64, Amsterdam, 14
december, euthanasie na chronische longaandoening
Nederlands regisseur, producent, scenarioschrijver, docent en adviseur. Wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste kracht achter de schermen van de soap Goede tijden, slechte tijden en daarmee van de hele soaptraditie in Nederland. Haar definitie van soap hing lang aan de muur van de Aalsmeerse studio: ,,een naïef, door dialoog en beeld verteld verhaal, waarin reële personages het meest onwaarschijnlijke waarschijnlijk doen lijken'’. Was vanaf het begin met haar vaste scenarioschrijver Rogier Proper betrokken bij Doctor Proctor Scripts, ‘de eerste Nederlandse scenariofabriek’. Ontwikkelde eveneens Goudkust (1996-2001) voor Endemol. Toen Joop van den Ende Madsen in 1990 vroeg om de Australische soap The Restless Years voor een Nederlands publiek te bewerken, was ze de ideale kandidaat om een door de smaakmakende gemeente geminacht genre prestige en inhoud te verschaffen. Madsen had een lange loopbaan in de filmwereld, sinds ze afstudeerde aan de Filmacademie, onder meer als vaste assistent-regisseur van Pim de la Parra en Wim Verstappen bij Scorpio Films en van Frans Weisz bij De inbreker (1972) en Heb medelij, Jet! (1975), als regiedocent aan de Filmacademie en als bestuurder en adviseur van het Fonds voor de Nederlandse Film (het zogenaamde ‘kleine’ Filmfonds, dat kunstzinnige producties subsidieerde). Desondanks had ze altijd iets verongelijkts, alsof echt succes haar niet vergund was. Zelfs Madsens grootste wapenfeit, een Zilveren Beer in Berlijn voor de korte film Straf (1974), werd enigszins overschaduwd door beschuldigingen van plagiaat: het scenario van Rogier Proper over een meisje dat uit woede de viool van haar vader vernielt, zou gejat zijn van collega Marianna Dikker. Ook leek het de films van Madsen zelden gegeven om in de bioscoop te draaien. Het dichtst bij kwam nog Gekkenbriefje (1981) , een meer dan adequate maar slechts marginaal gedistribueerde verfilming van Ger Verrips’ novelle Zorg dat je een gekkenbriefje krijgt, over weerbarstige dienstplichtigen tijdens de ‘politionele acties’. Voorts regisseerde Madsen de korte film Verlies (1976), de balletdocumentaire Uit eigen beweging (tevens productie; 1982), televisiebewerkingen van Vondels Adam in ballingschap (met het Publiekstheater; 1984) en Goethes Faust (met De Appel; 1986) en de biografische tv-serie Wilhelmina (2001).
Had met Frans Rasker samen de productiemaatschappij Horizon Films, die naast Gekkenbriefje onder meer de speelfilms Blindgangers (debuut van Ate de Jong, 1977) en Een tip van de sluier (Frans Bromet, 1980) maakte, en de korte film De elektriseermachine van Wimshurst (Erik van Zuylen, 1978). Ook producent van De Anna (Van Zuylen, 1983) en Dorst (Willy Breebaart, 1988), alsmede de documentaire over editor Helen van Dongen Dubbelbeeld (Hans van Dongen, 1985) en de korte film Assefeest (Ramón Gieling, 1982). Speelde een rolletje in Rubia’s Jungle (De la Parra, 1970) en was te zien in de documentaires Allemaal film (aflevering van Hans Pool, 2007) en Parradox (In-soo Radstake, 2010). Als adviseur en scenariobegeleider betrokken bij speelfilms van Ben Sombogaart: De tweeling (2002), Bride Flight (2008), De storm (2009).
Beste Hans, Bedankt voor al je bijzondere posts op deze blog. Vrijwel elke dag kijk ik even op het Schimmenrijk, en je posts zijn altijd interessant om te lezen. Ik wens je het allerbeste voor 2012 en blijf je met plezier volgen.
BeantwoordenVerwijderen