99, Los Angeles, 1
januari, natuurlijke dood
Amerikaans
actrice. Kreeg een Oscarnominatie voor de rol van een Afro-Amerikaanse
huishoudster met een licht gekleurde dochter in de tweede verfilming van Imitation of Life (Douglas Sirk, 1959).
Kreeg naarmate de burgerrechtenbeweging terrein won in de loop van de jaren 60
en 70 minder stereotiepe rollen. Begonnen als 'chorus girl' in revues. Vanaf 1939 figurant en in andere filmrollen
zonder credit., zoals Cabin in the Sky (Vincente
Minnelli, 1943), Pinky (Elia Kazan,
1949) en Tarzan’s Peril/Tarzan in gevaar (Byron
Haskin, 1951). Officieel debuut in Affair in Trinidad (Vincent Sherman,
1952). Daarna onder meer Witness to
Murder (Roy Rowland, 1954), Women’s
Prison (Lewis Seiler, 1955), Ransom! (Alex
Segal, 1956), The Girl Can’t Help It (Frank
Tashlin, 1956), Tammy Tell Me True (Harry
Keller, 1961), Walk on the Wild Side (Edward
Dmytryk, 1962), Papa’s Delicate Condition
(George Marshall, 1963), The Singing
Nun (Henry Koster, 1966), Rosie! (David
Lowell Rich, 1967), Uptight (Jules
Dassin, 1968), Skin Game (Paul
Bogart, 1971), The Mack (Michael
Campus, 1973), Fox Style (Clyde
Houston, 1973), Thomasine & Bushrod (Gordon
Parks Jr., 1974), The Zebra Killer (William
Girdler, 1974), Abby (Girdler, 1974),
Paternity (David Steinberg, 1981), O’Hara’s Wife (William Bartman, 1982), Two Moon Junction (Zalman King, 1988) en
The Kid (Jon Turteltaub, 2000).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten