Efrem Zimbalist Jr.

95, Solvang, CA, 2 mei, natuurlijke dood

Amerikaans acteur. In New York geboren zoon van de oorspronkelijk Russische violist Efrem Zimbalist en de in Roemenië geboren sopraan Alma Gluck. Aanvankelijk theateracteur en –producent, die onder meer drie operas van Gian Carlo Menotti liet opvoeren. In 1956 onder contract bij Warner Bros., maar vooral bekend als televisieacteur, bij voorbeeld in de series Maverick  (1957-58), The F.B.I. (1965-74) en Remington Steele (1983-87). Best herinnerde filmrol: als de echtgenoot van de geterroriseerde Audrey Hepburn in Wait until Dark (Terence Young, 1967).

Filmdebuut als zoon van Edward G. Robinson in House of Strangers/Vreemd in eigen huis (Joseph L. Mankiewicz, 1949). Vaak breedgeschouderde oorlogsheld of vaderfiguur, in films als Band of Angels (Raoul Walsh, 1957), Bombers B-52 (Gordon Douglas, 1957), The Deep Six (Rudolph Maté, 1958), Too Much, Too Soon (Art Napoleon, 1958), Violent Road (Howard W. Koch, 1958), de bioscoop-pilot van de tv-serie 77 Sunset Strip getiteld Girl on the Run (top-billed; Richard L. Bare, 1958), Home before Dark (Mervyn LeRoy, 1958), The Crowded Sky (Joseph Pevney, 1960), als rechter in A Fever in the Blood (top-billed; Vincent Sherman, 1961), tegenover Lana Turner in By Love Possessed/Onteerd (John Sturges, 1961), top-billed als seksuoloog in The Chapman Report (George Cukor, 1962),
Harlow (Alex Segal, 1965), de western The Reward (Serge Bourguignon, 1965), als gezagvoerder in Airport 1975 (Jack Smight, 1974) en Hot Shots! (Jim Abrahams, 1991). Afkomstig uit geassimileerde Joodse familie werd Efrem jr. eerst volgeling van de maharishi Yogi en bekeerde zich daarna tot het christendom. Vader van actrice Stephanie Zimbalist.