Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Amerikaans film- en televisieacteur. Speelde kleinere rollen
in films als Billy Bathgate(Robert Benton, 1991), This Is My Life (Nora
Ephron, 1992), Indecent
Proposal(AdrianLyne, 1993), second lead in My Boyfriend’s Back (Bob Balaban, 1993), I.Q. (Fred
Schepisi, 1994), als piccolo in Blast from the Past (Hugh
Wilson, 1999) en WhatPlanet Are YouFrom? (Mike Nichols,
2000).
Duits componist. Antifascistische avant-gardist, woonde
sinds de jaren 60 in Italië, waar hij lid werd van de communistische partij PCI.
Schreef naast symfonieën, opera’s, balletten en toneelmuziek ook enkele
filmsoundtracks: Murielouletempsd’un
retour (Alain Resnais, 1963),
Der jungeTörless(VolkerSchlöndorff, 1966), Die
verlorene Ehre der Katharina Blum(Schlöndorff en MargarethevonTrotta, 1975), Abelard(Franz Seitz,
1977), Taugenichts(Bernhard Sinkel,
1978), Unamour de Swann(Schlöndorff, 1984), L’amour à mort (Resnais,
1984), het Portugese Ninguémduasvezes(Jorge Silva Melo,
1985) en Comrades(Bill
Douglas, 1986).
HenzesFantasia for Strings werd gebruikt op de
soundtrack van The Exorcist (William Friedkin, 1973).
Zweeds cameraman en regisseur, soms werkend onder het
pseudoniem Bert Torn. Begonnen als camera-assistent in de jaren 50. Draaide de
documentaire Ingmar Bergmangör en film/Ingmar BergmanMakes a Movie (VilgotSjöman, 1963), die de ‘making of’ Nattvardsgästerna/De avondmaalsgasten(Bergman, 1963) behelsde. Zijn eerste speelfilm
als DP was Kattorna/The Cats (HenningCarlsen, 1965). Datzelfde jaar maakte Ahlberg in Denemarken zijn regiedebuut met de erotische
film Jeg – en kvinde/I.
A Woman(1965), die een internationale hit zou
worden.
In het kielzog daarvan maakte hij een aantal andere films met pikante
strekking, zoals Jeg – en marki/Graf
Porno/Ik…een markies (samen met Peer Guldbrandsen,
1967), Jeg, en kvinde II (1968),
Fanny Hill (1968), 3 slagskærlighed/The Daughter: I, A Woman III (1970), Nana
(1970), Porr i skandalskolan/The
Second Coming of Eva (1974), Flossie(als Torn, 1974), Justine
och Juliette (als Torn, 1975), Bel Ami(1976) en Molly(als Torn,
1977). Schreefenkele van zijn
erotische films, soms onder het pseudoniem Edward Mannering. Bleef ook actief
als cameraman, bijvoorbeeld van Ormen/The Serpent (Hans
Abramson, 1966) en Vindingevals(ÅkeFalck,
1968). Emigreerde rond 1980 naar Hollywood, waar hij B-films van bijvoorbeeld producent
Charles Band draaide. Onder meer Hell Night(Tom DeSimone,
1981), The Seduction(David Schmoeller, 1982), Parasite(Band, 1982), My Tutor (George
Bowers, 1983), Chained Heat (Paul Nicholas, 1983), Metalstorm:
The Destruction of Jared-Syn(Band, 1983), Ghoulies (Luca Bercovici, 1985), Trancers(Band,
1985), cultklassieker Re-Animator (Stuart
Gordon, 1985),
House (Steve Miner, 1986). From Beyond (Gordon,
1986). Dolls(Gordon, 1987), House II: The Second Story (Ethan Wiley,
1987), Prison (RennyHarlin, 1988), DeepStar Six (Sean S. Cunningham, 1989), The Horror Show/House III (James Isaac,
1989), en Robot Jox(Gordon, 1989),. Nadat John Landis hem had
gevraagd als DP van de Amerikaanse remake van Oscar (1991), volgden meer studioproducties, afgewisseld met
onafhankelijk genrewerk: de videoclip van Michael Jacksons Black or White (Landis, 1991). Innocent Blood (Landis,
1992), My Boyfriend’s
Back (Bob Balaban, 1993), Striking Distance(met Bruce Willis; RowdyHerrington, 1993), Beverly Hills Cop
III (Landis, 1994), The BradyBunch
Movie (Betty Thomas, 1995), Space
Truckers (Gordon, 1996), A VeryBradySequel(ArleneSanford, 1996),
The Second Civil
War (Joe Dante, 1997), Sideshow(Fred Olen Ray, 2000), Groom Lake (William
Shatner, 2002), King
of the Ants (Gordon, 2003) en EvilBong(Band, 2006). Trok zich terug in Italië, aan de
Adriatische kust.
Nederlands componist, pianist en televisieregisseur, voluit
Johannes Andreas Stokkermans.Studeerde cum laude af aan het Haags conservatorium (piano en
compositie) en nam daarna les bij meesterpianist Robert Casadesus
in Parijs. Ontdekte dat zijn grootste talent en plezier lagen in het schrijven
van lichte muziek, te beginnen met de Nederlandse inzending naar het Eurovisie
songfestival 1962, Katinka, vertolkt door de Spelbrekers. Schreef
talloze liedjes met tekstschrijvers als Guus Vleugel en Ivo de Wijs, reclamejingles
(Douwe Egberts, Venz, Kips),
theatermusicals, tunes van televisieprogramma’s als Tussen kunst en kitsch, Hamelen, Oebele, De bereboot, Ti-Ta
Tovenaar, Q en Q, Barbapapaen Het wassende water. Verantwoordelijk voor
twee filmscores, van Pinkeltje (Harrie
Geelen, 1978) en Voor een verloren
soldaat (Roeland Kerbosch, 1992). Was als
televisieregisseur verantwoordelijk voor muziekprogramma’s van de AVRO als Jonge mensen op weg naar het concertpodium en
Prinsengrachtconcert. Won in 1974 Gouden
Harp voor zijn hele oeuvre.
Zweeds actrice. Groot in het theater, internationaal bekend
door haar titelrol in de StrindbergverfilmingFröken Julie (Alf Sjöberg,
1951), die dat jaar ex aequo met Vittorio de Sica’sMiracolo a Milano de
Grote Prijs van Cannes won. Haar spel werd hier en daar geroemd als het beste
acteren voor een camera ooit. Vertrok daarna naar Hollywood om de
hoofdrol te spelen in I Confess(Alfred Hitchcock,
1953), maar Warner Bros. ontsloeg Björk, toen het ontdekte dat ze op dat moment
nog niet getrouwd was met haar partner, de schrijver StigDagerman. Ze werd vervangen door Anne Baxter. Begon
in 1942 haar opleiding aan Dramaten in Stockholm en
debuteerde datzelfde jaar met een klein rolletje in SjöbergsHimlaspelet/A Heavenly Play. Daarna
onder meer in 100 dragspel
och en flicka(RagnarFrisk, 1946), Det kom en gäst/A Guest Is Coming(Arne Mattsson, 1947),
de titelrol in het door Ingmar Bergman geschreven Kvinnautanansikte/Woman without a Face (GustafMolander, 1947), På dessa skuldror/On
these Shoulders(GöstaFolke, 1948), Människorsrike/Realm of Man (Folke, 1949), Kvartetten som sprängdes/The Quartet That Split
Up (Molander, 1950), Kvinnorsväntan/Secrets of Women(top-billed; Bergman, 1952), Hanglömdehennealdrig/Memory
of Love (top-billed; Sven Lindberg en Robert Spafford, 1952), tegenover GregoryPeck en Broderick Crawford
in de in Duitsland opgenomen Fox-productie Night People (Nunnally Johnson, 1954), het
Duitse Die Hexe(Gustav Ucicky, 1954), Giftas/Love and Lust (top-billed;
Anders Henrikson, 1955). MolnöverHellesta/Moon
over Hellesta(top-billed;
Rolf Husberg, 1956), Sången om den eldrödablomman/Song of the ScarletFlower(Molander, 1956), Gäst i eget hus/Guest in One’sOwn Home (top-billed; StigOlin, 1957), Damen i svart/The
Lady in Black (top-billed; Mattsson,
1958), de remake van Selma LagerlöfsKörkarlen/The PhantomCarriage(Mattsson, 1958), Mannekäng i rött/Mannequin
in Red (top-billed; Mattsson,
1958),
Tärningenärkastad/The Die Is Cast (Husberg,
1960), de Joegoslavisch-Amerikaanse coproductie Square of Violence(Leonardo Bercovici, 1961), Vita frun/Lady in White (Mattsson, 1962), Älskande par/LovingCouples(Mai Zetterling, 1964), het Deense Utro/Unfauthful(Astrid Henning-Jensen,
1966), Tofflan(TorgnyAnderberg, 1967). Komedi i Hägerskog(top-billed; Anderberg, 1968), het stakingsepos Ådalen ’31 (Bo Widerberg, 1969), het Noorse Arven/The Heritage (Anja
Breien, 1979) en Forfølgelsen/The Witch Hunt (Breien, 1981), Amorosa(Zetterling,
1986), als koningin Victoria in Gouden Palmwinnaar Den godaviljan/The
Best Intentions(scenario van Bergman;
Bille August, 1992) en ten slotte in Sannaögonblick/True Moments(Lena Koppel en Anders Wahlgren,
1998). Gescheiden van acteur Olof Bergström, weduwe
van schrijver StigDagerman.
Had een relatie met schrijver Graham Greene.
Amerikaans voormalig kinderactrice, eigenlijk Peggy LenoreAhearn Blaylock. Speelde (soms
tegenover haar jongere zus Lassie Lou Ahern) voor producent Hal Roach
in acht korte films in de serie Our Gang/Little Rascals, te weten: Cradle Robbers (Robert F. McGowan, 1924), The Sun Down Limited (McGowan, 1924), vermoedelijk Circus Fever (McGowan, 1925), Dog Days (McGowan,
1925), The Love Bug (McGowan, 1925), Official
Officers(McGowan,
1925), War Feathers(McGowan en zijn neef Robert A. McGowan, alias Anthony Mack, 1926) en Olympic Games (Robert A. McGowan, 1927). Ahe(a)rn was daarnaast te zien in
lange films als NotSo Long Ago(Sidney Olcott, 1925) en
zonder credit in bijrolletjes in Call of
the Wild (Fred Jackman, 1923) en Excuse Me (Alfred J. Goulding,
1925). Vormde later een rondreizend zang- en dansnummer met haar zus (1932-39),
met wie ze nog in één korte film zou optreden, Hollywood Party (Roy Rowland, 1937).
Indiaas regisseur en producent. Grootmeester van het
romantisch melodrama in de Hindi cinema. Veel van zijn films bevatten exotische
locaties, van Yorkshire via Hollandse tulpenvelden
tot de Alpen, maar hadden onveranderlijk de emotionele problemen van rijke en
mooi mensen als belangrijkste onderwerp. Geboren in het huidige Pakistan,
begonnen als assistent van regisseur I.S. Jojar en
zijn oudere broer B.R. Chopra. Regiedebuut met het sociaal geëngageerde Dhool ka phool/Blossom of Dust (1959). Tot zijn bekendste films horen Waqt/Time (1965), de thriller Ittefaq/Coincidence(1969),
Daag/Stain(1973),
Deewar/The Wall (met AmitabhBachchan; 1975), KabhiKabhie/Love Is Life (met Bachchan;
1976), TrishulTrident(met Bachchan; 1978), Silsila/Chain (met Bachchan; 1981), Vijay(1988), Chandni/Moonlight(1989), Lamhe/Moments(1991), Darr/Fear(1993), Dil topagal hai/The Heart Is Crazy (1997) en Veer-Zaara(2004). Produceerde onder meer
Dilwaledulhanialejayenge(het regiedebuut
van zijn zoon Aditya Chopra, 1995. Vader van
producent Uday Chopra.
Engels acteur van Italiaanse afkomst, voluit Giovanni Philip William Melia.
Speelde de hoofdrol in de oorspronkelijke, Schotse theaterproductie van Peter
Nichols’ A Day in the Death
of Joe Egg/De dood van verdomde Lowietje (1967)
en was ook een van de sterren van theater- en filmversie van de satirische
revue Privates on Parade (Michael Blakemore, 1983).
Naast veel andere toneelrollen ook kleinere rollen in enkele films: Too ManyCrooks/Kapers op de kust (Mario Zampi,
1959), tegenover Norman Wisdom in Follow a Star (Robert Asher, 1959), het Morecambe &
Wise-vehikel The
Intelligence Men (Asher, 1965), Four in the Morning(Anthony
Simmons, 1965), de geheime-agentenpastiche Modesty Blaise (Joseph Losey,
1966), A Talent forLoving/Gun Crazy (Richard Quine, 1969), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough,
1969), Antonyand Cleopatra (Charlton
Heston, 1972), Sweeney! (David Wickes, 1977), The Odd Job (Peter Medak, 1978), The Wildcats of
St. Trinian’s(Frank Launder,
1980) en de tv-film Sakharov(Jack Gold, 1984).
Amerikaanse danseres en actrice. Is te zien als
onvermoeibare gogodanseres in drie van de zogeheten Beach Party-films: Beach
Party (William Asher, 1963), Muscle Beach Party (Asher, 1964) en Bikini Beach (Asher,
1964), alsmede het verwante Pajama Party (Don Weis, 1964).
Belgisch acteur. Was korte tijd slager, deed in 1959
eindexamen aan de Studio Herman Teirlinck. Werkte veel in Nederland, onder meer
als docent dramatische expressie aan de toneelscholen van Maastricht en Amsterdam,
als acteur, regisseur en schrijver bij de politiek geëngageerde toneelgroep
Proloog en als directeur vanaf 1973 bij het gezelschap Nieuwe Komedie. Vertolkte
ook een sleutelrol in de politieke dramaserie Klaverweide (VARA; 1974-78). Speelde Droogstoppel in de verfilming
van Max Havelaar (Fons Rademakers. 1976). Ook in films als Because of the Cats (Rademakers, 1963), Keetje Tippel (Paul Verhoeven, 1975) en Dokter Vlimmen(Guido
Pieters, 1978).
76, Tokio, 17
oktober, gevolgen van aanrijding door taxi
Japans filmmaker, pseudoniem van Takashi
Ito. Bijgenaamd ‘de koning van pinkueiga’ of pink
film, een specifiek Japans softpornogenre, gekenmerkt door het maskeren van
schaamdelen, de lengte van rond een uur en een zichtbaar buitengewoon laag
budget. Daarnaast produceerde Wakamatsu de eveneens
erotische, maar wel professioneel vervaardigde wereldhit Ai no corrida/L’empire
des sens (NagisaOshima,
1976), waarin een vrouw een man uit liefde castreert. Begon zijn carrière bij
de Nikkatsu-studio waar Wakamatsu
vanaf 1963 een twintigtal exploitatiefilms regisseerde. Zijn eerste pink film, Secretsbehind the Wall/Skeleton in the Closet/Kabe no naka mo himegoto(1965)
haalde meteen de competitie van Berlijn, tot ongenoegen van de Japanse
autoriteiten, die niet begrepen waarom er internationale belangstelling voor
zulke rommel zou kunnen zijn.
Ondanks de goede ontvangst in Berlijn veegde Nikkatsu de film enigszins onder het tapijt, waarna Wakamatsu besloot onafhankelijk te gaan produceren. Tot de
bekendste van zijn tientallen films behoren The
Embryo Hunts in Secret/Taiji
ga mitsuryôsurutoki(1966), Vagabond of Sex/Sei no horo(1967), Violated Angels/Okasaretahakui(1967), Go,
Go, Second Time Virgin/Yukeyukenidome no shojo(1969),
SexJack/Seizoku(1970), Ecstasy of the Angels/Tenshi no kôkotsu(1972)
en SacredMotherKannon/SeiboKannondaibosatsu(1977). Twee van zijn laatste films werden
op grote festivals vertoond: actrice ShinobuTerajima won een Zilveren Beer in Berlijn voor haar rol in Caterpillar/Kyatapirâ(2010) en de verfilming van de rituele zelfmoord van schrijver YukioMishima11:25 The Day He Chose His OwnFate/11.25 jiketsu no hi: MishimaYukiotowakamono-tachi(2012) werd in Cannes vertoond in de sectie Uncertainregard.
Nederlands filmster en schilderes. Een van de internationaal
beroemdste Nederlandse filmacteurs aller tijden. Ster van de wereldhit Emmanuelle(Just Jaeckin,
1974) en de vervolgfilms Emmanuelle II: L’antivierge(Francis
Giacobetti, 1975) en GoodbyeEmmanuelle(François Leterrier,
1978), bleef haar leven lang een icoon van discrete en kosmopolitische erotiek.
Ging na een jeugd in Utrecht gekenmerkt door materiële en immateriële vernederingen
recht op haar doel af. Na de verkiezing tot Miss Televizier
en een beginnende modellencarrière belde ze het productiekantoor van Scorpio
Films op en meldde Pim de la Parra en Wim Verstappen
dat ze voornemens was een rol te spelen in hun eerstvolgende film. Het werd Frank en Eva (De la Parra,
1973), maar haar bijrol in de thriller Because of the Cats (Fons
Rademakers, 1973) verscheen vijf maanden eerder in de
bioscoop. Haar derde filmrol van dat jaar was die van het ambitieuze zangeresje
Lily in Naakt over de schutting (Frans
Weisz, 1973), in welke hoedanigheid ze ook de
titelsong A Letter CameTodayvertolkte.
In dezelfde periode was Kristel de minnares van de Belgische schrijver, kunstenaar
en filmmaker Hugo Claus, van wie ze ook een zoon kreeg. Claus ging mee naar
Thailand voor de opnamen van Emmanuelle, adviseerde
haar de liefdesscènes iets minder onthecht te spelen,
maar gunde haar geen rol in een van zijn eigen films, met het argument dat ze
eerst maar eens moest leren acteren. De internationale filmcarrière van Kristel logenstrafte dit vooroordeel bij tijd en wijle,
bijvoorbeeld in prestigeproducties als Le
jeu aveclefeu(Alain Robbe-Grillet, 1975), Une femme fidèle(Roger Vadim,
1976), La marge (WalerianBorowczyk, 1976), René
la Canne(Francis Girod,
1977) en vooral de flop Alice ou la dernièrefugue(Claude Chabrol, 1977).
Na gastrollen in de Nederlandse producties Pastorale
1943 (Verstappen, 1978) en Mysteries (Paul
de Lussanet, 1978), prijkte Kristels
naam naast die van Laura Antonelli, Ursula Andress en Monica Vitti op het
affiche van de Italiaanse productie Lettiselvaggi(Luigi Zampa, 1979).
Een korte Engelstalige periode leidde tot rollen in The Fifth Musketeer (top-billed tegenover Andress; Ken Annakin, 1979), als stewardess in de rampenfilm The Concorde: Airport ’79 (David Lowell Rich, 1979), de parodie The
NudeBomb(Clive
Donner, 1980) en de titelrollen in de Cannon-producties
Lady Chatterley’s
Lover (Jaeckin, 1981) en Mata Hari (CurtisHarrington,
1985).
Haar grootste Amerikaanse hit was de onafhankelijke productie over een Frans
dienstmeisje en de 15-jarige zoon des huizes. Private Lessons(top-billed;
Alan Myerson, 1981),
gevolgd door een kleinere rol in het verwante Private School (Noel
Black, 1983). Permanent geldgebrek, onder andere door openlijke verslaving aan
alcohol en cocaïne, leidde tot steeds minder interessante rollen, bijvoorbeeld
in Emmanuelle IV (Francis Leroi,
1984). Ook was ze te zien in The Big Bet (Bert
I. Gordon, 1985), Red Heat (Robert
Collector, 1985), Dracula’sWidow(top-billed; ChristopherCoppola, 1988) en twee films van de Franse
regisseur-producent Philippe Blot: The
Arrogant (1988) en In the Shadow of the Sandcastle(1990).
Na een jarenlang ongelukkige relatie met acteur Ian McShane
maakte nu Blot haar het leven zuur. Kristel stelde
zich persoonlijk garant voor Blots laatstgenoemde
film en werd meegesleept in zijn faillissement. Daarna in titels als Hot Blood (Blot, 1990), het
Zuid-Koreaanse Seong-ae-ui chimmuk(In-yeobJeong, 1992), verschijningen in acht Emmanuelle-videofilms, rollen in de
Belgische films Gaston’s oorlog (Robbe De Hert, 1997), Film 1 (Willem Wallyn,
1999) en de Elsschotverfilming Lijmen/Het
Been (De Hert, 2000). Ook was ze te zien in An Amsterdam Tale(Dorna
van Rouveroy, 1999), Vergeef me (Cyrus Frisch, 2001), De vriendschap (Nouchka
van Brakel, 2001), als seksuoloog in de Franse American Pie-variant Sexy Boys (Stéphane Kazandjian, 2001),
het KroatischeDvasuncanadana/Two Sunny Days (OgnjenSvilicic, 2010) en ten slotte tegenover Elise Schaap en
Lotte Verbeek in de tweedelige Italiaanse televisiefilm Le ragazzedello
swing (MaurizioZaccaro,
2010).
Kristel was tegen het einde van haar leven
vooral schilderes en regisseerde de korte animatiefilm Topor et moi(2004). Ook was ze de
hoofdpersoon van de documentaire Sylvia Kristel: Nu (Michiel van Erp, 2007)en het korte portret Sylvia Kristel –
Paris (Manon de Boer, 2004). Een van de getuigen in de documentaire over
Pim de la ParraParradox(In-sooRadstake,
2010). Schreef een openhartige autobiografie (2007). Kreeg nooit een Gouden
Kalf (of César) dan wel een retrospectief van het
Nederlands Filmfestival.
Nederlands filmdistributeur en –bestuurder, voluit drs.
Wim J.A. van Roosmalen, internationaal opererend als Bill
Van Roosmalen. Nam in 1972 de directie over van filmdistributeur Gofilex, een in 1938 uit de katholieke filmkeuring
voortgekomen bedrijf, dat met GOedeFILmEXploitatie alternatieven
voor decadent bioscoopamusement wilde aanbieden., opvolger van de Filmafdeling
van het Centraal Bureau der Katholieke Sociale Actie (KSA) in Leiden. Grappig
genoeg was in de jaren 70 juist softporno een van de kurken waar het Driebergense bedrijf op dreef, naast een omvangrijke
catalogus van 16mm-films en de organisatie van het landelijke filmtransport.
Die laatste activiteit wordt nu nog voortgezet onder de naam Gofilex, al vindt het transport nu hoofdzakelijk plaats
over de digitale snelweg. Van Roosmalen wist echter ook met enkele art-house-films
groot commercieel succes te boeken, zoals de Franse komedies Cousincousine(Jean-CharlesTacchella, 1975) en Unéléphantçatrompeénormément/Al
is de leugen nog zo snel (Yves Robert, 1976), maar ook de jeugdfilms van
Henk van der Linden en Karst van der Meulen. Van Roosmalen legde om het jaar,
tijdens de Filmweek Arnhem, veel eer in met het
zogeheten Gofilex-ontbijt in sterrenrestaurant De
Kromme Dissel te Heelsum, waar sterren en regisseurs
uit zijn films aan de pers werden gepresenteerd. Ook was hij bestuurder van de
afdeling Filmverhuurders van de Nederlandse Bioscoop Bond (1977-91) en de
eerste voorzitter van de zelfstandige Nederlandse Vereniging van
Filmdistributeurs (1991-93). Initiatiefnemer van het brancheblad FILM, dat min of meer voortleeft onder
de naam Holland Film Nieuws. Er zijn tussen de talloze foto's van filmbestuurders in het blad opvallend weinig van de bescheiden Van Roosmalen te vinden, in de periode dat hij daar hoofdredacteur was (1986-93). Was
voorts onder meer bestuurder van de stichting Nederlands Filmmuseum. Schreef en
publiceerde in eigen beheer een handleiding voor de filmdistributie, waarin
beginners wordt uitgelegd wat garantiebedragen en glijdende schalen zijn.
Engels acteur. Speelde als eerste expliciet een homo in de Carry On-reeks, namelijk in Carry On Abroad(Gerald
Thomas, 1972). Talloze, vooral kleinere rollen, bijvoorbeeld debuterend (onder
de naam Clive Kendall) in The Magnet(CharlesFrend, 1950), Smashing Time (Desmond Davis, 1967), als garagechef
in The Italian
Job (Peter Collinson, 1969), als theateracteur in
A Clockwork
Orange (Stanley Kubrick, 1972), de
Hammer-griezelfilm Straight on tillMorning(Collinson, 1972), de klucht Go for a Take (Harry Booth,
1972), Carry On Dick (Thomas, 1974), Queen Kong (Frank Agrama,
1976), The Pink Panther
Strikes Again(Blake Edwards, 1976), Stand Up, Virgin Soldiers (Norman Cohen,
1977), Revenge of the Pink Panther(Edwards, 1978) en RPM (Ian Sharp, 1998). Auteur van enkele goed verkopende romans,
zoals KG200 en BrokenWings.
Tsjechisch-Canadees animator en regisseur. Won drie keer de
prijs voor de beste korte film op een toonaangevend festival, Gouden Beer in
Berlijn voor To See or Notto See (1969) en in Cannes voor O sklenickuvíc/A
Drop Too Much(1954) en Balablok(Gouden Palm; 1972). Ook kreeg hij in Cannes de juryprijs voor Burn(1979). Leerling van de beroemde
poppenfilmer JiříTrnka,
bij wie hij begon als poppenspeler. Debuteerde zelf met de korte film Josef Mánes(1951).
Maakte zowel poppen- als tekenfilms, onder meer het in Annecy
bekroonde Lev a písnicka/The
Lionand the Song (1959).
Vanaf de jaren 60 veelal werkzaam in Canada voor de National Film Board, vaak
samen met MiroslavŠtěpánek.
Overige films onder veel meer E (1981),
Nightangel(1986) en het segment Palecekvoor de episodenfilmFilmfárum 2 (2006).
Argentijns regisseur en scenarioschrijver. Vluchtte in 1966
voor de dictatuur naar Europa en vestigde zich aanvankelijk in Rome, daarna
Parijs. Filosoof en literatuurwetenschapper gaf les aan de Sorbonne
en filmschool Femis, maar werkte vooral als auteur
van labyrintische scenario’s, beïnvloed door schrijver Jorge
Luis Borges en filmmaker Fritz Lang. Eerste
geproduceerde script was voor I visionari(MaurizioPonzi, 1968), gevolgd door de bewerking van Borges’ novelle Tema
del traidor y del heroetot
Strategia
del ragno/The Spider’sStratagem/De strategie van de spin (BernardoBertolucci, 1970).
Schreef vier films voor regisseur
Jacques Rivette: Céline
et Julie vont en bateau(alleen dialoog; 1974), Noroît(alleen dialoog; 1976), Duelle – une quarantaine
(1976) en Merry-Go-Round(1981).
Ook schreef De Gregorio mee aan La Cecilia (Jean-Louis Comolli, 1975), Où que tu sois(Alain
Bergala, 1987) en het Venezolaans-Cubaanse Rio Negro(AtahualpaLichy, 1991), alsmede vier
van zijn vijf eigen films: Sérail(1976), La mémoirecourte(scenario met EdgardoCozarinsky; 1979), het in Argentinië gesitueerde Corps perdus(1989)
en Tangosvolés/Tangosrobados(2002). Alleen
de eigenzinnige bewerking van Henry James Aspern(1985) werd officieel geschreven door De Gregorio’s
toenmalige levenspartner Michael Graham.
Amerikaans cameraman. Opgeleid aan de New-Yorkse School of Visual Arts, succesvol cameraman van
videoclips, zoals Madonna’s Rain(Mark Romanek, 1993) en EverybodyHurtsvan R.E.M. (1993). Speelfilmdebuut als DP met Heaven’sPrisoners(Phil
Joanou, 1996). Werd snel invloedrijk in Hollywood, dankzij
films als The Game (David Fincher, 1997), Illuminata(John Turturro, 1998), The
Yards (James Gray, 1999), FindingForrester(Gus Van Sant, 2000), de korte film The Follow (Wong Kar-wai,
2001), Gerry(Van Sant, 2002), Gouden Palmwinnaar Elephant(Van Sant, 2003),
Birth(Jonathan Glazer, 2004), Last
Days (Van Sant, 2005), Zodiac (Fincher, 2007), Margot
at the Wedding (Noah Baumbach, 2007), American Gangster (Ridley
Scott, 2007), de korte film The KeytoReserva(Martin Scorsese, 2007), Milk(Van Sant, 2008), Whatever Works (Woody Allen, 2009), Greenberg
(Baumbach, 2010), Somewhere(Sofia Coppola, 2010) en Restless (Van Sant, 2011). Savides voltooide de fotografie van het nog uit te brengen The Bling Ring (Coppola, 2013).
Amerikaans bijrolacteur. Speelde wat grotere rollen tegenover
zijn goede vriend Mickey Rourke: The Pope of Greenwich Village(Stuart
Rosenberg, 1984), Year of the Dragon (Michael Cimino, 1985), Barfly(BarbetSchroeder, 1987) en A Prayerfor the Dying(Mike Hodges, 1987). Aanvankelijk zakenman in New York,
filmdebuut in HeartLike a Wheel (Jonathan
Kaplan, 1983). Voorts onder meer in The Cotton Club (Francis Ford Coppola,
1984), Johnny Dangerously(Amy Heckerling, 1984), Turk
182! (Bob Clark, 1985), Hider in the House (Matthew Patrick, 1989), Mobsters(Michael Karbelnikoff, 1991), Ruby (John Mackenzie,
1992), Nowhereto Run (Robert
Harmon, 1993), Gettysburg(Ronald F. Maxwell, 1993), als grimeur Harry in Ed Wood (Tim Burton, 1994), als dakloze in
Godzilla(Roland Emmerich,
1998), Fight Club (David Fincher,
1999), Double Bang (HeywoodGould, 2001) en Ali (Michael Mann,
2001).
77, Los Angeles, 10
oktober, nierfalen en dementie door hoofdverwondingen
Amerikaans acteur en footballspeler.
Legendarische back van de Detroit Lions. Eerste
filmoptreden als zichzelf in de sportfilm Paper
Lions(AlexMarch, 1968). Maakte na enkele televisierollen, met name in
de tv-film The 500 PoundJerk(William Kronick,
1973), zijn echte filmdebuut als krachtpatser Mongo in de satirische western BlazingSaddles(Mel
Brooks, 1974).
Daarna in films als The
Great Lester Boggs(tegenover flowerpowericoon
Scott McKenzie in diens enige filmrol; Harry Thomason, 1974), FM (John
A. Alonzo, 1978), Jacob
Two-TwoMeets the HoodedFang(Theodore J. Flicker, 1978), de rampenfilm When Time Ran Out…. (James Goldstone, 1980), Victor
Victoria (Blake Edwards, 1982), als sheriff in Porky’s/Porly’s pikante pretpark (Bob Clark,
1982), AgainstAllOdds(Taylor Hackford, 1984)
en als sportverslaggever op de geluidsband van Buffalo ’66 (Vincent Gallo, 1998). Getrouwd met de Canadese actrice
Susan Clark.
89, leBarroux (dep. Vaucluse), 7 oktober, natuurlijke dood
Belgisch schrijver, scenarist en regisseur, pseudoniem van
Rik (Henri Paul René) Ceuppens. Journalist en cultuurrecensent
vernoemde zich naar zijn eerste vrouw, Yvonne Michiels. Schreef vooral experimenteel
proza, zoals de roman Het boek alfa (1963)
en eerder al Het afscheid (1957), dat
hij zelf bewerkte tot de gelijknamige speelfilm (Roland Verhavert,
1966).
Een eerdere ‘scenarioroman’ verfilmde hij zelf, met Verhavert
en amateurfilmer Rik Kuypers als coregisseurs, tot de baanbrekende Vlaamse art-film
Meeuwen sterven in de haven (1955),
een poëtisch-realistische ode aan Antwerpen, met een hoofdrol voor Julien Schoenaerts. De
film nam deel aan de competitie van Cannes. Ook maakte het drietal een korte
documentaire over de fonteinen van Brussel, Interludium
(1955). Michiels schreef tevens het scenario van de documentaire Met Dieric Bouts (André
Delvaux, 1975), Exit 7 (Emile Degelin, 1978) en de studie naar Vlaamse collaboratie Een vrouw tussen hond en wolf (met
Rutger Hauer en Roger Van Hool; Delvaux, 1979), die eveneens
de competitie in Cannes haalde. Michiels was te zien in de korte documentaire The Shadow of the Harbour(Robbe De Hert en Tom Meuldermans,
2004).
Frans regisseur, scenarioschrijver en producent. Twee van
zijn filmhits maakten een ster van een tot dan toe
onbekend tienermeisje: de 19-jarige Isabelle Adjani
in La gifle(Prix
Louis Delluc 1974) en de 14-jarige Sophie Marceau in La boum(1980).
Assistent van Jean Cocteau,
Jean-Pierre Melville, Max Ophüls,
maar toch vooral van Henri Verneuil, debuteerde met
de policierLe silencieux(met Lino Ventura;
1973). Voorts onder meer Le grand escogriffe(met Yves Montand;
1976), L’homme en colère (met Ventura;
1979), het vervolg La boum
2 (weer met Marceau; 1982), La 7ème cible(met Ventura;
1984), L’étudiante(met Marceau;
1988), het oorlogsdrama La neige et lefeu(1991), de familiefilm Cache cash (1994),
Les palmes de
M. Schutz(met Isabelle Huppert
als Marie Curie; 1997) en de televisiedocumentaire Un abbé nommé Pierre (2005). Schreef
behalve veel van zijn eigen films het scenario van Un homme qui me plaît(Claude Lelouch, 1969), Le voyou(Lelouch,
1970), en de korte documentaire Iran (Lelouch, 1971). Uitvoerend producent van Çan’arrivequ’auxautres (Nadine Trintignant, 1971). Gastrol als dirigent in LolaMontès(Ophüls, 1955).
Japans acteur. Werd vooral bekend door zijn rollen in films
van JuzoItami, zoals Ososhiki/The Funeral(1983)
, de eetkomedie Tampopo(1985). Marusa no onna/A TaxingWoman(1987) en Ageman/Tales of a Golden Geisha (1990). Won in 1976 de Hochi-filmprijs voor beste mannelijke bijrol in drie films:
Ani imouto/Brotherand Sister (TadashiImai), Kimi yo fundo no kawa o watare/Manhunt(Junya Sato) en Fumochitai/Wasted Land
(SatsuoYamamoto).
Eerste rol van betekenis is Kuroitaiyo/Black Sun (KoreyoshiKurahara, 1964). Voorts onder meer in Ningen no shomei/Proof of
the Man (Sato, 1977), Wakuseidaisenso/Battle of the Planets 2 (Jun
Fukuda, 1977), Kagemusha(AkiraKurosawa,
1980), Yari no Gonza/Gonza the Spearman(MasahiroShinoda, 1986) en Kuroiame/Black Rain(ShoheiImamura, 1989).