31 juli 2011

Wilfred Oranje


59, Amsterdam, 31 juli, doodsoorzaak onbekend

Nederlands vertaler, voluit Willem George Frederik Lodewijk Oranje. Bekroond en bewonderd vertaler van klassieke teksten, vooral uit het Duits, maar ook het Italiaans en het Russisch. Vertaalde onder meer het volledige werk van psychiater Sigmund Freud, maar ook meerdere boeken van schrijver Joseph Roth en de filosofen Friedrich Nietzsche en Ludwig Wittgenstein. Voor de Socialistiese Uitgeverij Nijmegen (SUN) vertaalde hij van de invloedrijke Sovjetregisseur Sergej Eisenstein (1898-1948) Lessen in regie (samen met Bert Hogenkamp, 1979) en Montage - Het konstruktie-principe in de kunst (1981). Ook vertaalde hij van de Italiaanse regisseur en dichter Pier Paolo Pasolini (1922-1975) De ketterse ervaring (uitgeverij Wereldvenster, 1981).

29 juli 2011

Claude Laydu


84, Massy-Palaiseau (dep. Essonne), 29 juli, hartaanval


Oorspronkelijk Belgisch acteur. Werd als beginnend toneelspeler gecast voor de titelrol van een dorpspastoor in de verfilming van Robert Bernanos' Journal d'un curé de campagne (Robert Bresson, 1950). Hoewel Laydu zich onderwierp aan Bressons idee dat acteurs 'modellen' zijn en dat die vooral niet naar psychologische overtuigingskracht of drama moeten streven, was zijn rol zeer geloofwaardig. Sommige critici spraken van "de beste acteerprestatie aller tijden in een Franse film". Andere Bresson-modellen die nadien een professionele acteerloopbaan van betekenis in films zouden krijgen, waren Anne Wiazemsky (Au hasard Balthasar, 1966) en Dominique Sanda (Une femme douce, 1969).
Tot zijn overige, meer conventionele films behoren Au coeur de la Casbah (Pierre Cardinal, 1952), Nous sommes tous des assassins/Wij allen zijn de moordenaars (André Cayatte, 1952), La guerra de dios/Mensen in nood (Rafael Gil, 1953), Le bon Dieu sans confession (Claude Autant-Lara, 1953), La route Napoléon (Jean Delannoy, 1953), Raspoutine (Georges Combret, 1954), Attila (Pietro Francisci, 1954), Interdit de séjour (Maurice de Canonge, 1955), als componist Franz Schubert in Sinfonia d'amore (Glauco Pellegrini, 1956), Le dialogue des Carmélites (weer naar Bernanos; Pierre Agostini en Raymond Leopold Bruckberger, 1960) en als komedieschrijver Carlo Goldoni in het Oost-Duitse Italienisches Capriccio (Pellegrini, 1963), Later zou Laydu samen met zijn echtgenote Christine Balli een succesvolle marionettentelevisieserie voor kinderen maken, Bonne nuit les petits (1962-73), die in Nederland bekend zou worden als Barend de Beer


Dela Maria Vaags


54, Amsterdam, 29 juli, doodsoorzaak onbekend

Nederlands actrice, voluit Delaloranne Marietje Vaags. Had een vaste rol als cipier in de televisieserie Vrouwenvleugel (1993-95) en speelde ook een hoofdrol in de minimal movie Dagboek van een zwakke yogi ('Ronald da Silva' alias Pim de la Parra, 1993). Kleinere rollen in films als De avonden (Rudolf van den Berg, 1989), Romeo (Rita Horst, 1990), The Baby of Mâcon (Peter Greenaway, 1993), de eindexamenfilm Buenos Aires, Here We Come (Marc van Uchelen, 1996), de televisiefilm Lolamoviola: Benidorm (Jaap van Eyck, 1997), de televisieserie "Quidam, Quidam" (Maria Uitdehaag en Robert Wiering, 1999) en Sinterklaas en het geheim van de Robijn (Martijn van Nellestijn, 2004). Speelde voorts in de zelden of nooit vertoonde minimal movies Het gelukzalig lijden van Derek Beaujon (De la Parra, 1991), Het labyrint der lusten (De la Parra, 1991), Extravaganza (De la Parra, 1991) en Round of Prisoners (De la Parra, 1995). Tevens coregisseerde en schreef ze met De la Parra de eveneens obscure minimal movie Vrouwen van vandaag (1993).


27 juli 2011

Polly Platt


72, New York, 27 juli, ALS

Amerikaans art director, producent en scenarioschrijver, geboren als Mary Marr Platt. Oscarnominatie voor de art direction van Terms of Endearment (James L. Brooks, 1983). Was tijdens en na haar huwelijk met regisseur Peter Bogdanovich (1966-70) in verschillende hoedanigheden betrokken bij zijn films: als scenarioschrijver en production designer van Targets (1968), inspirator en production designer van The Last Picture Show (1971) en alleen production designer van What's Up, Doc? (1972) en Paper Moon (1973). Oorspronkelijk kostuumontwerper in het theater. Schreef scenario's voor Pretty Baby (Louis Malle, 1978), Good Luck, Miss Wyckoff (Marvin J. Chomsky, 1979) en A Map of the World (Scott Elliott, 1999). Production designer van onder meer The Thief Who Came to Dinner (Bud Yorkin, 1973), The Bad News Bears (Michael Ritchie, 1976), A Star Is Born (Frank Pierson, 1976), Young Doctors in Love (Garry Marshall, 1982), The Man with Two Brains (Carl Reiner, 1983) en The Witches of Eastwick (George Miller, 1987). (Executive) producer van films als Broadcast News (Brooks, 1987), The War of the Roses (Danny De Vito, 1989), The Evening Star (Robert Harling, 1996) en de documentaire Corman's World: Exploits of a Hollywood Rebel (Alex Stapleton, 2011).


26 juli 2011

Silvio Narizzano


84, Greenwich (Londen), 26 juli, natuurlijke dood

Canadees regisseur, die zijn bekendste films in Engeland maakte. Vooral de komedie Georgy Girl (1966), met Lynn Redgrave en gesitueerd in het 'swinging' Londen van de sixties, was een surprisesucces en kreeg vier Oscarnominaties. Begon als assistent van onder meer Norman Jewison en Arthur Hiller bij de Canadese televisie. Speelfilmdebuut in Engeland: Die! Die! My Darling/Fanatic (1965). Voorts de Amerikaanse western Blue (1968),



de misdaadfilm Loot (1972), het Italiaanse Senza ragione/Redneck (1973), het Canadese Why Shoot the Teacher? (1977), het Britse The Class of Miss MacMichael (met Glenda Jackson; 1979), het Spaanse Las flores del vicio/Bloodbath (met Dennis Hopper; 1979) en het Amerikaanse Choices (met de debuterende Demi Moore; 1981). Bleef aanhoudend actief als televisieregisseur.


25 juli 2011

Michael Cacoyannis


90, Athene, 25 juli, natuurlijke dood

Cypriotisch-Grieks theater- en filmregisseur, scenarioschrijver, producent, editor, acteur en kostuumontwerper, eigenlijk Mihalis Kakogiannis. Had een wereldhit met Alexis Zorbas/Zorba the Greek (1964), een op een boek van Nikos Kazantzakis gebaseerd relaas over de vriendschap tussen een Griekse herder (Anthony Quinn) en een Engelse schrijver (Alan Bates). Van de zeven Oscarnominaties waren er drie voor Cacoyannis: beste film, regie en scenariobewerking. De film won drie Academy Awards, voor bijrolactrice Lila Kedrova, de art direction en het camerawerk van de Engels-Duitse Walter Lassally, met wie Cacoyannis vaak samenwerkte. Geboren in de toenmalige Britse kolonie Cyprus, volgde Cacoyannis een opleiding tot jurist in Londen en werkte daar tijdens de Tweede Wereldoorlog mee aan Griekstalige uitzendingen van de BBC. Hij was er ook enige tijd acteur, na een opleiding aan de fameuze toneelschool Old Vic. In 1952 verhuisde hij naar Athene, waar Cacoyannis min of meer de grondlegger werd van de serieuze naoorlogse speelfilmproductie. Na een onopvallend regiedebuut met Kyriakatiko xyrnima/Windfall in Athens (1954) trok zijn tweede film, het melodrama Stella (1955), wel internationale aandacht, mede door de opmerkelijke hoofdrol van de debuterende Melina Mercouri. In zijn twee volgende, door Lassally gefotografeerde films was Ellie Lambetti de ster: To koritsi me ta mavra/A Girl in Black (1956) en To teleftaio psema/A Matter of Dignity (1958). Intussen was Cacoyannis ook een toonaangevend toneelregisseur geworden, zowel in eigen land als van internationale operaproducties. Grote waardering kreeg zijn trilogie van verfilmingen van klassieke tragedies van Euripides, alle met een hoofdrol voor Irene Papas: Ilektra/Elektra (1962), The Trojan Women/Trojaanse vrouwen (gedraaid in het Engels in Spanje, omdat Cacoyannis tijdens het Griekse kolonelsregime in ballingschap leefde; 1972) en Ifigeneia/Iphigenia (1977).



Tot zijn overige films behoren Eroica (1960), het Italiaanse Il relitto (1961), de geflopte anti-nucleaire komedie The Day the Fish Came Out (1967), de tijdens de Cypriotische oorlog gedraaide documentaire Attilas '74 (1975), het in Chili gesitueerde Sweet Country/Dulce país (1987) en de Tsjechov-verfilming The Cherry Orchard/De kersentuin (met Bates, Charlotte Rampling en Katrin Cartlidge; 1999). Cacoyannis schreef, produceerde en monteerde veel van zijn eigen films.


24 juli 2011

G. D. Spradlin


90, San Luis Obispo CA, 24 juli, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur, voluit Gervase Duan Spradlin. Speelde vaak figuren met autoriteit, als officieren of rechters. Onder meer in Number One (Tom Gries, 1969), Monte Walsh (William A. Fraker, 1970), Zabriskie Point (Michelangelo Antonioni, 1970), The Hunting Party (Don Medford, 1971), The Godfather Part II (Francis Ford Coppola, 1974), MacArthur (Joseph Sargent, 1977), Apocalypse Now (Coppola, 1979), North Dallas Forty (Ted Kotcheff, 1979), The Formula (John G. Avildsen, 1980), Wrong Is Right /The Man with the Deadly Lens (Richard Brooks, 1982), The Lords of Discipline (Franc Roddam, 1983), The War of the Roses (Danny De Vito, 1989), Ed Wood (Tim Burton, 1994), Canadian Bacon (Michael Moore, 1995), Nick of Time (John Badham, 1995) en The Long Kiss Goodnight (Renny Harlin, 1996).


23 juli 2011

Ina van Faassen


82, Amsterdam, 23 juli, doodsoorzaak onbekend

Nederlands actrice en cabaretière, voluit Gesina Maria van Faassen. Speelde na de Amsterdamse Toneelschool (eindexamen 1951) onder meer bij de Nederlandse Comedie, Rotterdams Toneel, Ensemble en een paar seizoenen samen met Wim Sonneveld. Talloze televisierollen, enkele films: Makkers staakt uw wild geraas (Fons Rademakers, 1960), de korte film Mama's proefkonijn (Monique van de Ven, 1996), de televisiefilm Duinzicht boven (Gerardjan Rijnders, 1999) en Liever verliefd (Pim van Hoeve, 2003). Weduwe van acteur Ton van Duinhoven.

22 juli 2011

Linda Christian


87, Palm Springs CA, 22 juli, darmkanker

In Mexico geboren Amerikaans actrice, pseudoniem van Blanca Rosa Henriette Stella Welter. Dochter van een Nederlandse Shell-directeur en een Mexicaanse moeder van Duits-Spaans-Franse afkomst sprak vele talen vloeiend, waaronder Nederlands. Zij dankte haar roem in de jaren 50 als glamour girl minder aan haar filmrollen dan aan andere vormen van publiciteit, onder meer als echtgenote van de acteurs Tyrone Power en Edmund Purdom. Als een van de eerste 'Nederlandse' sterren van internationaal formaat kreeg ze ook een hoofdrol in een Nederlandse speelfilm, tegenover Eric Schneider in de thriller 10.32 (Arthur Dreifuss, 1966). Ze werd wel aangeduid als de allereerste Bondgirl, omdat ze een rol speelde in een vroege televisieverfilming van Ian Flemings Casino Royale, in de CBS-serie Climax! (1954).



Na een typische internationale jeugd als Shell-kind in onder meer Zuid-Afrika, Roemenië, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Spanje en Palestina debuteerde ze onder de naam Linda Welter met een kleine rol in de Mexicaanse speelfilm El peñon de las Animas (Miguel Zacarías, 1943). Na enkele figurantenrollen in musicals maakte ze haar officiële Hollywooddebuut met een bijrolletje in Green Dolphin Street (Victor Saville, 1947). Daarna onder meer tegenover Johnny Weissmuller in Tarzan and the Mermaids (Robert Florey, 1948),



een eerste hoofdrol in Battle Zone (Lesley Selander, 1952), The Happy Time (Richard Fleischer, 1952), Slaves of Babylon (William Castle, 1953), de musical Athena (Richard Thorpe, 1954), het Spaanse Tormenta (top-billed; Alfonso Acebal en John Guillermin, 1955), The House of the Seven Hawks (Thorpe, 1959), de West-Duitse films Abschied von den Wolken (Gottfried Reinhardt, 1959) en Peter Voss, der Held des Tages (Georg Marischka, 1959), het Oostenrijkse Das große Wunschkonzert (Arthur Maria Rabenalt, 1960), de Italiaanse producties Appuntamento a Ischia (Mario Mattoli, 1961) en Lasciapassare per il morto (Mario Gariazzo, 1962), de Amerikaanse horrorfilm The Devil's Hand (top-billed; William J. Hole Jr., 1962), het Britse The V.I.P.s (Anthony Asquith, 1963), ...e la donna creó l'uomo/Full Hearts and Empty Pockets (Camilo Mastrocinque, 1964), de klassieke stierenvechtersfilm Il momento della verità (Francesco Rosi, 1965), Bel Ami 2000 oder wie verführt man einen Playboy (Michael Pfleghar, 1966), tegenover haar dochter Romina Power en schoonzoon Albano, een populair zangduo, in de films Nel sole ( Aldo Grimaldi, 1967) en L'oro del mondo (Grimaldi, 1968) en ten slotte de thriller Delitti (Giovanna Lenzi, 1987). Woonde een groot deel van de tweede helft van haar leven in Rome.


19 juli 2011

Yoshio Harada


71, Tokio, 19 juli, longontsteking

Japans acteur. Sinds 1968 ster van ruim honderd films, waarvan de meeste genretitels waren met een beperkte verspreiding buiten Japan. Enkele internationaal wel min of meer bekende films waren Hishu monogatari/A Tale of Sorrow and Sadness (Seijun Suzuki, 1977), Tsigoineruwaizen/Zigeunerweisen (Suzuki, 1980), Saraba hakobune/Farewell to the Ark (Shuji Terayama, 1984), Rônin-gai (Kazuo Kuroki, 1990), Yumeji (Suzuki, 1991), Muno no hito/Nowhere Man (Naoto Takenaka, 1991), The Hunted (J.F. Lawton, 1995), Onibi/The Fire Within (Rokuro Mochizuki, 1997), Suri (Kuroki, 2000) en Kiseki/I Wish (Hirokazu Kore-eda, 2011).


17 juli 2011

John Kraaykamp


86, Laren (NH), 17 juli, natuurlijke dood

Nederlands komiek en acteur, eigenlijk Jan Hendrik Kraaijkamp. Vormde midden jaren vijftig een komisch duo met Rijk de Gooyer, dat successen boekte op radio, televisie en grammofoonplaat. Samen maakten ze ook de speelfilm Geen paniek (Ko Koedijk, 1973), die slecht ontvangen werd en genadeloos flopte, net als de op Heere Heeresma gebaseerde komedie Heb medelij, Jet! (Frans Weisz, 1975). Het serieuze optreden van Johnny en Rijk in de allegorische korte film Een winkelier keert niet weerom (Nouchka van Brakel, 1975), onderdeel van de episodenfilm Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (eveneens naar Heeresma), werd daarentegen als een triomf ervaren. Kraaykamp maakte zijn filmdebuut in Daniel (Erik Terpstra, 1971) en speelde tevens in De 5 van de 4 daagse (René van Nie, 1974), de Tiroler middeleeuwse seksklucht Die Stoßburg /Een burcht vol vrolijke ontucht (Franz Marischka, 1974) en het Belgische Verbrande brug (Guido Henderickx, 1975), alsmede de Carmiggeltfilm Vroeger kon je lachen (Bert Haanstra, 1983) en de korte films Dinsdagavond (Bas van der Lecq, 1966) en Park (Rimko Haanstra, 1972). Toneelregisseur Franz Marijnen ontdekte het potentieel van de komiek met perfecte timing als serieus acteur en liet hem onder meer King Lear spelen. In 1984 won hij een Louis d'Or voor zijn rol in de voorstelling Jacques de fatalist en zijn meester. Grote waardering en een Gouden Kalf kreeg hij voor zijn bijrol tegenover Monique van de Ven in De aanslag (Fons Rademakers, 1986), ex aequo met zijn rol in De wisselwachter (Jos Stelling, 1986).



Sindsdien speelde hij nog in Iris (weer tegenover Van de Ven; Mady Saks, 1987) en Kruimeltje (Maria Peters, 1999), plus de opdrachtfilm Als de noodklok luidt (Fred Hilberdink, 1985) en de korte televisiefilm Ach meneer (Edu Calicher, 2000). Op televisie werd hij de laatste jaren vooral bekend door zijn hoofdrol in de comedyserie 't Zonnetje in huis (1994-2003). Vader van acteur Johnny Kraaykamp jr.


16 juli 2011

David Ngoombujarra

44, Fremantle, 16 juli, natuurlijke dood in een park

Australisch aboriginal acteur, geboren als David Bernard Starr. Speelde een sleutelrol in Australia (Baz Luhrmann, 2008). Filmdebuut in Breaking Loose (Ned Hay, 1988). Ook te zien in films als Young Einstein (Yahoo Serious, 1988), Crocodile Dundee in Los Angeles (Simon Wincer, 2001), Rabbit Proof Fence (Phillip Noyce, 2002), de remake van Ned Kelly (Gregor Jordan, 2003) en Kangaroo Jack (David McNally, 2003).

15 juli 2011

Googie Withers


94, Sydney, 15 juli, doodsoorzaak onbekend

In Brits-Indië (Pakistan) geboren Engels actrice, eigenlijk Georgette Lizette Withers. Dochter van een Britse kapitein en een Nederlandse moeder. Speelde een kleine rol in The Lady Vanishes (Alfred Hitchcock, 1938), was een Nederlandse verzetsstrijdster in One of Our Aircraft Is Missing (Michael Powell en Emeric Pressburger, 1942) en speelde een hoofdrol tegenover Richard Widmark in Night and the City (Jules Dassin, 1950). Debuut als 17-jarige in Windfall (Frederick Hayward en George King, 1935). Ook in films als The Girl in the Crowd (Powell, 1935), The Love Test (Powell, 1935), Accused (Thornton Freeland, 1936), Her Last Affaire (Powell, 1936), Crown v. Stevens (Powell, 1936), Strange Boarders (Herbert Mason, 1938), Convict 99 (Marcel Varnel, 1938), Kate Plus Ten (Reginald Denham, 1938), Murder in Soho (Norman Lee, 1939), Trouble Brewing (tegenover George Formby; Anthony Kimmins, 1939), The Gang's All Here (Freeland, 1940), Busman's Honeymoon (Arthur B. Woods, 1940), Back-Room Boy (Mason, 1942), weer als een Nederlandse in The Silver Fleet (Vernon Sewell en Gordon Wellesley, 1943), On Approval (Clive Brook, 1944), They Came to a City (Basil Dearden, 1944), Dead of Night (Dearden e.a., 1945), Pink String and Sealing Wax (Robert Hamer, 1945), The Loves of Joanna Godden (top-billed; Charles Frend, 1947), It Always Rains on Sunday (top-billed; Hamer, 1947), Miranda (Ken Annakin, 1948), Once upon a Dream (top-billed; Ralph Thomas, 1949), Traveller's Joy (top-billed; Thomas, 1950), White Corridors/Mensen in het wit (top-billed; Pat Jackson, 1951), The Magic Box (John Boulting, 1951), Derby Day (Herbert Wilcox, 1952), Devil on Horseback (top-billed; Cyril Frankel, 1954), Port of Escape (top-billed; Anthony Young, 1956), Nickel Queen (top-billed; John McCallum, 1971) en Shine (Scott Hicks, 1996). Commander of the British Empire (2001). Weduwe van acteur en producent John McCallum, haar vaste tegenspeler in de jaren 50, met wie ze naar Australië emigreerde.


14 juli 2011

Leo Kirch


84, München, 14 juli, gevolgen diabetes

Duits filmdistributeur en mediamagnaat. Aan de basis van zijn imperium lag de beslissing om in 1956 naar Italië te reizen en daar met geleend geld de Duitstalige rechten te verwerven van de film La strada (Federico Fellini, 1954). De deal met producent Dino De Laurentiis had succes en smaakte naar meer. Hij richtte meerdere maatschappijen op die filmrechten verhandelden en had al snel min of meer het monopolie op de verkoop van buitenlandse films aan de Duitse publieke zenders. Langs niet altijd even transparante zakelijke lijnen ontwikkelde zich een media-imperium, dat wel werd vergeleken met die van Rupert Murdoch en Silvio Berlusconi. Kirch, nauw bevriend met Helmut Kohl en andere christen-democratische politici, handelde ook in voetbalrechten, commerciële televisiezenders en verwierf in 1985 een minderheidsaandeel in het Springer-concern, uitgever van kranten als Bild en Die Welt. In 2002 ging Kirch failliet, met een klap waar nog steeds over door wordt geprocedeerd.

10 juli 2011

Roland Petit


87, Genève, 10 juli, leukemie

Frans choreograaf en danser. Oprichter in 1945 van het Ballet de Champs-Elysées werd vooral bekend door de choreografieën voor zijn vrouw, danseres Zizi Jeanmaire. Choreografeerde ook enkele Hollywoodfilms, zoals Hans Christian Andersen (met Danny Kaye; Charles Vidor, 1952), The Glass Slipper (Charles Walters, 1955), Daddy Long Legs (Jean Negulesco, 1955)



en Anything Goes (Robert Lewis, 1956). Werkte ook voor Folies-Bergère (met Jeanmaire; Henri Decoin, 1956), Charmants garçons (met Jeanmaire; Decoin, 1957), 1-2-3-4 ou les collants noirs (ook als danser; Terence Young, 1961) en het ballet Le jeune homme et la mort in White Nights (Taylor Hackford, 1985).


08 juli 2011

Roberts Blossom


87, Santa Monica, 8 juli, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur. Ontleent zijn grootste roem aan de rol van de oude buurman en vertrouwenspersoon van Mcaulay Culkin in Home Alone (Chris Columbus, 1990). Was in vele andere films te zien als karakteristieke eigenheimer: de korte film Sin of Jesus (Robert Frank, 1961), The Hospital (Arthur Hiller, 1971), Slaughterhouse-Five (George Roy Hill, 1972), The Great Gatsby (Jack Clayton, 1974), Handle with Care/Citizen's Band (Jonathan Demme, 1977), Close Encounters of the Third Kind (Steven Spielberg, 1977), Escape from Alcatraz (Don Siegel, 1979), Resurrection (Daniel Petrie, 1980), Christine (John Carpenter, 1983), Reuben, Reuben (Robert Ellis Miller, 1983), VisionQuest (Harold Becker, 1985), Candy Mountain (Frank en Rudy Wurlitzer, 1988), The Last Temptation of Christ (Martin Scorsese, 1988), Always (Spielberg, 1989), Doc Hollywood (Michael Caton-Jones, 1991) en The Quick and the Dead (Sam Raimi, 1995).


06 juli 2011

Mani Kaul


66, New Delhi, 6 juli, kanker

Indiaas regisseur. Leerling van de eigenzinnige Bengaalse grootmeester Ritwik Ghatak, geïnspireerd door Bresson en Ozu, laat een breed oeuvre na aan speelfilms en documentaires zonder traditionele narratieve structuur, die meer gewaardeerd werden in de Europese arthouses dan in eigen land. Vooral het International Film Festival Rotterdam was vanaf 1982 cruciaal voor zijn erkenning. Debuteerde opvallend met Uski roti/Our Daily Bread (1970), een sleutelfilm voor een nieuwe generatie Indiase regisseurs. Internationale bekendheid kreeg ook Duvidha/In Two Minds (1975). Met steun van het Hubert Bals Fund maakte Kaul de Nederlandse coproductie Naukar ki kameez/The Servant's Shirt (1999). Tot zijn overige films behoren Ashad ka ek din (1971), de muziekdocumentaire Dhrupad (1983) en Nazar (naar Dostojevski; 1991). Woonde geruime tijd in Den Bosch met zijn Nederlandse vrouw, producent en festivalprogrammeur Miryam van Lier.


03 juli 2011

Anna Massey


73, Londen, 3 juli, leverkanker

Engels actrice. Dochter van de Canadese acteur Raymond Massey en de Engelse actrice Adrianne Allen, jongere zuster van acteur Daniel Massey. Debuteerde onder regie van haar peetvader John Ford met een bijrol in Gideon of Scotland Yard (1958). Daarna opvallend in Peeping Tom (Michael Powell, 1960), Bunny Lake Is Missing (Otto Preminger, 1965) en Frenzy (Alfred Hitchcock, 1972). Ook zeer actief op televisie en in het theater. Overige films onder meer The Vault of Horror (Roy Ward Baker, 1973), A Little Romance (George Roy Hill, 1979), Sweet William (Claude Whatham, 1980), Five Days One Summer (Fred Zinnemann, 1982), Another Country (Marek Kanievska, 1984), The Little Drummer Girl (Roy Hill, 1984), Foreign Body (Ronald Neame, 1986), The Tall Guy (Mel Smith, 1989), Mountains of the Moon (Bob Rafelson, 1990), Impromptu (James Lapine, 1991), Angels and Insects (Philip Haas, 1995), Haunted (Lewis Gilbert, 1995), Déjà Vu (Henry Jaglom, 1997), The Importance of Being Earnest (Oliver Parker, 2002), Possession (Neil LaBute, 2002), The Machinist (Brad Anderson, 2004) en The Oxford Murders (Alex de la Iglesia, 2008). In 2005 benoemd tot Commander of the British Empire. Getrouwd geweest met acteur Jeremy Brett.


01 juli 2011

Leslie Brooks


Sherman Oaks CA, 1 juli, natuurlijke dood


Amerikaans filmactrice, pseudoniem van Virginia Leslie Gettman, aanvankelijk vermeld als Lorraine Gettman. Voornamelijk bijrollen en second leads in films als Navy Blues (Lloyd Bacon, 1941), You're in the Army Now (Lewis Seiler, 1941) You Were Never Lovelier (tegenover Fred Astaire; William A. Seiter, 1942), City without Men (Sidney Salkow, 1943), Nine Girls (Leigh Jason, 1944), Cover Girl (als vriendin van Rita Hayworth; Charles Vidor, 1944), Tonight and Every Night (Victor Saville, 1945), The Man Who Dared (top-billed; John Sturges, 1946), The Secret of the Whistler (George Sherman, 1946), Cigarette Girl (top-billed; Gunther von Fritsch, 1947), The Corpse Came C.O.D. (Henry Levin, 1947), The Cobra Strikes (Charles Reisner, 1948), Romance on the High Seas (Michael Curtiz, 1948), Blonde Ice (Jack Bernhard, 1948), Hollow Triumph (Steve Sekely, 1948) en, vele jaren later, How's Your Love Life? (Russel Vincent, 1971).