22 juni 2015

Laura Antonelli


73, Ladispoli (Rome), 22 juni, hartaanval

In het huidige Kroatië (destijds Italiaans Istrië) geboren Italiaans filmactrice, eigenlijk Laura Antonaz. Ex-partner van Jean-Paul Belmondo. Werd bekend door een reeks erotische komedies, waarvan Malizia (Salvatore Samperi, 1973) de bekendste was. Ze speelde daarin een huishoudster die met een weduwnaar trouwt en de seksuele opvoeding van diens stiefzonen ter hand neemt.  Maar Antonelli, een uitzonderlijke schoonheid, speelde ook in enkele arthouse-successen, zoals L’innocente (Luchino Visconti, 1976) en Passione d’amore (Ettore Scola, 1981).
Als plompe puber was Laura door haar ouders gedwongen te turnen om enige gratie te verkrijgen. Ze bleek te excelleren in ritmische gymnastiek en werd lerares lichamelijke opvoeding en wiskunde aan een middelbare school, met opzet in Rome omdat ze ook geïnteresseerd was in een carrière als fotomodel.  Na enkele reclames voor Coca-Cola en een optreden in een tv-show maakte ze een onopvallend filmdebuut in Le sedicenni (Luigi Petrini, 1965). Daarna volgden films als Le spie vengono dal semifreddo/Dr. Goldfoot and the Girl Bombs (Mario Bava, 1966), Scusi, lei è favorevole o contrario? (Alberto Sordi, 1966) en La rivoluzione sessuale (Riccardo Ghione, 1968). De eerste top-billing was in Venere in pelliccia/Venus in Furs (Massimo Dallamano, 1969), die wegens censuurproblemen echter pas in 1975 (en in Nederland in 1973) zwaar verminkt kon worden uitgebracht als Le malizie di Venere/The Devil in the Flesh/Venus in bont. Vervolgens in de western A Man Called Sledge (Vic Morrow, 1970), Bali/Incontro d’amore (Paolo Heusch en Ugo Liberatore, 1970),
Gradiva (top-billed; Giorgio Albertazzi, 1970), tegenover Belmondo in Les mariés de l’an II (Jean-Paul Rappeneau, 1971), Sans mobile apparent (Philippe Labro, 1971), Il merlo maschio/The Naked Cello/Mijn vrouw is een sexviool (Pasquale Festa Campanile, 1971), Nonostante le apparenze… e purchè la nazione non lo sappia… all’Onorevole piacciono le donne/The Eroticist (Lucio Fulci, 1972), Docteur Popaul (tegenover Belmondo; Claude Chabrol, 1972), een reeks sketches tegenover Giancarlo Giannini onder de titel Sessomatto (Dino Risi, 1973), Peccato veniale (top-billed; Samperi, 1974), Simona (top-billed; Patrick Longchamps, 1974), Mio Dio, come sono caduta in basso! (top-billed; Luigi Comencini, 1974), Divina creatura/The Divine Nymph (top-billed tegenover Terence Stamp; Giuseppe Patroni Griffi, 1975), Mogliamante (top-billed tegenover Marcello Mastroianni; Marco Vicario, 1977),
Gran bollito (Mauro Bolognini, 1977), Letti selvaggi (Luigi Zampa, 1979), Il malato immaginario (tegenover Sordi; Tonino Cervi, 1979), Mi faccio la barca (top-billed; Sergio Corbucci, 1980), Il turno (Cervi, 1981), Casta e pura (top-billed; Samperi, 1981), Sesso e volentieri (Risi, 1982), Viuuulentemente mia (top-billed; Carlo Vanzina, 1982), Porca vacca (Festa Campanile, 1982), Tranches de vie (top-billed; François Leterrier, 1985), La gabbia (top-billed; Patroni Griffi, 1985), La venexiana (top-billed; Bolognini, 1986), Grandi magazzini (Castellano & Pipolo, 1986), Rimini Rimini (Corbucci, 1987), Roba da ricchi (Corbucci, 1987), L’avaro/De vrek (tegenover Sordi; Cervi, 1990) en Malizia 2000 (top-billed; Samperi, 1991). In 1991 werd cocaïne aangetroffen in Antonelli’s huis; ze werd veroordeeld wegens bezit en handel. Hoewel ze vijftien jaar later in hoger beroep van alle aanklachten werd vrijgesproken, was haar filmcarrière inmiddels voorbij, mede naar aanleiding van een mislukte cosmetische operatie van haar gezicht.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten