31 juli 2013

Michael Ansara

91, Calabasas CA, 31 juli, ziekte van Alzheimer

 

In Syrië geboren Amerikaans acteur, als kind met zijn Amerikaanse ouders naar de VS gekomen. Vooral bekend door zijn aandeel in tv-series als Broken Arrow (als Cochise; 1956-58) en Star Trek (als Klingon-commandant Kang; 1966-68). Eerste filmverschijning in Action in Arabia (Léonide Moguy, 1944), eerste officiële rol in Intrigue (Edwin L. Marin, 1947). Veelal in indiaanse, oriëntaalse of mediterrane rollen. Onder meer in Soldiers Three/Drie van de infanterie (Tay Garnett, 1951), Only the Valiant (Gordon Douglas, 1951), Brave Warrior (Spencer Gordon Bennet, 1952), Yankee Buccaneer (Frederick De Cordova, 1952), The Golden Hawk (Sidney Salkow, 1952), Serpent of the Nile (William Castle, 1953), Julius Caesar (Joseph L. Mankiewicz, 1953), als Judas in The Robe (Henry Koster, 1953), Slaves of Babylon (Castle, 1953), The Diamond Queen (John Brahm, 1953), The Saracen Blade (Castle, 1954), Princess of the Nile (Harmon Jones, 1954), Bengal Brigade (Laslo Benedek, 1954), Sign of the Pagan/Het teken van de heiden (Douglas Sirk, 1954), Jupiter’s Darling (met Esther Williams; George Sidney, 1954), New Orleans Uncensored (Castle, 1955), Abbott and Costello Meet the Mummy (Charles Lamont, 1955), Diane (David Miller, 1956), The Lone Ranger (Stuart Heisler, 1956),

Gun Brothers (Salkow, 1956), Pillars of the Sky (George Marshall, 1956), Last of the Badmen (Paul Landres, 1957), Quantez (Harry Keller, 1957), The Tall Stranger (Thomas Carr, 1957), Voyage to the Bottom of the Sea (Irwin Allen, 1961), The Comancheros (Michael Curtiz, 1961), The Confession (William Dieterle, 1964), The Greatest Story Ever Told (George Stevens. 1965), als prins Dragna in het Elvisvehikel Harum Scarum (Gene Nelson, 1965), And Now Miguel (James B. Clark, 1966), Texas across the River (Michael Gordon, 1966), The Destructors (Francis D. Lyon, 1968), Sol Madrid (Brian G. Hutton, 1968), Daring Game (Benedek, 1968), The Pink Jungle (Delbert Mann, 1968), Target: Harry (Roger Corman, 1969), Guns of the Magnificent Seven (Paul Wendkos, 1969), The Phynx (Lee H. Katzin, 1970), Dear Dead Delilah (John Farris, 1972),

The Doll Squad (top-billed; Ted V. Mikels, 1973), The Bears and I (Bernard McEveety, 1974), It’s Alive (Larry Cohen, 1974), de Libische megaproductie The Message (Moustapha Akkad, 1977), The Day of the Animals (William Girdler, 1977), The Manitou (Girdler, 1978), Bayou Romance (top-billed; Alan Myerson, 1982), Assassination (Peter R. Hunt, 1987) en The Long Road Home (top-billed; Craig Clyde, 1999). Getrouwd geweest met actrice Barbara Eden.

30 juli 2013

Fabienne Vonier

66, Pizay (dep. Ain), 30 juli, na een lange ziekte

 

In het huidige Senegal geboren Frans producent, distributeur en arthouse-exploitant. Medeoprichter (met Louis en Vincent Malle, Claudie Cheval, Michel Seydoux en haar man Francis Boespflug) in 1989 van Pyramide Films, internationaal distributie-, sales- en productiebedrijf. Was instrumenteel voor de carrière van filmauteurs als Aki Kaurismäki, Nuri Bilge Ceylan en Fatih Akin. Begon in 1972 als student in Straatsburg met het leiding geven aan het door Louis Malle opgerichte arthouse Le Club. Daarna regionaal manager van bioscoopketen UGC (1981-85), vervolgens chef distributie van Marin Karmitz’ bedrijf MK2. Haar naam staat als (co)producent op de credits van een veertigtal films, vanaf 2008 onder het banier van Pyramide Productions: onder meer Leningrad Cowboys Meet Moses (Kaurismäki, 1994), Carrington (Christopher Hampton, 1995), Kauas pilvet karkaavat/Drifting Clouds (Kaurismäki, 1996). L’école de la chair (Benoît Jacquot, 1998), Bear’s Kiss (Sergej Bodrov, 2002), Oscarwinnaar Les invasions barbares (Denys Arcand, 2003), Lila dit ça (Ziad Doueiri, 2004), Habana Blues (Benito Zambrano, 2005), Iklimler/Climates (Ceylan, 2006), Les ambitieux (Catherine Corsini, 2006), Üç maymun/Three Monkeys (Ceylan, 2008), Irène (Alain Cavalier, 2009), Partir (Corsini, 2009), Soul Kitchen (Akin, 2009), Le Havre (Kaurismäki, 2011), Les hommes libres (Ismaël Ferroukhi, 2011), Trois mondes (Corsini, 2012) en Wakolda (Lucía Puenzo, 2013).

29 juli 2013

Sheila Whitaker

77, Londen, 29 juli, ALS

 

Engels filmwetenschapper, festivalprogrammeur en –directeur. Gaf leiding aan het filmfestival van Londen (1987-96) en hielp in 2004 het festival van Dubai oprichten, waar ze optrad als internationaal programmeur. Specialist op vele gebieden, zoals cinema uit het Midden-Oosten, vrouwenfilms, screwball comedy en Latijns-Amerika. Begon in film als beheerder van de collectie posters en stills van het National Film Archive van het British Film Institute (1968-79). Studeerde af in de vergelijkende Europese literatuurwetenschap (Warwick) en werd redacteur van het filmblad Framework. Programmeerde de Tyneside Cinema en het gelijknamige festival in Newcastle (1979-84) en daarna (1984-87) het National Film Theatre in Londen, vlaggenschip van het BFI. Publiceerde filmnecrologieën in The Guardian en de monografieën Life and Art: The New Iranian Cinema (1999) en An Argentine Passion: Maria Luisa Bemberg and Her Films (2000). Eredoctoraten in Newcastle en Warwick, Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres.

27 juli 2013

Eileen Brennan

80, Burbank CA, 27 juli, blaaskanker

 

Amerikaans actrice, voluit Verla Eileen Regina Brennan. Oscarnominatie voor haar bekendste (bij)rol, als de superieur van Goldie Hawn in de legerkomedie Private Benjamin (Howard Zieff, 1980). Won een Emmy en een Golden Globe voor haar reprise van de drilofficier in de gelijknamige tv-serie (1981-83). Dochter van zwijgendefilmactrice Jean Manahan viel op door lage, doorrookte stem en vermogen om komische rollen melancholisch te maken. Bescheiden debuut in Divorce American Style (Bud Yorkin, 1967), maar pas echt ontdekt door regisseur Peter Bogdanovich, die haar een schitterende rol gaf als serveerster in The Last Picture Show (1971) en later ook castte in de flops Daisy Miller (1974) en At Long Last Love (1975), en veel later in het vervolg op The Last Picture Show dat Texasville (1990) heette.

Voorts in films als Gouden Palmwinnaar Scarecrow (Jerry Schatzberg, 1973), zevenvoudig Oscarwinnaar The Sting (George Roy Hill, 1973), Hustle (Robert Aldrich, 1975), Murder by Death (Robert Moore, 1976), FM (John A. Alonzo, 1978), als Betty DeBoop in The Cheap Detective (Moore, 1978),

Clue (top-billed; Jonathan Lynn, 1985), The New Adventures of Pippi Longstocking/De nieuwe avonturen van Pippi Langkous (Razzienominatie voor slechtste vrouwelijke bijrol; Ken Annakin, 1988), Stella (John Erman, 1990), White Palace (Luis Mandoki, 1990), de tv-film If These Walls Could Talk (segment van Cher, 1996), Jeepers Creepers (Victor Salva, 2001), Miss Congeniality 2: Armed and Fabulous (John Pasquin, 2005), de korte film Peanut Butter (top-billed; Michelle Lynskey, 2007) en Naked Run (Vincent Foster, 2011). Ook te zien als de dramacoach Zandra in de tv-serie Will and Grace (2001-06). Prominent lid van Alcoholics Anonymous. Moeder van acteur Patrick Brennan.

Henryk Baranowski

70, Brwinów (Mazovië), 27 juli, kanker

 

Pools acteur en toneelregisseur. Opvallende hoofdrol van de vader die denkt de dikte van het ijs te kunnen berekenen in Dekalog, jeden/Dekalog 1 (Krzysztof Kieslowski, 1989). Ook te zien als de broer van Barbara Sukowa in Rosa Luxemburg (Margarethe von Trotta, 1986) en als Napoleon Bonaparte in Pan Tadeusz (Andrzej Wajda, 1999). Woonde en werkte om politieke redenen in de jaren 80 enige tijd in Berlijn. Partner van de Zwitserse regisseur Bettina Wilhelm.

26 juli 2013

JJ Cale

74, La Jolla Ca, 26 juli, hartaanval

 

Amerikaans rockzanger, -gitarist en –componist, feitelijk John Weldon Cale. Invloedrijk muzikant uit Oklahoma, beschouwd als grondlegger van The Tulsa Sound. Zijn composities, waaronder After Midnight en Cocaine, werden door velen gecoverd en vaak gebruikt op filmsoundtracks. Zijn song Any Way the Wind Blows inspireerde Tom Barman tot de gelijknamige titel van zijn debuutfilm (2003). Cale schreef zelf  één originele soundtrack, voor de Franse film La femme de mon pote (Bertrand Blier, 1983). Hoofdpersoon van de documentaire To Tulsa and Back: On the Road with JJ Cale (Jörg Bundschuh, 2005). Niet te verwarren met de frontman van Velvet Underground, John Cale.

25 juli 2013

Duilio Marzio

89, Buenos Aires, 25 juli, hartstilstand

 

Argentijns acteur, pseudoniem van Duilio Bruno Perrucci La Stella. Doctor in de rechtswetenschap speelde hoofdrol in enkele films van de destijds ook internationaal toonaangevende regisseur Leopold Torre Nilsson: het kostuumdrama La tigra (1954), Días de odio (geschreven door Jorge Luis Borges; 1954) en La caida (competitie Berlijn; 1959). Ook in La paula cautiva (Fernando Ayala. 1963), El inquisidor (Bernardo Arias, 1975), La Raulito (Lautaro Murúa, 1975) en later met kleinere rollen in Pobre mariposa (Raúl de la Torre, 1986), Two to Tango (Héctor Olivera, 1988), Guerriers et captives (Edgardo Cozarinsky, 1988), La peste (Luis Puenzo, 1992) en Jennifer’s Shadow/Chronicle of the Raven (Daniel de la Vega en Pablo Parés, 2004). De Argentijnse filmcritici nomineerden zijn bijrol in Las manos (Alejandro Doria, 2006).

Bernadette Lafont

74, Nîmes, 25 juli, hartaandoening

 

Frans actrice. Boegbeeld van de nouvelle vague sinds ze in de openingsbeelden van Les mistons (1957), de eerste middellange film van François Truffaut, van een heuvel af de cinema binnen fietste. Truffaut zou later speciaal voor haar de misdaadkomedie Une belle fille comme moi (1972) uitkiezen,

en omdat ze ook een César won voor haar bijrol in L’effrontée (1985) van Truffauts protegé Claude Miller, wordt Lafont vaak het eerst geassocieerd met haar eerste regisseur. De aanvankelijk als ballerina getrainde actrice uit Nîmes was door haar speelse brutaliteit en afwezigheid van een professionele acteursstatus geknipt voor menig ander auteur uit de nouvelle vague. Het meest werkte ze  voor Claude Chabrol, in de films Le beau Serge (net als in Les mistons tegenover haar eerste echtgenoot, Gérard Blain; 1958), À double tour (1959), Les bonnes femmes (top-billed; 1960), Les godelureaux (1961) en in een later stadium van beider carrières Violette Nozière (1978), Inspecteur Lavardin (1986) en Masques (1987). Werkte ook voor Jacques Rivette in Out 1, noli me tangere (1971), Out 1: Spectre (1974) en Noroît (top-billed; 1976), speelde de titelrol van een wraaklustig meisje op het platteland in La fiancée du pirate (Nelly Kaplan, 1969)

en was de ‘moeder-vrouw’ tegenover Jean-Pierre Léaud in La maman et la putain (Jean Eustache, 1973), dat in Cannes vergelijkbare furore maakte als dit jaar La vie d’Adèle (Abdellatif Kechiche, 2013). De film van Eustache wordt vaak genoemd als het natuurlijke culminatiepunt van de nouvelle vague. Lafont bleef een carrièrelang films van beginnende regisseurs en voor een klein publiek afwisselen met commerciëler werk. Een greep uit de titels: L’eau à la bouche (top-billed; Jacques Doniol-Valcroze, 1960),  Me faire ça à moi (tegenover Eddie Constantine; Pierre Grimblat, 1961), La chasse à l’homme (Édouard Molinaro, 1964), tegenover Louis de Funès in Les bons vivants (segment Georges Lautner, 1965), Compartiment tueurs (Costa-Gavras, 1965), Le voleur (Louis Malle, 1967), Un idiot à Paris (Serge Korber, 1967), Le révélateur (Philippe Garrel, 1968), Le voleur de crimes (Nadine Trintignant, 1969), Piège (top-billed; Jacques Baratier, 1970), Élise ou la vraie vie (Michel Drach, 1970), Les stances à Sophie (top-billed; Moshe Mizrahi, 1971), L’amour c’est gai, l’amour c’est triste (top-billed; Jean-Daniel Pollet, 1971),

La ville-bidon (top-billed; Baratier, 1971), To Catch a Spy (Dick Clement, 1971), L’oeuf (Jean Herman, 1972), Défense de savoir (Trintignant, 1973), Zig zig (in duo met Catherine Deneuve; László Szabó, 1975),

Un divorce heureux (Henning Carlsen, 1975), Chaussette surprise (top-billed; Jean-François Davy, 1978), La tortue sur le dos (Luc Béraud, 1978), Il ladrone (Pasquale Festa Campanile, 1980), Cap Canaille (Juliet Berto en Jean-Henri Roger, 1983), Canicule (Yves Boisset, 1984), Gwendoline (Just Jaeckin, 1984), Les saisons du plaisir (Jean-Pierre Mocky, 1988), Prisonnières (Charlotte Silvera, 1988), Boom boom (Rosa Vergès, 1990), Dingo (Rolf de Heer, 1991), Personne ne m’aime (top-billed; Marion Vernoux, 1994), Nous sommes tous encore ici (Anne-Marie Miéville, 1997), Généalogies d’un crime (Raoul Ruiz, 1997), Rien sur Robert (Pascal Bonitzer, 1999), Ripoux 3 (Claude Zidi, 2003), Les petites vacances (top-billed; Olivier Peyon, 2006), Prête-moi ta main (Eric Lartigau, 2006), Le prestige de la mort (Luc Moullet, 2006), Broken English (Zoe R. Cassavetes, 2007), Bazar (top-billed; Patricia Plattner, 2009), Le Skylab (top-billed; Julie Delpy, 2011) en Paulette (top-billed; Jérôme Enrico, 2012).

Ze voltooide de opnamen voor het nog uit te brengen Attila Marcel (Sylvain Chomet, 2013). Won een speciale César voor haar hele oeuvre (2003). Regisseerde de korte film Pourquoi partir? (samen met Bastien Duval, 1996). Kreeg uit haar tweede huwelijk, met de Hongaarse kunstenaar Diourka Medveczky, twee dochters, Élisabeth en Pauline Lafont, die beiden actrice zouden worden. Pauline (1963-1988) verongelukte bij een val van een rots.

24 juli 2013

Nikos Mamangakis

84, Athene, 24 juli, kanker

 

Grieks componist. Schreef de monumentale soundtracks voor Heimat – Eine deutsche Chronik (Edgar Reitz, 1984) en het vervolg Die zweite Heimat: Chronik einer Jugend (Reitz, 1993). Studeerde in München bij Carl Orff. Schreef voor theater, televisie en meest Griekse films, maar ook op zichzelf staande opera’s, liederencycli en orkestwerken. Eerste soundtrack: Monemvasia (Yiorgos Sarris, 1964). Films met zijn muziek die internationaal enige aandacht verwierven waren Das goldene Ding (Alf Brustellin, Nikos Perakis, Reitz en Ula Stöckl, 1972), The Lifetaker (Michael Papas, 1975), Bomber & Paganini (Perakis, 1976), Stunde Null (Reitz, 1977), Der Mädchenkrieg (Brustellin en Bernhard Sinkel, 1978), Der Schneider von Ulm (Reitz, 1979), Milo-Milo (Perakis, 1979), Bordelo (Nikos Koundouros, 1985), Die Nacht der Regisseure (Reitz, 1995) en Lily’s Story (Roviros Manthoulis, 2002).

23 juli 2013

Rona Anderson

86, Glasgow, 23 juli, doodsoorzaak onbekend

 

Schots steractrice. Onder meer in Sleeping Car to Trieste (John Paddy Carstairs, 1948), Floodtide (hoofdrol tegenover haar latere echtgenoot Gordon Jackson; Frederick Wilson, 1949), Poet’s Pub (Wilson, 1949), The 20 Questions Murder Mystery/Murder on the Air (Paul L. Stein, 1950), Torment/Paper Gallows (John Guillermin, 1950), Her Favourite Husband/Quel bandito sono io (Mario Soldati, 1950), Home to Danger (Terence Fisher, 1951), Scrooge (Brian Desmond Hurst, 1951), Whispering Smith Hits London (Francis Searle, 1952), Circumstantial Evidence/Evidence for Hire (top-billed; Daniel Birt, 1952), Noose for a Lady (Wolf Rilla, 1953), Black 13 (Ken Hughes, 1953), Double Exposure (John Gilling, 1954), The Black Rider (Rilla, 1954), Stock Car (Rilla, 1955), Little Red Monkey (Hughes, 1955), The Flaw (Fisher, 1955), A Time to Kill (Charles Saunders, 1955), Shadow of a Man (Michael McCarthy, 1956), Soho Incident/44 Soho Square (Vernon Sewell, 1956), The Hideout (Peter Graham Scott, 1956), Man with a Gun (Montgomery Tully, 1958), The Solitary Child (Gerald Thomas, 1958), The Bay of St. Michel (John Ainsworth, 1963), Deviuls of Darkness (Lance Comfort, 1965) en The Prime of Miss Jean Brodie (Ronald Neame, 1969).

Dominguinhos

72, São Paulo, 23 juli, infectie na coma door hartritmestoornis

 

Braziliaans accordeonist, zanger en componist, pseudoniem van José Domingos de Moraes. Een van de componisten van de soundtrack van Bye Bye Brasil (competitie Cannes; Carlos Diegues, 1980). Speelde een rolletje in de remake van O Cangaceiro (Anibal Massaini Neto, 1997) en had een groter aandeel in verschillende (muzikale) documentaires.

22 juli 2013

Dennis Farina

69, Scottsdale AZ, 22 juli, longembolie

 

Amerikaans filmacteur en rechercheur. Werkte 18 jaar voor de Chicago Police Department, gespecialiseerd in inbraken. Werd als adviseur betrokken bij de opnamen van Thief/Violent Streets (Michael Mann, 1981) en mocht in die film ook een rolletje spelen. Sindsdien onafgebroken te zien in films en televisieproducties, veelal als personage aan gene zijde van de wet. Bekendste rollen in Midnight Run (Martin Brest, 1988), Get Shorty (Barry Sonnenfeld, 1995),

Out of Sight (Steven Soderbergh, 1998), Saving Private Ryan (Steven Spielberg, 1998) en Snatch. (Guy Ritchie, 2000), alsmede de tv-serie Crime Story (top-billed als een rechercheur in Chicago; 1986-88). Ook in films als Code of Silence (Andrew Davis, 1985), Jo Jo Dancer, Your Life Is Calling (Richard Pryor, 1986), Manhunter (Mann, 1986), We’re TalkinSerious Money (top-billed; James Lemmo, 1992), Mac (John Turturro, 1992), Street Crimes (top-billed; Stephen Smoke, 1992), Another Stakeout (John Badham, 1993), Romeo Is Bleeding (Peter Medak, 1993), Striking Distance (Rowdy Herrington, 1993), Little Big League (Andrew Scheinman, 1994), Eddie (Steve Rash, 1996), tegenover Bette Midler in That Old Feeling (Carl Reiner, 1997),

als don in de tv-film Bella Mafia (David Greene, 1997), The Mod Squad (Scott Silver, 1999), Reindeer Games (John Frankenheimer, 2000), Big Trouble (Sonnenfeld, 2002), Stealing Harvard (Bruce McCulloch, 2002), Paparazzi (Paul Abescal, 2004), de tv-film Empire Falls (Fred Schepisi, 2005), You Kill Me (John Dahl, 2007), The Grand (Zak Penn, 2007). Bottle Shock (Randall Miller, 2008), What Happens in Vegas (Tom Vaughan, 2008) en The Last Rites of Joe May (top-billed; Joe Maggio, 2011).

20 juli 2013

Denys De La Patellière

92, Dinard, 20 juli, natuurlijke dood

 

Frans regisseur en scenarioschrijver, voluit Denis Marie Joseph Dubois De La Patellière. Productief regisseur  van publieksfilms, vaak gedrapeerd rond ster Jean Gabin, die onder invloed van de nouvelle vague in een slecht blaadje kwam te staan als representant van de cinéma de papa. Telg uit adellijke familie was voorbestemd voor militaire carrière. Vanaf 1949 assistent-regisseur, bij voorbeeld bij verschillende films met Fernandel. Leverde zijn eerste scenariobijdrage aan het door acteur Pierre Fresnay gedragen drama Le défroqué/De afvallige (Léo Joannon, 1954). Regiedebuut met een andere Fresnay-film, Les arstocrates (1955).  Maakte voorts onder meer Le salaire du péché/En de duivel wllde het (met Danielle Darrieux en Jeanne Moreau; 1956), Les oeufs de l’autruche (met Fresnay; 1957), Retour de manivelle (1957), Thérèse Étienne (1958), Les grandes familles (met Gabin; 1958), Rue des Prairies (met Gabin; 1959), Les yeux de l’amour (1959), Un taxi pour Tobrouk (met Charles Aznavour; 1961),

Le bateau d’Émile (1962), Tempo di Roma (met Aznavour; 1963), La fabuleuse aventure de Marco Polo (samen met Raoul Lévy, 1965), Le tonnerre de Dieu (met Gabin; 1965), Du rififi à Paname (met Gabin; 1966), Le voyage du père (met Fernandel; 1966), Soleil noir (1966),  Caroline chérie (1968), Le tatoué (met Gabin; 1968), Le tueur (met Gabin; 1972) en Prêtres interdits/Afgestelde priesters (1973). Werkte daarna uitsluitend voor televisie. Schreef de meeste van zijn films zelf, maar werkte ook regelmatig samen met Michel Audiard. Tevens scenariobijdragen aan La Tour, prends garde! (met Jean Marais; Georges Lampin, 1958) en Du grabuge chez les veuves (Jacques Poitrenaud, 1964). Vader van scenarioschrijver Alexandre de la Patellière.

Franco De Gemini

84, Rome. 20 juli, natuurlijke dood

 

Italiaans mondharmonicaspeler en componist. Speelde op ruim 800 filmscores, veelal van Ennio Morricone. Klassiek werd zijn dreigende solo in C’era una volta il West/Once upon a Time in the West (Sergio Leone, 1968), in de film schijnbaar vertolkt door Charles Bronson en een centraal plotelement. Kreeg ook een credit voor zijn werk in Lallo Gori’s soundtrack voor Buckaroo, il winchester che non pardona (Adelchi Bianchi, 1967) en Francesco De Masi’s soundtrack voor Lone Wolf McQuade (Steve Carver, 1983). Tekende voor zover bekend zelf voor één volledige soundtrack, van de pikante komedie Si può fare molto con sette donne/You Can Do a Lot with Seven Women (Fabio Piccioni, 1972).

19 juli 2013

Mel Smith

60, Londen, 19 juli, hartaanval

 

Engels komiek, acteur, regisseur en televisieproducent, voluit Melvyn Kenneth Smith. Vormde met Griff Rhys Jones een komisch duo in televisiehits als Not the Nine O’Clock News (1979-82) en Alas Smith & Jones (1984-98). Studeerde psychologie in Oxford en werkte enige tijd als assistent-regisseur bij verschillende theatergezelschappen. Maakte zijn filmdebuut als acteur in Bloody Kids (als portier van een disco; Stephen Frears, 1979). Daarna te zien in Babylon (Franco Rosso, 1981), Bullshot (Dick Clement, 1983), Slayground (zijn eerste hoofdrol; Terry Bedford, 1983), Morons from Outer Space (met Jones; Mike Hodges, 1985),

Restless Natives (Michael Hoffman, 1985), National Lampoon’s European Vacation (Amy Heckerling, 1985), als albino in The Princess Bride (Rob Reiner, 1987), The Wolves of Willoughby Chase (Stuart Orme, 1989), Wilt (met Jones; Michael Tuchner, 1990), Brain Donors (Dennis Dugan, 1992), Twelfth Night (Trevor Nunn, 1996), als Winston Churchill in Allegiance (Brian Gilbert, 2005) en The Riddle (Brian Foley, 2007). Richtte met Jones in 1981 de productiemaatschappij Talkback op, die tv-successen maakte als Da Ali G Show, Smack the Pony en I’m Alan Partridge. In 2000 verkochten ze de firma voor 62 miljoen pond. In de bioscoop maakte Smith zijn regiedebuut met de door Richard Curtis geschreven romantische komedie The Tall Guy (met Jeff Goldblum en tv-collega’s Emma Thompson en Rowan Atkinson; 1989).

Daarna regisseerde Smith de door George Lucas geschreven flop Radioland Murders (1994) en de gigahit Bean (1997), een bioscoopavontuur van Atkinsons stuntelende televisiepersonage Mr. Bean. De film kostte 22 miljoen dollar en bracht wereldwijd 232 miljoen in het laatje. Smith’ laatste twee films als regisseur trokken weinig aandacht: High Heels and Low Lifes (met Minnie Driover; 2001) en de bowlingfilm Blackball (2003). Getrouwd met voormalig model Pamela Gay-Rees.

17 juli 2013

Vincenzo Cerami

72, Rome, 17 juli, na een lange ziekte

 

Italiaans scenarioschrijver. Oscarnominatie samen met Roberto Benigni voor het scenario van de surrealistische oorlogsklucht La vita è bella (Benigni, 1997). Schreef vaker voor acteur Benigni: Il piccolo diavolo (Benigni, 1988), Johnny Stecchino (Benigni, 1991), Il mostro (Benigni, 1994), Pinocchio (Benigni, 2002) en La tigre e la neve (Benigni, 2005).

Leerling en bewonderaar van Pier Paolo Pasolini, die hij assisteerde bij de regie van Comizi d’ amore (1965), Uccelllacci e uccellini (1966) en de episode met Totò La terra vista della luna in Le streghe (1967). Eerste geproduceerde scenario was de spaghettiwestern El desperado/Big Ripoff (Franco Rossetti, 1967). Voorts onder meer de westerns Lo straniero di silenzio/The Silent Stranger (Luigi Vanzi, 1968), L’odio è il mio Dio/Hate Is My God (Claudio Gora, 1969), Il pistolero dell’Ave Maria (Ferdinando Baldi, 1969)

en Blindman/Il pistolero cieco (Baldi, 1971), het Pasoliniaanse Casotto (Sergio Citti. 1977), Salto nel vuoto (Marco Bellocchio, 1980), Il minestrone (met Benigni; Citti, 1981), Gli occhi, la bocca (Bellocchio, 1982), Colpire al cuore (Gianni Amelio, 1983), Segreti segreti (Giuseppe Bertolucci, 1985), Figlio mio infinitamente caro/My Dearest Son (Valentino Orsini, 1987), Mortacci (Citti, 1988), Porte aperte (Amelio, 1989) en Il viaggio di capitan Fracassa (Ettore Scola, 1990). Cerami’s roman Un borghese piccolo piccolo werd verfilmd met Alberto Sordi in de hoofdrol (Mario Monicelli, 1977). Getrouwd geweest met actrice Mimsy Farmer.

16 juli 2013

Marianne Boyer

59, Amsterdam, 16 juli, na een ziekbed

 

Nederlands actrice en auteur. Zuster van danser en bewegingsacteur Luc Boyer. Speelde bij verschillende theatergezelschappen (Art & Pro, Discordia) en in twee films: als Maya (de bezorgde vriendin van motorcoureur Hans van Tongeren) in Spetters (Paul Verhoeven, 1980) en als de moeder van paaldanseres Nadja Hüpscher in Dennis P. (Pieter Kuijpers, 2007). Schreef als Marian Boyer veertien opgevoerde toneelstukken, alsmede korte verhalen en de romans Het engelentransport (2001), Fantastisch lichaam (2005) en Een geslaagd leven (2013). Docent toneelschrijven aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), oprichter van Platform Theaterauteurs.

13 juli 2013

Cory Monteith

31, Vancouver, 13 juli, overdosis heroïne en alcohol

 

Canadees televisieacteur. Sterstatus door de rol van de sportheld Finn Hudson die met de nerds gaat spelen in de muzikale serie Glee (2009-13). Behalve in een aantal minder prominente tv-series speelde hij ook zeer bescheiden rolletjes in films als Bloody Mary (Richard Valentine, 2006), Final Destination 3 (James Wong, 2006), Deck the Halls (John Whitesell, 2006), White Noise 2: The Light (Patrick Lussier, 2007) en The Invisible (David S. Goyer, 2007). Eerste filmhoofdrol in Wannabe Macks (Brad Patterson, 2011), gevolgd door Monte Carlo (Thomas Bezucha, 2011), Sisters & Brothers (top-billed; Carl Bessai, 2011) en de nog uit te brengen titels All the Wrong Reasons (Gia Milani, 2013) en McCanick (Josh C. Waller, 2013). Had relatie met zijn tegenspeelster Lea Michele (Rachel) in Glee.

12 juli 2013

Paul Bhattacharjee


53, Splash Point Cliffs bij Seaford (East Sussex), gevonden op 12 juli aan de voet van een klif

Engels acteur. Speelde een arts in de Bondfilm Casino Royale (Martin Campbell, 2006). Veel te zien in televisie en theater. Enkele films: Northern Crescent (Faris Kermani, 1992), Wild West (David Attwood, 1992), Command Approved (top-billed; Graham Moore, 2000), Dirty Pretty Things (Stephen Frears, 2002), The Mistress of Spices (Paul Mayeda Berges, 2005), The Best Exotic Marigold Hotel (John Madden, 2011) en de korte films The Taxidermist (top-billed; Katie Ellwood en Amber Templemore-Finlayson, 2009) en Cursed (top-billed; Sanjeev Sankhalpara, 2013).

07 juli 2013

Anna Wing

98, Londen-Hackney,  7 juli, in haar slaap

 

Engels actrice. Bekend als Lou Beale in de volkse soap EastEnders (1985-88).  Veel meer tv en theater, enkele films: Billy Liar (John Schlesinger, 1963), Two Gentlemen Sharing (Ted Kotcheff, 1969), The 14 (David Hemmings, 1973), A Doll’s House (Joseph Losey, 1973), The Naked Civil Servant (oorspronkelijk tv; Jack Gold, 1975), Providence (Alain Resnais, 1977), Full Circle (Richard Loncraine, 1977), The Hound of the Baskervilles (Paul Morrissey, 1978), The Godsend (Gabrielle Beaumont, 1980), Xtro (Harry Bromley Davenport, 1983), The Ploughman’s Lunch (Richard Eyre, 1983), Runners (Charles Sturridge, 1983), Det bli’r i familien/Family Matters (Suanne Bier, 1994), The Calcium Kid (Alex De Rakoff, 2004) en Son of Rambow (Garth Jennings, 2007).

04 juli 2013

Luc van Gent

88,  ’s-Hertogenbosch, 4 juli, kanker

 

Nederlands acteur, dramaturg, regisseur en schouwburgdirecteur. Na Amsterdamse toneelschool (1946) als acteur verbonden aan Comedia en Haagsche Comedie. Twee kleine filmrollen, in Kermis in de regen (Kees Brusse, 1962) en Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963). Regisseerde talloze dramaproducties voor de KRO, zoals de serie De fuik (1962-63) en de kinderserie Hokus Pokus dat kan ik ook (1956-60). Later (1967-82) directeur van stadsschouwburg Casino in zijn geboortestad Den Bosch. Onderzocht en rapporteerde uitgebreid de geschiedenis van die stad in de Tweede Wereldoorlog.

03 juli 2013

Frank Morriss

85, Northridge CA, 3 juli, doodsoorzaak onbekend

 

Amerikaans editor. Twee Oscarnominaties, voor Blue Thunder (samen met Edward M. Abroms; John Badham, 1983) en Romancing the Stone (samen met Donn Cambern; Robert Zemeckis, 1984). Won een Emmy voor de tv-film The Execution of Private Slovik (Lamont Johnson, 1974). Dankt zijn grootste faam echter aan het superieure werk dat hij verrichtte voor een andere tv-film, die in veel landen de bioscoop haalde: Duel (het debuut van Steven Spielberg, 1971). Eerste echte bioscoopfilm: Charley Varrick (Don Siegel, 1973).

Sneed voorts onder meer The Midnight Man (Roland Kibbee en Burt Lancaster, 1974), Ode to Billy Joe (Max Baer Jr., 1976), First Love (Joan Darling, 1977), I Wanna Hold Your Hand (debuut van Zemeckis, 1978), The Earthling (Peter Collinson, 1980), Inside Moves (Richard Donner, 1980), Whose Life Is It Anyway? (Badham. 1981), American Flyers (Badham, 1985), Short Circuit (Badham, 1986), Short Time (Gregg Champion, 1990), Bird on a Wire (Badham, 1990), The Hard Way (Badham, 1991), Point of No Return/The Assasssin (Badham, 1993), Another Stakeout (Badham, 1993), Drop Zone (Badham, 1994), Nick of Time (Badham, 1995), Incognito (Badham, 1997), Brother’s Keeper (Badham, 2002) en de tv-remake van Evel Knievel (Badham, 2004).

01 juli 2013

Paul Jenkins

73?, VS, 1 juli, na een korte ziekte

 

Amerikaans bijrolacteur, als kruimeldief, politieman of dokter. Had een wat grotere rol als Welshman met een erotische stem in Night Games (Roger Vadim, 1980). Voorts onder meer in The Organization (Don Medford, 1971), Chinatown (Roman Polanski, 1974), Network (Sidney Lumet, 1976), I Never Promised You a Rose Garden (Anthony Page, 1977), Hard to Hold (Larry Peerce, 1984) en Sneakers (Phil Alden Robinson, 1992). Speelde een professor in de tv-serie The Waltons (1974-76).