, 1980).