91,
Beverly Hills, 6 juni, natuurlijke dood
Amerikaans zwemster en filmactrice, voluit Ester Jane Williams. Ster van een lange reeks succesvolle MGM-musicals met een waterthema, die bekend stonden als Esther Williams-vehikels. Vele eretitels, waaronder ‘American Mermaid’ en ‘The Queen of Surf’. Over haar loopbaan als zwemkampioen zijn weinig consistente gegevens te vinden: sommige bronnen melden dat ze excelleerde in de vlinderslag, anderen beweren weer dat juist de schoolslag en vrije slag haar sterkste nummers waren. Zeker is dat MGM haar niet als wedstrijdzwemster ontdekte, maar als ster van de zwemrevue Billy Rose’s Aquacade. Debuteerde in de korte oorlogspropagandafilm Inflation (Cy Endfield, 1942). Daarna uitgeprobeerd tegenover Mickey Rooney in Andy Hardy’s Double Life (George B. Seitz, 1942) en tegenover Van Johnson in A Guy Named Joe (Victor Fleming, 1943). Haar eerste extravaganza in badpak was Bathing Beauty (George Sidney, 1944), waarvoor komiek Red Skelton nog bovenaan het affiche stond. Het werd een megahit, ook in het precommunistische China.
Daarna in Thrill of a Romance (Richard Thorpe, 1945), de waterballetscène in The Ziegfeld Follies (Merrill Pye, 1945), de grotendeels droge titels The Hoodlum Saint (Norman Taurog, 1946), Easy to Wed (Edward Buzzell, 1946) en Fiesta (eerste top-billing; Thorpe, 1947). Dan start de reeks films opgebouwd rond de watertrappende en synchroon zwemmende meermin van Hollywood: This Time for Keeps (Thorpe, 1947), On an Island with You/Romance in de Zuidzee (Thorpe, 1948), Neptune’s Daughter (Buzzell, 1949), Pagan Love Song/Het lied van de Zuidzee (Robert Alton, 1950),
als de door polio getroffen Australische zwemkampioen Annette Kellerman in Million Dollar Mermaid (Mervyn LeRoy, 1952), Dangerous When Wet (Charles Walters, 1953) en Easy to Love (Walters, 1953). Minder bekend is het feit dat Williams tussendoor ook niet-zwemfilms bleef maken. Zo was ze te zien tegenover Frank Sinatra en Gene Kelly in Take Me Out to the Ball Game (Busby Berkeley, 1949), Duchess of Idaho (Robert Z. Leonard, 1950), Texas Carnival (Walters, 1951), Skirts Ahoy!/Marva’s ahoy (Sidney Lanfield, 1952),
Jupiter’s Darling (Sidney, 1955), The Unguarded Moment (Harry Keller, 1956), Raw Wind in Eden (Richard Wilson, 1958) en The Big Show (James B. Clark, 1961). Laatste rol in de door haar toenmalige echtgenoot geregisseerde, zelden vertoonde Spaans-Amerikaanse coproductie La fuente mágica/La fuente milagrosa/Magic Fountain (Fernando Lamas, 1963). Na haar acteerloopbaan ging Williams in zaken, onder meer als verkoopster van zwembaden en campagnevoerster voor Republikeinse politici. Trachtte vergeefs via de rechter te verhinderen dat sommige beelden uit haar films hergebruikt werden in de MGM-compilatie That’s Entertainment! (Jack Haley jr., 1974).
Trad later als presentator op in That’s Entertainment! III (Bud Friedgen en Michael J. Sheridan, 1994). Moeder van tv-acteur Lorenzo Lamas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten