92, Perth, 23
augustus, doodsoorzaak onbekend
In Zuid-Afrika geboren Australisch (radio)komiek en acteur. Twee
nominaties voor Australian Film Institute-prijs: beste mannelijke bijrol in de
oorlogsfilm Gallipoli (Peter Weir,
1981), beste mannelijke hoofdrol als bushman
in Dusty (John Richardson, 1983).
Speelde
als kind al in Australische films als Harmony
Row (F. W. Thring, 1933) en The
Silence of Dean Maitland (Ken G.
Hall, 1934). Verbleef tussen 1947 en 1979 in Engeland, waar hij veel optrad
voor radio en tv, maar ook in het theater en films als Penny Points to Paradise (Tony Young, 1951), Appointment in London (Philip Leacock, 1953), You Know What Sailors Are (Ken Annakin, 1954), The Night My Number Came Up (Leslie Norman, 1955), The Dam Busters (Michael Anderson,
1955), Port of Escape (Young, 1956), The Captain’s Table (Jack Lee, 1959), A Pair of Briefs (Ralph Thomas, 1962), The Wrong Arm of the Law (Cliff Owen,
1963), als Australische zeeman in Doctor
in Distress (Thomas, 1963), Doctor in
Clover (Thomas, 1966), A Funny Thing
Happened on the Way to the Forum/De pussycats van het oude Rome (Richard
Lester, 1966), Tiffany Jones (Pete
Walker, 1973), Ghost in the Noonday Sun (Peter
Medak, 1973), de korte film Girls Come
First (Croisette Meubles alias Joseph McGrath, 1975) en House of Mortal Sin (Walker, 1976). Na
zijn glorieuze rentree in de Australische cinema in Gallipoli speelde Kerr daar onder meer in The Pirate Movie (Annakin, 1982), The Year of Living Dangerously (Weir, 1982), Razorback (Russell Mulcahy, 1984), Vigil (Vincent Ward, 1984), The
Settlement (top-billed; Howard Rubie, 1984), The Coca-Cola Kid (Dusan Makavejev, 1985), Relatives (Anthony Bowman, 1985), The Lighthorsemen (Simon Wincer, 1987), Kokoda Crescent (Ted Robinson, 1989), Sweet Talker (Michael Jenkins, 1991), Over the Hill (George Miller, 1992), Let’s Get Skase (Matthew George, 2001), Peter Pan (P.J. Hogan, 2003) en Southern
Cross (Mark Defriest, 2004).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten