98, Parijs, 7 maart, natuurlijke dood
Oorspronkelijk Belgisch (toneel)schrijver
en scenarist, pseudoniem van Louis Carette. Verkreeg
in 1960 de Franse nationaliteit, na in zijn geboorteland te zijn veroordeeld
wegens (rexistische) collaboratie met de Duitse
bezetter. Trad in 1975 toe tot de Académie Française.
Zijn bekendste toneelstuk, L’oeuf, werd twee
keer verfilmd: voor de bioscoop met Guy Bedos in de
hoofdrol (Jean Herman, 1973) en voor televisie met Michel Duchaussoy
(Yves-André Hubert, 1980). Op de planken was het ook een hit in Nederland als Het ei (Nederlandse Comedie;
1968), met Guus Oster. Andere verfilmde werken waren de
roman Trois de perdues als
het Deense Tre piger i Paris (Gabriel
Axel, 1963), het toneelstuk La bonne soupe (met Annie Girardot; Robert Thomas, 1964), de roman Creezy als La
race des ‘seigneurs’ (met Alain Delon; Pierre Granier-Deferre, 1974) en het met de Prix Goncourt bekroonde Le
corps de mon ennemi (met
Jean-Paul Belmondo; Henri Verneuil,
1976). Zelf schreef Marceau dialogen voor I tre ladri (met Totò; Lionello de Felice, 1955) en
scenario’s voor La française
et l’amour (episode L’enfance, Henri Decoin, 1960), Une blonde comme ça (naar James Hadley Chase;
Jean Jabely, 1962) en Les sept péchés capitaux/De
zeven hoofdzonden (episoden van Claude Chabrol en
Roger Vadim, 1962). Jurylid in Cannes (1970). Getrouwd
met actrice Bianca della Corte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten