65, Diso (provincie Lecce), 16 juni,
gevolgen van hartaandoening
Italiaans scenarioschrijver en regisseur. Jongere broer van regisseur Bernardo Bertolucci, coscenarist van diens films Novecento/1900 (1976),en La luna (1979). Was bij beide films ook assistent-regisseur, net als bij La strategia del ragno (Bertolucci, 1970). Debuteerde zelf als regisseur met de Roberto Benigni-komedie Berlinguer ti voglio bene (1977).
Daarna regisseerde de jongere Bertolucci films als Oggetti smarriti/An Italian Woman (met Bruno Ganz en Mariangela Melato; 1982), de sketchfilm Tuttobenigni (1983), Effetti personali (samen met Loris Mazzetti; met Benigni, 1983), Segreti segreti (1985), Strana la vita (1987), I cammelli (1988), Amori in corso (1989), een episode in het door Tonino Guerra geschreven vierluik La domenica specialmente (1991), Troppo sole (een solo van Sabina Guzzanti; 1994), Il pratone del casilino (naar Pier Paolo Pasolini; 1996), Il dolce rumore della vita (1999), en L’amore probabilmente (2001). Regisseerde ook documentaires, bijvoorbeeld Panni sporchi (1980), L’addio a Enrico Berlinguer (over de begrafenis van de communistische leider; 1984), het Bologna-segment in 12 registi per 12 città (1989), Segni particolari (2003), Il cinema ritrovato: istruzioni per l’uso (2004) en Pasolini prossimo nostro (gebouwd rond een interview door Gideon Bachmann op de set van Salò in 1975; 2006).
Overzag ook de reconstructie van de documentaire La rabbia (Pasolini, 1963), resulterend in het door hem geproduceerde La rabbia di Pasolini (G. Bertolucci,
2008). Behalve aan zijn eigen films schreef hij ook mee aan Tu mi turbi (Benigni, 1983), Non
ci resta che piangere/Johnny Stecchino (Benigni en Massimo Troisi, 1985)
en Il piccolo diavolo (Benigni, 1988).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten