07 januari 2015

Tadeusz Konwicki


88, Warschau, 7 januari, natuurlijke dood

In het huidige Litouwen geboren Pools schrijver en regisseur. Ex-partizaan werd filmjournalist en later romanschrijver. Zijn twee bekendste romans waren Kompleks polski/Het Poolse complex (1977) en Mala apokalipsa/De kleine apocalyps (1979); de laatste werd in Frankrijk verfilmd als La petite apocalypse (Costa-Gavras, 1993). Eind jaren 50 werd Konwicki het hoofd van de filmgroep Kadr en een vertegenwoordiger van de nieuwe Poolse filmbeweging. Zijn werk was bitterder dan dat van Andrzej Wajda, Roman Polanski en Jerzy Skolimowski, en hij viel langzaam uit de gratie bij het communistische regime. In 1958 maakte Konwicki zijn regiedebuut met het in Venetië bekroonde Ostatni dien lata/The Last Day of Summer, een formeel experiment in de trant van de Franse nouvelle vague. Daarna schreef en regisseerde Konwicki Zaduszki/Allerzielen (1961), Salto (met Zbigniew Cybulski; 1965),
het segment Matura/Abitur in Les rideaux blancs (1965), Jak daleko stad, jak blisko/How Far, How Near (1972), Dolina Issy/Issa Valley (naar de Litouwse jeugdherinneringen van Nobelprijswinnaar Czeslaw Milosz; 1982) en Lawa. Opowiesc o ‘Dziadach’ Adama Mickiewicza/Forefathers (1990). Behalve zijn eigen films schreef Konwicki onder meer scenario’s voor Kariera/Career (Jan Koecher, 1955), Zimowy zmierzch/Winter Twilight (Stanislaw Lenartowicz, 1957), Matka Joannna od aniolow/Moeder Johanna van de Engelen (naar roman van Jaroslaw Iwaszkiewicz; Jerzy Kawalerowicz, 1961), Faraon/Pharaoh (naar Boleslaw Prus; Kawalerowicz, 1966), Jowita (naar Stanislaw Dygat; Janusz Morgenstern, 1967), Austeria (Kawalerowicz, 1982) en Kronika wypadkow milosnych/Chronicle of Amorous Accidents (naar zijn eigen roman; Wajda, 1986). Weduwnaar van de zuster van animatieregisseur Jan Lenica.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten