84, Parijs, 25 maart,
doodsoorzaak onbekend
Frans producent. Raakte als organisator van een netwerk van filmclubs en medewerker van een bedrijf dat religieuze films produceerde, betrokken bij de nouvelle vague. Was productieleider van verschillende sleutelfilms, zoals Une femme est une femme (Jean-Luc Godard, 1961), Muriel ou le temps d’un retour (Alain Resnais, 1963), Le mépris (Godard, 1963), Les parapluies de Cherbourg (Jacques Demy, 1963), Le bonheur (Agnès Varda, 1964), Alphaville (Godard, 1965), Au hasard, Balthazar (Robert Bresson, 1965), Les demoiselles de Rochefort (Demy, 1966),
Mouchette (Bresson, 1966), Un soir, un train (André Delvaux, 1967) en Peau d’âne (Demy, 1970). Trad ook op als productieleider bij Das Boot (Wolfgang Petersen, 1981). Richtte een eigen productiemaatschappij op en maakte daarvoor onder meer L’homme au cerveau greffé (Jacques Doniol-Valcroze, 1972), L’apprenti salaud (Michel Deville, 1976), Providence (Resnais, 1978), L’adolescente (Jeanne Moreau, 1978), Le dossier 51 (Deville, 1978), Mon oncle d’Amérique (Resnais, 1980), Tout feu, tout flamme (Jean-Paul Rappeneau, 1981), La vie est un roman (Resnais, 1982), L’amour à mort (Resnais, 1984), Les favoris de la lune (Otar Iosseliani, 1984), Tenue de soirée (Bertrand Blier, 1985), La puritaine (Jacques Doillon, 1986), L’oeuvre au noir (Delvaux, 1988), Toto le héros (Jaco Van Dormael, 1990) en Abracadabra (Harry Cleven, 1992).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten