63, Paradise Cay CA,
11 augustus, zelfdoding door verhanging
Amerikaans acteur en komiek. Stand-up comedian met
kameleontische gaven werd Hollywoodster in breed spectrum aan films, van
excentrieke rollen in cultfilms tot sentimentele personages in feelgood movies. Won een Oscar voor beste
bijrol (ondanks top-billing) als de psychotherapeut van Matt Damon in Good Will Hunting (Gus Van Sant, 1997),
na drie keer te zijn genomineerd voor de beste mannelijke hoofdrol: als
radio-deejay in Good Morning, Vietnam (Barry
Levinson, 1987), als favoriete leraar in Dead
Poets Society (Peter Weir, 1989) en als stuurloze clochard in The Fisher King (Terry Gilliam, 1991). In
Chicago geboren hyperactieve zoon van een leidinggevende bij Ford. Brak zijn
studie politieke wetenschappen af om in New York acteerlessen te gaan volgen
bij John Houseman, samen met levenslange vriend Christopher Reeve. Zijn
reputatie als stand-up comedian groeide snel in de jaren 70, bij het grote
publiek werd hij bekend door de rol van het marsmannetje Mork in de tv-serie Happy Days (1978) en de spin-off Mork and Mindy (1978-82) die was
toegesneden op Williams’ improvisatietalent.
Zijn filmdebuut maakte hij in de
nauwelijks opgemerkte komedie Can I Do It
‘till I Need Glasses? (I. Robert Levy, 1977), een reeks pikante sketches.
Veel belangrijker was de titelrol in Popeye
(Robert Altman, 1980), een superflop waarin vooral de cartooneske virtuositeit
van Williams opviel. Daarna bijna alleen maar sterrollen: als de titelheld in
de verfilming van John Irvings The World
According to Garp (George Roy Hill, 1982), tegenover Walter Matthau in The Survivors (Michael Ritchie, 1983),
als Russische asielzoeker in Moscow on
the Hudson (Paul Mazursky, 1984), als sportheld in ruste in The Best of Times (Roger Spottiswoode,
1986), als Caraïbisch pensionado in Club
Paradise (Harold Ramis, 1986), als gedesillusioneerde handelsreiziger in de
verfilming van Saul Bellows Seize the Day
(Fielder Cook, 1986), een gastrol onder het pseudoniem Ray D. Tutto in Ray
D. Tutto in The Adventures of Baron
Munchausen (Gilliam, 1988), als autoverkoper in Cadillac Man (Roger Donaldson, 1990),
als arts van catatonische patiënten in de verfilming van Oliver Sacks’ Awakenings (Penny Marshall, 1990), een gastrol in Dead Again (Kenneth Branagh, 1991), als Peter Pan in Hook (Steven Spielberg, 1991), als zachtmoedig speelgoedmaker in Toys (Levinson, 1992), in travestie in Mrs. Doubtfire (tevens producent; Chris Columbus, 1993), als de tijdreiziger in het esoterische Being Human (Bill Forsyth, 1994), als de gynaecoloog in Nine Months (Columbus, 1996), een cameo in To Wong Foo Thanks for Everything, Julie Newmar (Beeban Kidron, 1995), als volwassen kind in Jumanji (Joe Johnston, 1995), in de Amerikaanse versie van La cage aux folles getiteld The Birdcage (Mike Nichols, 1996), weer als kindman in Jack (Francis Ford Coppola, 1996), als Osric in Hamlet (Branagh, 1996), tegenover Billy Crystal in Fathers’ Day (Ivan Reitman, 1997), een gastrol in Deconstructing Harry (Woody Allen, 1997), als de professor in Flubber (Les Mayfield, 1997), op bezoek in het hiernamaals in What Dreams May Come (Vincent Ward, 1998), als vader aller cliniclowns in Patch Adams (Tom Shadyac, 1998), als Jakob the Liar (tevens producent; Peter Kassovitz, 1998),
als robot in Bicentennial Man (Columbus, 1999), als geobsedeerde fotolaborant in One Hour Photo (Mark Romanek, 2002), als bedreigde kinderclown in Death to Smoochy (Danny DeVito, 2002), tegenover Al Pacino in Insomnia (Christopher Nolan, 2002), als monteur van mensenlevens in The Final Cut (Omar Naim, 2004), als geestelijk uitgedaagde beste vriend in House of D (David Duchovny, 2004), een cameo in Noel (Chazz Palminteri, 2004), als failliete ondernemer in Alaska in The Big White (Mark Mylod, 2005), als radiopresentator in The Night Listener (Patrick Stettner, 2006), als camperaar in RV (Barry Sonnenfeld, 2006), als onverwachte presidentskandidaat in Man of the Year (Levinson, 2006),
als Teddy Roosevelt in Night at the Museum (Shawn Levy, 2006, 2009 en 2014), als dominee in License to Wed (Ken Kwapis, 2007), als tovenaar in August Rush (Kirsten Sheridan, 2007), een gastrol in Shrink (Jonas Pate, 2009), als slome poëziedocent in World’s Greatest Dad (Bobcat Goldthwait, 2009), tegenover John Travolta in Old Dogs (Walt Becker, 2009), als priester in The Big Wedding (Justin Zackham, 2013), als president Eisenhower in The Butler (Lee Daniels, 2013), tegenover Annette Bening in The Face of Love (Arie Posin, 2013), de zeer onafhankelijke productie Boulevard (Dito Montiel, 2014) en de titelrol van The Angriest Man in Brooklyn (Phil Alden Robinson, 2014). Ook leende Williams zijn stem aan getekende personages, zoals de geest van Aladdin (Ron Clements en John Musker, 1992) en verschillende pinguïns in Happy Feet (George Miller, 2006 en 2011). In 1986 met Whoopi Goldberg en Billy Crystal initiatiefnemer van de jaarlijkse liefdadigheidsshow Comic Relief USA (voor HBO). Williams leed aan depressies, alcoholisme en, sinds kort, de ziekte van Parkinson.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten