83, Kairo, 17
januari, na een korte ziekte
Egyptisch actrice. Een van de grootste Arabische
filmsterren, de grootste volgens een verkiezing in 1996 ter gelegenheid van het
eeuwfeest van de Egyptische cinema. Was achtereenvolgens getrouwd met regisseur
Ezzeldine Zulficar (1947-53) en haar
ontdekking, acteur Omar Sharif (1954-74). Begon als kinderster, bijgenaamd ‘de
Egyptische Shirley Temple’, in Yawm
said/A Happy Day (Mohammed Karim, 1939). Er werden al snel films rond haar
jeugdige persoonlijkheid geconstrueerd: Rossassa
fel qalb/Bullet in the Heart (Karim, 1944), Malak al-rahma/The Angel of Mercy (Youssef Wahbi, 1946), Abu Zayd al-Hilali (Zulficar, 1947), Al-millionairah al-saghirah/The Small
Millionaire (Kamal Barakat, 1947), Khulud/Immortality
(Zulficar, 1948), Al-yateematain/The
Two Orphans (Hassan al-Imam, 1949), Nahwa
al-majd/Towards Glory (Hussein Sedqi, 1949), Kursi al-itiraf/Chair of Confession (Wahbi, 1949), Sitt al-bayt/Lady of the House (Ahmed
Kamel Morsi, 1949) en Kul bayt lahu
rajel/Every House Has His Man (Morsi, 1949). In de realistische films van
een groep nieuwe Egyptische regisseurs van de jaren 50 speelde Faten Hamama ook
een sleutelrol: Baba Amine (het
bescheiden debuut van Youssef Chahine, 1950), Ibn el-Nil/Son of the Nile (Chahine, 1951), Lak yawm ya zalem/Your Day Will Come (Salah Abouseif, 1951), de
psychologische misdaadfilms Ana
al-madi/I’m the Past (Zulficar, 1951) en Al-manzel raqam 13/House Nr. 13 (Kamal el-Sheikh, 1952), Lahn al-khulud/Immortal Song (Henry
Barakat, 1952),
als vrouwelijke advocaat in de komedie Al-ustazah Fatimah/The Lawyer Fatimah (Fatin Abdel Wahab, 1952),
als lotenverkoopster in Aisha (Gamel
Madkoor, 1953), het melodrama Mawed ma
al-hayat/Appointment with Life (Zulficar, 1953), Irham dmooi/Pity My Tears (H. Barakat, 1954), Al-malak al-zalem/The Unjust Angel (Al-Imam, 1954), Dayman maak/Always with You (H. Barakat,
1954), als slachtoffer van verkrachting in Mawed
ma al-saadah/Appointment with Happiness (Zulficar, 1954), Sira fi al-wadi/The Blazing Sun/Struggle in
the Valley (Chahine, 1954), Ayyamna
al-holwa/Our Beautiful Days (voor het eerst tegenover Sharif; Helmy Halim,
1955), het melodrama Ho bwa dumoo/Love
and Tears (El-Sheikh, 1955), als verlamde journaliste in Mawed gharam/Appointment with Love/Love Date
(H. Barakat, 1956), Sira fi
al-mina/Struggle in the Pier (tegenover Sharif; Chahine, 1956), Tareeq al-amal/The Road of Hope (Zulficar,
1957), het Palestijnse drama Ard
al-salam/Land of Peace (tegenover Sharif; El-Sheikh, 1957), de
psychologische thriller La anam/Sleepless
(Abuseif, 1957),Al tareeq al-masdood/The Barred Road (Abuseif, 1958), Al-zawjah al-azra/The Virgin Wife (El Sayed Bedeir, 1958), Sayyidat al-qasr/Lady of the Palace (tegenover Sharif; El-Sheikh, 1958), als studente die verliefd is op haar professor in Bayn al-atlal/Among the Ruins (Zulficar, 1959), Doaa al-karawan/The Nightingale’s Prayer (competitie Berlijn; H. Barakat, 1959), het op Anna Karenina gebaseerde Nahr al-hob/River of Love (tegenover Sharif; Zulficar, 1960), La tutfe al-shams/The Sun Will Never Set (Abuseif, 1961), het Amerikaanse Cairo (Wolf Rilla, 1963), Al-Lalylah al-akeerah/Last Night (competitie Cannes; El-Sheikh, 1964) en Al-haram/The Sin (competitie Cannes; H. Barakat, 1965).
Politieke ballingschap, in Londen en Beiroet (1966-71), tot na de dood van president Nasser. Vervolgens in films als Imbratoryat Meem/Empire M (Hussein Kamal, 1972) en het echtscheidingsdrama Orid hallan/I Want a Solution (Said Marzouq, 1975).
Doha Film Institute - The Lady of the Arabic Screen – Faten Hamama سيدة الشاشة العربية - فاتن حمامة from Jad Salfiti on Vimeo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten