08 augustus 2012

Kuirt Maetzig

101, Wildkuhl (Mecklenburg-Vorpommern), 8 augustus, natuurlijke dood

 

Duits regisseur, scenarioschrijver en filmbestuurder. Zoon van de eigenaar van een filmlaboratorium, was als assistent-regisseur tijdens het Derde Rijk in het verzet terechtgekomen en lid geworden van de communistische partij, Speelde een sleutelrol bij de vorming van een Oost-Duitse filmproductie, door gelijkschakeling van de UFA, die omgedoopt werd in DEFA en vanaf 1946 door Maetzig artistiek geleid werd. Na een aantal politieke ‘documentaires’ te hebben gedraaid, debuteerde hij bij de DEFA als speelfilmregisseur met Ehe im Schatten (1947), een ook internationaal gewaardeerde aanklacht tegen het antisemitisme. Maetzig werd een van de voornaamste DDR-regisseurs en zijn werk was grotendeels in overeenstemming met de partijlijn, met uitzondering van Das Kaninchen bin ich (1965), dat een kwart eeuw niet vertoond mocht worden, tot na de val van de DDR. De sardonische benadering van het Oost-Duitse rechtssysteem en het opportunisme van iedereen die zich een positie had verworven, bleek een brug te ver. In navolging van deze censuurkwestie werden alle verboden titels “konijnenfilms” genoemd.

Tot Maetzigs overige werk behoren Die Buntkarierten (1949), Der Rat der Götter (over de collaboratie van IG Farben; 1950), het hagiografische tweeluik over de communistische leider Ernst Thälmann, Sohn seiner Klasse (1954) en Führer seiner Klasse (1955), Das Lied der Matrosen (over de bolsjewistische revolutie in Rusland; samen met Günter Reisch, 1958), de science-fictionfilm naar Stanislaw Lem Der schweigende Stern/First Spaceship on Venus (1960), Septemberliebe (1961), Das Mädchen auf dem Brett (1967), Die Fahne von Kriwoj Rog (1967), Januskopf (met Armin Müller-Stahl, 1972) en Mann gegen Mann (1976).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten