75, Haarlem, 3 maart,
plotseling
Nederlands cameraman. Een van de eerste afgestudeerden aan
de Nederlandse Film Academie die vooral school zou maken met zijn werk voor
televisieproducties. Hij liet zich overhalen door AVRO-regisseur Roelof Kiers,
die in Amerika op bezoek was geweest bij direct
cinema-pionier Richard Leacock, om een Eclair lichtgewicht 16mm-camera te
kopen. Samen maakten ze voor de AVRO een van de schouder gedraaide reeks
documentaire portretten van markante Nederlanders, die beschouwd worden als de
start van de Nederlandse direct cinema: Cornelis
Verolme, scheepsbouwer (1967), H.
Koekoek (1966) en W.J. Geertsema (1967).
Van Hensbergen vertelt over deze samenwerking in het documentaire portret dat
Cherry Duyns na de dood van zijn vriend en collega Kiers maakte: De maker (1994). Nadat Kiers en
KRO-regisseur Hans Keller in 1969 naar de VPRO waren overgestapt, waar Jan
Blokker een nieuwe wind liet waaien, ging Van Hensbergen ook mee. Hij draaide
onder meer tv-documentaires als Er gaat iedere dag een boot (Keller,
1969), Overal zijn indianen (over
België als het Wilde Westen; Keller. 1970), Twee
weken in een ander stadje (Keller, 1971) en Anthony Imperiale (Keller, 1971).
Na de uiterst geraffineerde
fakedocumentaire
Identity (Jan
Vrijman, 1971) vroeg Pieter Verhoeff Van Hensbergen voor zijn VPRO-mockumentary
Rudy Schokker huilt niet meer (1972), Ze draaiden het procedé om in
In het voetspoor van Athanasius Kircher (Verhoeff
en Anton Haakman, 1974), een non-fictiefilm die om verwarring te wekken expres
gedraaid en
gedecoupeerd was als een
speelfilm. Ook werkte Van Hensbergen meer aan het eerste seizoen van het
legendarische VPRO-magazine
Het gat van
Nederland (1972-73), een aflevering van de minder succesvolle opvolger
Zorgvliedt (
Citaten uit het calvinisme, Theo Uittenbogaard, 1974) en de
gedramatiseerde tv-documentaires
De
bewakers (Verhoeff, 1977) en
De
strijd om de stad (Verhoeff, 1978). Naast zijn baanbrekende televisiewerk
draaide Van Hensbergen ook een uiterst breed scala aan filmproducties. Hij
stond mede aan de wieg van Scorpio Filmproducties, waarvoor hij de korte films
Jongens, jongens, wat een meid (samen
met Gerard van den Berg; Pim de la Parra, 1965) en
Heart Beat Fresco (De la Parra, 1966) draaide, alsmede de lange
film
Liefdesbekentenissen (Wim
Verstappen, 1967). Ook was hij ‘second unit operator’ bij Scorpio’s grootste
hit,
Blue Movie (Verstappen, 1971).
Zijn eerste lange speelfilm was
De
verloedering van de Swieps (Erik Terpstra, 1967). Vervolgens
verantwoordelijk voor het camerawerk van onder meer de festivaldocumentaire
over Kralingen
Stamping Ground (als
een van de 9 cameralieden; Hans Jürgen Pohland en George Sluizer, 1970), de
korte documentaire
De snelheid 40/70 (Johan
van der Keuken, 1970), de korte documentaire over choreograaf Rudi van Dantzig
The Making of a Ballet (Vrijman, 1972),
De 5 van de 4 daagse (René van Nie,
1974), de korte films
Grote Klaas en
kleine Klaas (Verhoeff, 1974) en
Meisje
van 13 (Vrijman, 1974),
Kind van de zon (Van Nie, 1975),
de
lange documentaire
Circusmensen (Vrijman,
1975),
It’s Me (Frans Zwartjes,
1976), de Werkteater-productie
Toestanden
(Thijs Chanowski, 1976), drie afleveringen van de tv-rubriek
Beeldspraak van regisseur Kees Hin (
Jan Roeland en de tafel, Armando en het
gevecht en
Marga Minco en de vragen,
1976-77),
Doodzonde (Van Nie, 1978),
De Mantel der Liefde (Adriaan Ditvoorst,
1978),
Twee vrouwen/Twice a Woman (Sluizer,
1979), de tv-film
Voorbij, voorbij (Paul
Verhoeven, 1979),
Het teken van het beest
(Verhoeff, 1980), de korte documentaires
Mondriaan in New York (Piet Hoenderdos, 1980) en
Five Scenes in New York (Hoenderdos,
1982),
het André van Duin-vehikel
Ik ben
Joep Meloen (Guus Verstraete jr., 1981),
Sabine (Van Nie, 1982), de korte experimentele fictiefilm
De afstand tot dichterbij (Barbara
Meter, 1982), nog een viertal
Beeldspraak-afleveringen
(HIn, 1983),
Soldaten zonder geweren (Hin,
1985), de speelfilm
De deur van het huis (Heddy
Honigmann en Angiola Janigro, 1985),
In
het voorbijgaan (samen met Gerard Holthuis; Meter, 1985),
Windschaduw (Frans van de Staak, 1986),
De laatste reis (Hin, 1987), de korte
opdrachtfilm
Wadden boven water (Hin,
1988) en de documentaire
Cobra, een
opstand tegen de orde (Vrijman, 1990). Van Hensbergen regisseerde en
draaide enkele kunstenaarsportretten voor de Humanistische Omroep:
Jan Wolkers, beeldend kunstenaar, schrijver (1993),
Karel Appel – If I Were a Bird (tevens
scenario en productie; 1995) en
Frans
Zwartjes, filmmaker (tevens scenario; 1998). Een van de getuigen in de documentaire
De werkelijkheid van Jan Vrijman (Fabie Hulsebos, 2006). In 1994 maakte Van Hensbergen
deel uit van de jury voor de Gouden Kalveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten