Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Afro-Amerikaans karateka en acteur.
Karatekampioen in de middengewichtklasse, die ook verdienstelijk tenniste, werd
een ster als tegenspeler van Bruce Lee in Enter
the Dragon (Robert Clouse, 1973). Kort daarvoor
gedebuteerd in de blaxploitation-titel Melinda (Hugh
A. Robertson, 1972). Coole vechter met afrolook in films als Black Belt Jones (top-billed; Clouse, 1974), Three the Hard Way (tegenover Jim Brown en Fred Williamson; Gordon Parks
Jr., 1974), Golden Needles(Clouse, 1974), Take a Hard Ride/La lungacavalcata(Antonio Margheriti,
1975), One Down, Twoto Go (Williamson, 1975), Hot Potato(Oscar Williams, 1976), Black Samurai(top-billed; Al Adamson, 1977), de Hongkongproductie E yutou hei shaxing/Black
Belt Jones 2 (top-billed; Tso
Nam Lee, 1978) en DeathDimension(top-billed; Adamson, 1978).
Amerikaans fotograaf en filmmaker. Portretteerde
de sterren, maakte onder meer 2500 foto’s van Marilyn Monroe kort voor haar
dood in 1962. Stillfotograaf van Lolita (Stanley
Kubrick, 1961). Draaide en regisseerde de lange documentaire Jazz on a Summer’s Day (1959) over het
Newport Jazz Festival van 1958, met onder meer Louis Armstrong, Mahalia Jackson,
Thelonious Monk en Chuck Berry.
Zou bij afwezigheid van publieksshots later
zijn vrienden in de studio hebben laten applaudisseren. IDFA vertoonde in 2011
de documentaire Bert Stern: Original
Madman (Shannah Laumeister, 2011). Getrouwd met de 40 jaar jongere
Laumeister, gescheiden van ballerina Allegra Kent.
In China geboren Hongkongs stuntman, acteur, gevechtschoreograaf
en regisseur, Kantonese naam: Lau Kar Leung. Begon als figurant en gevechtsregisseur
voor de zwart-witfilms uit de jaren 50 met de legendarische Wong Feng-hung.
Daarna steunpilaar van de vechtfilms van de studio Shaw Brothers. Choreografeerde
onder meer The One-Armed Swordsman/Dubei
dao (Chang Cheh, 1967), Return of the
One-Armed Swordsman/Dubei dao wang (Chang, 1969), Blood Brothers/Ci Ma (Chang, 1973), Five Shao Lin Masters/Shao Lin wu zu (Chang, 1974), The Legend of the 7 Golden Vampires (Roy
Ward Baker, 1974) en het Taiwanese Master
of the Flying Guillotine/Dubi quan wang da po xue di zi (Wang Yu, 1976). De
eerste film die Liu volledig regisseerde was The Spiritual Boxer/Shen da (1975), gevolgd door de grote
internationale hits Executioners from
Shao Lin/Hung hsi kuan (1977) en 36th
Chamber of Shao Lin/Shào Lín sān shí
liù fáng (1978).
Tientallen films zouden volgen, waaronder het Jackie Chan-vehikel Drunken
Master II/Jui kuen II (1994) en de choreografie van de remake in wuxia-stijl
van De zeven samurai (Akira Kurosawa, 1954) getiteld Seven Swords/Qi
jian (Tsui Hark, 2005). In sommige van zijn films speelde Liu zelf een
hoofdrol, bij voorbeeld in Mad Monkey Kung Fu/Feng hou (1979), Legendary Weapons of China/Shi ba ban
wu yi (1983), Drunken Master III/Jui kuen III (1994) en Drunken
Monkey/Chui ma lau (2003).
Amerikaans schrijver en scenarist. Invloedrijk
en productief sciencefiction- en griezelauteur, die sommige van zijn boeken (zoals
de zombieroman I Am Legend, 1954) meer
dan eens verfilmd zag worden. Schreef tot grote tevredenheid van
regisseur-producent Roger Corman enkele van diens klassieke verfilmingen van
Edgar Allan Poe: House of Usher (1960),
Pit and the Pendulum/Het mysterie van de
dodende slinger (1961), Tales of
Terror (1962) en The Raven (1963).
Ook schreef Matheson de tv-film waarmee Steven Spielberg debuteerde. Duel (1971).
Voorts tekende Matheson
voor de scenario’s van The Incredible
Shrinking Man (Jack Arnold. 1957) naar zijn eigen roman The Shrinking Man (1956), The Beat Generation (Charles F. Haas,
1959), zestien afleveringen van de tv-serie The
Twilight Zone (1959-64), Master of
the World (naar Jules Verne; William Witney, 1961), Night of the Eagle (Sidney Hayers, 1962), The Comedy of Terrors (Jacques Tourneur. 1963), The Last Man on Earth (onder het
pseudoniem Logan Swanson, naar zijn eigen roman I Am Legend; Ubaldo B. Ragona en Sidney Salkow, 1964), Fanatic (Silvio Narizzano. 1965), The Young Warriors (naar zijn eigen
roman The Beardless Warriors; John
Peyser, 1967), The Devil Rides Out (Terence
Fisher, 1968), De Sade (Cy Endfield,
1969), The Legend of Hell House (naar
zijn roman Hell House; John Hough,
1973), Somewhere in Time (naar zijn
roman Bid Time Return; Jeannot
Szwarc, 1980), Twilight Zone: The Movie (episoden
van Spielberg, Joe Dante en George Miller; 1983). Jaws 3-D (Joe Alves, 1983), Loose
Cannons (Bob Clark, 1990), What
Dreams May Come (naar zijn gelijknamige roman; Vincent Ward, 1998) en Stir of Echoes (naar zijn gelijknamige
roman; David Koepp, 1999). Films naar zijn werk, geadapteerd door andere scenaristen
zijn onder meer Cold Sweat/De la part des
copains (naar Ride the Nightmare;
Terence Young, 1970), The Omega Man (naar
I Am Legend; Boris Sagal, 1971), Les seins de glace (naar Someone Is Bleeding; Georges Lautner,
1974), The Incredible Shrinking Woman (Joel
Schumacher, 1981), I Am Legend (Francis
Lawrence, 2007) en Real Steel (naar
het korte verhaal Steel; Shawn Levy,
2011).
Amerikaans scenarioschrijver, regisseur,
producent en acteur. Productief schrijver van televisiefictie scoorde een grote
hit met de door hem gecreëerde sitcomFamily Ties (1982-89), waarin Michael J.
Fox de Republikeinse zoon van voormalige hippies speelde. Minder populair, maar
in vakkringen zeer gewaardeerd was Goldbergs series Brooklyn Bridge (1991). Schreef, produceerde en regisseerde twee
speelfilms: Dad(naar William Wharton,
met Jack Lemmon en Ted Danson;
1989) en Must Love Dogs(2005). Ook produceerde en schreef hij Bye
Bye Love (Sam Weisman,
1995). Speelde een klein rolletje tegenover NataliePortman in No Strings
Attached(IvanReitman, 2011).
Amerikaans acteur, voluit Edgeworth Blair Reid,
roepnaam: Ted. Hoorspelacteur bij Orson Welles’ Mercury Theatre en lid van de
Actors Studio speelde bijrollen in een aantal films, vaak als professor of elegante
inwoner van Manhattan. Hij werd vooral bekend als een van de twee privédetectives
die Marilyn Monroe moet schaduwen (maar het aanlegt met Jane Russell) in Gentlemen Prefer Blondes (Howard Hawks,
1953). Filmdebuut in het docudrama The
Ramparts We Watch (Louis De Rochemont, 1940). Voorts onder meer in Young Ideas (Jules Dassin, 1943), The Story of Dr. Wassell (Cecil B.
DeMille, 1944), A Double Life (George
Cukor, 1947), Sierra (Alfred E.
Green, 1950), The Whip Hand (William
Cameron Menzies, 1951), Vicki (Harry
Horner, 1953), Woman’s World (jean
Negulesco, 1954), Inherit the Wind (Stanley
Kramer, 1960). The AbsentMinded
Professor/Flubber (Robert Stevenson, 1961), Son of Flubber (Stevenson, 1963), The Thrill of It All (Norman Jewison, 1963), The Wheeler Dealers (Arthur Hiller, 1963), Move Over, Darling (Michael Gordon, 1963), Who’s Been Sleeping in My Bed? (Daniel Mann, 1963). Follow Me. Boys! (Norman Tokar, 1966), Blackbeard’s Ghost/Een spookpiraat als maat (Stevenson,
1967), Some Kind of a Nut (Garson
Kanin, 1969), Heaven Can Wait (Warren
Beatty en Buck Henry, 1978) en Young
Einstein (Yahoo Serious, 1988).
Engels actrice, geboren als Diane Dirsztay. Blondine van Hongaarse afkomst ontleende vooral
faam aan enkele horrorfilms, waarvan The Haunting(Robert Wise, 1963) wellicht
de bekendste was. Debuteerde als figurante in Indiscreet (Stanley Donen, 1958), eerste
officiële rol als verpleegster in de Sahara inIce
Cold in Alex(J Lee
Thompson, 1958). Ook in The Reluctant Debutante/Het weerspannige bakvisje (VincenteMinnelli, 1958), Let’s Get Married(Peter
Graham Scott, 1960), The Green Helmet(Michael Forlong, 1961), The NakedEdge/De schaduw (Michael
Anderson, 1961), Out of the Shadow(Michael Winner, 1961), Whistle Down the Wind (Bryan Forbes, 1961), The L-Shaped Room (Forbes, 1962), Witchcraft(Don
Sharp, 1964), The Plague
of the Zombies (John Gilling, 1966), The
Wrong Box (Forbes, 1966), The Trygon Factor/Das Geheimnis
der weißenNonne(Cyril Frankel, 1966), The Vulture(Lawrence Huntington, 1967)
en The Hand of Night(Frederic Goode, 1968). Weduwe van schrijver Barry England (Figures in a
Landscape, ConductUnbecoming).
57,
Alphen aan den Rijn, 19 juni, doodsoorzaak niet bekend gemaakt
Spaans (film)journalist. Werkte onder meer
voor de dagbladen El País(1983-88) en El Mundo,
de televisiezenders RTE en het Catalaanse TV3 en de website CineyTeatro.es . Vormde lang met haar
Nederlandse collega Ab Zagt een geduchte combinatie
binnen en buiten de internationale pressjunkets. Woonde sinds enige tijd in Nederland.
Amerikaans acteur. Zeldzaam charismatisch
acteur, met een even vadsige als gevaarlijke uitstraling: the man you love tofear, een krokodil met een gecompliceerd karakter.
Misschien wel het grootste compliment na het overlijden van Gandolfinitwitterde Bryan Cranston,
die de hoofdrol speelt in Breaking Bad, verdedigbaar
als de op een na beste moderne televisieserie, na The Sopranos: volgens Cranston
zou zijn Walter White niet bestaan hebben zonder het voorbeeld van Gandolfini’s Tony Soprano. Het
personage van een maffiabaas en huisvader met angstaanvallen en een
psychoanalytische behandelde identiteitscrisis staat inderdaad model voor de
gelaagdheid van de hedendaagse kwaliteitsserie. De rol bezorgde hem drie Emmy’s en een Golden Globe.
Voordat de in New Jersey
geboren theateracteur, die de rol van Robert DeNiro
in Mean Streets (Martin Scorsese,
1973), de hoofdrol verwierf in zes seizoenen van David Chases
HBO-serie The Sopranos(1999-2007), was hij al in enkele films opgevallen, met name als de
huurmoordenaar Virgil in het door Quentin Tarantino geschreven True
Romance (Tony Scott, 1993). Zijn filmdebuut was minder opvallend, als een
broeder in een gekkenhuis, in het obscure Shock!
Shock! Shock! (ArnMcConnell
en ToddRutt, 1987). Tot
zijn overige vroege films behoren The
Last Boy Scout (Scott, 1991), de chassidische thriller A StrangeramongUs(Sidney Lumet, 1992), Money forNothing(RamónMenéndez, 1993), Mr. Wonderful(Anthony Minghella,
1993), Angie (Martha Coolidge, 1994), Terminal
Velocity(DeranSarafian, 1994), Le nouveau monde (Alain Corneau,
1995), Crimson Tide (Scott, 1995), Get Shorty(BarrySonnenfeld, 1995),
The Juror(Brian
Gibson, 1996), Night Falls on Manhattan (Lumet,
1996), She’sSoLovely(Nick Cassavetes,
1997), de tv-remake van 12 Angry Men (William Friedkin,
1997), PerditaDurango(Álex de la Iglesia, 1997), uncredited als kok in Midnight in the Garden of GoodandEvil(Clint Eastwood, 1997), Fallen (GregoryHoblit,
1998), The Mighty(Peter Chelsom, 1998), A Civil Action (Steven Zaillian, 1998) en 8MM
(Joel Schumacher, 1999). Tijdens en na de opnamen van The Sopranoswerden de filmrollen van Gandolfini spaarzamer, ook al omdat niemand hem meer los
kon zien van het personage van Tony. Toch is het nog een respectabele lijst: The Mexican(Gore
Verbinski, 2001), The
Man WhoWasn’tThere(Joel Coen, 2001), The Last Castle(RodLurie, 2001),
Surviving Christmas (Mike
Mitchell, 2004), Romance & Cigarettes(John Turturro,
2005), LonelyHearts(Todd Robinson, 2006), All the King’s Men (Zaillian,
2006), als de burgemeester in de remake van The
Taking of Pelham 1-2-3 (Scott,
2009), Welcometo the Rileys(Jake Scott. 2010),
tegenover Famke Janssen in Down the Shore (Harold Guskin, 2011), de
tv-film Cinema Verite(Shari Springer Berman
en Robert Pulcini, 2011), Killing ThemSoftly(Andrew Dominik, 2012), Not Fade Away(Chase, 2012), als
CIA-directeur in Zero Dark Thirty(KathrynBigelow, 2012), The Incredible Burt Wonderstone(Don
Scardino, 2013) en het nog uit te brengen Enough Said (Nicole Holofcener,
2013). Gandolfini sprak de stem in van Carol in Where the Wild Things Are (Spike Jonze,
2009).
Engels regisseur. Aanvankelijk production designer, voor opera en tv. Ook in Amerika werkzaam
als regisseur van televisiedrama. Won een BAFTA voor de miniserie Kennedy (samen met Andrew Brown, 1983).
Tekende voor drie in de bioscoop uitgebrachte films, waarvan de Madonna-flop Shanghai Surprise (1987) de bekendste
was en de regisseur een Razzie-nominatie bezorgde. De
andere twee, Parker (1982) en The House of Angelo(1997), vielen veel minder op.
Australisch filmmaker. Aanvankelijk onder meer zeeman, cowboy en
arbeider op een booreiland. Autodidact als fotograaf, cameraman en
documentaireregisseur was vaste gast van festivals als IDFA. Zorgde daar voor
controverse door The Good Woman of
Bangkok (1991), een zelfportret als sekstoerist die een Thaise geliefde
probeert te redden. Eerder deed O’Rourke al stof opwaaien met zijn Cannibal Tours (1988) over toerisme in
Papua Nieuw-Guinea.
O’Rourke was betrokken bij de dekolonisatie van dit
voormalige Australische territorium, leidde er filmers op en draaide min of
meer etnografische films: Yumi Yet –
Independence for Papua New Guinea (1976), Ileksen – Politics in Papua New Guinea (1978), Yap…How Did You Know We’d Like TV? (1980)
en The Shark Callers of Kontu (1982).
Tot zijn overige films behoren Couldn’t
Be Fairer (over aboriginals in Queensland; 1984), Half Life: A Parable for the Nuclear Age (over de gevolgen van Amerikaanse
kernproeven op de Marshalleilanden; 1985), Cunnamulla
(2000) en Land Mines: A Love Story (2005).
Zijn lange film over wat het betekent om Australiër te zijn, I Love a Sunburnt Country…, is
onvoltooid. Deed camerawerk voor de voor een Oscar genomineerde documentaire First Contact (Robin Anderson en Bob
Connolly, 1982). Presenteerde in 1993 zijn top-10 op IDFA.
Colombiaans filmacteur. Herder en analfabeet
van Afrikaanse afkomst werd gecast als niet-professionele tegenspeler van
Marlon Brando in Queimada/Burn! (Gillo
Pontecorvo, 1969) over een 19de eeuwse slavenopstand op de Antillen.
Márquez zou in nog enkele films spelen: het Italiaans-Venezolaanse Il dio serpente (Piero Vivarelli, 1970)
en de Mexicaanse producties Mulato (top-billed;
Juan Andrés Bueno, 1974) en Arde, baby
arde (José Bolafios, 1975), alsmede enkele
recentere korte films. Hij zou echter wel weer herder geworden zijn.
Nederlands advocaat, model en actrice. Poseerde
als 25-jarige in 1970 met koe voor een artistieke naaktfoto in het blad Sekstant, die in 1971 zonder haar toestemming of
medeweten gebruikt werd voor een iconisch verkiezingsaffiche, PSP Ontwapenend (in 2011 door
museumbezoekers verkozen als ‘verkiezingsposter van de eeuw’). Holleman was ook
danseres in de Sleeswijkrevue en stond bloot op de
planken in de Nederlandse versie van de musical Hair (1972). Speelde tweede van drie meisjes in de erotische droom van Harvey Keitel, in de eerste lange, gedeeltelijk in
Amsterdam opgenomen speelfilm van Martin Scorsese, Who’sThatKnocking At My Door?/I Call First (1967). Ook te zien
in twee segmenten van de Amsterdamse softporno-omnibusfilm Wet Dreams(1974): Jens JørgenThorsensAnother Wet Dream en The Happy Necrophiliacsvan Falcon Stuart alias Lasse Braun.
Later strafrechtadvocaat. Partner van literair vertaler Peter Verstegen.
Spaans producent, scenarioschrijver en
regisseur, voluit ElíasQuerejetaGaráte. In Baskenland geboren voormalige
profvoetballer bij Real Sociedad, tekende als producent
in zijn eentje voor nagenoeg de hele artistieke filmgolf(nuevo cine) voor, tijdens en vlak na de dood van Franco
in 1975. Zijn omvangrijke werk bevat in een halve eeuw nauwelijks missers. Met
name het oeuvre van de twee jaar jongere regisseur Carlos Saura
was cruciaal, zelfs in het veranderen van Spanje als fascistische, autoritaire
en katholieke samenleving. De politieke metafoor van La caza/De jacht (Saura,
1966) werd goed begrepen.
Querejeta produceerde voor Saura daarna Peppermintfrappé(competitie Cannes; 1967), Stress-es tres-tres (1968), La
madriguera(competitie Berlijn, 1969), El jardín de las delicias/De tuin der lusten (1970), Ana y los lobos(competitie
Cannes 1973), La prima Angélica(juryprijs Cannes 1974), de enorm arthousehitCríacuervos(Grand Prix Cannes 1976), Elisa, vídamia(acteursprijs
Cannes voor Fernando Rey; 1977),
Los ojosvendados(competitie
Cannes 1978), Mamácumple 100 años/Mama wordt 100 (Oscarnominatie; 1979) en Deprisa, deprisa(Gouden
Beer in Berlijn 1981). Produceerde voorts films als Noche de verano(Jorge
Grau, 1962), Últimoencuentro(tevens
coscenarist, competitie Cannes; Antonio Eceiza,
1967), het magisch-realistische meesterwerk El
espíritu de la colmena/The
Spirit of the Beehive/De geest van de bijenkorf (Gouden
Schelp in San Sebastian; Victor Erice, 1973),
de flop Der scharlachroteBuchstabe/The
Scarlet Letter (coproductie; Wim Wenders, 1973), Pascual Duarte (tevens coscenarist, acteursprijs
in Cannes voor José Luis Gómez; Ricardo Franco. 1976), de documentaire El desencanto(Jaime Chávarri,
1976), A undiosdesconocido/Aan een
onbekende god (tevens coscenarist; Chávarri,
1977), Las palabras
de Max (tevens coscenarist, Gouden Beer ex aequo; EmilioMártinezLázaro, 1978), Dedicatoria(tevens coscenarist, competitie Cannes;
Chávarri, 1980), El
sur(competite Cannes;
Erice, 1983), Feroz(tevens coscenarist; Manuel GutiérrezAragón, 1984), Tasio(MontxoArmendáriz, 1984), 27
horas(tevens coscenarist, Gouden Schelp; Armendáriz, 1986),
Las
cartas de Alou(Gouden
Schelp; Armendáriz, 1990), Unaestación de paso (tevens coscenarist; GraciaQuerejeta, 1992), Historias del Kronen (competitie Cannes; Armendáriz, 1995), La
cité des enfantsperdus(coproducent,
competitie Cannes; Jean-Pierre Jeunet en Marc Caro,
1995), El últimoviaje de Robert Rylands(tevens
coscenarist; G. Querejeta, 1996), Familia(Goya voor beste nieuwe regisseur; Fernando
León de Aranoa, 1996), Barrio(Tigercompetitie Rotterdam; León de Aranoa,
1998),
Cuandovuelvas a mi lado(tevens coscenarist; G. Querejeta,
1999), de documentaire La espalda del mundo(tevens
coscenarist; JavierCorcuera,
2000), Los lunes
al sol (Gouden Schelp, 5 Goya’s; León de Aranoa, 2002) en de documentaire Inverno en Bagdad (Corcuera, 2005). Naast de
genoemde films ook scenariobijdragen aan Los
inocentes(Juan Antonio Bardem,.
1963) en het nog uit te brengen 33 días(over Picasso en Guernica; Saura,
2014). Regisseerde met Eceiza twee korte
documentaires, A través
de San Sebastián(1960) en A través del fútbol(1962) en veel later alleen de lange documentaire Cerca de tus ojos (2009). Getrouwd met
kostuumontwerpster MaikiMarín,
vader van regisseur, scenarioschrijver en actrice GraciaQuerejeta (1962).
Amerikaans bijrolacteur en horecaondernemer.
Contractspeler bij Warner Bros. speelde zijn bekendste rol als Toots, een van de trawanten van gangster Edward G. Robinson
in Key Largo (John Huston,
1948). Debuut zonder credit in DiveBomber(Michael Curtiz,
1941), eerste vermelding in Always in My Heart/Altijd in mijn hart (Jo Graham,
1942). Voorts onder andere TheyDiedwithTheir
Boots On (Raoul Walsh, 1942), The
Last Ride(D. Ross Lederman,
1944), WingedVictory(George
Cukor, 1944), Her
Kind of Man (Frederick De Cordova, 1946), The Unsuspected/Een
perfect alibi (Curtiz, 1947), Adventures of Don Juan/De nieuwe avonturen
van Don Juan (Vincent Sherman, 1948), Bomba
on Panther Island (Ford Beebe,
1949), de cultklassieker Gun Crazy/Deadly
Is the Female(Joseph H. Lewis, 1950), Blonde Dynamite(William
Beaudine, 1950), The
Fat Man (William Castle, 1951) en Pendulum(George Schaefer,
1969). Investeerde met zijn latere vrouw Marilyn Friedman in 1950 3.500 dollar
in een fastfoodrestaurant, Hamburger Hamlet. In 1987 verkochten zij de
gelijknamige keten van restaurants voor ruim 29 miljoen. Marilyn Lewis startte
eind jaren 60 de succesvolle kledinglijn Cardinali.
Italiaans cameraman, soms vermeld als Tony Dry.
Draaide onder meer de cultklassieker El chuncho, quiensabe?/A Bulletfor the General (Damiano
Damiani, 1966). Voormalig partizaan en doelman in de Serie C begon als
camera-assistent bij journaals in 1946. Eerste eigen cameracredit: Morte di unamico(Franco Rossi, 1959).
Voorts onder meer Unuomo da bruciare(Valentino Orsini en
Paolo en VittorioTaviani,
1962), Mare matto(RenatoCastellani, 1963),
de coproductie met de Sovjet-Unie Italianibravagente(Giuseppe De Santis, 1964), Undollarobucato/One Silver Dollar/Een
dollar met een gaatje (Giorgio Ferroni, 1965),
het in Amsterdam en Volendam opgenomen New
York chiamaSuperdrago/Super
Dragon (Ferroni, 1966), Unfiume di dollari/The
Hills Run Red/Het bloedspoor in de heuvels (Carlo Lizzani,
1966), Sentenza di morte(Mario
Lanfranchi, 1968), Thomas e gliindemoniati(PupiAvati, 1970) en La violenza:
Quinto potere(FlorestanoVancini, 1972). Schreef en regisseerde één film, de
western Padellacalibro 38/PanhandleCalibre 38 (met KeenanWynn en Scott Holden; 1972).
Amerikaans bijrolactrice,
geboren als Maxine Shlivek. Heel veel televisie,
enkele bescheiden filmrollen: Days of
Wine andRoses(Blake
Edwards, 1962), Kitten with a Whip(Douglas Heyes, 1964), DearHeart(DelbertMann, 1964), Winning (James
Goldstone, 1969), The
Lost Man (Robert Alan Aurthur, 1969), SupposeThey Gave a War andNobodyCame?
(HyAverback, 1970), Making It (John Erman,
1971), The Prisoner
of Second Avenue (Melvin Frank, 1975), als
secretaresse in Fun with
Dick and Jane (Ted Kotcheff,
1977), Private Benjamin (HowardZieff, 1980) en LikeFather, Like Son (Rod Daniel, 1987). Komt als personage voor in de door haar
vriendin Helen Hanff geschreven memoires 84 Charing Cross
Road en wordt in de verfilming (David Jones, 1987) gespeeld door Jean De Baer. Gescheiden van acteur Frank Maxwell, getrouwd met
scenarioschrijver David Shaw.
Amerikaans zwemster en filmactrice, voluit
Ester Jane Williams. Ster van een lange reeks succesvolle MGM-musicals met een
waterthema, die bekend stonden als Esther Williams-vehikels. Vele eretitels,
waaronder ‘American Mermaid’ en ‘The Queen of Surf’. Over
haar loopbaan als zwemkampioen zijn weinig consistente gegevens te vinden:
sommige bronnen melden dat ze excelleerde in de vlinderslag, anderen beweren
weer dat juist de schoolslag en vrije slag haar sterkste nummers waren. Zeker
is dat MGM haar niet als wedstrijdzwemster ontdekte, maar als ster van de
zwemrevue Billy Rose’sAquacade.
Debuteerde in de korte oorlogspropagandafilm Inflation(CyEndfield,
1942). Daarna uitgeprobeerd tegenover Mickey Rooney in Andy Hardy’s Double Life (George B. Seitz, 1942) en tegenover Van Johnson in A Guy Named Joe (Victor
Fleming, 1943). Haar eerste extravaganza in badpak
was Bathing Beauty (George Sidney, 1944), waarvoor
komiek Red Skelton nog bovenaan het affiche stond. Het
werd een megahit, ook in het precommunistische China.
Daarna in Thrill of a Romance (Richard Thorpe, 1945), de
waterballetscène in The ZiegfeldFollies(Merrill Pye, 1945), de grotendeels droge titels The Hoodlum Saint (Norman
Taurog, 1946), Easy
to Wed (Edward Buzzell,
1946) en Fiesta(eerste top-billing;
Thorpe, 1947). Dan start de reeks films opgebouwd rond de watertrappende en
synchroon zwemmende meermin van Hollywood: This Time forKeeps(Thorpe,
1947), On an
Island withYou/Romance in
de Zuidzee (Thorpe, 1948), Neptune’sDaughter(Buzzell, 1949), Pagan Love Song/Het lied van de Zuidzee (Robert
Alton, 1950),
als de door polio getroffen
Australische zwemkampioen Annette Kellerman in Million Dollar Mermaid(MervynLeRoy, 1952), Dangerous
When Wet (Charles Walters,
1953) en Easy to
Love (Walters, 1953). Minder bekend is het feit dat Williams tussendoor ook
niet-zwemfilms bleef maken. Zo was ze te zien tegenover Frank Sinatra en Gene Kelly in Take Me Out to the Ball
Game (Busby Berkeley, 1949), Duchess of Idaho (Robert Z. Leonard, 1950), Texas Carnival (Walters, 1951), Skirts Ahoy!/Marva’s ahoy(Sidney Lanfield, 1952),
Jupiter’sDarling(Sidney, 1955), The Unguarded Moment (Harry Keller, 1956),
Raw Wind in Eden (Richard Wilson, 1958) en The Big Show (James B. Clark, 1961). Laatste
rol in de door haar toenmalige echtgenoot geregisseerde, zelden vertoonde Spaans-Amerikaanse
coproductie La fuentemágica/La fuentemilagrosa/Magic Fountain(Fernando
Lamas, 1963). Na haar acteerloopbaan ging Williams in
zaken, onder meer als verkoopster van zwembaden en campagnevoerster voor
Republikeinse politici. Trachtte vergeefs via de rechter te verhinderen dat sommige
beelden uit haar films hergebruikt werden in de MGM-compilatie That’s Entertainment! (Jack Haley jr., 1974).
Trad later als presentator op in That’s Entertainment! III (Bud Friedgen en Michael J. Sheridan,
1994). Moeder van tv-acteur Lorenzo Lamas.
Nederlands acteur, regisseur,
scenarioschrijver en producent. Kwam met film in aanraking door als 15-jarige
de hoofdrol te spelen van de jonge Anton Steenwijk in de met een Oscar bekroonde
verfilming van Harry Mulisch’ De aanslag (Fons
Rademakers, 1987).
Studeerde in 1996 af aan de
Nederlandse Filmacademie als speelfilmregisseur met een hilarische parodie op
de clichés in een Nederlandse film over de Tweede Wereldoorlog: Buenos Aires, Here
We Come, voorafgegaan door de derdejaarsproductiePisvingers (naar Roald Dahl; 1995). Eerder schreef en regisseerde hij samen
met Fulco Lorenzo buiten school om twee opvallende korte films, de griezelfilm Bloody Mary (1992) en het surrealistisch
en dialooglozeVentimiglia(1995). Daarna regisseerde en schreef hij voor de reeks korte
televisiefilms Novellen (NPS) een
aflevering onder de titel Shit Happens(2001), zoals vaker met cameraman Menno
Westendorp en editor Job ter Burg. Daarna regie en scenario van de tv-film www.eenzaam.nl(2002) in de reeks De nieuwe Lola’s(VPRO). Hij regisseerde, schreef en
coproduceerde een lange speelfilm Webcam (2011),
die slechts een nominale bioscoopuitbreng kreeg (167
bezoekers).
Ook regisseerde Van Uchelen verschillende
reclamespots en speelde daar zelf soms in. Het grote publiek kende hem vooral
door zijn hoofdrollen in films van Eddy Terstall,
voor wie hij bijna een soort alter ego was: als voetballer in de greep van neonazi’s
in Walhalla (1995), de voor een
Gouden Kalf genomineerde rol van een zachtmoedige minnaar in Hufters & Hofdames (1997) en de
directeur van een bureau dat betaalde vriendschap levert in Rent-a-Friend(2000).
Ook te zien, veelal in kleinere rollen, in Terug
naar Oegstgeest (Theo van Gogh, 1987), Spelen
of sterven (Frank Krom, 1990), de Lolamoviola(VPRO)
Duister licht (top-billed; Martin Koolhoven. 1997), de eindexamenfilm Weekend (Nanouk
Leopold, 1998), Babylon (Terstall, 1998), Lolamoviola: Benidorm (Jaap
van Eyck, 1999), De boekverfilming (Terstall, 1999), Jezus
is een Palestijn(Lodewijk Crijns, 1999), de
korte film Afrekenen (Marcel Visbeen, 2002), Lolamoviola: Landje (DanyaelSugawara, 2007), Sextet (Terstall,
2007), de korte film Wie helpt mij nu
nog? (Tim Klok, 2007), de OneNight Stand (NPS) Liefde,
dank je wel (Sugawara, 2008), de studentenfilm
(HKU) Summertime(top-billed; Léonie de Boer en Sia Hermanides,
2009), de tv-serie Floor Faber (Anne
de Clercq en Barbara Bredero, 2009), Als
je verliefd wordt (Hans Scheepmaker, 2012) en de tv-film Joey’s eerste gevecht (Dave Schram,
2012). Laatste grote hoofdrol in De
Nobelprijswinnaar (Timo Veltkamp, 2010). Getrouwd
met actrice Lies Visschedijk.
Nederlands filmdistributeur en
–producent, voluit Maria Hubertina Philomena van
der Linden. Richtte begin jaren 70 samen met Nicolaine
den Breejen het Feministisch FilmkollektiefCinemien op, dat aanvankelijk vanuit het Vrouwenhuis
aan de Amsterdamse Nieuwe Herengracht de tweede feministische golf van
relevante films op 16mm voorzag. Samen met Fugitive
Cinema. Cineclub en later Film International vormde Cinemien
de basis van het Vrije Circuit dat de zogeheten ‘filmhuizen’ (later ‘filmtheaters’) bediende en zo een
alternatief ging betekenen voor het exclusieve onderlinge handelsverkeer van de
leden van de Nederlandse Bioscoopbond, een tot dan toe monopolistisch kartel.
Van der Linden en Den Breejen bleven gezamenlijk
veertig jaar leiding geven aan Cinemien en
videodistributeur Homescreen, later ABC-Cinemien en ABC-Distribution: het langste continu bestaande
onafhankelijke filmdistributiebedrijf, dat pal bleef staan voor onversneden
kwaliteit en allengs eerder cinefiel dan feministisch genoemd kon worden.
Cinemien deed niet aan sandwichformules, aan pakketten of
films die niet zo goed waren, maar misschien wel geld in het laatje konden
brengen. Alleen doelgroepenfilms op het terrein van spiritualiteit, boeddhisme
of mindfulness dienden incidenteel als een
aanvullende inkomstenbron. Ook na het opgaan in de opvolger van de
Bioscoopbond, de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie (NFC), het
verdwijnen van de scheidslijnen tussen bioscoop en ‘filmtheater’ en het verlies
van een structurele rijkssubsidie voor het uitbrengen van artistiek waardevolle
films, bleven Van der Linden en Den Breejen hun oude
idealen trouw. In hun gelijkwaardige, hechte samenwerking was Van der Linden intern
de bijna charismatische leider van de organisatie, terwijl Den Breejen vooral het gezicht naar buiten vormde.
ABC
exploiteerde een arthousebioscoop in Antwerpen, maar
de droom van een eigen filmtheater in Amsterdam, het zogeheten Cineship, werd nooit realiteit. Cinemien
was ook loyaal aan een aantal filmauteurs, die ze in meerdere of mindere mate
in Nederland introduceerden, zoals Michael Haneke, Jane Campion, Sally Potter, Helke Sander, Márta Mészáros
en vele andere al dan niet vrouwelijke
regisseurs.
Af en toe trad Van der Linden onder de naam DD Filmprodukties
of The Film Company op als (co)producent van films, zoals de documentaire over
vrouwenarbeid in de Derde Wereld Het
kortste eind/The Wrong End of the Rope(Carla Risseeuw, AmaraAmerasinghe, 1985),
het
docudrama over seksueel misbruik Gezocht:
lieve vader en moeder (Sarah Marijnissen en AgnaRudolph, 1987), de korte kleianimaties Schoon genoeg (Ellen Meske, 1988), het
documentaire tweeluik over vrouwen op de Antillen Een ongeschreven geschiedenis (JeanneWikler, 1988), de Indiase speelfilm Wara mendel/Dance of the Wind (RajanKhosa, 1997) en de Turks-Duitse speelfilm Güneseyolculuk/Journeyto the Sun (YesimUstaoglu, 1999).