Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Amerikaans regisseur en
producent. Vooral televisie, won drie Emmy’s voor de
regie van de seriesThe Dick Van Dyke
Show (in 1963)en All in the Family (1972 en 1973).Regisseerde de Elvis-films Roustabout(1964)
en Easy Come,
Easy Go (1967), alsmede de komedie WivesandLovers(1963), het
ziekenhuismelodrama The New Interns(1964) en de verfilming van de hitkluchtBoeing Boeing(met Jerry Lewis en
Tony Curtis; 1965). Niet te verwarren met de gelijknamige countryzanger.
Engels bijrolacteur, vanaf 1951 in de VS. Enkele
opmerkelijke televisierollen, in de series Santa
Barbara (als butler; 1984-85), Seinfeld
(1994-98), Days of Our Lives (1997-2002)
en Birds of Prey (2002-03). Bekendste
filmrol: Wiseman in Army of Darkness (Sam
Raimi, 1992). Na edelfiguratie in Von
Ryan’s Express (Mark Robson, 1965), Star!
(Robert Wise, 1968) en They Shoot
Horses, Don’t They? (Sydney Pollack, 1970) officieel filmdebuut in het Mae
West-vehikel Sextette (Ken Hughes,
1978). Voorts onder meer, vaak als butler of veilingmeester, in The Prisoner of Zenda (Richard Quine,
1979), The Happy Hooker Goes Hollywood (Alan
Roberts, 1980), Blood Beach (Jeffrey
Bloom, 1980), The Ice Pirates (Stewart
Raffill, 1984), Firewalker (met Chuck
Norris; J. Lee Thompson, 1986), Warlock (Steve
Miner, 1989), Zandalee (Sam
Pillsbury, 1991), The Public Eye (Howard
Franklin, 1992), Addams Family Values (Barry
Sonnenfeld, 1993), The Lost World:
Jurassic Park (Steven Spielberg, 1997), als veilingmeester in Mousehunt (Gore Verbinski, 1997), Wild Wild West (Sonnenfeld, 1999), Marilyn Hotchkiss’ Ballroom Dancing &
Charm School (Randall Miller, 2005), Garfield:
A Tail of Two Kitties (Tim Hill, 2006) en Inland Empire (David Lynch, 2006). Stemacteur in Rango (Verbinski, 2011).
79, Los Angeles, 26 januari, complicaties van
beroerte
Amerikaans actrice. Speelde
veelal etnische rollen (Grieks, Italiaans, indiaans), zowel in theater en
televisie als in film. Opvallende bijrol als mysterieuze huurmoordenaar Loretta in The Sting (George
Roy Hill, 1973). Ook in films als The Ski
Bum(tegenover Zalman
King; Bruce D. Clark, 1971), The Other Side of Midnight(CharlesJarrott, 1977), A Perfect Couple(Robert
Altman, 1979), het Olivia Newton-Johnvehikel Xanadu(Robert Greenwald, 1980), Firefox (Clint Eastwood, 1982), Eleni(Peter Yates, 1985), It’s My Party (RandalKleiser, 1996) en Bless the Child (Chuck Russell, 2000).
70, Berlijn, 24 januari, na een korte zware ziekte
Duits
acteur en regisseur. Een van de eerste winnaars van de Gouden Camera voor de
beste debuutfilm in Cannes: Desperado
City (1981), een moderne film noir op de Reeperbahn. Was daarvoor al
populair als filmacteur, zowel in de ‘jonge’ als de ‘oude’ Duitse film en
internationale coproducties. Was onder meer zeeman, taxichauffeur, drummer,
journalist en acteur in het Schauspielhaus van Gustaf Gründgens, dit alles in
Hamburg. Maakte als baby van 8 maanden zijn filmdebuut in Immensee (Veit Harlan, 1943). Speelde in films als Liebe und so weiter (George Moorse,
1968), de Edgar Wallace-film Die Tote aus
der Themse (Harald Philipp, 1971), Cuore
di cane (Alberto Lattuada, 1976), Police
Python 357 (Alain Corneau, 1976), Cross
of Iron/Steiner – Das eiserne Kreuz (Sam Peckinpah, 1977), Gruppenbild mit Dame (naar Heinrich
Böll; Aleksandar Petrovic, 1977), Der
Hauptdarsteller (Reinhard Hauff, 1977), Deutschland
im Herbst (Alexander Kluge, Rainer Werner Fassbinder e,a., 1978), Sidney
Sheldons Bloodline (Terence Young,
1979), L’associé (René Gainville,
1979), Der Schneider von Ulm (Edgar
Reitz, 1979), Geschichten aus dem
Wienerwald (Maximilian Schell, 1979), La
mort en direct/Death Watch (Bertrand Tavernier, 1980), Limuzyna Daimler-Benz (Filip Bajon, 1982), Ediths Tagebuch (naar Patricia Highsmith; Hans W. Geissendörfer,
1983), Gouden Leeuw-winnaar Rok spokojnego
slonca/The Year of the Quiet Sun (Krzysztof Zanussi, 1984), Tarot (Rudolf Thome, 1986), Wherever You Are… (Zanussi, 1988), Georg Elser – Einer aus Deutschland (Klaus
Maria Brandauer, 1989), Jours tranquilles
à Clichy (naar Henry Miller; Claude Chabrol, 1990), Die Unberührbare (Oskar Roehler, 2000), Baader (Christopher Roth, 2002), de titelrol van Mein Name ist Bach (Dominiqiue de Rivaz,
2003), Agnes und seine Brüder (Roehler,
2004), Vier Minuten (Chris Kraus,
2006) en als rabbijn in Hitler’s Grave (Daryush
Shokof, 2011).
Na het succes van Desperado
City regisseerde Glowna een handvol minder bekend geworden titels: Dies rigorose Leben (1983), Des Teufels Paradies (naar Joseph
Conrads roman Victory; 1987), de
Ossi-komedie Der Brocken (1992) en de
verfilming van Yasunari Kawabata’s roman Das
Haus der schlafenden Schönen/House of the Sleeping Beauties (tevens
hoofdrol; 2006). Produceerde naast Hitler’s
Grave nog twee films van Shokof. Gescheiden van actrice Vera Tschechowa.
76, Athene, 24 januari, gevolgen van een
verkeersongeluk
Grieks
regisseur, scenarioschrijver en producent, voluit Theodoros Angelopoulos.
Invloedrijk filmauteur, met een herkenbare, gedragen stijl, gekenmerkt door
lange ononderbroken camera-instellingen (‘plans-séquence’), waarin
verschillende historische perioden moeiteloos door elkaar lopen. Werd
wereldberoemd in de art-houses door het tijdens de Griekse Burgeroorlog
(1945-52) gesitueerde epos van bijna vier uur O Thiassos/De komedianten/Travelling Players (1975). Zoals in bijna
al zijn films overwint daarin de kunst de gruwelen van de geschiedenis, bezien
door het prisma van een dialectisch-historische marxist. Angelopoulos was
stamgast van de grote festivals, won een Gouden Leeuw voor O Megalexandros/Alexander de Grote (1980)
en een Gouden Palm voor Mia aianiotita kai mia mera/L’éternité et un
jour (met Bruno Ganz; 1998). Studeerde rechten in Athene, literatuur aan de
Sorbonne en film aan de IDHEC in Parijs, waar hij stage liep bij Jean Rouch in
het Musée de l’Homme. Schreef filmkritieken in Griekenland voor een links
tijdschrift en debuteerde onder het kolonelsregime met het politiek explosieve,
maar gecodeerde Anaparastasi/Reconstruction
(1970). Zijn tweede film Meres tou
36/De dagen van ’36 (1972) ging expliciet over de fascistische coup van
Metaxas in 1936 en haalde een vroege editie van het Rotterdamse festival Film
International. Oi kynigoi/The Hunters (1977)
was daar tot veler verbazing niet te zien, omdat directeur Huub Bals iets tegen
die film had. Met zijn vaste medewerkers, als cameraman Giorgos Arvanitis,
componiste Elena Karaindrou en later ook regelmatig scenarioschrijver Tonino
Guerra regen de festivalsuccessen zich aan elkaar: Taxidi sta Kythira/Voyage to Cythera (1984), O melissokomos/The Beekeeper/De imker (met Marcello Mastroianni;
1986), Topio stin omichli/Landscape in
the Mist (1988),
To meteora vima tou
pelargou/The Suspended Step of the Stork (met Mastroianni en Jeanne Moreau;
1991) en To vlemma tou Odyssea/Ulysses’
Gaze (met Harvey Keitel; 1995). De laatste tien jaar werkte Angelopoulos
aan een trilogie, waarvan inmiddels verschenen Trilogia: To livadi pou dakryzei/The Weeping Meadow (2004) en Trilogia II: I skoni tou chronou/The Dust of
Time (2008). Tijdens opnamen in de havenstad Piraeus voor het slotdeel, L’altro mare, werd de regisseur
aangereden door een motorfiets, die bestuurd bleek te zijn door een politieman
buiten dienst. Angelopoulos overleed korte tijd later in een ziekenhuis aan
zijn verwondingen.
73, Los Angeles, 24 januari, gevolgen van
heupfractuur
Amerikaans acteur,
pseudoniem van Ferdinand Anthony Ferrandino.
Een van de laatste contractacteurs van Universal. Veel televisie, bijvoorbeeld
als Simon Petrus in Jesus of Nazareth (FrancoZeffirelli, 1977) en als generaal Juan Peron in EvitaPeron(Marvin J. Chomsky, 1977). Enkele films, waaronder Violent Midnight(Richard
Hilliard, 1963), Ensign Pulver (JoshuaLogan, 1964), The War Lord (Charlton Heston, 1965), Rosie! (David
Lowell Rich, 1967), The Final Countdown (Don Taylor, 1980), Dead & Buried(top-billed; Gary Sherman, 1981), Her Alibi (Bruce Beresford, 1988), Bulletproof(Ernest R. Dickerson,
1996) en The Last Producer/The Final Hit (Burt Reynolds,
2000). Roemrucht privéleven: onder meer aangeklaagd wegens het stalken van
Frank Sinatra’s dochter Tina en het bezit van cocaïne
(Vancouver, 1991). Onder meer getrouwd geweest met actrice Elizabeth
Ashley.
Nederlands
danser, choreograaf, artistiek leider en acteur, voluit Antonius Augustinus
Lutgerink. Werkte na de Rotterdamse Dansacademie een seizoen als danser in de
Duitse filmindustrie. Richtte in 1970 Penta Theater op, dat de alledaagsheid
van de beweging in voorstellingen integreerde. Dansvernieuwer studeerde verder
bij Merce Cunningham in New York en werkte vanaf 1984 bij het Onafhankelijk
Theater/O.T. in Rotterdam, vrijwel vanaf het begin als een van de drie
artistiek leiders. Zijn voorstelling Man
in haast werd bewerkt tot de korte film Man
in Motion (Noud Heerkens, 1995). Ook was hij te zien in de korte dansfilms Privé Story (Heerkens, 1999) en Hammada (Nathalie Alonso Casale, 2009).
Zijn laatste film, Nol King Ruter (Heerkens,
2012), gaat op 2 februari in première op IFFR.
Japans kostuumontwerpster, production designer en clipregisseur. Won een Oscar voor
kostuums in Bram Stoker’sDracula(Francis Ford Coppola,
1992) en eerder een speciale prijs in Cannes voor production
design van Mishima: A Life in FourChapters(Paul Schrader,
1985), als ‘beste artistieke bijdrage’, samen met cameraman John Bailey en componist Philip Glass.
Ontwierp kostuums voor vier films van TarsemSingh: The Cell(2000), The Fall(2006), Immortals(2011)
en het nog uit te brengen MirrorMirror(2012). Regisseerde de videoclip van Björks Cocoon.
Nederlands
acteur, eigenlijk Petrus Römer. Enige drievoudige winnaar van de Gouden
Televizierring, steeds voor hoofdrollen in fictieseries met een sterk
Amsterdams karakter: als de jonge helft van het voddenrapersduo Stiefbeen en zoon (1963), als kastelein
Kootje de Beer in ’t Schaep met de 5
pooten (1969) en als inspecteur De Cock in de politieserie Baantjer (1995-2006). Bij het grote
publiek dan ook vooral bekend als een halve eeuw continu aanwezig
televisieacteur, ook in bijvoorbeeld Varen
is fijner dan je denkt (1957-60), Citroentje
met suiker (1972), Merijntje Gijzens
jeugd (1974), de televisiefilm Voorbij,
voorbij (Paul Verhoeven, 1981), als de Hoofdpiet van Sinterklaas bij de NOS
(1968-84) en als de oude communist in Levenslied
(2011).
Römer was ook een vooraanstaand theateracteur, die zich zonder
professionele opleiding in die richting met verve weerde in vooral het moderne
repertoire, bij de gezelschappen Puck (1954-60) en Centrum (1961-73). Zijn
vertolkingen van personages van Harold Pinter waren vermaard en hij won een
Arlecchino voor de beste mannelijke bijrol in de voorstelling van Peter Nichols’
Bloesem van seringen brengt
herinneringen/Forget-Me-Not-Lane (1971). In de bioscoop debuteerde Piet Römer
met een kleine rol als douanier in De
zaak M.P. (Bert Haanstra, 1960), maar trok vooral de aandacht door de
hoofdrol van bakker Eppie Bultsma, een Friese verzetsheld in De overval (Paul Rotha, 1962). Ook was
hij de verloofde van raamprostituee Blonde Greet (Ronny Bierman) in Wat zien ik?! (Verhoeven, 1971)
en
verving hij op het laatste moment Rijk de Gooyer tegenover Johnny Kraaykamp in Heb medelij, Jet! (Frans Weisz, 1975).
Ook was hij te zien in Als twee druppels
water (Fons Rademakers, 1963), Amsterdam
Affair (Gerry O’Hara, 1968), VD (Wim
Verstappen, 1972), Het jaar van de kreeft
(Herbert Curiël, 1975), als de chauffeur van Peter en de vliegende autobus (Karst van der Meulen, 1977), De bende van hiernaast (Van der Meulen,
1980), De lift (Dick Maas, 1983) en Mevrouw Ten Kate en het beest in de mens (Casper
Verbrugge, 1991), alsmede de korte films De
zelfontspanner (Rimko Haanstra, 1975), Vier
manieren om je vrouw (Hans van Beek, 1980) en Johnnie (Sjef Verbraaken, 1982). Tweelingbroer van
televisieregisseur Paul Römer werd de aartsvader van een dynastie van acteurs
en televisieproducenten. Zoon Paul (1962) werd directeur van
productiemaatschappij Endemol en is nu directeur van omroep NTR. Zoon Peter (1952)
werd acteur en hoofd drama van Endemol, waar hij onder meer het initiatief nam
tot Baantjer. Ook is Peter vader van
acteurs Thijs (1978) en Nienke Römer (1975). Piets zoon Han (1948) acteerde
onder meer bij toneelgroep Baal, zoon Bart (1957) was toneelschrijver,
televisiedirecteur van de KRO en is nu netmanager van Nederland 2.
Nederlands
klavecinist, organist en dirigent. Een van de grondleggers van de authentieke
uitvoeringspraktijk van barokmuziek, met name gespecialiseerd in het werk van
Bach. Speelde de hoofdrol en werk van Johann Sebastian Bach in de film Chronik der Anna Magdalena Bach (Jean-Marie
Straub en Danièle Huillet, 1968), een sober portret dat zich hoofdzakelijk op
de muziek en haar uitvoering concentreert. Een fragment uit de Bach-film dook
op in Falsche Bewegung (Wim Wenders,
1975) en Leonhardt was verantwoordelijk voor de muziek in Dalla nube alla resistenza (naar Pavese; Straub en Huillet, 1979). Ook
is Leonhardt te horen op de soundtrack van Höstsonaten/Herfstsonate/Autumn
Sonata (Ingmar Bergman, 1978) en Hannah
and Her Sisters (Woody Allen, 1986). Won in 1980 de Erasmusprijs.
88, Neuilly-sur-Seine (dep. Hauts-de-Seine),
14 januari, longontsteking na bronchitis
In
Turkije geboren Frans entertainer en actrice van Armeense afkomst, pseudoniem
van Nevarte Manouelian. Was onder meer de moeder van Colette (Marie-France
Pisier) in L’amour à 20 ans (episode
François Truffaut, 1962) en het vervolg L’amour
en fuite (Truffaut, 1979) en de heldin van de televisieserie Maguy (1985-92), de Franse remake van Maude (1972-78) met Bea Arthur.
Debuteerde met klein rolletje in Manon (Henri-Georges
Clouzot, 1949). Ook in onder meer Minuit…Quai
de Bercy (Christian Stengel, 1953), Les
hommes ne pensent qu’à ça (Yves Robert, 1954), Les assassins du dimanche (Alex Joffé, 1957), En légitime défense (André Berthomieu, 1958), Le petit prof (Carlo Rim, 1959), Le gigolo (Jacques Deray, 1960), Fortunat (Joffé, 1960), Le
tracassin ou les plaisirs de la ville (Joffé, 1961), als de moeder van
Catherine Deneuve in Un monsieur de
compagnie (Philippe de Broca, 1964), Thomas
l’imposteur (Georges Franju, 1965), Les
sultans (Jean Delannoy, 1966), Trois
enfants…dans le désordre (Léo Joannon, 1966), Le voyage du père (Denys de la Patellière, 1966), de titelrol in Salut Berthe! (Guy Lefranc, 1968),
tegenover Jacques Brel in Mon oncle
Bemjamin (Edouard Molinaro, 1969), Le
pistonné (Claude Berri, 1970), Le
viager (Pierre Tchernia, 1972), Le
bar de la fourche (met Brel; Alain Levent, 1972), La belle affaire (Jacques Besnard, 1973), Peur sur la ville (Henri Verneuil, 1975), Molières Le bourgeois gentilhomme (Roger Coggio,
1983), Garçon! (Claude Sautet, 1983)
en Joyeuses Pâques (Georges Lautner, 1984).
Frans actrice van Poolse
afkomst, pseudoniem van Olga Perzynsky. ‘Femme
fatale’ van de Franse cinema, wegens haar woonplaats bijgenaamd Madame Vichy. Opvallende
hoofdrollen in La règle
du jeu (Jean Renoir, 1939) en Les anges du péché(Robert Bresson, 1943).
Speelde een kleinere rol tegenover Jean Marais in La belle et la bête (Jean Cocteau, 1946). Debuteerde in de komedie L’amourqu’ilfautauxfemmes(Adolf Trotz, 1933). Daarna kleine rollen in
films als Liliom(Fritz Lang, 1934), On a trouvéune femme nue(LéoJoannon, 1934), Valse royale (Jean Grémillon,
1935), Les jumeaux
de Brighton (Claude Heymann, 1935), Mister Flow (Robert Siodmak,
1936), La fin des Romanoff/De
tragedie van een keizerrijk (Marcel l’Herbier, 1938),
Le drame de Shanghaï(Georg Wilhelm Pabst,
1938). Remontons les Champs-Élysées
(Sacha Guitry, 1938), Circonstancesatténuantes(Jean Boyer,
1939), La charrettefantôme/De voerman (Julien Duvivier,
1939),
Le grand élan/De
groote overwinning (Christian-Jaque
en Harry R. Sokal, 1940) en Le camion blanc/Zigeunerwetten (Joannon, 1943). Voorts onder meer Monsieur des Lourdines(Pierre de Hérain, 1943), Les Roquevillard/Het geslacht Roquevillard(Jean Dréville, 1943), Donne-moitesyeux(Guitry, 1943), Le cavalier
noir(Gilles Grangier,
1945), Le père
Serge (naar Tolstoi; Lucien Ganier-Raymond,
1945), Étoile sans lumière(tegenover
Edith Piaf; Marcel Blistène,
1946), Destins(tegenover Tino
Rossi; Richard Pottier, 1946), als George Sand in Rêvesd’amour(Christian
Stengel, 1947), het Britse Snowbound(David MacDonald, 1948), Mission
à Tanger (André Hunebelle, 1949) Le plaisir(Max Ophüls, 1952) en
de Hammer-productie Blood Orange (Terence
Fisher, 1953). Late gastrol tegenover MaruschkaDetmers in Comédied’été(Daniel Vigne, 1987). Weduwe
van autocoureur Tomas Mathieson.
Frans geluidsman. Toonaangevend geluidsman voor
later werk van nouvellevagueveteranen en hun
opvolgers. Won vier keer een César: Clair de femme (Costa-Gavras, 1979), Cyrano de Bergerac (Jean-Paul
Rappeneau, 1990), Tous les matins du monde (Alain Corneau, 1992) en Le hussardsurletoit(Rappeneau, 1995).
Daarnaast nog dertien keer genomineerd: Malevil(Christian
de Chalonge, 1981), Les qurantièmesrugissants(De Chalonge, 1982), Fort Saganne(Corneau,
1984), L’amour à mort (Alain Resnais,
1984), Harem (Arthur Joffé, 1985), Jean de
Florette(Claude Berri,
1986), Bunker PalaceHôtel(EnkiBilal, 1989),Germinal(Berri, 1993), Le cousin(Corneau,
1997), Amen. (Costa-Gavras, 2002), 8 femmes(François Ozon, 2002), Bon voyage(Rappeneau,
2003) en Ne le
dis à personne(Guillaume Canet,
2006).
Geluidsmixerbij een kleine 140 films, te
beginnen met Quelque part quelqu’un(Yannick
Bellon, 1972). Onder veel meer Le milieu du monde (Alain Tanner, 1974), Pas si méchant que
ça(Claude Goretta,
1976), Noroît(Jacques Rivette,
1976), Jonas qui
aura 25 ans en l’an 2000 (Tanner, 1976), La dentellière(Goretta, 1977), Repérages(Michel Soutter,
1977), Va voirmaman, papa travaille(François
Leterrier, 1978), Passe
ton bacd’abord(Maurice
Pialat, 1978), Messidor(Tanner, 1979), Retour à Marseille (René Allio, 1980), La provinciale (Goretta,
1981), IlfauttuerBirgitt Haas (Laurent Heynemann, 1981), Merry-go-round(Rivette, 1981), La lune dans lecaniveau(Jean-Jacques Beineix, 1983), Vivementdimanche! (François Truffaut,
1983),
L’amour par terre(Rivette, 1984), Détective(Jean-Luc
Godard, 1985), Manon des Sources (Berri, 1986), Cronaca di unamorteannunciata(FrancescoRosi, 1987),
Betrayed(Costa-Gavras,
1988), Drôled’endroit pour une rencontre (François Dupeyron,
1988), Nocturne indien (Corneau, 1989), Music
Box (Costa-Gavras, 1989), ‘Merci la vie’ (Bertrand Blier, 1991), Mon père, cehéros(Gérard Lauzier, 1991), 1492: Conquest of Paradise (Ridley Scott,
1992), Unapuraformalità (Giuseppe Tornatore,
1994), TwoMuch(Fernando
Trueba, 1995), Mon
homme (Blier, 1996), Lucie Aubrac(Berri,
1997), La niña de tus ojos(Trueba, 1998), C’estquoi la vie? (Dupeyron, 1999), Stupeur et tremblements(Corneau, 2003),
Alatriste(AgustínDíazYanes, 2006) en Les petitsmouchoirs(Canet, 2010).
Postuum zal zijn naam nog verschijnen op de credits
van La vied’uneautre(SylvieTestud, 2012), El artista y la modelo(Trueba, 2012) en Les infidèles(Michel
Hazanavicius en anderen, 2012).
82, graafschap Oxfordshire, 10 januari,
natuurlijke dood
Engels componist en arrangeur, ook opererend
onder de naam David SinclairWhitaker.
Schreef vooral soundtracks voor genrefilms, maar ook van Harry, unamiquivousveut
du bien(Dominik Moll,
2000), dat hem een Césarnominatie bezorgde. Debuut
met Hammerhead(David Miller, 1968). Voorts onder meer
Don’tRaise the Bridge,
Lower the River (met Jerry
Lewis; Jerry Paris, 1968), The Desperados(Henry Levin,
1969), Run Wild, Run Free (Richard C.
Sarafian, 1969),ScreamandScreamAgain(Gordon Hessler, 1970), Dr. Jekylland Sister Hyde (Roy
Ward Baker, 1971), Vampire Circus (Robert Young, 1972), Vampira(Clive Donner, 1975), Dominique (Michael Anderson, 1980), The Swordand the Sorcerer(Albert Pyun, 1982), Lemming (Moll,
2005) en Lady Godiva(Vicky Jewson, 2008). Arrangeur van vele
popartiesten, van Marianne Faithfull tot Natalie Imbruglia, van the Rolling Stones
tot Simply Red. Zijn versie van Claude François’Comme
d’habitudezou de aanleiding vormen tot Frank Sinatra’sMy Way. Niet
te verwarren met de gelijknamige scenarioschrijver (1928-1980) en schilder
(1938-2007).
Frans actrice, in theater (ComédieFrançaise, 1948-50), op televisie en in film. Debuut
met klein rolletje in Premier rendez-vous
(Henri Decoin, 1941). Onder meer in Fantômas(Jean Sacha, 1947), ScandaleauxChamps-Élysées
(Roger Blanc, 1949), Victor (Claude Heymann, 1951), tegenover
Jean Marais in Nez de cuir(Yves Allégret,
1952), Les amoursfinissent à l’aube(Henri
Calef, 1953), top-billed in
Una donna libera(VittorioCottafavi, 1954), het
Australische Walk into
Paradise (MarcelloPagliero
en Lee Robinson, 1956), als schoondochter van Jean Gabin
in Les grandes familles(Denys de la Patellière,
1958), Le testament d’Orphée(Jean Cocteau, 1960). Les troismousquetaires(Bernard Borderie, 1961), Gliinvasori/Erik the Conqueror(Mario Bava, 1961), Le roi de coeur (Philippe de Broca, 1966), Fantômascontre Scotland Yard (André Hunebelle, 1967), Caroline chérie(De
la Patellière, 1968), Borsalino (Jacques Deray, 1970), Aussiloin que l’amour(Frédéric Rossif,
1971), La mortenegliocchi del gatto(Antonio Margheriti,
1973), Les ailes
de la colombe(BenoîtJacquot, 1981), Les pyramidesbleues(ArielleDombasle, 1988) en HelloGoodbye(Graham Guit, 2008).
Amerikaans scenarioschrijver. Waarschijnlijk de
laatst overgebleven scenarist uit de zwijgende periode. Kreeg geen credit voor
haar belangrijkste film, het GarbovehikelFleshand the Devil(Clarence Brown, 1926), maar wel voor haar
debuut, de bewerking van Percy Marks’ roman The
Plastic Age (met Clara Bow; Wesley Ruggles, 1926).
Schreef voorts onder meer Dance Madness (Robert Z. Leonard, 1926),
The First Night(Richard Thorpe, 1927), officieus Bows grootste
succes It (Clarence G. Badger, 1927), RolledStockings(met Louise Brooks; Richard Rosson, 1927) en officieus The Way of AllFlesh(Victor Fleming, 1927). Schreef slechts een enkele Amerikaanse talkie: The Shocking
Miss Pilgrim(George Seaton,
1947), samen met Ernest Maas, haar echtgenoot van 1927 tot zijn dood in 1986.
Publiceerde in 1999 haar memoires, op aandrang van filmhistoricus Kevin Brownlow.
Mexicaans
acteur. Speelde vaak indianen, bijvoorbeeld in de titelrol van Ulzana’s Raid (Robert Aldrich,
1972) of als ‘Paints His Shirt Red’ in Jeremiah Johnson (Sydney
Pollack, 1972). Begon als student medicijnen te
acteren in Mexicaanse films, zoals het in Cannes vertoonde Pedro Páramo(Carlos Velo, 1967). Ook in The Stalking Moon (Robert
Mulligan, 1968), Joe
Kidd(John Sturges,
1972), Executive Action (David
Miller, 1973), Who’ll Stop the Rain/Dog
Soldiers (Karel Reisz,1978), Meatballs Part II (Ken
Wiederhorn,1984), Flashpoint (William
Tannen, 1984), Revenge
(Tony Scott, 1990), The House of the
Spirits (Bille August, 1993), The Cowboy Way (GreggChampion, 1994), The
OddCouple II (HowardDeutch, 1998) en Die Another Day (Lee
Tamahori, 2002). Woonde sinds enkele jaren in
Nederland, waar hij een hoofdrol kreeg in de in Spanje gedraaide film Castingx(Ad Bol, 2005).
89, graafschap West Sussex, 1 januari,
natuurlijke dood
Engels schermer, trainer, gevechtschoreograaf
en stuntman, voluit Robert James Gilbert Anderson. Was als instructeur en
double betrokken bij de meeste Star Wars-films
en voerde zelf de lichtsabelgevechten van Darth Vader
in The Empire Strikes Back (IrvinKershner, 1980) en Return of the Jedi(Christian Marquand, 1983).
Deelnemer aan de
Olympische Spelen van Helsinki (1952) en dertig jaar coach van het Britse
nationale team. Maakte zijn entree als swordmasterdoor
bijna alle tegenstanders van Errol Flynn te spelen in The Master of Ballantrae(William Keighley, 1953). Choreografeerde de gevechten, instrueerde
de acteurs of was hun stunt double in films als The Moonraker(David MacDonald,
1958), BarryLyndon(Stanley
Kubrick, 1975), Highlander(Russell Mulcahy, 1986), The Princess Bride(Rob Reiner, 1987), The Three Musketeers(Stephen Herek,1993), First Knight (JerryZucker,
1995), The Mask
of Zorro(Martin Campbell, 1998), de trilogie van
The Lord of the Rings (Peter Jackson,
2001-3) en Alatriste(AgustínDíazYanes, 2006). Emigreerde in
1979 naar Canada.