29 oktober 2012

Danny Zorn

40, New York, 29 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Amerikaans film- en televisieacteur. Speelde kleinere rollen in films als Billy Bathgate (Robert Benton, 1991), This Is My Life (Nora Ephron, 1992), Indecent Proposal (Adrian Lyne, 1993), second lead in My Boyfriend’s Back (Bob Balaban, 1993), I.Q. (Fred Schepisi, 1994), als piccolo in Blast from the Past (Hugh Wilson, 1999) en What Planet Are You From? (Mike Nichols, 2000).

27 oktober 2012

Hans Werner Henze

86, Dresden, 27 oktober, natuurlijke dood

 

Duits componist. Antifascistische avant-gardist, woonde sinds de jaren 60 in Italië, waar hij lid werd van de communistische partij PCI. Schreef naast symfonieën, opera’s, balletten en toneelmuziek ook enkele filmsoundtracks: Muriel ou le temps d’un retour (Alain Resnais, 1963),

Der junge Törless (Volker Schlöndorff, 1966), Die verlorene Ehre der Katharina Blum (Schlöndorff en Margarethe von Trotta, 1975), Abelard (Franz Seitz, 1977), Taugenichts (Bernhard Sinkel, 1978), Un amour de Swann (Schlöndorff, 1984), L’amour à mort (Resnais, 1984), het Portugese Ninguém duas vezes (Jorge Silva Melo, 1985) en Comrades (Bill Douglas, 1986).

Henzes Fantasia for Strings werd gebruikt op de soundtrack van The Exorcist (William Friedkin, 1973).

26 oktober 2012

Mac Ahlberg

81, Cupra Marittima (provincie Ascoli Piceno), 26 oktober, hartfalen

 

Zweeds cameraman en regisseur, soms werkend onder het pseudoniem Bert Torn. Begonnen als camera-assistent in de jaren 50. Draaide de documentaire Ingmar Bergman gör en film/Ingmar Bergman Makes a Movie (Vilgot Sjöman, 1963), die de ‘making of’ Nattvardsgästerna/De avondmaalsgasten (Bergman, 1963) behelsde. Zijn eerste speelfilm als DP was Kattorna/The Cats (Henning Carlsen, 1965). Datzelfde jaar maakte Ahlberg in Denemarken zijn regiedebuut met de erotische film Jeg – en kvinde/I. A Woman (1965), die een internationale hit zou worden.

In het kielzog daarvan maakte hij een aantal andere films met pikante strekking, zoals Jeg – en marki/Graf Porno/Ik…een markies (samen met Peer Guldbrandsen, 1967), Jeg, en kvinde II (1968), Fanny Hill (1968), 3 slags kærlighed/The Daughter: I, A Woman III (1970), Nana (1970), Porr i skandalskolan/The Second Coming of Eva (1974), Flossie (als Torn, 1974), Justine och Juliette (als Torn, 1975), Bel Ami (1976) en Molly (als Torn, 1977). Schreef  enkele van zijn erotische films, soms onder het pseudoniem Edward Mannering. Bleef ook actief als cameraman, bijvoorbeeld van Ormen/The Serpent (Hans Abramson, 1966) en Vindingevals (Åke Falck, 1968). Emigreerde rond 1980 naar Hollywood, waar hij B-films van bijvoorbeeld producent Charles Band draaide. Onder meer Hell Night (Tom DeSimone, 1981), The Seduction (David Schmoeller, 1982), Parasite (Band, 1982), My Tutor (George Bowers, 1983), Chained Heat (Paul Nicholas, 1983), Metalstorm: The Destruction of Jared-Syn (Band, 1983), Ghoulies (Luca Bercovici, 1985), Trancers (Band, 1985), cultklassieker Re-Animator (Stuart Gordon, 1985),

House (Steve Miner, 1986). From Beyond (Gordon, 1986). Dolls (Gordon, 1987), House II: The Second Story (Ethan Wiley, 1987), Prison (Renny Harlin, 1988), DeepStar Six (Sean S. Cunningham, 1989), The Horror Show/House III (James Isaac, 1989), en Robot Jox (Gordon, 1989),. Nadat John Landis hem had gevraagd als DP van de Amerikaanse remake van Oscar (1991), volgden meer studioproducties, afgewisseld met onafhankelijk genrewerk: de videoclip van Michael Jacksons Black or White (Landis, 1991). Innocent Blood (Landis, 1992), My Boyfriend’s Back (Bob Balaban, 1993), Striking Distance (met Bruce Willis; Rowdy Herrington, 1993), Beverly Hills Cop III (Landis, 1994), The Brady Bunch Movie (Betty Thomas, 1995), Space Truckers (Gordon, 1996), A Very Brady Sequel (Arlene Sanford, 1996), The Second Civil War (Joe Dante, 1997), Sideshow (Fred Olen Ray, 2000), Groom Lake (William Shatner, 2002), King of the Ants (Gordon, 2003) en Evil Bong (Band, 2006). Trok zich terug in Italië, aan de Adriatische kust.

25 oktober 2012

Joop Stokkermans

75, Hilversum, 25 oktober, na een kort ziekbed

 

Nederlands componist, pianist en televisieregisseur, voluit Johannes Andreas Stokkermans.  Studeerde cum laude af aan het Haags conservatorium (piano en compositie) en nam daarna les bij meesterpianist Robert Casadesus in Parijs. Ontdekte dat zijn grootste talent en plezier lagen in het schrijven van lichte muziek, te beginnen met de Nederlandse inzending naar het Eurovisie songfestival 1962, Katinka, vertolkt door de Spelbrekers. Schreef talloze liedjes met tekstschrijvers als Guus Vleugel en Ivo de Wijs, reclamejingles (Douwe Egberts, Venz, Kips), theatermusicals, tunes van televisieprogramma’s als Tussen kunst en kitsch, Hamelen, Oebele, De bereboot, Ti-Ta Tovenaar, Q en Q, Barbapapa en Het wassende water. Verantwoordelijk voor twee filmscores, van Pinkeltje (Harrie Geelen, 1978) en Voor een verloren soldaat (Roeland Kerbosch, 1992). Was als televisieregisseur verantwoordelijk voor muziekprogramma’s van de AVRO als Jonge mensen op weg naar het concertpodium en Prinsengrachtconcert. Won in 1974 Gouden Harp voor zijn hele oeuvre.

24 oktober 2012

Anita Björk

89, Stockholm, 24 oktober, natuurlijke dood

 

Zweeds actrice. Groot in het theater, internationaal bekend door haar titelrol in de Strindbergverfilming Fröken Julie (Alf Sjöberg, 1951), die dat jaar ex aequo met Vittorio de Sica’s Miracolo a Milano de Grote Prijs van Cannes won. Haar spel werd hier en daar geroemd als het beste acteren voor een camera ooit.  Vertrok daarna naar Hollywood om de hoofdrol te spelen in I Confess (Alfred Hitchcock, 1953), maar Warner Bros. ontsloeg Björk, toen het ontdekte dat ze op dat moment nog niet getrouwd was met haar partner, de schrijver Stig Dagerman. Ze werd vervangen door Anne Baxter. Begon in 1942 haar opleiding aan Dramaten in Stockholm en debuteerde datzelfde jaar met een klein rolletje in Sjöbergs Himlaspelet/A Heavenly Play. Daarna onder meer in 100 dragspel och en flicka (Ragnar Frisk, 1946), Det kom en gäst/A Guest Is Coming (Arne Mattsson, 1947), de titelrol in het door Ingmar Bergman geschreven Kvinna utan ansikte/Woman without a Face (Gustaf Molander, 1947), På dessa skuldror/On these Shoulders (Gösta Folke, 1948), Människors rike/Realm of Man (Folke, 1949), Kvartetten som sprängdes/The Quartet That Split Up (Molander, 1950), Kvinnors väntan/Secrets of Women (top-billed; Bergman, 1952), Han glömde henne aldrig/Memory of Love (top-billed; Sven Lindberg en Robert Spafford, 1952), tegenover Gregory Peck en Broderick Crawford in de in Duitsland opgenomen Fox-productie Night People (Nunnally Johnson, 1954), het Duitse Die Hexe (Gustav Ucicky, 1954), Giftas/Love and Lust (top-billed; Anders Henrikson, 1955). Moln över Hellesta/Moon over Hellesta (top-billed; Rolf Husberg, 1956), Sången om den eldröda blomman/Song of the Scarlet Flower (Molander, 1956), Gäst i eget hus/Guest in One’s Own Home (top-billed; Stig Olin, 1957), Damen i svart/The Lady in Black (top-billed; Mattsson, 1958), de remake van Selma Lagerlöfs Körkarlen/The Phantom Carriage (Mattsson, 1958), Mannekäng i rött/Mannequin in Red (top-billed; Mattsson, 1958),

Tärningen är kastad/The Die Is Cast (Husberg, 1960), de Joegoslavisch-Amerikaanse coproductie Square of Violence (Leonardo Bercovici, 1961), Vita frun/Lady in White (Mattsson, 1962), Älskande par/Loving Couples (Mai Zetterling, 1964), het Deense Utro/Unfauthful (Astrid Henning-Jensen, 1966), Tofflan (Torgny Anderberg, 1967). Komedi i Hägerskog (top-billed; Anderberg, 1968), het stakingsepos Ådalen ’31 (Bo Widerberg, 1969), het Noorse Arven/The Heritage (Anja Breien, 1979) en Forfølgelsen/The Witch Hunt (Breien, 1981), Amorosa (Zetterling, 1986), als koningin Victoria in Gouden Palmwinnaar Den goda viljan/The Best Intentions (scenario van Bergman; Bille August, 1992) en ten slotte in Sanna ögonblick/True Moments (Lena Koppel en Anders Wahlgren, 1998). Gescheiden van acteur Olof Bergström, weduwe van schrijver Stig Dagerman. Had een relatie met schrijver Graham Greene.

Peggy Ahern

95, Canoga Park CA, 24 oktober, natuurlijke dood

 

Amerikaans voormalig kinderactrice, eigenlijk Peggy Lenore Ahearn Blaylock. Speelde (soms tegenover haar jongere zus Lassie Lou Ahern) voor producent Hal Roach in acht korte films in de serie Our Gang/Little Rascals, te weten: Cradle Robbers (Robert F. McGowan, 1924), The Sun Down Limited (McGowan, 1924), vermoedelijk Circus Fever (McGowan, 1925), Dog Days (McGowan, 1925), The Love Bug (McGowan, 1925), Official Officers (McGowan, 1925), War Feathers (McGowan en zijn neef Robert A. McGowan, alias Anthony Mack, 1926) en Olympic Games (Robert A. McGowan, 1927). Ahe(a)rn was daarnaast te zien in lange films als Not So Long Ago (Sidney Olcott, 1925) en zonder credit in bijrolletjes in Call of the Wild (Fred Jackman, 1923) en Excuse Me (Alfred J. Goulding, 1925). Vormde later een rondreizend zang- en dansnummer met haar zus (1932-39), met wie ze nog in één korte film zou optreden, Hollywood Party (Roy Rowland, 1937).

21 oktober 2012

Yash Chopra

80, Mumbai, 21 oktober, knokkelkoorts

 

Indiaas regisseur en producent. Grootmeester van het romantisch melodrama in de Hindi cinema. Veel van zijn films bevatten exotische locaties, van Yorkshire via Hollandse tulpenvelden tot de Alpen, maar hadden onveranderlijk de emotionele problemen van rijke en mooi mensen als belangrijkste onderwerp. Geboren in het huidige Pakistan, begonnen als assistent van regisseur I.S. Jojar en zijn oudere broer B.R. Chopra. Regiedebuut met het sociaal geëngageerde Dhool ka phool/Blossom of Dust (1959). Tot zijn bekendste films horen Waqt/Time (1965), de thriller Ittefaq/Coincidence (1969), Daag/Stain (1973),  Deewar/The Wall (met Amitabh Bachchan; 1975), Kabhi Kabhie/Love Is Life (met Bachchan; 1976), TrishulTrident (met Bachchan; 1978), Silsila/Chain (met Bachchan; 1981), Vijay (1988), Chandni/Moonlight (1989), Lamhe/Moments (1991),  Darr/Fear (1993), Dil to pagal hai/The Heart Is Crazy (1997) en Veer-Zaara (2004). Produceerde onder meer Dilwale dulhania le jayenge (het regiedebuut van zijn zoon Aditya Chopra, 1995. Vader van producent Uday Chopra.

20 oktober 2012

Joe Melia

77, Stratford-upon-Avon, 20 oktober, hartproblemen

 

Engels acteur van Italiaanse afkomst, voluit Giovanni Philip William Melia. Speelde de hoofdrol in de oorspronkelijke, Schotse theaterproductie van Peter Nichols’ A Day in the Death of Joe Egg/De dood van verdomde Lowietje (1967) en was ook een van de sterren van theater- en filmversie van de satirische revue Privates on Parade (Michael Blakemore, 1983). Naast veel andere toneelrollen ook kleinere rollen in enkele films: Too Many Crooks/Kapers op de kust (Mario Zampi, 1959), tegenover Norman Wisdom in Follow a Star (Robert Asher, 1959), het Morecambe & Wise-vehikel The Intelligence Men (Asher, 1965), Four in the Morning (Anthony Simmons, 1965), de geheime-agentenpastiche Modesty Blaise (Joseph Losey, 1966),  A Talent for Loving/Gun Crazy (Richard Quine, 1969), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough, 1969), Antony and Cleopatra (Charlton Heston, 1972), Sweeney! (David Wickes, 1977), The Odd Job (Peter Medak, 1978), The Wildcats of St. Trinian’s (Frank Launder, 1980) en de tv-film Sakharov (Jack Gold, 1984).

Candy Johnson

68, Corona CA, 20 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Amerikaanse danseres en actrice. Is te zien als onvermoeibare gogodanseres in drie van de zogeheten Beach Party-films: Beach Party (William Asher, 1963), Muscle Beach Party (Asher, 1964) en Bikini Beach (Asher, 1964), alsmede het verwante Pajama Party (Don Weis, 1964).

18 oktober 2012

Leo Beyers

79, Leuven, 18 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Belgisch acteur. Was korte tijd slager, deed in 1959 eindexamen aan de Studio Herman Teirlinck. Werkte veel in Nederland, onder meer als docent dramatische expressie aan de toneelscholen van Maastricht en Amsterdam, als acteur, regisseur en schrijver bij de politiek geëngageerde toneelgroep Proloog en als directeur vanaf 1973 bij het gezelschap Nieuwe Komedie. Vertolkte ook een sleutelrol in de politieke dramaserie Klaverweide (VARA; 1974-78). Speelde Droogstoppel in de verfilming van Max Havelaar (Fons Rademakers. 1976). Ook in films als Because of the Cats (Rademakers, 1963), Keetje Tippel (Paul Verhoeven, 1975) en Dokter Vlimmen (Guido Pieters, 1978).

17 oktober 2012

Kôji Wakamatsu

76, Tokio, 17 oktober, gevolgen van aanrijding door taxi

 

Japans filmmaker, pseudoniem van Takashi Ito. Bijgenaamd ‘de koning van pinku eigaof pink film, een specifiek Japans softpornogenre, gekenmerkt door het maskeren van schaamdelen, de lengte van rond een uur en een zichtbaar buitengewoon laag budget. Daarnaast produceerde Wakamatsu de eveneens erotische, maar wel professioneel vervaardigde wereldhit Ai no corrida/L’empire des sens (Nagisa Oshima, 1976), waarin een vrouw een man uit liefde castreert. Begon zijn carrière bij de Nikkatsu-studio waar Wakamatsu vanaf 1963 een twintigtal exploitatiefilms regisseerde. Zijn eerste pink film, Secrets behind the Wall/Skeleton in the Closet/Kabe no naka mo himegoto (1965) haalde meteen de competitie van Berlijn, tot ongenoegen van de Japanse autoriteiten, die niet begrepen waarom er internationale belangstelling voor zulke rommel zou kunnen zijn.

Ondanks de goede ontvangst in Berlijn veegde Nikkatsu de film enigszins onder het tapijt, waarna Wakamatsu besloot onafhankelijk te gaan produceren. Tot de bekendste van zijn tientallen films behoren The Embryo Hunts in Secret/Taiji ga mitsuryô suru toki (1966), Vagabond of Sex/Sei no horo (1967), Violated Angels/Okasareta hakui (1967), Go, Go, Second Time Virgin/Yuke yuke nidome no shojo (1969),

 Sex  Jack/Seizoku (1970), Ecstasy of the Angels/Tenshi no kôkotsu (1972)

en Sacred Mother Kannon/Seibo Kannon daibosatsu (1977). Twee van zijn laatste films werden op grote festivals vertoond: actrice Shinobu Terajima won een Zilveren Beer in Berlijn voor haar rol in Caterpillar/Kyatapirâ (2010) en de verfilming van de rituele zelfmoord van schrijver Yukio Mishima 11:25 The Day He Chose His Own Fate/11.25 jiketsu no hi: Mishima Yukio to wakamono-tachi (2012) werd in Cannes vertoond in de sectie Un certain regard.

Sylvia Kristel

60, Amsterdam, 17 oktober, slokdarmkanker

 

Nederlands filmster en schilderes. Een van de internationaal beroemdste Nederlandse filmacteurs aller tijden. Ster van de wereldhit Emmanuelle (Just Jaeckin, 1974) en de vervolgfilms Emmanuelle II: L’antivierge (Francis Giacobetti, 1975) en Goodbye Emmanuelle (François Leterrier, 1978), bleef haar leven lang een icoon van discrete en kosmopolitische erotiek.

Ging na een jeugd in Utrecht gekenmerkt door materiële en immateriële vernederingen recht op haar doel af. Na de verkiezing tot Miss Televizier en een beginnende modellencarrière belde ze het productiekantoor van Scorpio Films op en meldde Pim de la Parra en Wim Verstappen dat ze voornemens was een rol te spelen in hun eerstvolgende film. Het werd Frank en Eva (De la Parra, 1973), maar haar bijrol in de thriller Because of the Cats (Fons Rademakers, 1973) verscheen vijf maanden eerder in de bioscoop. Haar derde filmrol van dat jaar was die van het ambitieuze zangeresje Lily in Naakt over de schutting (Frans Weisz, 1973), in welke hoedanigheid ze ook de titelsong A Letter Came Today vertolkte.

In dezelfde periode was Kristel de minnares van de Belgische schrijver, kunstenaar en filmmaker Hugo Claus, van wie ze ook een zoon kreeg. Claus ging mee naar Thailand voor de opnamen van Emmanuelle, adviseerde haar de liefdesscènes iets minder onthecht te spelen, maar gunde haar geen rol in een van zijn eigen films, met het argument dat ze eerst maar eens moest leren acteren. De internationale filmcarrière van Kristel logenstrafte dit vooroordeel bij tijd en wijle, bijvoorbeeld in prestigeproducties als Le jeu avec le feu (Alain Robbe-Grillet, 1975), Une femme fidèle (Roger Vadim, 1976), La marge (Walerian Borowczyk, 1976), René la Canne (Francis Girod, 1977) en vooral de flop Alice ou la dernière fugue (Claude Chabrol, 1977). Na gastrollen in de Nederlandse producties Pastorale 1943 (Verstappen, 1978) en Mysteries (Paul de Lussanet, 1978), prijkte Kristels naam naast die van Laura Antonelli, Ursula Andress en Monica Vitti op het affiche van de Italiaanse productie Letti selvaggi (Luigi Zampa, 1979). Een korte Engelstalige periode leidde tot rollen in The Fifth Musketeer (top-billed tegenover Andress; Ken Annakin, 1979), als stewardess in de rampenfilm The Concorde: Airport ’79 (David Lowell Rich, 1979), de parodie The Nude Bomb (Clive Donner, 1980) en de titelrollen in de Cannon-producties Lady Chatterley’s Lover (Jaeckin, 1981) en Mata Hari (Curtis Harrington, 1985).

Haar grootste Amerikaanse hit was de onafhankelijke productie over een Frans dienstmeisje en de 15-jarige zoon des huizes. Private Lessons (top-billed; Alan Myerson, 1981),

gevolgd door een kleinere rol in het verwante Private School (Noel Black, 1983). Permanent geldgebrek, onder andere door openlijke verslaving aan alcohol en cocaïne, leidde tot steeds minder interessante rollen, bijvoorbeeld in Emmanuelle IV (Francis Leroi, 1984). Ook was ze te zien in The Big Bet (Bert I. Gordon, 1985), Red Heat (Robert Collector, 1985), Dracula’s Widow (top-billed; Christopher Coppola, 1988) en twee films van de Franse regisseur-producent Philippe Blot: The Arrogant (1988) en In the Shadow of the Sandcastle (1990). Na een jarenlang ongelukkige relatie met acteur Ian McShane maakte nu Blot haar het leven zuur. Kristel stelde zich persoonlijk garant voor Blots laatstgenoemde film en werd meegesleept in zijn faillissement. Daarna in titels als Hot Blood (Blot, 1990), het Zuid-Koreaanse Seong-ae-ui chimmuk (In-yeob Jeong, 1992), verschijningen in acht Emmanuelle-videofilms, rollen in de Belgische films Gaston’s oorlog (Robbe De Hert, 1997), Film 1 (Willem Wallyn, 1999) en de Elsschotverfilming Lijmen/Het Been (De Hert, 2000). Ook was ze te zien in An Amsterdam Tale (Dorna van Rouveroy, 1999), Vergeef me (Cyrus Frisch, 2001), De vriendschap (Nouchka van Brakel, 2001), als seksuoloog in de Franse American Pie-variant Sexy Boys (Stéphane Kazandjian, 2001), het Kroatische Dva suncana dana/Two Sunny Days (Ognjen Svilicic, 2010) en ten slotte tegenover Elise Schaap en Lotte Verbeek in de tweedelige Italiaanse televisiefilm Le ragazze dello swing (Maurizio Zaccaro, 2010).

Kristel was tegen het einde van haar leven vooral schilderes en regisseerde de korte animatiefilm Topor et moi (2004). Ook was ze de hoofdpersoon van de documentaire Sylvia Kristel: Nu (Michiel van Erp, 2007)  en het korte portret Sylvia Kristel – Paris (Manon de Boer, 2004). Een van de getuigen in de documentaire over Pim de la Parra Parradox (In-soo Radstake, 2010). Schreef een openhartige autobiografie (2007). Kreeg nooit een Gouden Kalf (of César) dan wel een retrospectief van het Nederlands Filmfestival.

16 oktober 2012

Wim van Roosmalen

72, Aruba, 16 oktober, na een ziekte

 

Nederlands filmdistributeur en –bestuurder, voluit drs. Wim J.A. van Roosmalen, internationaal opererend als Bill Van Roosmalen. Nam in 1972 de directie over van filmdistributeur Gofilex, een in 1938 uit de katholieke filmkeuring voortgekomen bedrijf, dat met GOedeFILmEXploitatie alternatieven voor decadent bioscoopamusement wilde aanbieden., opvolger van de Filmafdeling van het Centraal Bureau der Katholieke Sociale Actie (KSA) in Leiden. Grappig genoeg was in de jaren 70 juist softporno een van de kurken waar het Driebergense bedrijf op dreef, naast een omvangrijke catalogus van 16mm-films en de organisatie van het landelijke filmtransport. Die laatste activiteit wordt nu nog voortgezet onder de naam Gofilex, al vindt het transport nu hoofdzakelijk plaats over de digitale snelweg. Van Roosmalen wist echter ook met enkele art-house-films groot commercieel succes te boeken, zoals de Franse komedies Cousin cousine (Jean-Charles Tacchella, 1975) en Un éléphant ça trompe énormément/Al is de leugen nog zo snel (Yves Robert, 1976), maar ook de jeugdfilms van Henk van der Linden en Karst van der Meulen. Van Roosmalen legde om het jaar, tijdens de Filmweek Arnhem, veel eer in met het zogeheten Gofilex-ontbijt in sterrenrestaurant De Kromme Dissel te Heelsum, waar sterren en regisseurs uit zijn films aan de pers werden gepresenteerd. Ook was hij bestuurder van de afdeling Filmverhuurders van de Nederlandse Bioscoop Bond (1977-91) en de eerste voorzitter van de zelfstandige Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs (1991-93). Initiatiefnemer van het brancheblad FILM, dat min of meer voortleeft onder de naam Holland Film Nieuws. Er zijn tussen de talloze foto's van filmbestuurders in het blad opvallend weinig van de bescheiden Van Roosmalen te vinden, in de periode dat hij daar hoofdredacteur was (1986-93). Was voorts onder meer bestuurder van de stichting Nederlands Filmmuseum. Schreef en publiceerde in eigen beheer een handleiding voor de filmdistributie, waarin beginners wordt uitgelegd wat garantiebedragen en glijdende schalen zijn.

14 oktober 2012

John Clive

79, Londen, 14 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Engels acteur. Speelde als eerste expliciet een homo in de Carry On-reeks, namelijk in Carry On Abroad (Gerald Thomas, 1972). Talloze, vooral kleinere rollen, bijvoorbeeld debuterend (onder de naam Clive Kendall) in The Magnet (Charles Frend, 1950), Smashing Time (Desmond Davis, 1967), als garagechef in The Italian Job (Peter Collinson, 1969), als theateracteur in A Clockwork Orange (Stanley Kubrick, 1972), de Hammer-griezelfilm Straight on till Morning (Collinson, 1972), de klucht Go for a Take (Harry Booth, 1972), Carry On Dick (Thomas, 1974), Queen Kong (Frank Agrama, 1976), The Pink Panther Strikes Again (Blake Edwards, 1976), Stand Up, Virgin Soldiers (Norman Cohen, 1977), Revenge of the Pink Panther (Edwards, 1978) en RPM (Ian Sharp, 1998). Auteur van enkele goed verkopende romans, zoals KG200 en Broken Wings.

13 oktober 2012

Břetislav Pojar

89, Praag, 13 oktober, doodsoorzaak onbekend

 

Tsjechisch-Canadees animator en regisseur. Won drie keer de prijs voor de beste korte film op een toonaangevend festival, Gouden Beer in Berlijn voor To See or Not to See (1969) en in Cannes voor O sklenicku víc/A Drop Too Much (1954) en Balablok (Gouden Palm; 1972). Ook kreeg hij in Cannes de juryprijs voor Burn (1979). Leerling van de beroemde poppenfilmer Jiří Trnka, bij wie hij begon als poppenspeler. Debuteerde zelf met de korte film Josef Mánes (1951). Maakte zowel poppen- als tekenfilms, onder meer het in Annecy bekroonde Lev a písnicka/The Lion and the Song (1959).

Vanaf de jaren 60 veelal werkzaam in Canada voor de National Film Board, vaak samen met Miroslav Štěpánek. Overige films onder veel meer E (1981), Nightangel (1986) en het segment Palecek voor de episodenfilm Filmfárum 2 (2006).

12 oktober 2012

Eduardo De Gregorio

70, Parijs, 12 oktober, natuurlijke dood

 

Argentijns regisseur en scenarioschrijver. Vluchtte in 1966 voor de dictatuur naar Europa en vestigde zich aanvankelijk in Rome, daarna Parijs. Filosoof en literatuurwetenschapper gaf les aan de Sorbonne en filmschool Femis, maar werkte vooral als auteur van labyrintische scenario’s, beïnvloed door schrijver Jorge Luis Borges en filmmaker Fritz Lang. Eerste geproduceerde script was voor I visionari (Maurizio Ponzi, 1968), gevolgd door de bewerking van Borges’ novelle Tema del traidor y del heroe tot Strategia del ragno/The Spider’s Stratagem/De strategie van de spin (Bernardo Bertolucci, 1970).

Schreef vier films voor regisseur Jacques Rivette: Céline et Julie vont en bateau (alleen dialoog; 1974), Noroît (alleen dialoog; 1976), Duelleune quarantaine (1976) en Merry-Go-Round (1981). Ook schreef De Gregorio mee aan La Cecilia (Jean-Louis Comolli, 1975), que tu sois (Alain Bergala, 1987) en het Venezolaans-Cubaanse Rio Negro (Atahualpa Lichy, 1991), alsmede vier van zijn vijf eigen films: Sérail (1976), La mémoire courte (scenario met Edgardo Cozarinsky; 1979), het in Argentinië gesitueerde Corps perdus (1989) en Tangos volés/Tangos robados (2002). Alleen de eigenzinnige bewerking van Henry James Aspern (1985) werd officieel geschreven door De Gregorio’s toenmalige levenspartner Michael Graham.

10 oktober 2012

Harris Savides

55, New York, 10 oktober, hersentumor

 

Amerikaans cameraman. Opgeleid aan de New-Yorkse School of Visual Arts, succesvol cameraman van videoclips, zoals Madonna’s Rain (Mark Romanek, 1993) en Everybody Hurts van R.E.M. (1993). Speelfilmdebuut als DP met Heaven’s Prisoners (Phil Joanou, 1996). Werd snel invloedrijk in Hollywood, dankzij films als The Game (David Fincher, 1997), Illuminata (John Turturro, 1998), The Yards (James Gray, 1999), Finding Forrester (Gus Van Sant, 2000), de korte film The Follow (Wong Kar-wai, 2001), Gerry (Van Sant, 2002), Gouden Palmwinnaar Elephant (Van Sant, 2003),

Birth (Jonathan Glazer, 2004), Last Days (Van Sant, 2005), Zodiac (Fincher, 2007), Margot at the Wedding (Noah Baumbach, 2007), American Gangster (Ridley Scott, 2007), de korte film The Key to Reserva (Martin Scorsese, 2007), Milk (Van Sant, 2008), Whatever Works (Woody Allen, 2009), Greenberg (Baumbach, 2010), Somewhere (Sofia Coppola, 2010) en Restless (Van Sant, 2011). Savides voltooide de fotografie van het nog uit te brengen The Bling Ring (Coppola, 2013).

Leonard Termo

76, Santa Clarita CA, 30 oktober, in zijn slaap

 

Amerikaans bijrolacteur. Speelde wat grotere rollen tegenover zijn goede vriend Mickey Rourke: The Pope of Greenwich Village (Stuart Rosenberg, 1984), Year of the Dragon (Michael Cimino, 1985), Barfly (Barbet Schroeder, 1987) en A Prayer for the Dying (Mike Hodges, 1987). Aanvankelijk zakenman in New York, filmdebuut in Heart Like a Wheel (Jonathan Kaplan, 1983). Voorts onder meer in The Cotton Club (Francis Ford Coppola, 1984), Johnny Dangerously (Amy Heckerling, 1984),  Turk 182! (Bob Clark, 1985), Hider in the House (Matthew Patrick, 1989), Mobsters (Michael Karbelnikoff, 1991), Ruby (John Mackenzie, 1992), Nowhere to Run (Robert Harmon, 1993), Gettysburg (Ronald F. Maxwell, 1993), als grimeur Harry in Ed Wood (Tim Burton, 1994), als dakloze in Godzilla (Roland Emmerich, 1998), Fight Club (David Fincher, 1999), Double Bang (Heywood Gould, 2001) en Ali (Michael Mann, 2001).

Alex Karras

77, Los Angeles, 10 oktober, nierfalen en dementie door hoofdverwondingen

 

Amerikaans acteur en footballspeler. Legendarische back van de Detroit Lions. Eerste filmoptreden als zichzelf in de sportfilm Paper Lions (Alex March, 1968). Maakte na enkele televisierollen, met name in de tv-film The 500 Pound Jerk (William Kronick, 1973), zijn echte filmdebuut als krachtpatser Mongo in de satirische western Blazing Saddles (Mel Brooks, 1974).

Daarna in films als The Great Lester Boggs (tegenover flowerpowericoon Scott McKenzie in diens enige filmrol; Harry Thomason, 1974), FM (John A. Alonzo, 1978), Jacob Two-Two Meets the Hooded Fang (Theodore J. Flicker, 1978), de rampenfilm When Time Ran Out…. (James Goldstone, 1980), Victor Victoria (Blake Edwards, 1982), als sheriff in Porky’s/Porly’s pikante pretpark (Bob Clark, 1982), Against All Odds (Taylor Hackford, 1984) en als sportverslaggever op de geluidsband van Buffalo ’66 (Vincent Gallo, 1998). Getrouwd met de Canadese actrice Susan Clark.

07 oktober 2012

Ivo Michiels

89, le Barroux (dep. Vaucluse), 7 oktober, natuurlijke dood

 

Belgisch schrijver, scenarist en regisseur, pseudoniem van Rik (Henri Paul René) Ceuppens. Journalist en cultuurrecensent vernoemde zich naar zijn eerste vrouw, Yvonne Michiels. Schreef vooral experimenteel proza, zoals de roman Het boek alfa (1963) en eerder al Het afscheid (1957), dat hij zelf bewerkte tot de gelijknamige speelfilm (Roland Verhavert, 1966).

Een eerdere ‘scenarioroman’ verfilmde hij zelf, met Verhavert en amateurfilmer Rik Kuypers als coregisseurs, tot de baanbrekende Vlaamse art-film Meeuwen sterven in de haven (1955), een poëtisch-realistische ode aan Antwerpen, met een hoofdrol voor Julien Schoenaerts.  De film nam deel aan de competitie van Cannes. Ook maakte het drietal een korte documentaire over de fonteinen van Brussel, Interludium (1955). Michiels schreef tevens het scenario van de documentaire Met Dieric Bouts (André Delvaux, 1975), Exit 7 (Emile Degelin, 1978) en de studie naar Vlaamse collaboratie Een vrouw tussen hond en wolf (met Rutger Hauer en Roger Van Hool; Delvaux, 1979), die eveneens de competitie in Cannes haalde. Michiels was te zien in de korte documentaire The Shadow of the Harbour (Robbe De Hert en Tom Meuldermans, 2004).

05 oktober 2012

Claude Pinoteau

87, Neuilly-sur-Seine, 5 oktober, kanker

 

Frans regisseur, scenarioschrijver en producent. Twee van zijn filmhits maakten een ster van een tot dan toe onbekend tienermeisje: de 19-jarige Isabelle Adjani in La gifle (Prix Louis Delluc 1974) en de 14-jarige Sophie Marceau in La boum (1980).

Assistent van Jean Cocteau, Jean-Pierre Melville, Max Ophüls, maar toch vooral van Henri Verneuil, debuteerde met de policier Le silencieux (met Lino Ventura; 1973). Voorts onder meer Le grand escogriffe (met Yves Montand; 1976), L’homme en colère (met Ventura; 1979), het vervolg La boum 2 (weer met Marceau; 1982), La 7ème cible (met Ventura; 1984), L’étudiante (met Marceau; 1988), het oorlogsdrama La neige et le feu (1991), de familiefilm Cache cash (1994), Les palmes de M. Schutz (met Isabelle Huppert als Marie Curie; 1997) en de televisiedocumentaire Un abbé nommé Pierre (2005). Schreef behalve veel van zijn eigen films het scenario van Un homme qui me plaît (Claude Lelouch, 1969), Le voyou (Lelouch, 1970), en de korte documentaire Iran (Lelouch, 1971). Uitvoerend producent van Ça n’arrive qu’aux autres (Nadine Trintignant, 1971). Gastrol als dirigent in Lola Montès (Ophüls, 1955).

02 oktober 2012

Hideji Otaki

87, Tokio, 2 oktober, longkanker

 

Japans acteur. Werd vooral bekend door zijn rollen in films van Juzo Itami, zoals Ososhiki/The Funeral (1983) , de eetkomedie Tampopo (1985). Marusa no onna/A Taxing Woman (1987) en Ageman/Tales of a Golden Geisha (1990). Won in 1976 de Hochi-filmprijs voor beste mannelijke bijrol in drie films: Ani imouto/Brother and Sister (Tadashi Imai), Kimi yo fundo no kawa o watare/Manhunt (Junya Sato) en Fumo chitai/Wasted Land (Satsuo Yamamoto). Eerste rol van betekenis is Kuroi taiyo/Black Sun (Koreyoshi Kurahara, 1964). Voorts onder meer in Ningen no shomei/Proof of the Man (Sato, 1977), Wakusei daisenso/Battle of the Planets 2 (Jun Fukuda, 1977), Kagemusha (Akira Kurosawa, 1980), Yari no Gonza/Gonza the Spearman (Masahiro Shinoda, 1986) en Kuroi ame/Black Rain (Shohei Imamura, 1989).