05 oktober 2013

Carlo Lizzani


91, Rome, 5 oktober, van balkon gesprongen

Italiaans acteur, regisseur, scenarioschrijver, producent, filmcriticus en festivaldirecteur. Uit het neorealisme voortgekomen filmer, die altijd politiek engagement paarde aan de doelstelling een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Hij speelde rolletjes in Il sole sorge ancora (Aldo Vergano, 1946) en Caccia tragica (Giuseppe De Santis, 1947) en deelde met De Santis een Oscarnominatie voor het scenario van de internationale hit Riso amaro/Bittere rijst (De Santis, 1949). In het verzet sloot student Lizzani zich aan bij de communistische partij, die hij na de Hongaarse opstand (1956) verliet, maar met het aantreden van de eurocommunistische leider Enrico Berlinguer in 1972 weer omarmde. Maakte documentaires over de eerdere leider Palmiro Togliatti en het destijds voor westerse regisseurs nauwelijks toegankelijke China, La muraglia cinese/De Chinese Muur (1958).  Won voor zijn speelfilmdebuut, de partizanenfilm Achtung! Banditi! (met Gina Lollobrigida; 1951) meteen de hoofdprijs in Karlovy Vary. Daarna onder meer L’amore che si paga in de episodenfilm L’amore in città (1953), de verfilming van Vasco Pratolini’s roman Cronache di poveri amanti (competitie Cannes; 1954), Lo svitato (geschreven door en met een hoofdrol van Dario Fo; 1956),
Esterina (competitie Venetië; 1959), de internationale hit Il gobbo/The Hunchback of Rome (1960), Il carabiniere a cavallo (1961), L’oro di Roma (1961), Il processo di Verona (met Silvana Mangano als de dochter van Mussolini; 1963), La vita agra (1964), een segment van het internationale spionagedrieluik The Dirty Game (1965), het gedeeltelijk in Amsterdam opgenomen Svegliati e uccidi (1966), de westerns Un fiume di dollari/The Hills Run Red/Het bloedspoor in de heuvels (als Lee W. Beaver, 1966) en Requiescant (1967), Banditi a Milano (competitie Berlijn; 1968), het segment L’indifferenza in Amore e rabbia (1969),
Barbagia/The Tough and the Mighty (over banditisme in Sardinië, met Terence Hill; 1969), Roma bene (1971), Torino nera (1972), de Amerikaanse maffiafilm Crazy Joe (1974), Mussolini ultimo atto/Last Days of Mussolini (met Rod Steiger in de titelrol; 1974), Fontamara (1980), La casa del tappeto giallo (1983), Mamma Ebe (competitie Venetië; 1985), Caro Gorbaciov (competitie Venetië; 1988), Cattiva (1991), Celluloide (over de totstandkoming in 1945 van Roberto Rossellini’s Roma città aperta; 1996), Hotel Meina (2007) en de documentaires Luchino Visconti (1999), Roberto Rossellini, frammenti e battute (2000), Giuseppe De Santis (2008) en Il mio novecento/Mijn twintigste eeuw (2010). Die laatste titel verwijst naar Lizzani’s autobiografie Il mio lungo viaggio nel secolo breve/Mijn lange reis in de korte eeuw (2007). In een moeilijke periode (1979-83), na een decennium van non-existentie ten gevolge van de opstand van 1968, nam Lizzani de leiding op zich van het festival van Venetië, dat hij met kalme diplomatie en cinefiel elan weer op de kaart wist te zetten. Zijn dood werd vergeleken met die van Mario Monicelli in 2010: euthanasie door defenestratie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten