29 april 2012

Joel Goldsmith

54, Hidden Hills CA, 29 april, kanker

 

Amerikaans film- en televisiecomponist. De grootste bekendheid kreeg de score die hij schreef met zijn vader, de legendarische Jerry Goldsmith (1929-2004), voor Star Trek: First Contact (Jonathan Frakes, 1996), eigenlijk slechts ‘aanvullende muziek’. Schreef vooral muziek voor televisie, enkele films, hoofdzakelijk in de onderste regionen van de onafhankelijke productie: Auditions (Harry Hurwitz, 1978), Olivia (Ulli Lommel, 1983), The Man with Two Brains (Carl Reiner, 1983), Hollywood Hot Tubs (Chuck Vincent, 1984), Watchers (Jon Hess, 1988), Moon 44 (Roland Emmerich, 1990), Maniac Cop 3: Badge of Silence (William Lustig, 1993), Joshua Tree (met Dolph Lundgren; Vic Armstrong, 1993), Man’s Best Friend (John Lafia, 1993),  Shiloh (Dale Rosenbloom, 1996), Kull the Conqueror (John Nicolella, 1997) en Shadow of Doubt (Randal Kleiser, 1998).

28 april 2012

Patricia Medina

92, Los Angeles, 28 april, natuurlijke dood

 

Oorspronkelijk Engels actrice. Geboren in Liverpool als dochter van een Spaanse advocaat en een Engelse moeder, werd Medina zowel in de Britse cinema als in Hollywood vooral gecast in mediterrane of Latijns-Amerikaanse rollen. Vooral bekend als de nachtclubdanseres die miljardair met geheugenverlies Orson Welles wil verleiden in Mr. Arkadin/Confidential Report (Welles, 1955). Debuteerde in de Elstree-studio’s, als figurant in Dinner at the Ritz (Harold D. Schuster, 1937) en met een kleine rol in Mr. Satan (Arthur B. Woods, 1938). Aanvankelijk vooral bekend door haar voluptueuze schoonheid, in titels als Double or Quits (Roy William Neill, 1938), The Day Will Dawn (Harold French, 1942), The First of the Few/Een van de weinigen (Leslie Howard, 1942), They Met in the Dark (Carl Lamac, 1943), Hotel Reserve (Lance Comfort, Max Greene en Victor Hanbury, 1944), Don’t Take It to Heart (tegenover haar eerste echtgenoot Richard Greene; Jeffrey Dell, 1944),

Kiss the Bride Goodbye (top-billed; Paul L. Stein, 1945) en Waltz Time (Stein, 1945). Volgde Greene naar Amerika en debuteerde daar voor MGM in The Secret Heart (Robert Z. Leonard, 1946). Gevarieerde rollen in studiofilms als Moss Rose (Gregory Ratoff, 1947), The Foxes of Harrow (John M. Stahl, 1947),The Three Musketeers (George Sidney, 1948), The Fighting O’Flynn (Arthur Pierson, 1949), top-billed in het Engelse Children of Chance (Luigi Zampa, 1949), tegenover Donald O’Connor en een sprekende muilezel in de hit Francis (Arthur Lubin, 1950), vier keer tegenover Louis Hayward, in Fortunes of Captain Blood (Gordon Douglas, 1950), The Lady and the Bandit (Ralph Murphy, 1951), Lady in the Iron Mask (Murphy, 1952) en Captain Pirate (Murphy, 1952),

maar ook in Abbott and Costello in the Foreign Legion (Charles Lamont, 1950), The Jackpot (Walter Lang, 1950), Valentino (Lewis Allen, 1951), The Magic Carpet (Lew Landers, 1951), Aladdin and his Lamp (Landers, 1952), Desperate Search (Joseph H. Lewis, 1952), Botany Bay (John Farrow, 1953), Siren of Bagdad (Richard Quine, 1953), Sangareee (Edward Ludwig, 1953), Plunder of the Sun (Farrow, 1953), Phantom of the Rue Morgue/Moord in de Rue Morgue (Roy Del Ruth, 1954), Drums of Tahiti (William Castle, 1954), The Black Knight (Tay Garnett, 1954), Pirates of Tripoli (Felix E. Feist, 1955), Duel on the Mississippi (Castle, 1955), top-billed in Il mantello rosso (Giuseppe Maria Scotese, 1955), Uranium Boom (Castle, 1956), Stranger at My Door (William Witney, 1956), The Beast of Hollow Mountain (Edward Nassour en Ismael Rodríquez, 1956), Miami Expose (Fred F. Sears, 1956), top-billed in The Buckskin Lady (Carl K. Hittleman, 1957), het Britse Battle of the V-1 (Vernon Sewell, 1958), Count Your Blessings (Jean Negulesco, 1959), Snow White and the Three Stooges (Lang, 1961), The Killing of Sister George (Robert Aldrich, 1968), Latitude Zero/Ido zero daisakusen (Ishiro Honda, 1969) en Timber Tramps (Garnett, 1975). Publiceerde haar memoires onder de titel Laid Back in Hollywood (1998). Gescheiden van Greene, weduwe van Welles’ vaste acteur Joseph Cotten.

27 april 2012

David Weiss

65, Zürich, 27 april, doodsoorzaak onbekend

 

Zwitsers kunstenaar. Werkte vanaf 1979 samen met Peter Fischli aan installaties en films. Verreweg de bekendste was Der Lauf der Dinge (1987), een film van een half uur die een kettingreactie vastlegt van schijnbaar leven ingeblazen objecten. Het werk is duidelijk schatplichtig aan Marcel Duchamp, Jean Tinguely en de legendarische tentoonstelling Bewogen beweging in het Amsterdamse Stedelijk Museum (1961). Tot het overige werk van Fischli en Weiss behoren de films Der geringste Widerstand (1981), Der rechte Weg (1983), Kanalvideo (1992), Büsi (2001) en Hunde (2003).

24 april 2012

Amos Vogel

91, New York, 24 april, natuurlijke dood

 

Amerikaans festival- en filmhuisprogrammeur en auteur, in Oostenrijk geboren als Amos Vogelbaum. Schreef in 1974 het invloedrijke boek Film as a Subversive Art, in het Nederlands vertaald als Film als taboebreker. Het boek was ook de basis voor een gelijknamige documentaire (Paul Cronin, 2003). De uitputtende verkenning van breekijzerfilms in de altijd gespannen relatie tot goede smaak en dito zeden vormde een uitvloeisel van Vogels activiteiten als oprichter en programmeur van het grensverleggende theater ‘Film 16’  (1947-63), dat in besloten voorstellingen ook verboden en gecensureerde titels vertoonde. Vogel was ook samen met Richard Roud in 1963 oprichter van het New York Filmfestival en programmeerde daar tot 1968. Vluchtte in 1938 voor de nazi’s en verkoos om politieke redenen af te zien van de beoogde doorreis naar Israël. Was ook te zien in de documentaires Invocation: Maya Deren (Jo Ann Kaplan, 1987), Im Spiegel der Maya Deren/In the Mirror of Maya Deren (Marina Kudlácek, 2002). Werkte bij het programmeren vaak samen met zijn vrouw, Marcia Vogler.

Wim Hoddes

93, Hilversum, 24 april, ouderdom

 

Nederlands acteur, voluit Willem Christiaan Hoddes. Vooral op televisie en toneel, misschien het bekendst door zijn rol van kolonel Pickering in de Nederlandse opvoering van My Fair Lady (1963). Ook enkele kleine filmrollen, in Turks fruit (Paul Verhoeven, 1973) en De ratelrat (Wim Verstappen, 1987).

21 april 2012

Charles Higham

81, Los Angeles, 21 april, hartaanval

 

Engels-Australisch dichter, criticus en schrijver van biografische boeken. Portretteerde onder meer Lucille Ball, Katharine Hepburn, Bette Davis, Ava Gardner, Olivia De Havilland en haar zuster Joan Fontaine, Flo Ziegfeld, Cecil B. DeMille, Cary Grant, Marlene Dietrich en Howard Hughes. De biografie van laatstgenoemde zou John Logans scenario voor The Aviator (Martin Scorsese, 2004) hebben beïnvloed. De meeste aandacht kreeg Errol Flynn: The Untold Story (1980), waarin de ster beschuldigd werd van spionage voor nazi-Duitsland. De aanklacht werd echter nooit overtuigend bewezen. Zoon van reclamemagnaat en Kamerlid Sir Charles Higham (1876-1938), emigreerde in 1954 naar Australië, waar hij literaire en filmkritieken begon te schrijven. Vanaf 1969 in Amerika, onder meer als Hollywood-correspondent van de New York Times. De meeste van zijn biografische boeken waren controversieel. Zo was Peter Bogdanovich woedend over de vele fouten en insinuaties in The Films of Orson Welles (1970). Niet te verwarren met de gelijknamige Nieuw-Zeelandse antropoloog en biograaf.

20 april 2012

Peter Carsten

82, Lucija Piran, Slovenië, 20 april, doodsoorzaak onbekend

 

Duits filmacteur, pseudoniem van Günther Ramsenthaler. Woonde vanaf 1970 in Joegoslavië/Slovenië. Speelde talloze filmrollen, kreeg eerste bekendheid door de rol van nazicommandant Kowalski in de verfilming van Hans Hellmut Kirsts oorlogstrilogie 8/15 (Paul May, 1954-55). Officieel debuut in Der unsterbliche Lump (Arhtur Maria Rabenalt, 1953). Voorts onder veel meer …wie einst Lili Marleen (Paul Verhoeven, 1956), Nina (Rudolf Jugert, 1956), tegenover Marcello Mastroianni in La ragazza della salina (Frantisek Cáp, 1957), Nachts, wenn der Teufel kam (Robert Siodmak, 1957), tegenover Yves Montand en Alida Valli in La grande strada azzurra (Gillo Pontecorvo en Maleno Malenotti, 1957), tegenover Romy Schneider in Scampolo (Alfred Weidenmann, 1958), Peter Voss, der Millionendieb/Peter Voss, der Held der Tag (Wolfgang Becker, 1958), Hunde, wollt ihr ewig leben? (Frank Wisbar, 1959), de Schlagerfilm Freddy, die Gitarre und das Meer (Wolfgang Schleif, 1959), Freddy und die Melodie der Nacht (Schleif, 1960), Kriminaltango (Géza von Cziffra, 1960) en Wenn du bei mir bist (Franz Josef Gottlieb, 1970), As the Sea Rages/Raubfischer in Hellas (Horst Hächler, 1959), Drillinge an Bord (Hans Müller, 1959), Sotto dieci bandiere/Under Ten Flags (Duilio Coletti, 1960), Wenn die Heide blüht (Hans Deppe, 1960), Fabrik der Offiziere (Wisbar, 1960), Es muß nicht immer Kaviar sein (Géza von Radványi, 1961), de Edgar Wallace-film Das Geheimnis der schwarzen Koffer (Werner Klingler, 1962), Marcia o crepa/Commando/Marschier und krepier (Wisbar, 1962), A Study in Terror (James Hill, 1965), Tendre voyou (Jean Becker, 1966), The Quiller Memorandum (Michael Anderson, 1966), The Vengeance of Fu Manchu (Jeremy Summers, 1967), Due once di piombo/My Name Is Pecos (Maurizio Lucidi, 1967), Heubodengeflüster (top-billed; Rolf Olsen, 1967), The Mercenaries/Dark of the Sun (Jack Cardiff, 1968),

Hannibal Brooks (Michael Winner, 1969), Die nackte Bovary (Hans Schott-Schöbinger, 1969), tegenover Klaus Kinski in E Dio disse a Caino (Antonio Margheriti, 1970), Zeppelin (Etienne Périer, 1971), Nella stretta morsa del ragno/Dracula in the Castle of Blood (Margheriti, 1971), Vrhovi Zelengore/The Peaks of Zelengore (Zdravko Velimirovic, 1976), The Squeeze/Controrapina (Margheriti, 1978), Variola vera (Goran Markovic, 1982) enTwilight Time (Goran Paskaljevic, 1982).

19 april 2012

Levon Helm

71, New York, 19 april, keelkanker

 

Amerikaans drummer, zanger, gitarist en filmacteur, eigenlijk Mark Lavon Helm. Origineel lid van de legendarische rockgroep The Band, die vanaf 1965 Bob Dylan begeleidde, en daarna zelfstandig naam maakte. Hun afscheidsconcert in San Francisco werd vastgelegd in de klassieke concertfilm The Last Waltz (Martin Scorsese, 1978).

Daarna speelde Helm een overtuigende dramatische rol als de vader van countryzangeres Loretta Lynn (Sissy Spacek) in de biografische speelfilm Coal Miner’s Daughter (Michael Apted, 1980). Vervolgens was Helm te zien (en te horen als verteller) in de verfilming van Tom Wolfes boek over de geschiedenis van de Amerikaanse ruimtevaart The Right Stuff (Philip Kaufman, 1983). Voorts onder meer tegenover Jane Fonda in de televisiefilm The Dollmaker (Daniel Petrie, 1984), de Canadese misdaadfilm Best Revenge (John Trent, 1984), Smooth Talk (Joyce Chopra, 1985), End of the Line (Jay Russell, 1987), Staying Together (ook songwriter en zanger; Lee Grant, 1989), Feeling Minnesota (Steven Baigelman, 1996), als dominee in de Steven Seagal-film Fire Down Below (Félix Enríquez Alcalá, 1997), als de oude man met radio in The Three Burials of Melquiades Estrada (Tommy Lee Jones, 2005), Shooter (Antoine Fuqua, 2007) en als generaal in In the Electric Mist (Bertrand Tavernier, 2009). Een van de vertolkers (met componist John Simon en technicus Peter Pilafian) van het thema van de film Last Summer (Frank Perry, 1969).

16 april 2012

Ageeth Scherphuis

79, Amsterdam, 16 april, na een lange ziekte

 

Nederlands journalist, omroepster en televisiemaker, eigenlijk Alberta Geertruida Scherphuis. Presenteerde een seizoen lang het VARA-programma Uitkijk (1983-84), dat onder redactie van Jan Paul Bresser de filmactualiteit volgde. Besteedde daarvoor ook al vaak aandacht aan filmonderwerpen in het NTS-programma Monitor (1966-68), dat zij presenteerde samen met Polygoon-stem Philip Bloemendal. Begon als secretaresse bij De Typhoon, Dagblad voor de Zaanstreek, omdat vrouwen geen redacteur mochten zijn, maar slaagde er toch in verslaggever te worden. In die hoedanigheid bezocht ze de audities die de AVRO in 1956 organiseerde voor de vervanging van de zwangere Mies Bouwman als omroepster. Scherphuis werd zelf uitgekozen door haar sterke persoonlijkheid en voortreffelijke dictie en zou het gezicht worden van de AVRO in de eerste televisiejaren. Ook speelde ze tegenover onder meer Piet Römer zichzelf in de door Mies Bouhuys geschreven kinderserie Varen is fijner dan je denkt (1958-60).

Maakte als journalist deel uit van de tweede feministische golf en was verantwoordelijk voor het invloedrijke NOS-televisieprogramma Ot…en hoe zit het nu met Sien? (1975-82). Daarna redacteur van het feministische blad Serpentine en van opinieweekblad Vrij Nederland (1982-98). Weduwe van marinevlieger Hans de Wolff, gescheiden van fotograaf Bert Sprenkeling, voormalig partner van journalist Joop van Tijn.

15 april 2012

John Forrest

80, Londen, ? april, natuurlijke dood

 

Oorspronkelijk Amerikaans acteur en goochelaar, pseudoniem van John Forsht. Kwam als kind met zijn Engelse moeder, een schilderes, naar haar geboorteland. Debuteerde op zijn vijftiende als acteur, in de rol van de jonge Herbert Pocket in de Dickens-verfilming Great Expectations (David Lean, 1946). Daarna onder meer in Bonnie Prince Charlie (Anthony Kimmins en Alexander Korda, 1948), The Guinea Pig (Roy Boulting, 1948), Adam and Evelyne (Harold French, 1949), The Franchise Affair (Lawrence Huntington, 1951), Tom Brown’s Schooldays (Gordon Parry, 1951), Gift Horse (Compton Bennett, 1952), Very Important Person (Ken Annakin, 1961), Decision at Midnight (Lewis Allen, 1963) en The Bawdy Adventures of Tom Jones (Cliff Owen, 1976). Trad als goochelaar veel op in Frankrijk, onder de naam John Klox.

Paul Bogart

92, Chapel Hill NC, 15 april, natuurlijke dood

 

Amerikaans televisie- en filmregisseur, geboren als Paul Bogoff. Veteraan van wat bekend staat als ‘the Golden Age of Live Television(de jaren vijftig), generatiegenoot van onder meer Sidney Lumet, John Frankenheimer en Sydney Pollack. Won vijf Emmy’s, voor afleveringen van de advocatenserie The Defenders (1965), CBS Playhouse (1968 en 1970), All in the Family (1978) en The Golden Girls (1986). Sommige van zijn films waren ook in de bioscoop te zien. De bekendste in Nederland werd de verfilming van Harvey Fiersteins melodrama in travestie Torch Song Trilogy (1988). Bioscoopdebuut met een versie van Tsjechovs Three Sisters (met Geraldine Page, Sandy Dennis en Kim Stanley; 1966). Overig werk voor het grote scherm onder meer Marlowe (met James Garner in de titelrol; 1969), Halls of Anger (met de bijna debuterende Jeff Bridges; 1970), de western Skin Game (1971), Cancel My Reservation (met Bob Hope; 1972), Class of ’44 (1973), Mr. Ricco (met Dean Martin; 1975) en Oh, God! You Devil (1984).

14 april 2012

Martin H. Poll

89, New York, 14 april, longontsteking en nierfalen

 

Amerikaans producent. Oscarnominatie beste film voor het kostuumdrama The Lion in Winter (Anthony Harvey, 1968). Heropende eind jaren 50 de Biograph-studio in New York, onder de naam Gold Medal. Liet zich benoemen tot filmcommissaris en blies de filmproductie buiten Hollywood zo nieuw leven in. Bekendste films: Love Is a Ball (David Swift, 1963), Sylvia (Gordon Douglas, 1965), The Appointment (Sidney Lumet, 1969), The Magic Garden of Stanley Sweetheart (met de debuterende Don Johnson; Leonard Horn, 1970),

The Possession of Joel Delaney (Waris Hussein, 1972), The Man Who Loved Cat Dancing (Richard C. Sarafian, 1973), Night Watch (met Elizabeth Taylor; Brian G. Hutton, 1973), Love and Death (Woody Allen, 1975), The Sailor Who Fell from Grace with the Sea (Lewis John Carlino, 1976), Somebody Killed Her Husband (Lamont Johnson, 1978), Nighthawks (met Rutger Hauer en Sylvester Stallone; Bruce Malmuth, 1981), Haunted Summer (Ivan Passer,1988), My Heroes Have Always Been Cowboys (Stuart Rosenberg,1991) en de tv-film Diana: Her True Story (Kevin Connor, 1993).

Jonathan Frid

87, Hamilton (Ontario), 14 april, natuurlijke dood

 

Canadees acteur, eigenlijk John Herbert Frid. Vooraanstaand theateracteur zou vooral bekend worden door slechts twee echte filmrollen, beide in het horrorgenre. House of Dark Shadows (Dan Curtis, 1970) was afgeleid van de tv-serie Dark Shadows (Curtis, 1967-71), waarin Frid ook al de hoofdrol speelde van vampier Barnabas Collins. In de binnenkort verwachte remake Dark Shadows (Tim Burton, 2012) is Johnny Depp Barnabas en zal Frid te zien zijn in een cameo, als gast op feest. De andere film was het debuut van Oliver Stone, Seizure (1974).

Ook speelde Frid tegenover Shelley Winters in de tv-film The Devil’s Daughter (Jeannot Szwarc, 1973).

William Finley

69, New York, 14 april, natuurlijke dood

 

Amerikaans acteur en singer-songwriter, vooral in films van Brian De Palma. Top-billed in de dubbelrol van Phantom of the Paradise (ook liedjes; 1974), maar ook in De Palma’s vroege korte film Woton’s Wake (1962). Ook onder regie van De Palma in Murder à la Mod (tevens titelsong; 1968), The Wedding Party (co-regie Wilford Leach en Cynthia Munroe, 1969), Dionysus (co-regie Richard Schechner, 1970), als de psychiater in Sisters (1973), The Fury (1978) en als privé detective in The Black Dahlia (2006). Ook speelde Finley in Eaten Alive (Tobe Hooper, 1977), Simon (Marshall Brickman, 1980), The Funhouse (Hooper, 1981), tegenover Chuck Norris in Silent Rage (Michael Miller, 1982) en Night Terrors (Hooper, 1995).

11 april 2012

Abdullah El Baoudi

25, Agadir, 11 april, longembolie

 

Nederlands-Marokkaans acteur. Volgde toneelopleiding in Maastricht, maar speelde al verschillende rollen in televisieseries en films. Had na een klein rolletje in de oorspronkelijke serie Dunya en Desie (Dana Nechushtan, 2004) een vaste rol als Hafid in de politieserie Van Speijk (Hanro Smitsman, 2006-07). Hoofdrol als bokser in de korte eindexamenfilm Color Me Bad (Hesdy Lonswijk, 2007). Ook in de serie Fok jou! (Smitsman, 2006), de korte studentenfilm over Mohammed B. Hemel boven Holland (Rolf van Eijk, 2007), de serie Moes (Rik Launspach en Karim Traïdia, 2008), de telefilm Hitte/Harara (Lodewijk Crijns, 2008), de korte film Het mysterie van de volle maan (Jeffrey DeVore, 2009), de jeugdfilm Lover of Loser (Dave Schram, 2009), de korte gangsterfilm Bling (Florian Vermeulen, 2011),

de tv-film De overloper/Flikken Maastricht (Pieter van Rijn, 2012) en als scooterjongen in Hemel (Sacha Polak, 2012). Regisseerde ook een clip als onderdeel van Hitte/Harara.

10 april 2012

Maria Pia Casilio

76, Rome, 10 april, natuurlijke dood

 

Italiaans filmactrice. Geboren in de Abruzzen. Werd als 16-jarig niet-professioneel actrice door Vittorio de Sica uitgekozen voor de vrouwelijke hoofdrol van het zwangere dienstmeisje Maria in de neorealistische klassieker Umberto D. (1952). Daarna een tijdje veelgevraagd actrice, vooral in komedies en melodrama’s, onder meer in Siamo tutti inquilini (Mario Mattoli, 1953), Il viale della speranza (Dino Risi, 1953), La valigia dei sogni (Luigi Comencini, 1953), Thérèse Raquin (Marcel Carné, 1953), Pane, amore e fantasia (Comencini, 1953), top-billed in Due soldi di felicità (Roberto Amoroso, 1954), Donne proibite/Verboden vrouwen (Giuseppe Amato, 1954), Amori di mezzo secolo (episode van Pietro Germi, 1954), Carosello napoletano (Ettore Giannini, 1954), L’air de Paris (Carné, 1954), Appassionatamente (Giacomo Gentilomo, 1954), tegenover Totò in Il medico dei pazzi (Mattoli, 1954), Pane, amore e gelosia (Comencini, 1954), tegenover Alberto Sordi in Un americano a Roma (Steno, 1954),

Racconti romani (Gianni Francioloini, 1955), I pappagalli (Bruno Paolinelli, 1955), Totò, Peppino e… i fuorilegge (Camilo Mastrocinque, 1956), Pezzo, capopezzo e capitano/Kanonen-Serenade (Wolfgang Staudte, 1958), Mogli pericolose (Comencini, 1958), Il giudizio universale (De Sica, 1961), Lo chiameremo Andrea (De Sica, 1972), Noi uomini duri (Maurizio Ponzi, 1987) en de klucht Tre uomini e una gamba (Aldo, Giacomo, Giovanni en Massimo Venier, 1997). Weduwe van acteur Giuseppe Rinaldi, moeder van actrice Francesca Rinaldi

04 april 2012

Claude Miller

70, Parijs, 4 april, na een lange ziekte

Frans regisseur, scenarioschrijver, producent, productieleider en filmbestuurder. Na regieopleiding aan de IDHEC (eindexamen 1963) assistent bij klassieke films als Au hasard Balthasar (Robert Bresson, 1966), Les demoiselles de Rochefort (Jacques Demy, 1967) en Weekend (Jean-Luc Godard, 1967). Daarna tussen 1969 (La sirène du Mississippi) tot 1975 (L’histoire d’Adèle H.) productieleider bij zeven films van François Truffaut. Speelde ook een rolletje in diens L’enfant sauvage (1970). Na de dood van Truffaut in 1984 zou Miller zijn zesde film La petite voleuse (1988) baseren op een origineel script van zijn leermeester.

Maar de filmcarrière van Miller staat niet uitsluitend in het teken van een hommage aan Truffaut; de talrijke psychologische thrillers kun je net zo goed in verband brengen met het werk van Claude Chabrol. Dat blijkt vooral in het voor een groot deel in een verhoorkamer gesitueerde Garde à vue (1981). De César die Miller samen met Jean Herman en Michel Audiard won voor het scenario was de enige van zestien nominaties die hij wist te verzilveren. Wel won hij de Prix Louis Delluc voor L’effrontée (1985), waarin de 14-jarige Charlotte Gainsbourg overrompelend debuteerde, de juryprijs (in feite een derde prijs) in Cannes voor La classe de neige (ex aequo met Festen; 1998)

en de FIPRESCI-prijs in Berlijn voor de tv-film La chambre des magiciennes (2001). Regiedebuut in 1976 met de morbide vakantiekoloniefilm La meilleure façon de marcher (1976) werd gevolgd door de flop Dites-lui que je l’aime (met Gérard Depardieu en Miou-Miou; 1977). Gedesillusioneerd trok Miller zich terug en maakte vier jaar lang alleen commercials, tot hij zich revancheerde met Garde à vue, dat twintig jaar later ook een Hollywood-remake zou krijgen, als Under Suspicion (Stephen Hopkins, 2000). Daarna regisseerde hij onder meer Mortelle randonnée (1983), het oorlogsdrama L’accompagnatrice (met vader en dochter Richard en Romane Bohringer; 1992), de flop Le sourire (1994), Betty Fisher et autres histoires (2001), La petite Lili (naar Tsjechovs De meeuw; 2003) en het semi-autobiografische Un secret (2007), zijn laatste in de Nederlandse bioscoop uitgebrachte film. Sindsdien voltooide hij de documentaire Marching Band (tegen de achtergrond van Obama’s verkiezing; 2009),

Je suis heureux que ma mère soit vivante (samen met zijn zoon Nathan Miller; 2009), het voornamelijk in Canada opgenomen Voyez comme ils dansent (2011) en de postuum uit te brengen remake van Thérèse Desqueyroux (met Audrey Tautou; 2012), naar een roman van François Mauriac die precies een halve eeuw eerder verfilmd werd met Emmanuelle Riva in de titelrol (Georges Franju, 1962). Miller schreef nagenoeg al zijn eigen films, alsmede La tortue sur le dos (Luc Béraud, 1978) en Plein sud (Béraud, 1982), in welke beide films hij ook als acteur te zien was. Speelde verder gastrollen in 2 ou 3 choses que je sais d’elle (Godard, 1967) en Un ami parfait (Francis Girod, 2006). Jurylid in Cannes (2002) en voorzitter van de filmschool La Fémis en de internationale arthouse-organisatie Europa Cinémas. Zijn vrouw Annie Miller stond hem terzijde als producent en soms coscenarist.

01 april 2012

Jamaa Fanaka

69, Los Angeles, 1 april, natuurlijke dood

Afro-Amerikaans filmmaker, pseudoniem van Walter Gordon. Vestigde zijn reputatie met een onafhankelijke en rebelse film, Penitentiary (1979), over een bokser in de gevangenis. Opvallend was de expliciete aandacht voor homo’s en transseksuelen, ook in de gevangenis. Er volgden een Penitentiary II (1982) en Penitentiary III (1987), ook beide met Leon Isaac Kennedy in de hoofdrol. Fanaka speelde zelf de hoofdrol in zijn studentenfilm aan de UCLA, A Day in the Life of Willie Faust, or Death on the Installment Plan (1972). Eerste lange film: de horrorproductie Welcome Home Brother Charles (1975),

gevolgd door Emma Mae (1976). Laatste film: Street Wars (1992). Fanaka schreef en produceerde alle door hem geregisseerde films. Werd uit de Directors Guild of America (DGA) gegooid, naar eigen zeggen wegens zijn klachten over te weinig inspanning om vrouwen en minderheden aan regiewerk te helpen.