31 oktober 2011

Gilbert Cates

77, Los Angeles, 31 oktober, natuurlijke dood

Amerikaans regisseur en producent, pseudoniem van Gilbert Lewis Katz. Bekend als producent van veertien televisieshows van de Oscaruitreiking (tussen 1990 en 2008) en daarmee tot nu toe recordhouder. Regisseerde vooral films en series voor televisie, maar ook enkele bioscoopfilms, die vier acteurs een Oscarnominatie bezorgden: Melvyn Douglas en Gene Hackman voor I Never Sang for My Father (1970) en Joanne Woodward en Sylvia Sidney voor Summer Wishes, Winter Dreams (1973). Aanvankelijk regisseur van televisiequizzen, daarna Broadwayproducent. Tot zijn overige films voor het grote scherm behoren Dragonfly (1976), The Promise (1979), The Last Married Couple in America (1980), Oh, God! Book II (1980) en Backfire (1988). President van het Directors Guild of America (1983-87). Broer van regisseur Joseph Cates, oom van actrice Phoebe Cates.

29 oktober 2011

Robert Lamoureux

91, Boulogne-Billancourt, 29 oktober, natuurlijke dood

Frans acteur, zanger en regisseur. Ster van komedies en andere populaire genrefilms. Debuteerde in Le roi des camelots (André Berthomieu, 1951). Onder meer in Chacun son tour (top-billed; Berthomieu, 1951), L’incantevole nemica/Pattes de velours (Claudio Gora, 1953), Femmes de Paris (Jean Boyer, 1954), Escalier de service (Carlo Rim, 1954), Papa, maman, la bonne et moi(top-billed; Jean-Paul le Chanois, 1954), Papa, maman, ma femme et moi(top-billed; Le Chanois, 1955), Si Paris nous était conté (Sacha Guitry, 1956), Les aventures d’Arsène Lupin (top-billed; Jacques Becker, 1957), L’amour est en jeu (top-billed; Marc Allégret, 1957), La vie à deux (Clément Duhour, 1958), Signé Arsène Lupin (top-billed; Yves Robert, 1959), La française et l’amour (episode Le Chanois, 1960), L’apprenti salaud (top-billed; Michel Deville, 1977) en Le jour des rois (Marie-Claude Treilhou, 1991). Lamoureux was ook te zien in zijn zeven films als regisseur: La brune que voilà (1960), Ravissante (1960) en de (leger)kluchten Mais est donc passée la 7ème compagnie? (1973), Impossible…pas français (1974), Opération Lady Marlène (1975), On a retrouvé la 7ème compagnie! (1975) en La 7ème compagnie au clair de lune (1977).

28 oktober 2011

Gregor Frenkel Frank

82, Badhoevedorp, 28 oktober, natuurlijke dood

In Duitsland als statenloos kind van Russische en Poolse ouders geboren copywriter, tekstschrijver, televisiepresentator en acteur. Heette eigenlijk Gregor Maximilian Frenkel en voegde daar de artiestennaam van zijn vader, een violist, aan toe. Kwam met zijn broer, de latere filmregisseur Dimitri Frenkel Frank, in 1936 naar Nederland en verkreeg in 1951 de Nederlandse nationaliteit. Bedacht klassieke reclameslogans (‘De beste brouwers brouwen het’, ‘Lekker weg in eigen land’) en werd bij het televisiepubliek bekend als een van de panelleden in het satirische consumentenprogramma Ook dat nog (KRO, 1989-2003). Vertaalde en bewerkte de sitcom Ha die pa! (1990-92), met Luc en Joris Lutz. Een enkele filmrol, als Opie in Erik of het Klein Insectenboek (Gidi van Liempd. 2004).

24 oktober 2011

Liviu Ciulei

88, München, 24 oktober, natuurlijke dood

 

Roemeens theater- en filmregisseur en acteur. Won in 1965 de regieprijs in Cannes door Forest of the Hanged/Padurea spanzuratilor, een militair drama gesitueerd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Regisseerde twee eerdere Roemeense films, The Danube Waves/Valurile Dunarii (1959) en Eruptia (1957). Opgeleid als architect, begonnen als decorontwerper en later regisseur en acteur in het theater. Speelde een tiental filmrollen in internationaal minder bekende titels. In de jaren 80 intendant van een theater in Minneapolis, daarna woonachtig in Duitsland.

22 oktober 2011

Peter Creutzberg

90, Bogotà, 22 oktober, na val in badkamer

 

In Duitsland geboren Nederlands cameraman en filmmaker, vooral bekend geworden door zijn documentaires in Suriname en de Nederlandse Antillen. Winnaar van de Staatsprijs voor Film (1967) en maker van vele voor de Nederlandse en Surinaamse overheid geproduceerde en onafhankelijke films met zowel biologische als etnologische onderwerpen, maar was ook correspondent in de West voor het Polygoon Journaal en oprichter van de door hem begeleide Filmgroep Suriname. Bekendste titel in zijn oeuvre was Corsow (1967), een door de Antilliaanse auteur Boeli van Leeuwen geschreven korte speelfilm over Curaçao, die door de Nederlandse critici als ‘ouderwets’ werd gekenschetst. Studeerde biologie in Leiden. Hij regisseerde onder meer in Suriname Wakaboen (1948), Selantie (1956), Een dorpsgemeenschap in het mangrovegebied (1958), Zwampoogst (1958), Wij Surinamers (1961), Gevleugelde verovering (1961), Fowroenesie (1971), Wageningen (1971), De gouden zwamp (1971) en Meti moesoe de/Laat het wild leven (1974), in Sierra Leone ’n wali bena (1954) en Mangrove (1954), over de oestercultuur in de Oosterschelde Imperialen 00000 (1951) en in de Antillen Oke aki Antillas (1962) en Te aworo (1964). Het Amsterdamse festival Beeld voor beeld wijdde in 2009 een retrospectief aan het werk van Creutzberg. Het Instituut voor Beeld en Geluid is bezig zijn films te digitaliseren met een dvd-box als mogelijk resultaat.

18 oktober 2011

Ramaz (Grigorjevitsj) Tsjchikvadze

83, Tbilisi, 18 oktober, kanker

Georgisch acteur, wiens naam in het westen vaak werd gespeld als Chkhikvadze. Vooraanstaand theateracteur, bijgenaamd ‘de Georgische Olivier’, speelde belangrijke rollen in twee films van Nana Dzjordzjadze: het voor een Oscar genomineerde A Chef in Love/Shekvarebuli kulinaris atasarti retsepti (1996) en The Rainbowmaker (2008), een coproductie met het Nederlandse Lemming Film. Speelde minstens drie keer Josef Stalin. Internationaal zichtbaar in films als De boom der wensen/Natvris khe/Drevo zjelanija (Tengiz Aboeladze, 1976), Asjoeg-Karibi (Sergei Paradzjanov en Dodo Abasjidze, 1988) en Black Prince (Anatoli Ivanov, 2004).

13 oktober 2011

Barbara Kent

103, Palm Desert CA, 13 oktober, natuurlijke dood

Oorspronkelijk Canadees filmactrice, pseudoniem van Barbara Klowtman. Een van de laatst overgebleven sterren uit de zwijgende periode. Contractster van Universal. Haar laatste grote stille film was Lonesome/Eenzaam (Paul Fejos, 1928), waar op het laatste moment enkele scènes met direct geluid aan werden toegevoegd. Een iele stem nekte bijna Kents carrière, maar ze revancheerde zich als tegenspeelster van komiek Harold Lloyd in diens eerste twee talkies, Welcome Danger (Clyde Bruckman, 1929) en Feet First (Bruckman, 1930). Miss Hollywood 1925 debuteerde in Prowlers of the Night (Ernst Laemmle, 1926), gevolgd door Flesh and the Devil (Clarence Brown, 1926), No Man’s Law (Fred Jackman, 1927), The Drop Kick (Millard Webb, 1927), Modern Mothers (Phil Rosen, 1928) en The Shakedown (William Wyler, 1929). Enkele geluidsfilms, bij voorbeeld als de zuster van Gloria Swanson in Indiscreet (Leo McCarey, 1931), Vanity Fair (Chester M. Franklin, 1932), Oliver Twist (William J. Cowen, 1933) en Old Man Rhythm (Edward Ludwig, 1935). Kort na haar huwelijk in 1932 met agent en producent Harry Edington trok zij zich terug uit de openbaarheid.

12 oktober 2011

Peter Hammond

87, Londen, 12 oktober, natuurlijke dood

Engels acteur en televisieregisseur, pseudoniem van Peter C.H. Hill. De regisseur van 18 afleveringen van de originele serie The Avengers/De wrekers (1961-64) en tal van andere Britse series begon zijn loopbaan als jeugdig filmacteur. Hij debuteerde zonder credit in een vechtpartij in Waterloo Road (Sidney Gilliat, 1945) en was voorts onder meer te zien in They Knew Mr. Knight (Norman Walker, 1946), als Harry Huggett in Holiday Camp (Ken Annakin, 1947),

Fly Away Peter (Charles Saunders, 1948), Here Come the Huggetts (Annakin, 1948), Vote for Huggett (Annakin, 1949), Fools Rush In (John Paddy Carstairs, 1949), The Huggetts Abroad (Annakin, 1949), Helter Skelter (Ralph Thomas, 1949), Morning Departure (Roy Ward Baker, 1950), The Reluctant Widow (Bernard Knowles, 1950), The Adventurers (David MacDonald, 1951), Father's Doing Fine (Henry Cass, 1952), Confession (Ken Hughes, 1955), It's Never Too Late (Michael McCarthy, 1956), X: The Unknown (Leslie Norman, 1956) en Model for Murder (Terry Bishop, 1959). Regisseerde twee bioscoopfilms, Spring and Port Wine (1970) en The Phantom Kid (1977). Een van de scenarioschrijvers van Jack the Ripper (Robert S. Baker en Monty Berman, 1959). Was getrouwd met actrice Maureen Glynne.

Heinz Bennent

90, Lausanne, 12 oktober, natuurlijke dood

Duits acteur, voluit Heinrich August Bennent. Woonde in Zwitserland. Speelde tegenover zijn zoon David Bennent (en dochter Anne Bennent) een hoofdrol in Die Blechtrommel (Volker Schlöndorff, 1979). Ook veel te zien in Franse films, zoals Section spéciale (Costa-Gavras, 1974), Néa (Nelly Kaplan, 1976), Clair de femme (Costa-Gavras, 1979), Le dernier métro (Césarnominatie beste mannelijke bijrol; François Truffaut, 1980), Possession (Andrzej Zulawski, 1980), Lulu (Walerian Borowczyk, 1980), Le lit (Marion Hänsel, 1982), La mort de Mario Ricci (Claude Goretta, 1982), Elles ne pensent qu'à ça (Charlotte Dubreuil, 1993), Une femme française (Régis Wargnier, 1994) en Jonas et Lila, à demain (Alain Tanner, 1999). Filmdebuut in Arzt aus Leidenschaft (Werner Klingler, 1959). Tot zijn overige films behoren Die verlorene Ehre der Katharina Blum (Schlöndorff en Margarethe von Trotta, 1975), Die Wildente (Hans W. Geissendörfer, 1976), Deutschland im Herbst (Alexander Kluge en anderen, 1977), Das Schlangenei/The Serpent's Egg (Ingmar Bergman, 1977), Brass Target (John Hough, 1978), Hitler's Son (Rod Amateau, 1978), Schwestern oder die Balance des Glücks (Von Trotta, 1979), Aus dem Leben der Marionetten (Bergman, 1980), Krieg und Frieden (Schlöndorff, Kluge en anderen, 1982), Im Jahr der Schildkröte (Ute Wieland, 1989) en Kalt ist der Abendhauch (Rainer Kaufmann, 2000).


Trailer provided by Video Detective

11 oktober 2011

Dieudonné Kabongo

61, Brussel-Jette, 11 oktober, bezweken tijdens een optreden

Oorspronkelijk Congolees acteur, komiek en componist, Belgisch staatsburger sinds 1970. Vanaf de korte film Ti amo (Frank Van Passel, 1989) herhaaldelijk te zien in Belgische en Franse speelfilms. Onder meer in Le huitième jour (Jaco Van Dormael, 1996), Dief! (Mark Punt, 1998), Le nain rouge (Yvan Le Moine, 1998), Lumumba (Raoul Peck, 2000), Jojo la frite (Nicolas Cuche, 2002), Le couperet (Costa-Gavras, 2005), Die Unerzogenen (Pia Marais, 2007), de Congolese productie Juju Factory (top-billed; Balufu Bakupa-Kanyinda, 2007), The Invader (Nicolas Provost, 2011) en het nog uit te brengen Luxemburgse Les fameux gars (Adolf El Assal, 2012). Schreef muziek voor de korte film À ton vieux cul de nègre (tevens hoofdrol; Aurelien Bodinaux, 2011).

JUJU FACTORY from JUJU FACTORY on Vimeo.

10 oktober 2011

Otto Tausig

89, Wenen, 10 oktober, natuurlijke dood

Oostenrijks acteur. Onder meer te zien in de verfilming van Leon de Winters SuperTex (Jan Schütte, 2003). Verscheen veel op televisie, waar hij ook regisseerde. Verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog in Engeland, daarna geruime tijd bij de Volksbühne in Oost-Berlijn. Overige films onder meer Bomber & Paganini (Nicos Perakis, 1976), Fluchtversuch (Vojtech Jasny, 1976), Den Tüchtigen gehört die Welt (Peter Patzak, 1982), Nocturne indien (Alain Corneau, 1989), Abrahams Gold (Jörg Graser, 1990), Auf Wiedersehen Amerika (Schütte, 1994), La reine Margot (Patrice Chéreau, 1994), Place Vendôme (Nicole Garcia, 1998), Nobel (Fabo Carpi, 2001), Epsteins Nacht (Urs Egger, 2002) en Love Comes Lately (top-billed; Schütte, 2007).

Ray Aghayan

77, Los Angeles, 10 oktober, natuurlijke dood

Oorspronkelijk Iraans kostuumontwerper, genaturaliseerd tot Amerikaan. Drie Oscarnominaties: Gaily, Gaily (Norman Jewison, 1969) en samen met zijn levenspartner John Mackie voor Lady Sings the Blues (Sidney J. Furie, 1972) en Funny Lady (Herbert Ross, 1975). Werkte veel in het theater en voor televisie, bijvoorbeeld voor een vijftal Oscaruitzendingen en specials met Judy Garland en Diana Ross. Overige films: The Art of Love (Jewison, 1965), de Doris Day-vehikels Do Not Disturb (Ralph Levy, 1965) en Caprice (Frank Tashlin, 1967), Our Man Flint (Daniel Mann, 1966), In Like Flint (Gordon Douglas, 1967) en de ernstig geflopte musical Dr. Dolittle (Richard Fleischer, 1967).

Andrew Laszlo

85, Bozeman MT, 10 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Amerikaans cameraman, geboren in Joegoslavië als András László. Groeide op in Hongarije, emigreerde in 1947 naar de Verenigde Staten, waar hij aanvankelijk werkte als legerfotograaf en -cameraman, onder meer tijdens de Koreaanse oorlog. Specialist in beweeglijk camerawerk op locatie. Belangrijkste werk: You're a Big Boy Now (Francis Ford Coppola, 1966), The Night They Raided Minsky's (William Friedkin, 1968), The Warriors (Walter Hill, 1979) en de eerste Rambo-film First Blood (Ted Kotcheff, 1982). Gordon Willis was zijn operator bij de documentaire The Beatles at Shea Stadium (zonder regisseur, 1966). Eerste films als director of photography was One Potato, Two Potato (Larry Peerce, 1964). Voorts onder meer The Out of Towners (Arthur Hiller, 1970), Lovers and Other Strangers (Cy Howard, 1970), The Owl and thé Pussycat (Herbert Ross, 1970), Class of '44 (Paul Bogart, 1973), Somebody Killed Her Husband (Lamont Johnson, 1978), The Funhouse (Tobe Hooper. 1981), Southern Comfort (Hill, 1981), I, the Jury (Richard T. Heffron, 1982), Streets of Fire (Hill, 1984), That's Dancing! (Jack Haley Jr., 1985), Remo Williams: The Adventure Begins (Guy Hamilton, 1985), Poltergeist II: The Other Side (Brian Gibson, 1986), Innerspace (Joe Dante, 1987), Star Trek V: The Final Frontier (William Shatner, 1989) en Ghost Dad (Sidney Poitier, 1990). Emmynominatie voor de televisieserie Shogun (Jerry London, 1980). Schreef verschillende boeken, waaronder Every Frame a Rembrandt: Art and Practice of Cinematography (2000).

08 oktober 2011

David Hess

69, Tiburon CA, 8 oktober, natuurlijke dood

Amerikaans acteur en songwriter. Vooral bekend door zijn hoofdrol in de horrorklassieker The Last House on the Left (Wes Craven, 1972). Was ook te zien in bijvoorbeeld Autostop rosso sangue/Death Drive (Pasquale Festa-Campanile, 1977), Avalanche Express (Mark Robson, 1979), Swamp Thing (Craven, 1982), Zombie Nation (Ulli Lommel, 2004), Zodiac Killer (Lommel, 2005) en Smash Cut (Lee Demarbre, 2009). Regisseerde zelf de slasher movie To All a Goodnight (1980). Ook actief als dubbingregisseur in Duitsland. Schreef songs, aanvankelijk onder het pseudoniem David Hill, onder meer All Shook Up en Frankie and Johnny voor Elvis Presley en de superhit Speedy Gonzales voor Pat Boone.

07 oktober 2011

Marilyn Nash

87, Oroville CA, 7 oktober, natuurlijke dood

Amerikaans actrice. Werd als studente medicijnen gecontracteerd voor een hoofdrol in de vrouwenmoordenaarsfilm Monsieur Verdoux (Charles Chaplin, 1947). Zou daarna in nog slechts een andere film spelen, Unknown World (Terry O. Morse, 1951). Sindsdien onder meer actief als casting director. Getrouwd geweest met scenarioschrijver en acteur Philip Yordan.

George Baker

80, West Lavington (graafschap Wiltshire), 7 oktober, longontsteking na een hersenbloeding

In Bulgarije geboren Engels acteur. Vooral bekend geworden als inspecteur Wexford in de tv-serie The Ruth Rendell Mysteries (1987-2000). Speelde Tiberius in de tv-serie I, Claudius (1976). Ook actief in het theater. Enkele rollen in films: The Intruder (Guy Hamilton, 1953), The Ship That Died of Shame (Basil Dearden, 1955), The Dam Busters (Michael Anderson, 1955), The Woman for Joe (tegenover Diane Cilento; George More O'Ferrall, 1955), The Extra Day (William Fairchild, 1956), The Feminine Touch (top-billed; Pat Jackson, 1956), A Hill in Korea (top-billed; Julian Amyes, 1956), These Dangerous Years (top-billed; Herbert Wilcox, 1957), No Time for Tears (Cyril Frankel, 1957), The Moonraker (top-billed; David MacDonald, 1958), Tread Softly Stranger (Gordon Parry, 1958), Lancelot and Guinevere (Cornel Wilde, 1963), Curse of the Fly (Don Sharp, 1965), Justine (George Cukor, 1969), Goodbye, Mr. Chips (Herbert Ross, 1969), On Her Majesty's Secret Service (Peter R. Hunt, 1969), The Executioner (Sam Wanamaker, 1970), A Warm December (Sidney Poitier, 1973), The Spy Who Loved Me (Lewis Gilbert, 1977), The Thirty Nine Steps (Sharp, 1978), ffolkes/North Sea Hijack (Andrew V. McLaglen, 1979), Hopscotch (Ronald Neame, 1980), For Queen & Country (Martin Stellman, 1988) en Back to the Secret Garden (Michael Tuchner, 2001).

06 oktober 2011

Diane Cilento

78, Cairns, 6 oktober, na een lange ziekte

Australisch actrice. Werd vooral bekend als echtgenote van Sean Connery (1962-73), met wie ze echter nauwelijks in films samenwerkte. Ze waren alleen samen te zien in de televisiefilm Anna Christie (1957) en in de waterscènes van You Only Live Twice (Lewis Gilbert, 1967), waarin Cilento de body double was van Mie Hama. Oscarnominatie voor Tom Jones (Tony Richardson, 1963). Dochter van een vooraanstaande tropenarts en gynaecologe, beiden in de adelstand verheven, studeerde in Londen af aan de Royal Academy of Dramatic Arts en was aanvankelijk vooral in Britse producties te zien. Debuut in Wings of Danger (Terence Fisher, 1952). Daarna in films als Passage Home (Roy Ward Baker, 1955), The Woman for Joe (top-billed; George More O'Ferrall, 1955), The Angel Who Pawned Her Harp (Alan Bromly, 1956), The Admirable Crichton (Gilbert, 1957), The Truth about Women (Muriel Box, 1957), Jet Storm (Cy Endfield, 1959), The Full Treatment (Val Guest,1960), The Naked Edge (Michael Anderson, 1961), I Thank a Fool (Robert Stevens, 1962), The Third Secret (Charles Crichton, 1964), Rattle of a Simple Man (top-billed; Box, 1964), The Agony and the Ecstasy (Carol Reed, 1965), tegenover Paul Newman in Hombre (Martin Ritt, 1967), Negatives (Peter Medak, 1968), Z.P.G. (Michael Campus, 1972), Hitler: The Last Ten Days (Ennio de Concini, 1973) en de cultklassieker The Wicker Man (Robin Hardy, 1973). Bij de opnamen voor die laatste film ontmoette ze scenarioschrijver Anthony Shaffer, met wie ze hertrouwde en naar Australië terugkeerde. Daar speelde Cilento nog in Duet for Four (Tim Burstall, 1984) en tegenover haar zoon Jason Connery in The Boy Who Had Everything (Stephen Wallace, 1985). Ook schreef ze enkele romans en leidde een theater in Queensland.

Paul Dickson

91, Wexham Park (graafschap Buckinghamshire), 6 oktober, natuurlijke dood

 

Welsh regisseur van documentaires, televisiefilms en commercials. Won een Bronzen Beer in Berlijn voor zijn documentaire The Undefeated (1950) over de verpleging van gewonde oorlogsveteranen. Tot zijn overige documentaires behoren David (1951), A Story of Achievement (1952), Stone into Steel (1960) en A Student in Berlin (1963). Was ook dialoogregisseur voor Anatole Litvak en maakte vele reclamefilms en afleveringen van televisieseries, waaronder The Avengers/De wrekers (1968). Hoofd regieafdeling van de National Film School in Beaconsfield (1980-89).

05 oktober 2011

Charles Napier

75, Bakersfield CA, 5 oktober, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur, gespecialiseerd in harde schurken. Speelde in veel films van Russ Meyer (Megavixens, 1969; Beyond the Valley of the Dolls, 1970; Supervixens, 1975) en Jonathan Demme (Handle with Care/Citizen's Band, 1977; Last Embrace, 1979; Melvin & Howard, 1980; Swing Shift, 1983; Something Wild, 1986; Married to the Mob, 1988; The Silence of the Lambs, 1990; Philadelphia, 1993; Beloved, 1998; The Manchurian Candidate, 2003). Filmdebuut in The House near the Prado (Jean Van Hearn, 1969). Onder veel meer in Thunder and Lightning (Corey Allen, 1977), The Blues Brothers (John Landis, 1980), Rambo: First Blood Part II (George Pan Cosmatos, 1984), Miami Blues (George Armitage, 1990), Maniac Cop II (William Lustig, 1990), The Grifters (Stephen Frears, 1990), National Lampoon's Loaded Weapon One (Gene Quintano, 1993), The Cable Guy (Ben Stiller, 1995), Austin Powers: International Man of Mystery (Jay Roach, 1997), Austin Powers: The Spy Who Shagged Me (Roach, 1999) en Nutty Professor II: The Klumps (Peter Segal, 2000).

02 oktober 2011

Peter Przygodda

69, München, 2 oktober, natuurlijke dood

Duits editor, regisseur en gelegenheidsacteur. Vaste medewerker van Wim Wenders, voor wie hij nagenoeg alle films monteerde van Summer in the City (1970) tot en met Palermo Shooting (2008). De belangrijkste uitzonderingen vormen de Zoetrope-productie Hammett (1982), die vier Amerikaanse editors op de credits vermeldt, de documentaire Buena Vista Social Club (1999) en The Million Dollar Hotel (2000). Daarnaast was hij de editor van films als Ludwig - Requiem für einen jungfräulichen König (Hans Jürgen Syberberg, 1972), waarin hij ook de rol van kanselier Bismarck speelde, Die verlorene Ehre der Katharina Blum (Volker Schlöndorff en Margarethe von Trotta, 1975), Erikas Leidenschaften (Ula Stöckl, 1976), Die gläserne Zelle (Hans W. Geissendörfer, 1978), Die linkshändige Frau (Peter Handke, 1978), Messer im Kopf (Reinhard Hauff, 1979), Der Zauberberg (Geissendörfer, 1982), Der Mann auf der Mauer (Hauff, 1982), Linie 1 (Hauff, 1988), Last Exit to Brooklyn (Uli Edel, 1989), Al di là delle nuvole/Beyond the Clouds (Michelangelo Antonioni en Wenders, 1995), Der Totmacher (Romuald Karmakar, 1995), Die Stille nach dem Schuß/The Legend of Rita (Schlöndorff, 2000), Manila (Karmakar, 2000), Schneeland (Geissendörfer, 2005), Strajk - Die Heldin von Danzig (Schlöndorff, 2006) en Nuit de chien (Werner Schroeter, 2008). Przygodda regisseerde de korte studentenfilm Der Besuch auf dem Land (1969) en de documentaires Can (1972) en ...als Diesel geboren (samen met Bráulio Tavares, 1979).

PETER PRZYGODDA from Danimacion on Vimeo.