29 februari 2012

Davy Jones

66, Indiantown FA, 29 februari, hartaanval

 

Engels acteur en popzanger. In Manchester geboren kinderacteur in tv-series als Coronation Street en Z-Cars volgde wegens zijn geringe lengte een opleiding tot jockey, voordat hij gecast werd als The Artful Dodger in de Broadwayversie van de musical Oliver! In die hoedanigheid zat hij in dezelfde klassieke aflevering van The Ed Sullivan Show (1964) als the Beatles, mede de inspiratie voor the Monkees. Die ook slechts een letter van een dierennaam verschillende rockgroep was een creatie van producenten Bert Schneider en Bob Rafelson, die het succes van A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964) in een Amerikaanse televisieserie wilden evenaren.  De relatief weinig muzikale Jones werd de tamboerijn spelende zanger van de groep en had het meeste succes bij de meisjes. De serie The Monkees, die ook in Nederland een groot succes was, hield het twee seizoenen uit (1966-68) en de groep had vele grote hits, zoals Last Train to Clarksville, Daydream Believer en het niet door Jones gezongen I’m a Believer. De eerste kunstmatig samengestelde rockgroep uit de geschiedenis was ook de kern van de satirische film Head (Rafelsons regiedebuut, 1968).

Sindsdien trad Jones vooral op in reünieconcerten, als stemacteur en als gast in televisieseries. Naar verluidt was hij de aanleiding voor de beginnende rockzanger David Jones om zijn achternaam in 1969 te veranderen in Bowie.

26 februari 2012

Yvonne Verbeeck

98, Antwerpen, 26 februari, in haar slaap

 

Belgisch zangeres en bijrolactrice. Oorspronkelijk sopraan. Trad tot op zeer hoge leeftijd veel op in komische televisieprogramma’s, bijvoorbeeld van het duo Gaston en Leo. Was te zien in films als Wit is troef (Jan Vanderheyden, 1940), De witte (Robbe De Hert, 1980), Zware jongens (De Hert, 1984), Paniekzaaiers (Patrick Lebon, 1986), Hector (Stijn Coninx, 1987), Boerenpsalm (Roland Verhavert, 1989), Koko Flanel (Coninx, 1990), de korte film Trammelant (Hans Reynaerts, 2000) en De verlossing (Hugo Claus, 2001).

Hazy Osterwald

90, Luzern, 26 februari, ziekte van Parkinson

 

Zwitsers pianist, trompettist, orkestleider, komiek en componist, pseudoniem van Rolf Erich Osterwalder. Zoon van de Zwitserse voetbalinternational Adolf Osterwalder, die zichzelf ook al Hazy noemde. Het Hazy Osterwald Sextett was in de jaren vijftig en zestig een begrip in de Duitstalige wereld, onder meer door de televisieshows (vaak van regisseur Michael Pfleghar), met sterren als Caterina Valente, Vico Torriani en de tweeling Alice en Ellen Kessler. Hij was zelfs de hoofdpersoon van de biografische speelfilm Musik ist Trumpf/Die Hazy Osterwald Story (Franz Josef Gottlieb, 1961). Ook trad hij op in Schlagerfilms als Die große Starparade (Paul Martin, 1954), Liebe, Tanz und 1000 Schlager (Martin, 1955), Küß mich noch einmal (Helmut Weiss, 1956), Siebenmal in der Woche (Harald Philipp, 1957) en Heute gehn wir bummeln (Erik Ode, 1961).

25 februari 2012

Erland Josephson

88, Stockholm, 25 februari, ziekte van Parkinson

 

Zweeds acteur, regisseur en scenarioschrijver. Een van Ingmar Bergmans oudste vrienden en collega’s in het theater, die hem opvolgde als artistiek leider van het koninklijke Dramaten-theater in Stockholm (1966-75). Was ook vanaf het begin in kleine rollen in Bergmans films te zien, maar nam pas echt de plaats in van Bergmans alter ego in de televisieserie en speelfilm Scènes uit een huwelijk/Scenes from a Marriage/Scener ur ett äktenskap (1973). De ontrafeling van het huwelijk (met Bergmans ex-vrouw Liv Ullmann) van een alle emoties ontkennende intellectueel maakte van Josephson een bedachtzame wereldster, later ook in andere Europese auteursfilms. Hij debuteerde onder regie van Bergman in It Rains on Our Love/Det regner vår kärlek (1946). Kleine rollen in Bergmans To Joy/Till glädje (1950), Op de drempel van het leven/Nära livet (1958), Het gezicht/Ansiktet (1958), Het uur van de wolf/Vargtimmen (1968), The Passion of Anna/En passion (1969) en Cries and Whispers/Schreeuw zonder antwoord/Viskningar och rop (1972).  Daarna sleutelrollen in Bergmans Face to Face/Ansikte mot ansikte (1976), de flashbacks in Herfstsonate/Autumn Sonata/Herfstsonate (1978), als de joodse magiër in Fanny en Alexander/Fanny och Alexander (1982)

en weer als alter ego in de televisiefilms Na de repetitie/After the Rehearsal/Na de repetitie (1984) en Saraband (2003). Maakte zijn internationale debuut als Friedrich Nietzsche in Al di del bene e del male/Beyond Good and Evil (Liliana Cavani, 1977)

en zou veel eer inleggen met de twee laatste films van Andrei Tarkovski, Nostalghia (1983) en Het offer/The Sacrifice/Offret (1986). Tot zijn talrijke overige films behoren The Girls/Flickorna (Mai Zetterling, 1968), Monismanien 1995 (Kenne Fant, 1975), Games of Love and Loneliness/Den allvarsamma leken (Anja Breien, 1977), Io ho paura (Damiano Damiani, 1977),  Dimenticare Venezia (Franco Brusati,1979), Montenegro (Dušan Makavejev, 1981), La casa del tappeto giallo (Carlo Lizzani, 1983), Amorosa (Zetterling, 1986), Saving Grace (Robert M. Young, 1986), tegenover Ben Gazzara in Il giorno prima (Giuliano Montaldo, 1987), zijn enige Hollywoodproductie The Unbearable Lightness of Being (Philip Kaufman, 1988), Hanussen (István Szabó, 1988), Good Evening, Mr. Wallenberg/God afton Herr Wallenberg – En passionshistoria från verkligheten (Kjell Grede, 1990), de Nederlandse coproductie Prospero’s Books (Peter Greenaway, 1991), Meeting Venus (Szabó, 1991), The Ox/Oxen (Sven Nykvist, 1991), Sofie (Ullmann, 1992), UlyssesGaze/To vlemma tou Odyssea (Theo Angelopoulos, 1995), Kristin Lavransdatter (Ullmann, 1995), het door Bergman geschreven Faithless/Trolösa (als ‘Bergman’: Ullmann, 2000), de korte film Nu (Simon Staho, 2003) en Wellkåm to Verona (Suzanne Osten, 2006). Josephson regisseerde, produceerde en schreef twee speelfilms, waarin hij zelf een hoofdrol speelde: One and One/En och en (coregie met Nykvist en tegenspeelster Ingrid Thulin, 1978) en Marmalade Revolution/Marmeladupproret (1980). Schreef voorts Artiesteningang/Sceningång (Bengt Ekerot, 1956), onder het pseudoniem Buntel Eriksson De tuin der lusten/Lustgården (samen met Bergman; Alf Kjellin, 1961) en All These Women/Wat de vrouwen betreft/För att inte tala om alla dessa kvinnor (samen met de regisseur; Bergman, 1964).

Martha Stewart

89, Northeast Harbor ME, 25 februari, natuurlijke dood

Amerikaans actrice, pseudoniem van Martha Haworth. Aanvankelijk zangeres, werd door Fox gescout in de Stork Club. Speelde weinig opvallende rollen van de tweede garnituur, waarvan de bekendste was die tegenover Humphrey Bogart in In a Lonely Place/Vreemde ontmoeting (Nicholas Ray, 1950). Debuut tegenover Perry Como en Carmen Miranda in Doll Face (Lewis Seiler, 1945). Ook in Johnny Comes Flying Home (Benjamin Stoloff, 1946), I Wonder Who’s Kissing Her Now (Lloyd Bacon, 1947), Daisy Kenyon (Otto Preminger, 1947), Are You With It? (Jack Hively, 1948), Convicted (Henry Levin, 1950), Aaron Slick from Punkin Crick/Marshmallow Moon (Claude Binyon, 1952) en Surf Party (Maury Dexter, 1964). Gescheiden van de acteurs Joe E. Lewis en George O’Hanlon. Niet te verwarren met de gelijknamige televisiepersoonlijkheid.

23 februari 2012

Bruce Surtees

74, Carmel CA, 23 februari, natuurlijke dood

 

Amerikaans cameraman, zoon van cameraman en drievoudig Oscarwinnaar Robert Surtees (1906-1985). Bruce werd slechts een keer voor een Oscar genomineerd, voor de opmerkelijke zwart-witfotografie van Lenny (Bob Fosse, 1974), waarin Dustin Hoffman de komiek Lenny Bruce speelde. Begon als operator van zijn vader, bij Lost Command (Mark Robson, 1966). Verwierf zich de bijnaam ‘Prince of Darkness’ door specialisatie in scènes met spaarzaam licht, zoals die met kaarsen in zijn debuut als DoP, The Beguiled (Don Siegel, 1971),

een van de vele films met en van Clint Eastwood:  diens regiedebuut Play Misty for Me (Eastwood, 1971), Dirty Harry (Siegel, 1971), Joe Kidd (John Sturges, 1972), High Plains Drifter (Eastwood, 1973), The Outlaw Josey Wales (Eastwood, 1976), Escape from Alcatraz (Siegel, 1979), Firefox (Eastwood, 1982), Honkytonk Man (Eastwood, 1982), Sudden Impact (Eastwood, 1983), Tightrope (Richard Tuggle, 1984) en Pale Rider (Eastwood, 1985). Tot Surtees’ overige films behoren The Great Northfield, Minnesota Raid (Philip Kaufman, 1972), Conquest of the Planet of the Apes (J. Lee Thompson, 1972), Blume in Love (Paul Mazursky, 1973), The Outfit (John Flynn, 1973), Night Moves (Arthur Penn, 1975), de originele versie van Sparkle (Sam O’Steen, 1976), The Shootist (Siegel, 1976), Big Wednesday/California Surf (John Milius, 1978),

Movie Movie (Stanley Donen, 1978), Inchon (Terence Young, 1981), White Dog (Samuel Fuller, 1982), Bad Boys (Rick Rosenthal, 1983), Risky Business (Paul Brickman, 1983), Beverly Hills Cop (Martin Brest, 1984), Psycho III (Anthony Perkins, 1986), Ratboy (van en met de toenmalige mevrouw Eastwood, Sondra Locke, 1986), License to Drive (Greg Beeman, 1988), Men Don’t Leave (Brickman, 1990), The Crush (Alan Shapiro, 1993) en Corrina, Corrina (Jessie Nelson, 1994).

18 februari 2012

Ric Waite

78, Denver, 18 februari, natuurlijke dood

 

Amerikaans cameraman. Oorspronkelijk mode- en reclamefotograaf in New York, vanaf 1970 in Hollywood. Werkte veel voor televisie, Emmy voor de serie Captains and the Kings (1976). DoP van films als The Day of the Wolves (Ferde Grofé Jr., 1971), The Other Side of the Mountain Part 2 (Larry Peerce, 1978), Defiance (John Flynn, 1980), The Long Riders (Walter Hill, 1980), The Border (Tony Richardson, 1982), 48 Hrs. (Hill, 1982), Class (Lewis John Carlino, 1983), Footloose (Herbert Ross, 1984), Red Dawn (John Milius, 1984), Brewster’s Millions (Hill, 1985), Volunteers (Nicholas Meyer, 1985), Cobra (George P. Cosmatos, 1986). Adventures in Babysitting (Chris Columbus, 1987), The Great Outdoors (Howard Deutch, 1988), Marked for Death (Dwight H. Little, 1990), Out for Justice (Flynn, 1991), Rapid Fire (Little, 1992), On Deadly Ground (Steven Seagal, 1994) en Truth or Consequences, N.M. (Kiefer Sutherland, 1997). Vanaf 2002 cameradocent aan de Colorado Film School.

17 februari 2012

Paul-Emile van Royen

73, Lier, 17 februari, natuurlijke dood

 

Belgisch acteur. Werd vooral bekend door zijn samenwerking met het komisch duo Gaston & Leo, in televisiesketches en films als Zware jongens (Robbe De Hert, 1984) en Paniekzaaiers (Patrick Le Bon, 1986). Maakte zijn filmdebuut al in het historische drama Brigands voor outer en heerd (Hein Beniest, 1961). Ook in films als De ordonnans (Charles Frank, 1962), Verbrande Brug (Guido Henderickx, 1975), De witte (De Hert, 1980), de korte film Vrouwen willen trouwen (Patrice Letoye, 1996), Elixir d’Anvers (1996) en de korte film Trammelant (Hans Reynaerts, 2000).

16 februari 2012

Anil Ramdas

54, Loenen aan de Vecht, 16 februari, zelfdoding

 

Surinaams-Nederlands journalist, schrijver en programmamaker. In Nickerie opgegroeide hindoestaanse zoon van een onderwijzer en een radiomaakster (tevens bioscoopexploitant), ging in 1977 in Amsterdam sociale geografie studeren. Was als gedistantieerd observator en commentator in de journalistiek onder meer actief voor De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad (ook als correspondent in New Delhi) en VPRO. Presenteerde op televisie onder meer de mediarubriek Het blauwe licht (samen met Stephan Sanders) en de multiculturele talkshow Z.O.Z. Maakte met regisseur en cameraman Fred van Dijk twee documentaireseries voor de VPRO, Wel de snack maar niet de saus (1995) over Suriname en Vraag het aan de maan (196) over de ‘ontdekking’ van Afrika. Groot kenner en liefhebber van de Indiase amusementsfilm, die hem als kind een blik op de wereld schonk. Maakte daarover een imposant, essayistisch tweeluik voor televisie bij de hindoestaanse omroep OHM, Bollywood in diaspora (2011). Korte tijd directeur van debatcentrum De Balie (2003-05).

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

15 februari 2012

Pola Illéry

103, Scranton PA, 15 februari, natuurlijke dood

 

In Roemenië geboren Frans-Amerikaans actrice, pseudoniem van Paula Iliescu. Speelde vrijgevochten vrouwen in Roemeense en Franse films, waarvan de bekendste was Sous les toits de Paris (René Clair, 1930). Was al te zien in de stille films Le désir (Albert Durec, 1928) en Le capitaine Fracasse (Alberto Cavalcanti en Henry Wulschleger, 1929). Ster van Parada Paramount (Charles de Rochefort, 1930), de Roemeenstalige versie van Paramount on Parade. Ook in Le petit chaperon rouge/Roodkapje (Cavalcanti, 1930), Quatorze Juillet (Clair, 1933), Le tigre du Bengale (Richard Eichberg, 1938) en Le tombeau hindou (Eichberg, 1938). Vluchtte in 1939 voor de nazi’s naar de Verenigde Staten, waar ze zich niet meer met film bezighield. Werd in 1946 Amerikaans staatsburger en veranderde haar naam in Polly Alpert.

Gerrit Ybema

66, Uitwellingerga, 15 februari, longvlieskanker

 

Nederlands econoom, politicus en bestuurder. Was voor D66 lid van de Tweede Kamer (1989-98) en staatssecretaris van buitenlandse handel in het tweede kabinet Kok (1998-2002). Behoorde met Hans Dijkstal (VVD) en Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA) tot de paarse politici die het meest gevoelig waren voor de lobby van de Nederlandse filmindustrie voor betere (fiscale) faciliteiten. Werd de eerste externe voorzitter (2007-11) van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB), waar hij werd opgevolgd door zijn partijgenoot Winnie Sorgdrager.

Paul Wuyts

63, Vlaanderen, 15 februari, kanker

 

Belgisch acteur. Vooral op televisie, enkele bijrollen in films: Daens (Stijn Coninx, 1992), Beck – De gesloten kamer (Jacob Bijl, 1993), Brylcream Boulevard (Robbe De Hert, 1993), Sl8n8t (Frank van Geloven en Edwin Visser, 2006) en Bo (Hans Herbots, 2010).  Zoon bij actrice Reinhilde Decleir.

14 februari 2012

Dory Previn

86, Southfield MA, 14 februari, doodsoorzaak onbekend

 

Amerikaans songwriter, geboren als Dorothy Veronica Langan (door haarzelf vaak gespeld als ‘Langdon’), later ook bekend als Dory Previn Shannon. Was getrouwd (1959-70) met componist en dirigent André Previn, die haar in de steek liet voor Mia Farrow. De Previns schreven samen vele songs, waarvan er twee een Oscarnominatie kregen: Faraway Part of Town, gezongen door Judy Garland in de musical met de Mexicaanse komiek Cantinflas Pepe (George Sidney, 1960) en de titelsong van Two for the Seesaw (Robert Wise, 1962). Haar derde nominatie als tekstschrijver van de beste originele song was voor Come Saturday Morning (muziek: Fred Karlin) uit The Sterile Cuckoo (Alan J. Pakula, 1969). Begon als tekstschrijver bij de beroemde musicalafdeling van MGM onder leiding van Arthur Freed. Ook schreef ze de tekst van originele songs voor films als Tall Story (Joshua Logan, 1960), One Two Three (Billy Wilder, 1961), Goodbye Charlie (Vincente Minnelli, 1964), Inside Daisy Clover (Robert Mulligan, 1965), The Swinger (Sidney, 1966), Valley of the Dolls (Mark Robson, 1967), Daddy’s Gone A-Hunting (Robson, 1969). Hertrouwde in 1984 met acteur Joby Baker.

13 februari 2012

Sophie Desmarets

89, Parijs, 13 februari, natuurlijke dood

 

Frans steractrice, eigenlijk Jacqueline Yvonne Eva Desmarets. Zowel in theater als film zeer productief. Officieel debuut tegenover Danielle Darrieux in Premier rendez-vous (Henri Decoin, 1941). Vooral te zien in komedies en andere populaire genrefilms, typerend voor wat in de Cahiers du cinéma als ‘cinéma de papa’ verketterd zou worden. Onder meer in Seul dans la nuit (Christian Stengel, 1945), 120, Rue de la Gare (Jacques Daniel-Norman, 1946), tegenover Pierre Brasseur in Rocambole (Jacques de Baroncelli, 1948), Rapide de nuit (Marcel Blistène, 1948), tegenover Maurice Chevalier in Le roi (Marc-Gilbert Sauvajon, 1949) en Ma pomme (Sauvajon, 1950), in Signori, in carrozza! (Luigi Zampa, 1951), voor het eerst top-billed in Demain nous divorçons (Louis Cuny, 1951), Ma femme est formidable (André Hunebelle, 1951), het vervolg Mon mari est merveilleux (Hunebelle, 1952), Escalier de service (Carlo Rim, 1954), Scènes de ménage (André Berthomieu, 1954), Gli ultimi cinque minuti (Giuseppe Amato, 1955), Le fils de Caroline chérie (Jean-Devaivre, 1955), Une fille épatante/Een meisje met temperament (top-billed; Raoul André, 1955), Si Paris nous était conté (Sacha Guitry, 1955), Le secret de soeur Angèle (top-billed; Léo Joannon, 1956), Ces sacrées vacances (top-billed; Robert Vernay, 1956), Ce soir les jupons volent (top-billed; Dimitri Kirsanoff, 1956), tegenover Michel Simon in Les 3 font la paire (Guitry, 1957),   La vie à deux (Clément Duhour, 1958),

Madame et son auto (top-billed; Vernay, 1958), Nina (top-billed; Jean Boyer, 1959), Drôles de phénomènes (top-billed; Vernay, 1959), La famille Fenouillard (top-billed; Yves Robert, 1960), La française et l’amour (episode Jean Delannoy, 1960), Le motorizzate (Marino Girolami, 1963), La foire aux cancresChronique d’une année scolaire (Louis Daquin, 1963), Dragées au poivre (Jacques Baratier, 1963), La chance et l’amour (episode Charles L. Bitsch, 1964), La tête du client (Jacques Poitrenaud, 1965), Toutes folles de lui (Norbert Carbonnaux, 1967), Le mur de l’Atlantique (Marcel Camus, 1970), La raison du plus fou (François Reichenbach, 1973), Un second souffle (Gérard Blain, 1978), met Darrieux in Les mamies (Annick Lanoë, 1992), Fallait pas!... (Gérard Jugnot, 1996) en Fantôme avec chauffeur (Gérard Oury, 1996). Lid van de jury in Cannes 1962, waar ze totaal niets bleek te begrijpen van de opvattingen van collega François Truffaut. Weduwe van Jean markies De Baroncelli, filmcriticus van Le monde.

Jim O'Brien

64, Londen, 13 februari, natuurlijke dood

 

Schots regisseur en filmdocent. Werd vooral bekend door de miniserie The Jewel in the Crown (coregie met Christopher Morahan, 1984) over het einde van de Britse heerschappij over India, die hem een BAFTA Award en een Emmy-nominatie bezorgde. Werkte na zijn opleiding aan de National Film School vooral voor televisie, maar regisseerde ook één speelfilm, de verfilming van Beryl Bainbridges roman The Dressmaker (met Joan Plowright en Pete Postlethwaite; 1988). Regiedocent aan de Metropolitan Film School.

12 februari 2012

David Kelly

82, Dublin, 12 februari, na een korte ziekte

 

Iers bijrolacteur. Behalve een optreden als aannemer tegenover John Cleese in een aflevering van de serie Fawlty Towers (1975) ontleende Kelly zijn grootste roem aan relatief grote rollen in enkele late films: Waking Ned (Kirk Jones, 1998) en als de grootvader in Charlie and the Chocolate Factory (Tim Burton, 2005). Officieel filmdebuut in Dublin Nightmare (John Pomeroy, 1958). Voorts onder meer in The Quare Fellow (Arthur Dreifuss, 1962), Girl with Green Eyes (Desmond Davis, 1964), Young Cassidy (Jack Cardiff, 1965), Ulysses (Joseph Strick, 1967), The Italian Job (Peter Collinson, 1969), The Next Man (Richard C. Sarafian, 1976), Un taxi mauve (Yves Boisset, 1977), A Portrait of the Artist as a Young Man (Strick, 1977), Red Monarch (Jack Gold, 1983), The Jigsaw Man (Terence Young, 1984), Pirates (Roman Polanski, 1986), Into the West (Mike Newell, 1992), Ordinary Decent Criminal (Thaddeus O’Sullivan, 2000), Mean Machine (Barry Skolnick, 2001), Mystics (David Blair, 2003) en Stardust (Matthew Vaughn, 2007).

11 februari 2012

Whitney Houston

48, Beverly Hills, 11 februari, verdrinking in bad na hartproblemen door gecombineerd gebruik van cocaïne en medicijnen

 

Afro-Amerikaans zangeres en actrice. Dochter van gospelzangeres Cissy Houston, nicht van Dionne Warwick en petekind van Aretha Franklin,  had in de jaren 80 zeven achtereenvolgende hits die de eerste plaats van de Billboard top-100 haalden. De allergrootste was het door Dolly Parton geschreven I Will Always Love You, speciaal bewerkt voor de film, waarin Houston ook haar acteerdebuut maakte,The Bodyguard (Mick Jackson, 1992). Ze speelt daarin een popzangeres die verliefd wordt op haar beveiliger (Kevin Costner). Twee Oscarnominaties voor de door haar vertolkte songs I Have Nothing en Run to You werden overschaduwd door zeven nominaties voor Razzies, waarvan drie voor Houston persoonlijk: slechtste actrice, slechtste nieuwe ster en een van de componisten van de slechtste song, Queen of the Night. Daarna speelde Houston in nog enkele films: top-billed in een van de vier min of meer gelijkwaardige hoofdrollen in het drama Waiting to Exhale (Forest Whitaker, 1995)

en tegenover Denzel Washington in de titelrol van The Preacher’s Wife (Penny Marshall, 1996). Onlangs zou ze haar comeback als filmactrice hebben gemaakt als de moeder in het nog onvoltooide Sparkle (Salim Akil, 2012), de remake van een gelijknamige film over een zangtrio van zusjes (Sam O’Steen, 1976). Houston produceerde Sparkle, net als eerder de hit The Princess Diaries (Garry Marshall, 2001). Fameus was haar verschijning in een talkshow op de Franse televisie (1986) tegenover een starnakel bezopen Serge Gainsbourg, die zei "I want to fuck you". De loopbaan van Houston werd gehinderd door onder meer verslavingsproblemen en een tumultueus huwelijk met zanger Bobby Brown (1992-2007). Haar lichaam werd aangetroffen in een hotelkamer van het Beverly Hilton.

05 februari 2012

S. William Hinzman

75, South Beaver Township PA, 5 februari, kanker

 

Amerikaans acteur, cameraman en regisseur. Vaste assistent van regisseur George A. Romero speelde de belangrijkste zombie in diens cultklassieker The Night of the Living Dead (1968), de eerste moderne zombiefilm. Ook was Bill Hinzman cameraman van The Crazies (Romero, 1973). Later zou hij zelf enkele low-budget horrorfilms regisseren: The Majorettes (1987), FleshEater (1988). Ook als dse bewonderde oerzombie gastacteur in vele Z-films.

04 februari 2012

Andrew Wight

52, Jaspers Brush (New South Wales), 4 februari, helikopterongeluk

 

Australisch filmmaker, producent en scenarioschrijver. Oorspronkelijk duiker, onderwatercameraman en maker van wetenschappelijke films. Zo produceerde hij de bekroonde documentaire Nullarbor Dreaming (1989) en de korte 3D IMAX-documentaires Ghosts of the Abyss (James Cameron, 2003) en Aliens of the Deep (Cameron en Steven Quale, 2005), alsmede talloze educatieve televisieprogramma’s. Ook schreef en produceerde hij de 3D-speelfilm Sanctum (Alister Grierson, 2011), die zich voornamelijk onderwater afspeelt. Bij het zoeken van locaties voor een nieuwe productie, samen met cameraman Michael deGruy (60), stortte hun helikopter in zee.

03 februari 2012

Ben Gazzara

81, New York, 3 februari, alvleesklierkanker

 

Amerikaans acteur, eigenlijk Biagio Anthony Gazzara. Op de dag af 23 jaar na John Cassavetes overleed de blauwogige ‘method actor’ Gazzara ook tegen het einde van een editie van het International Film Festival Rotterdam, dat ooit eer inlegde met zijn hoofdrol in de verfilming van Charles Bukowski’s Tales of Ordinary Madness/Storie di ordinaria follia (Marco Ferreri, 1981).

Het bekendst werd Gazzara echter door zijn werk voor regisseur Cassavetes, te beginnen met Husbands (1970), waarin drie getrouwde mannen na een begrafenis uit stappen gaan. Ze werden gespeeld door Gazzara, Cassavetes en Peter Falk. Ook was Gazzara te zien in CassavetesThe Killing of a Chinese Bookie (1976) en Opening Night (1977).

Het tweetal ontmoette elkaar tijdens het spelen van kleine rollen in If It’s Tuesday, This Must Be Belgium (Mel Stuart, 1969).  Zoon van een Siciliaanse bouwvakker groeide op in de Lower East Side van Manhattan en nam acteerlessen bij Erwin Piscator. In 1955 speelde hij met succes op Broadway in Tennessee Williams’ Cat on a Hot Tin Roof de rol van Brick (Paul Newman in de filmversie) en was daarna de ster van het stuk A Hatful of Rain over een drugsverslaafde Koreaveteraan. Als veelbelovende jongere speelde hij kort daarna twee opmerkelijke filmhoofdrollen, als de manipulatieve cadet in The Strange One (Jack Garfein, 1957) en de verdachte in het krijgsraaddrama Anatomy of a Murder (Otto Preminger, 1959).

Naar Hollywoodbegrippen was de rest van zijn filmcarrière nogal willekeurig en geplaagd door een gebrek aan ambitie en steeds weerkerende depressies. Hij kreeg ook nooit een Oscarnominatie, wel twee nominaties voor Razzies: Inchon (Terence Young, 1981) en tegenover Patrick Swayze in Road House (Rowdy Herrington, 1989). Fijnproevers waardeerden wel zijn voortdurende aanwezigheid in grote en kleine rollen, die vaak een film wisten op te fleuren. Opvallend was bijvoorbeeld ook zijn werk voor regisseur Peter Bogdanovich in Saint Jack (1979) en They All Laughed (1981). In die laatste film had hij net als in werkelijkheid een affaire met Audrey Hepburn, die hij ontmoette in de film naar Sidney Sheldons Bloodline (Young, 1979).

Voorts onder meer in Risate di gioia (tegenover Anna Magnani en Totó; Mario Monicelli, 1960), The Young Doctors (Phil Karlson, 1961), Convicts 4 (top-billed; Millard Kaufman, 1962), La città prigioniera/Conquered City (Joseph Anthony, 1962), A Rage to Live (Walter Grauman, 1965), The Bridge at Remagen (John Guillermin, 1969), Afyon oppio/The Sicilian Conection (top-billed; Ferdinando Baldi, 1972), The Neptune Factor (top-billed; Daniel Petrie, 1973), de titelrol van Capone (Steve Carver, 1975),

High Velocity (top-billed; Remi Kramer, 1976), Voyage of the Damned (Stuart Rosenberg, 1976), La ragazza di Trieste (top-billed; Pasquale Festa Campanile, 1982), Uno scandalo per bene (top-billed; Festa Campanile, 1984), Figlio mio infinitamente caro (top-billed; Valentino Orsini, 1985), Il camorrista/The Professor (top-billed; Giuseppe Tornatore, 1986), de titelrol in Don Bosco (Leandro Castellani, 1988),

Shadow Conspiracy (George P. Cosmatos, 1997), The Spanish Prisoner (David Mamet, 1997), Buffalo ’66 (Vincent Gallo, 1998), The Big Lebowski (Joel en Ethan Coen, 1998), Happiness (Todd Solondz, 1998), Illuminata (John Turturro, 1998), Summer of Sam (Spike Lee, 1999), de remake van The Thomas Crown Affair (John McTiernan, 1999), Dogville (Lars von Trier, 2003), de korte film Eve (tegenover Lauren Bacall; Natalie Portman, 2008) en 13 (Géla Babluani, 2010).  Gazzara regisseerde twee afleveringen van de serie Columbo (1974-75) en de Italiaanse speelfilm Oltre l’oceano (tevens scenario en hoofdrol tegenover Jill Clayburgh; 1990).Tweede van zijn drie huwelijken was met actrice Janice Rule.

Zalman King

69, Santa Monica, 3 februari, kanker

 

Amerikaans regisseur, scenarioschrijver, producent en acteur, pseudoniem van Zalman Lefkowitz. Schrijver en producent van de erotische mainstreamhit 9 ½ Weeks (met Kim Basinger en Mickey Rourke; Adrian Lyne, 1986) zou daarna zelf een aantal films regisseren in het genre van de smaakvolle erotiek, zoals Two Moon Junction (1988), Wildfire (1988), Wild Orchid (1989) en Wild Orchid II: Two Shades of Blue (1991). Oorspronkelijk acteur in televisieseries als Gunsmoke en Bonanza. Ook in films als You’ve Got to Walk It Like You Talk It or You’ll Lose That Beat (top-billed; Peter Locke, 1971), The Ski Bum (top-billed; Bruce D. Clark, 1971), Some Call It Loving/Sleeping Beauty (top-billed; James B. Harris, 1973), Blue Sunshine (top-billed; Jeff Lieberman, 1978), Tell Me a Riddle (Lee Grant, 1980), Galaxy of Terror (Bruce D. Clark, 1981) en Endangered Species (tevens executive producer; Alan Rudolph, 1982). Ook schreef King het verhaal van Roadie (Rudolph, 1980) en produceerde hij Siesta (Mary Lambert, 1987). Tot zijn latere werk als regisseur behoren een verfilming van Anaïs Nins Delta of Venus (1995) en een eindeloos reeks erotische videofilms onder de verzameltitel Red Shoe Diaries (1992-2006). Ook regisseerde hij enkele muziekdocumentaires: Crazy Again (2006), Dance with the Devil (2006).

01 februari 2012

André Génovès

70, Thoiry (departement Yvelines), 1 februari, hersenbloeding

 

Frans producent en regisseur. Faciliteerde met zijn productiemaatschappij Les Films de la Boétie vooral het werk van regisseur Claude Chabrol in diens grootste bloeiperiode: La route de Corinthe (1967), Les biches (1968), La femme infidèle (1969), Que la bête meure (1969), Le boucher (1970), Juste avant la nuit (1971), La décade prodigieuse/Ten Days Wonder (1971), Docteur Popaul (1972), Les noces rouges (1973), Nada (1974), Une partie de plaisir (1975), Les innocents aux mains sales (1975). Produceerde ook Mon amour, mon amour (Nadine Trintignant, 1968), het Monica Vitti-vehikel La femme écarlate (Jean Valère. 1969), Amour (Gabriel Axel, 1970), Les novices (met Brigitte Bardot en Annie Girardot; Guy Casaril, 1970), La race des ‘seigneurs’ (Pierre Granier-Deferre, 1974), Bons baisers…à lundi (Michel Audiard, 1974), Néa (Nelly Kaplan, 1976), Mado (Claude Sautet, 1976) en het gedeeltelijk in Amsterdam opgenomen Barocco (André Téchiné, 1976). Regisseerde en schreef zelf twee lange speelfilms, Les folies d’Élodie (tevens mannelijke hoofdrol; 1981) en de misdaadfilm Mesrine (1982).

Tony Giorgio

88, Van Nuys CA, 1 februari, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur, voluit Joseph Anthony Giorgio. Speelde vooral maffiosi, bijvoorbeeld Bruno Tattaglia in The Godfather (Francis Ford Coppola, 1972), zijn officiële filmdebuut. Begon zijn carrière als goochelaar en maakte een dvd waarin kaarttrucs worden gedemonstreerd. Ook in films als Black Gunn (Robert Hartford-Davis, 1972), Magnum Force (tegenover Clint Eastwood; Ted Post, 1973), Foxy Brown (tegenover Pam Grier; Jack Hill, 1974), Escape to Witch Mountain (John Hough, 1975), Capone (Steve Carver, 1975), The Sting II (Jeremy Paul Kagan, 1983), The Lonely Guy (Arthur Hiller, 1984), als Lu Sifer/Satan in Night Train to Terror (diverse regisseurs, 1985) en American Me (Edward James Olmos, 1992).