26 februari 2014

Paco de Lucía


66, Playa del Carmen (Quintana Roo, Mexico), 26 februari, hartaanval

Spaans gitarist, componist en gelegenheidsacteur, pseudoniem van Francisco Sánchez Gómez. Virtuoos muzikant en vernieuwer van de flamencomuziek. Schreef de soundtrack voor enkele films: La Sabina (José Luis Borau, 1979), de flamencoversie van Carmen (tevens hoofdrol; Carlos Saura, 1983), de in Spanje opgenomen misdaadfilm The Hit (Stephen Frears, 1984),
Sangre y arena/Blood and Sand (met Sharon Stone; Javier Elorrieta, 1989) en Montoyas y Tarantos (Vicente Escrivá, 1989). Ook werd muziek van De Lucía gebruikt op soundtracks van films als Deprisa, deprisa (Saura, 1981), The Life Aquatic of Steve Zissou (Wes Anderson, 2004) en Vicky Cristina Barcelona (Woody Allen, 2008). Ook was hij als gitarist op de veranda te zien in de nabij Almería gedraaide western Hannie Caulder (Burt Kennedy, 1971), maar ook als zichzelf in Sevillanas (Saura, 1992), Flamenco (Saura, 1995), Flamenco, Flamenco (Saura, 2010) en enkele documentaires.

24 februari 2014

Harold Ramis


69, Chicago, 24 februari, systeemvasculitis (auto-immuunziekte)

Amerikaans acteur, scenarioschrijver, regisseur en producent. Voormalig redacteur humor van Playboy Magazine, trad op als komiek in Chicago’s improvisatietheater Second City en vervolgens in New York in de satirische National Lampoon Show, samen met andere Second City-sterren als John Belushi, Gilda Radner en Bill Murray. Schreef zijn eerste filmscript samen met Douglas Kenney en Chris Miler, voor de superhit National Lampoon’s Animal House (John Landis, 1978). Regiedebuut met de Chevy Chase-komedie Caddyshack (tevens scenario; 1980). Zijn acteerdebuut in film maakte hij tegenover Murray, als twee vrienden die uit verveling het leger ingaan, in Stripes (tevens scenario; Ivan Reitman, 1981). 
Zijn grootste roem zou Ramis oogsten als een van de drie Ghostbusters (tegenover Murray en Dan Aykroyd, tevens scenario; Reitman, 1984) en als regisseur, producent en co-auteur van de culthit Groundhog Day (1993). Overige films: Meatballs (alleen scenario; Reitman, 1979), National Lampoon’s Vacation (alleen regie, 1983), het Rodney Dangerfield-vehikel Back to School (scenario en productie; Alan Metter, 1986), Club Paradise (scenario en regie, 1986), Armed and Dangerous (alleen scenario; Mark L. Lester, 1986), Baby Boom (alleen acteur; Charles Shyer, 1987), Caddyshack II (scenario; Allan Arkush, 1988), Stealing Home (alleen acteur; Steven Kampmann en Will Aldis, 1988), Ghostbusters II (scenario en acteur; Reitman, 1989), Airheads (alleen bijrol; Michael Lehmann, 1994), Love Affair (acteur; Glenn Gordon Caron, 1994), Stuart Saves His Family (regie, 1995), Multiplicity (productie en regie, 1996),  As Good as It Gets (alleen bijrol; James L. Brooks, 1997), Analyze This (scenario en regie, 1999) en het vervolg Analyze That (scenario en regie, 2002),
de remake van Bedazzled (productie, regie en scenario, 2000), Orange County (alleen bijrol; Jake Kasdan, 2002), I’m with Lucy (alleen bijrol; Jon Sherman, 2002), The Ice Harvest (regie, 2005), The Last Kiss (alleen acteur; Tony Goldwyn, 2006),  Knocked Up (alleen bijrol als Seth Rogens vader; Judd Apatow, 2007), Walk Hard: The Dewey Cox Story (alleen bijrol; Kasdan, 2007), Year One (scenario, coproductie, cameo en regie, 2009) en 4 afleveringen van de Amerikaanse remake van de tv-serie The Office (regie, 2006-10).


21 februari 2014

Georgette Rejewski


104, Middenbeemster, 21 februari, natuurlijke dood

Belgisch actrice en spraaklerares, sinds jaren 30 in Nederland. Russische vader, ook gespeld als Reyevski of Rejewsky. Vanaf 1932 op de planken (revue De Bonte Parade), bij gezelschappen Het Masker (1933-42), Rotterdams Toneel (1947-54) en als de moeder van professor Higgins in My Fair Lady (1960-63). Ook veel televisie, bij voorbeeld als oma in de sitcom Zeg ‘ns AAA (1983-93). Enkele filmrollen: Vandaag of morgen (Roeland Kerbosch, 1976), A Bridge Too Far (Richard Attenborough, 1977), Dokter Vlimmen (Guido Pieters, 1978), Twee vorstinnen en een vorst (Otto Jongerius, 1981) en De nieuwe moeder (Paula van der Oest, 1996). Doceerde onder meer aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie.

16 februari 2014

Jimmy T. Murakami


80, Dublin, 16 februari, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans (animatie)regisseur en -producent, eigenlijk Teruaki Murakami. Won een Oscar als producent van de korte animatiefilm The Pear Tree (Charles Swenson, 1968). Regisseerde zelf verschillende animatiefilms, waarvan twee naar een boek van illustrator Raymond Briggs, het korte The Snowman (1982) en het lange When the Wind Blows (1986), beide met medewerking van David Bowie.
Werkte als animator aan verschillende producties, ook in Engeland en bij Toei in Japan, maar eindigde in Ierland. Debuteerde als Teru Murakami met het korte The Top (1964), geproduceerd samen met zijn zakenpartner Fred Wolf. Voorts de korte animatiefilms The Insects (BAFTA-nominatie; 1964), Breath (Grand Prix Annecy; 1967), Passing (1975), Death of a Bullet (1979), Dream Express (voor de EXPO in Osaka; 1990), het Belgisch-Hongaarse Het lustige kapoentje/The Cheerful Rascal (samen met Csaba Varga; 1992) en het segment van De parelvissers in de tv-omnibus Opéra imaginaire (1993). Ook regisseerde hij twee lange animatiefilms voor video, The Easter Story Keepers (1998) en The Christmas Story Keepers (1998), beide gebaseerd op de door Murakami gesuperviseerde tv-serie The Story Keepers (1995-97).
Ook regisseerde Murakami enkele lange live-action films: voor Roger Corman, bij wie hij de second unit leidde van Von Richthofen and Brown (1971): een door John Sayles geschreven remake van The Magnificent Seven, gesitueerd in outer space onder de titel Battle beyond the Stars (198O) en zonder credit  Humanoids from the Deep/Diepzee Monsters (officieel Barbara Peeters, 1980), alsmede de door animator Piet Kroon geschreven gedeeltelijk live-actionproductie Christmas Carol: The Movie (2001). Produceerde met Wolf de immens populaire tv-serie Teenage Mutant Ninja Turtles (1989). Hoofdpersoon van de documentaire Jimmy Murakami - Non Alien (Sé Merry Doyle, 2010), over zijn internering tijdens de Tweede Wereldoorlog, als in Californië geboren Amerikaan van Japanse afkomst.


15 februari 2014

Christopher Malcolm


67, Londen, 15 februari, kanker

Schots acteur. Grotendeels in Canada opgegroeid toneelspeler, met vele robuuste bijrollen in films. Was Zev, de piloot van 'Rogue Two’, in Star Wars V: The Empire Strikes Back (Irvin Kershner, 1980). Filmdebuut als bediende n A Midsummer Night’s Dream (Peter Hall, 1968). Ook in The Desperados (Henry Levin, 1969), Figures in a Landscape (Joseph Losey, 1970), The Adventures of Barry McKenzie (Bruce Beresford, 1972), The Spiral Staircase (Peter Collinson, 1975), The Strange Case of the End of Civilization as We Know It (Joseph McGrath, 1977), Force 10 from Navarone (Guy Hamilton, 1978), The Great Riviera Bank Robbery (Francis Megahy, 1979), The Dogs of War (John Irvin. 1980), Shock Treatment (Jim Sharman, 1981), Ragtime (Milos Forman, 1981), Reds (Warren Beatty, 1981), Superman III (Richard Lester, 1983), Lassiter (Roger Young, 1984), King David (Beresford, 1985), Rustlers’ Rhapsody (Hugh Wilson, 1985), Spies Like Us (John Landis, 1985), Highlander (Russell Mulcahy, 1986), als de vader in Labyrinth (Jim Henson, 1986) en Eat the Rich (Peter Richardson, 1987). Op televisie onder meer als Justin in de komische serie Absolutely Fabulous (1992-2011).

jhr. Willem van Raab van Canstein



86, Wassenaar, 15 februari, doodsoorzaak onbekend

In Frankrijk geboren Nederlands bioscoopexploitant., zoon van cineast Johan Raab van Canstein (1901-1977), die ook secretaris was van N.V.  Profilti-Filmfabriek te ’s-Gravenhage. Bedrijfsleider van de Rotterdamse Cineac AD (1962-71), leidde daarna alle Cineac-bioscopen in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam (2), Na de samenvoeging met Tuschinski en later in het Cannon-MGM-Pathéconcern, werd Van Raab van Canstein bestuurslid van de Stichting Filmtransport en van het pensioenfonds van het film- en bioscoopbedrijf. Sinds 2002 lid van verdienste van de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie (NFC), de opvolger van de Nederlandse Bioscoopbond (NBB). Net als zijn vader vennoot van Renovo film v.o.f. te Katwijk

14 februari 2014

Remo Capitani


86, Rome, 14 februari, doodsoorzaak onbekend

Italiaans acteur en stuntman, ook optredend als Ray O’Connor. Veel te zien in (komische) spaghettiwesterns, aanvankelijk alleen als stuntman. Opvallendste bijrol : tegenover Terence Hill en Bud Spencer als Mezcal in Lo chiamavano Trinità/They Call Me Trinity/De linker- en de rechterhand van de duivel (Enzo Barboni, 1970). Debuut in Uccidi o muori/Kill or Die (Tanio Boccia, 1966). Ook in Dio perdona….io no!/God Forgives, I Don’t/De duivel kent geen genade (met Hill en Spencer; Giuseppe Colizzi, 1967), I quattro dell’Ave Maria/Ace High (met Hill en Spencer; Colizzi, 1968), Ciakmull – L’uomo della vendetta/De bastaard van Dodge City (Barboni, 1971), Lo ammazzò come un cane…ma lui rideva ancora/Requiem for a Bounty Hunter (Angelo Pannacciò, 1972), Amico, stammi lontano almeno un palmo/Ben and Charlie (Michele Lupo, 1972), Padello calibro 38/Panhandle 38 (Antonio Secchi, 1972), Spirito Santo e le cinque magnifiche canaglie/Return of the Holy Ghost (Roberto Mauri, 1972), Bada alla tua pelle, Spirito Santo! (Mauri, 1972), I vendicatori dell’Ave Maria (Bitto Albertini, 1972), Finalmente…le mille e una notte/House of 1,000 Pleasures (Antonio Margheriti, 1972), Il grande duello/The Grand Duel (Giancarlo Santi, 1972), Fra’ Tazio da Velletri (top-billed; Romano Gastaldi, 1973), Abbasso tutti, viva noi/Three Cheers for Us (Luigi Mangini, 1974), Carambola, filotto...tutti in buca/Trinity and Carambola (Ferdinando Baldi, 1975) en Porno erotico western (Pannacciò, 1979).

13 februari 2014

Edward Zebrowski


78, Warschau, 13 februari, natuurlijke dood

Pools regisseur , scenarioschrijver en acteur, geboren als Edward Bernstein. Schreef onder meer samen met Krzysztof Zanussi Struktura krysztalu/The Structure of Crystal (Zanussi, 1969), met Jean-Claude Carrière, Andrzej Wajda en Agnieszka Holland Les possédés/Biesy/De demonen (naar Dostojewski; Wajda, 1988) en leverde bijdragen aan de scripts van Trois couleurs: bleu (Krzysztof Kieslowski, 1993) en Trois couleurs: blanc (Kieslowski, 1994).  Regisseerde en schreef zelf drie lange bioscoopfilms: Ocalenie/Salvation (1972), Szpital przemienienia/Hospital of the Transfiguration (naar Stanislaw Lem; 1979) en W bialy dzien/In Broad Daylight (1981), alsmede twee Duitse televisiefilms samen met Zanussi: Nachtdienst (1975) en Die Unerreichbare (met Leslie Caron; 1982). Als acteur was Zebrowski te zien in Illuminacja/The Illumination (als arts; Zanussi, 1973) en Constans (als wetenschapper; Zanussi, 1980).

Ralph Waite


85, Palm Desert CA, 13 februari, ouderdomsziekten

Amerikaans acteur en politicus. Vooral bekend geworden door zijn rol van John Sr. in de populaire tv-serie The Waltons (1972-81), maar ook als dominee Balthus in Carnivàle (2003-05). Oorspronkelijk evangelist en theateracteur die kleine rollen speelde in films als Cool Hand Luke (Stuart Rosenberg, 1967), A Lovely Way to Die (David Lowell Rich, 1968), Last Summer (Frank Perry, 1969), Five Easy Pieces (Bob Rafelson, 1970), The Pursuit of Happiness  (Robert Mulligan, 1971), Lawman (Michael Winner, 1971), The Grissom Gang (Robert Aldrich, 1971), Chato’s Land (Winner, 1972), The Magnificent Seven Ride! (George McGowan, 1972), de blaxploitation Trouble Man (Ivan Dixon, 1972), Kid Blue (James Frawley, 1973) en The Stone Killer (Winner, 1973). Later ook in The Bodyguard (Mick Jackson, 1992), Cliffhanger (Renny Harlin, 1993), Sioux City (Lou Diamond Phillips, 1994), Sunshine State (John Sayles, 2002) en Silver City (Sayles, 2004). Regisseerde en schreef de lowbudgetproductie On the Nickel (1980), met een titelsong van Tom Waits, alsmede 16 afleveringen van The Waltons (1973-80). Probeerde in 1990 en 1998 vergeefs als Democraat verkozen te worden in het Huis van Afgevaardigden.

12 februari 2014

Sid Caesar


91, Beverly Hills, 12 februari, na een korte ziekte

Amerikaans acteur en komiek. Begon als saxofonist in de zogeheten Borscht Belt (Joods revuecircuit in de Catskill-bergen). Succesvol televisiekomiek met een eigen show in de jaren 50. Won Emmy’s in 1952 en 1957, in totaal elf Emmy-nominaties. Werd beschouwd als innovatief humorist, die voor zijn sketches veel samenwerkte met tekstschrijver Mel Brooks, maar vooral leunde op de kracht van zijn  mimiek en lichaamstaal. Filmdebuut in de B-musical van Columbia Tars and Spars (Alfred E. Green, 1946).
Zou internationaal de grootste bekendheid verwerven als de wanhopige sportleraar Calhoun in Grease (Randal Kleiser, 1978) en Grease 2 (Patricia Birch, 1982). Ook in films als het drama The Guilt of Janet Ames (Henry Levin, 1947), It’s a Mad, Mad, Mad, Mad World (Stanley Kramer, 1963), The Busy Body (top-billed; William Castle, 1967), A Guide for the Married Man (Gene Kelly, 1967), The Spirit Is Willing (top-billed; Castle, 1967),
Airport 1975 (Jack Smight, 1974), als studiochef in Silent Movie (Brooks, 1976), Fire Sale (Alan Arkin, 1977), The Cheap Detective (Robert Moore, 1978), tegenover Peter Sellers in The Fiendish Plot of Dr. Fu Manchu (Piers Haggard, 1980), als opperhoofd van de holbewoners in History of the World: Part I (Brooks, 1981), Over the Brooklyn Bridge (Menahem Golan, 1984), Cannonball Run II (Hal Needham, 1984), Stoogemania (Chuck Workman, 1986), in de titelrol van The Emperor’s New Clothes (top-billed; David Irving, 1987),
tegenover Chevy Chase in Vegas Vacation (Stephen Kessler, 1997) en The Wonderful Ice Cream Suit (Stuart Gordon, 1998). Autobiografie: Where Have I Been? (1982).

10 februari 2014

Shirley Temple


85, Woodside CA, 10 februari, chronische longziekte

Amerikaans kinderactrice en diplomaat. Vermoedelijk de populairste kinderster aller tijden, de grootste kassa-attractie in Noord-Amerika tijdens de jaren 1935 tot en met 1938. Won in 1935 al een speciaal voor haar in het leven geroepen ‘jeugdoscar’, wegens haar uitzonderlijke verdiensten voor filmamusement in het voorafgaande jaar. In 1934 werden duizenden meisjes vernoemd naar de krullenkop, onder wie de latere filmactrices Shirley Jones en Shirley MacLaine. Debuteerde als 3-jarige in de korte film van Universal Runt Page (Ray Nazarro, 1932), als een van de zogeheten Baby Stars. Haar eerste lange speelfilm was Red Haired Alibi (Christy Cabanne, 1932), de eerste top billing in de korte komische western The Pie-Covered Wagon (Charles Lamont, 1932).
Na nog enkele korte films en kleine rollen in langer werk, viel ze voor het eerst op in de Fox-productie ter ondersteuning van president Roosevelts New Deal: Stand Up and Cheer! (Hamilton MacFadden, 1934). Het eerste echte stervehikel was voor Paramount Little Miss Marker (naar Damon Runyon;  Alexander Hall, 1934), waarin ze de mopperende bookmaker Sorrowful Jones (Adolphe Menjou) tot glimlachen weet te brengen. Fox had weer een superhit met Baby Take a Bow (top-billed; Harry Lachman, 1934). Vervolgens was Temple de dochter van Gary Cooper en Carole Lombard in Now and Forever (Henry Hathaway, 1934), een vliegenierster in Bright Eyes (David Butler, 1934),
een ‘southern belle’ in The Little Colonel/De kleine kolonel (Butler, 1935), een paardengek weeskind in Curly Top/Krullekopje (Irving Cummings, 1935), weer een kind van de plantage in The Littlest Rebel (Butler, 1935), adoptiekind van een vuurtorenwachter in Captain January (Butler, 1936), rijkeluiskind op stap in Poor Little Rich Girl (Cummings, 1936), zakkenrollersmaatje in Dimples (William A. Seiter, 1936), verstekeling in Shanghai in Stowaway (Seiter, 1936), kleine soldaat in Wee Willie Winkie (Ford, 1937), de fameuze Alpenwees in Heidi/Heidi, het stiefkind (Allan Dwan, 1937), de titelheldin van Rebecca of Sunnybrook Farm (Dwan, 1938), weer een wees met zang- en danstalent in Little Miss Broadway (Cummings, 1938), danspartner van Mr. Bojangles in Just around the Corner (Cummings, 1938),
The Little Princess (Walter Lang, 1939), Susannah of the Mountains (Seiter. 1939), Mytyl in het Maeterlinck-sprookje The Blue Bird (Lang, 1940) en haar laatste film onder contract bij Fox, Young People (Dwan, 1940), Temple was nu 12 en bijna rijp voor puberrollen. Ze begon bij MGM met Kathleen (Harold S. Bucquet, 1941), werd gekust door een jongen in Little Miss Rooney (Edwin L. Marin, 1942), was te zien in het met vijf Oscars bekroonde Since You Went Away (John Cromwell, 1944), het oorlogsdrama I’ll Be Seeing You (William Dieterle, 1944), de bakvissenkomedie Kiss and Tell (Richard Wallace, 1945), als bruid in Honeymoon (William Keighley, 1947), tegenover Cary Grant in The Bachelor and the Bobby-Soxer/Vrijgezel en het bakvisje (Irving Reis, 1947),
tegenover Ronald Reagan in That Hagen Girl (Peter Godfrey, 1947), tegenover John Wayne en Henry Fonda in de klassieke western Fort Apache (Ford, 1948), de komedie Mr. Belvedere Goes to College (Elliott Nugent, 1949), Adventure in Baltimore (Wallace, 1949), de paardenfilm The Story of Sea Biscuit (Butler, 1949) en haar zwanenzang op 21-jarige leeftijd: A Kiss for Corliss (Wallace, 1949), waarin ze valt voor oudere heer David Niven. In werkelijkheid scheidde Temple in 1950 van haar 7 jaar oudere eerste man, acteur James Agar, en hertrouwde ze met zakenman Charles Black. Ze zou nooit meer in een film spelen, maar zich wel inzetten voor de Republikeinse partij. Twee keer werd ze voor haar inspanningen beloond met een ambassadeurschap, in Ghana (1974-76) en in Tsjecho-Slowakije (1989-92).  In 1973 was Temple een van de eerste beroemdheden die openlijk sprak over haar borstkanker en de noodzakelijke amputatie. De meeste van haar succesfilms uit de jaren 30 zijn alleen nog te vinden in achteraf ingekleurde versies.

09 februari 2014

Gabriel Axel


95, Bagsværd (Sjælland), 9 februari, in zijn slaap

In Frankrijk opgegroeid Deens regisseur, scenarioschrijver, acteur en producent, eigenlijk Gabriel Axel Mørch. Had na een lange staat van dienst een internationale hit met Babettes gæstebud/Babette’s Feast (1987). De verfilming van Karen Blixens roman over een streng gelovig dorpje in Jutland dat wordt wakker gekust door de culinaire levensvreugde van een Franse bezoekster (Stéphane Audran), was in competitie in Cannes en won vervolgens een Oscar, een Golden Globe en een BAFTA als beste niet-Engelstalige film.

Opgeleid aan de Kopenhaagse toneelschool, was Axel vooral theateracteur en –regisseur, zowel in Frankrijk (bij het gezelschap van Louis Jouvet, 1945-50) als Denemarken. Hij begon in 1951 televisiedrama te regisseren en debuteerde als filmregisseur met de kinderfilm Altid ballade (1955). Voorts onder meer Guld og grønne skove/Gold Mountains (competitie Berlijn 1958), Flemming og Kvik (1960), Det tossede paradis/Crazy Paradise (1962), Oskar (1962), Tre piger i Paris/Three Girls in Paris (1963), de sagenverfilming Den røde kappe/The Red Mantle (competitie Cannes 1967), de fakedocumentaire over Deense porno Det kære legetøj/Danish Blue (1968), de kostuumfilm Amour (1970) en de komische hit Familien Gyldenkål (1975). Na het succes van Babettes gæstebud maakte Axel Christian (1989), de Hamlet-variatie Prince of Jutland (met Christian Bale in de titelrol; 1994) en Leila (2001).

Prince of Jutland / Trailer door falcounderground
Ook leverde hij een bijdrage aan de omnibusfilm Lumière et compagnie (1995).  Als acteur was hij onder meer te zien in Kongeligt bes
øg (Erik Balling, 1954), Der kom en dag (Sven Methling, 1955), als taxichauffeur in Bruden fra Dragstrup (Annelise Reenberg, 1955), als kleermaker in Kispus (Balling, 1956), Styrmand Karlsen (Reenberg, 1958), als Franse politieman in Peters baby (Reenberg, 1961) en top-billed als Marcel de Sade in Jeg en marki/Ik een markies/The Reluctant Sadist (Mac Ahlberg en Peer Gulbrandsen, 1967). Schreef veel van zijn eigen films.


Jag en markis (1967) US TRAILER door klubbsuper8

Jan Boer


69, Leiden, 9 februari, na een ziekbed

Nederlands cultureel ondernemer en politicus. Oprichter van het Leids Vrijetijds Centrum (LVC), dat ook films uit het Vrije Circuit vertoonde en overging in filmtheater Het Kijkhuis. Onder de alternatieve vertoners in Nederland was Boer een buitenbeentje, die al vroeg ook commercieel durfde te denken en een voorbeeld nam aan art-house-exploitanten als Pieter Goedings. In 1994 nam hij bioscoop Trianon over en in 2008 de exploitatie van Lido-Studio. Toen een jaar later Luxor sloot, was Boer de enige overgebleven bioscoopexploitant in Leiden.  Stond in 2006 ook aan de wieg van het Leiden International Film Festival (LIFF), een succesvol initiatief van voornamelijk regionaal belang. Richtte in 2005 de Stadspartij Leidens Ontzet (SLO) op, waarvoor hij een termijn in de gemeenteraad zat (2006-10).

07 februari 2014

Claire Duhamel


88, Parijs?, 7 februari, natuurlijke dood

Frans actrice en diplomaat, pseudoniem van Marie-Claire Viraut. Vooral toneelspeelster, lang verbonden aan het gezelschap van Renaud-Barrault.. Was in twee films van François Truffaut de schoonmoeder van Antoine Doinel (Jean-Pierre Léaud): Baisers volés (1968) en Domicile conjugal (1970). Ook in twee films van Alain Resnais: La guerre est finie (1966) en Je t’aime, je t’aime (1968). Filmdebuut in Le droit de l’enfant (Jacques Daroy, 1949). Ook in films als Cartouche, roi de Paris (Guillaume Radot, 1950), Un grand patron (Yves Ciampi, 1951), Madame de… (als gezelschapsdame; Max Ophüls, 1954), Fortunat (Alex Joffé, 1960), L’homme à la Buick (Gilles Grangier, 1970) en Mange ta soupe (Mathieu Amalric, 1997). Cultureel attaché van de Franse ambassade in de Chileense hoofdstad Santiago (1982-86).

05 februari 2014

Emanuel van Gonter


96, Paramaribo, 5 februari, natuurlijke dood

Surinaams acteur, bijgenaamd oom Man. Speelde een dragende bijrol, die door veel Surinamers werd gezien als de hoofdrol, van de Creoolse vader Ferrol in Wan pipel (Pim de la Parra, 1976), het nationale filmepos ter gelegenheid van de Surinaamse onafhankelijkheid. Van Gonter was daarvoor actief als toneelspeler en in verschillende koren. Overleed in een bejaardenhuis op zijn 96ste verjaardag.

04 februari 2014

Wu Ma


71, Hongkong, 4 februari, longkanker

Oorspronkelijk Chinees acteur en regisseur, geboren als Feng Hung-yuang. Wellicht internationaal het meest bekend als de taoïstische zwaardvechter en geestenjager in A Chinese Ghost Story/Sien nui yau wan (Ching Siu-tung, 1987). Speelde in meer dan 240 films en regisseerde er 42, aanvankelijk vaak samen met zijn mentor, Chang Cheh.
Kwam in 1960 naar Hongkong, waar hij de filmacteursopleiding van Shaw Brothers volgde en bij die studio debuteerde als contractspeler, in Hua Mu Lan/Lady General Hua Mulan (Yueh Feng, 1963). Onder veel meer was Wu te zien in The Return of the One-Armed Swordsman/Du bei dao wang (Chang, 1969), The Iron-Fisted Monk/San de huo shang yu Chong Mi Liu (Sammo Hung, 1977), Spooky Encounters/Gui da gui (Hung, 1980), The Prodigal Son/Bai ga jai (Hung, 1981), Laughing Times/Hua ji shi dai (John Woo, 1981), als mahjong valsspeler in Project A/’A’ gai wak (Jackie Chan, 1983), tegenover Chow Yun-fat in Hong Kong 1941/Dang doi lai ming (Leong Po-chih, 1984), Pom Pom/Shen yong shuang xiang pao (Joe Cheung, 1984), Peking Opera Blues/Do ma daan (Tsui Hark, 1987), Righting Wrongs/Above the Law/Zhi fa xian feng (Corey Yuen, 1986), Last Eunuch in China/Zhong Guo zui hou yi ge tai yian (Jacob Cheung, 1987), Miracles/ Ji ji (Chan, 1989), A Chinese Ghost Story II/Sien nui yau wan II yan gaan do (Tsui, 1990), The Swordsman/Xiao ao jiang hu (King Hu, 1990), tegenover Jet Li in Once upon a Time in China/Wong Fei Hung (Tsui, 1991), Painted Skin/Hua pi zhi (Hu, 1993), High Risk/Shu dan long wei (met Li; Wong Jing, 1995) en 14 Blades/Jin yi wei (Daniel Lee, 2010). Regiedebuut: Wrath of the Sword/Nu jian kuang dao (1970). Geen van de door Wu geregisseerde films haalde de Nederlandse bioscoop of een andere noemenswaardige release buiten Azië.

03 februari 2014

Richard Bull


89, Calabasas CA, 3 februari, longontsteking
Amerikaans televisie- en filmacteur. Vooral bekend geworden als de winkelier Nels Oleson in de tv-serie Little House on the Prairie (1974-83). Rijzige theateracteur uit Chicago speelde veel rollen op televisie, maar ook in enkele films. Aanvankelijk zonder credit, bijvoorbeeld als verslaggever in de honkbalfilm Fear Strikes Out (Robert Mulligan, 1957). Ook in de oorlogsfilm Then There Were Three (Alex Nicol, 1962), tegenover Joan Crawford in Della (Robert Gist, 1964), The Satan Bug (John Sturges, 1965), als nieuwslezer in In Like Flint (Gordon Douglas, 1967), Hour of the Gun (Sturges, 1967), The Thomas Crown Affair (Norman Jewison, 1968), The Secret Life of an American Wife (George Axelrod, 1968),  als dokter in The Stalking Moon (Mulligan, 1968), Move (Stuart Rosenberg, 1970), Lawman (Michael Winner, 1971), The Andromeda Strain (Robert Wise, 1971), tegenover Bill Cosby in Man and Boy (E.W. Swackhamer, 1971), Ulzana’s Raid (Robert Aldrich, 1972), High Plains Drifter (Clint Eastwood, 1973), Executive Action (David Miller, 1973), als dokter in Breezy (Eastwood, 1973), The Parallax View (Alan J. Pakula, 1974), A Different Story (Paul Aaron, 1978), top-billed tegenover zijn vrouw Barbara Collentine in A Day in a Life (Jean Mercier, 2000), top-billed als opa in The Secret (Melinda Roenisch, 2001), Let’s Go to Prison (Bob Odenkirk, 2006), Sugar (Anna Boden en Ryan Fleck, 2008), als sheriff in Witless Protection (Charles Robert Carner, 2008) en Osso Bucco (Fred Blurton en Gary Taylor, 2008).