85, Zama (prefectuur
Kanagawa), 6 december, chronische lymfatische leukemie (CLL)
Japans cameraman. Op 18-jarige leeftijd aangenomen als
camera-assistent (van Asakazu Nakai) bij Subarashiki
nichiyobi/Wonderful Sunday (Akira Kurosawa, 1947). Sindsdien werkzaam voor
vrijwel alle films van Kurosawa, veelal als chef van het B-team, de tweede
camera. Oscarnominatie (samen met Shoji Ueda en Nakai) voor de fotografie van Ran (Kurosawa, 1985). Hoewel de naam van
Saito meestal niet bovenaan de cameracredits stond (in Japan eerder een
collectieve prestatie, dan een centraal geleid kunstwerk onder supervisie van
een ‘director of photography’) drukte zijn bijdrage relatief het zwaarste
stempel op Kurosawa-films als Yojimbo (1961)
en Dodes’kaden (1970). Solocredit als
chef-camera bij Nippon musekinin jidai/Irresponsible
Era of Japan (Kengo Furusawa, 1962), Gojuman-nin
no isan/Legacy of the 500,000 (Toshiro Mifune, 1963), Dai tozoku/The Adventures of Sinbad (Senkichi Taniguchi, 1963), Doto ichiman kairi/10,000 Miles of Stormy
seas (Jun Fukuda, 1966), Sasaki Kojiro/Kojiro (Hiroshi Inagaki,
1967), Akage/Red Lion (Kihachi Okamoto, 1969), Futuri dake no asa/A Morning for Us Alone (Ken Matsumori, 1971), Inubue/Dog Flute (Sadao Nakajima, 1978)
en Niji no hashi/Rainbow Bridge (Zenzo
Matsuyama, 1993). Aan het werk te zien in de documentaire over de
totstandkoming van Ran, getiteld A.K. (Chris.
Marker, 1985). Niet te verwarren met de gelijknamige mangatekenaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten