Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Engels tekenaar en cartoonist. Niet zijn werk voor The New Yorker of Punch bezorgde Searle zijn grootste faam,
maar een tekening die hij in Japanse krijgsgevangenschap in Singapore maakte,
over Engelse kostschoolmeisjes. Die en enkele erop volgende tekeningen zouden
de basis vormen voor de zeer populaire komedie The Belles of St. Trinian’s(Frank Launder, 1954) en vijf vervolgfilms.Ontwierp daarnaast de titelscènes van ThoseMagnficent Men in
TheirFlying Machines/Die
knotsgekke kerels in hun vliegende kratten (Ken Annakin,
1965), Monte Carlo or Bust!/ThoseDaring Young Men in TheirJauntyJalopies(Annakin, 1969) en Scrooge(Ronald Neame, 1970).
78, The Villages FA, 28 december, borstkanker en complicaties van
embolieën
Amerikaans zangeres en actrice, eigenlijk Catherine
Stevens.Roodharige furie trad
regelmatig op in theatermusicals en met ‘The Rat Pack’, met name Sammy Davis
Jr. Ook bevriend met Connie Francis. Enkele filmrollen: als verpleegster in The Interns(David
Swift, 1962) en het vervolg The New Interns(John Rich, 1964),
tegenover Danny Kaye in The Man from the Diners’ Club (Frank Tashlin, 1963) en met een kleine rol in Jaws 3-D (Joe Alves, 1983). Wedergeboren
christen, na ernstige alcoholproblemen. Gescheiden van trompettist en
bandleider Tommy Amato.
Mexicaans acteur, voluit Pedro ArmendárizBohr. Zoon van gelijknamige acteur (3 Godfathers, From Russia with Love). Won
twee keer de Mexicaanse filmprijs Zilveren Ariel,
voor Mina, viento
de libertad(Antonio Eceiza,
1977) en voor beste bijrol in La ley de Herodes(Luis Estrada, 1999). Acteerdebuut in Fuera de la ley(Raúl
de Andahijo, 1966). Zowel
in Mexicaanse als internationale producties: La bataille de San Sebastian/Gunsfor San Sebastian (Henri
Verneuil, 1968), tegenover John Wayne in The Undefeated(Andrew
V. McLaglen, 1969) en Chisum(McLaglen, 1970), in Macho Callahan(Bernard
L. Kowalski, 1970), The MagnificentSevenRide! (George McCowan,
1972), The Soul of Nigger
Charley (Larry G. Spangler, 1973), The Deadly Trackers(BarryShear, 1973), Earthquake(Mark Robson,
1974), La pasiónsegúnBerenice(top-billed; Jaime HumbertoHermosillo, 1976), Cadenaperpetua(top-billed; ArturoRipstein, 1979), La ilegal(Ripstein, 1979), het Julio Iglesiasvehikel Me olvidé de vivir(Orlando JiménezLeal, 1980), The Dogs of War (John Irvin,
1980). de televisiefilm EvitaPeron(Marvin J. Chomsky, 1981), La chèvre(Francis
Veber, 1981), El
corazón de la noche(top-billed; Hermosillo, 1984), Treasure Island (Raoul Ruiz,
1985), The Treasure
of the Amazon(René Cardona
Jr., 1985), Maine-Océan(Jacques Rozier, 1986), Walker (Alex Cox, 1987), Les pyramidesbleues(ArielleDombasle, 1987), de BondfilmLicencetoKill(als president; John Glen,
1989), Old Gringo(Luis Puenzo, 1989),
El patrullero/Highway Patrolman
(Cox, 1991), Deathand the Compass (Cox,
1992), als priester in Tombstone(George P. Cosmatos,
1993), Dos crímenes(Roberto Sneider, 1995), De nochevienes, Esmeralda(Hermosillo, 1997),
Amistad(Steven Spielberg, 1997), The Mask of Zorro(Martin Campbell, 1998), BeforeNight Falls (Julian Schnabel,
2000), The Mexican(Gore Verbinski, 2001), Original Sin(Michael Christofer,
2001), El crimen del padreAmaro(Carlos Carrera, 2002), Onceupon a Time in Mexico (Robert Rodriguez, 2003), Casa de los babys(John Sayles, 2003), The Legend of Zorro(Campbell, 2005) en postuum tegenover Will Ferrell
en GaelGarcía Bernal in Casa de mi padre(MattPiedmont, 2012).Was actief in de acteursvakbond en
voorzitter van de Mexicaanse ‘Academy’. Gescheiden van actrice Ofelia Medina (Frida, naturalezaviva).
Nederlands zanger en acteur, voluit Johan Marius Nicolaas
Heesters. Vanaf de jaren dertig vrijwel exclusief actief in Oostenrijk en later
Duitsland, als ster van operette, revue en film, onder de naam Johannes of Jopi Heesters. In zijn geboorteland omstreden door zijn
vooraanstaande positie als populair artiest onder het Derde Rijk. Heesters zei
altijd buiten de politiek te zijn gebleven, maar er is een foto van hem bij een
bezoek aan concentratiekamp Dachau. Ook zei hij vorig
jaar voor een televisiecamera dat die Hitler toch een goeie kerel was geweest.
Filmdebuut in de stille film CirqueHollandais(Theo Frenkel
sr., 1924), Twee rollen in Nederlandse talkies,
tegenover Jopie Koopman en Fien de la Mar in Bleeke Bet (AlexBenno en Richard Oswald, 1934) en in de komedie De vier Mullers(Rudolf Meinert,
1935). In de Duitstalige versie van diezelfde film, Alles für die Firma (Meinert,
1935), maakte Heesters zijn Oostenrijks debuut. Daarna kleinere rollen in Die Leuchter des Kaisers(als Joe Heesters; Karl Hartl,
1936) en Der Bettelstudent (Georg Jacoby, 1936). Eerste sterrolbij de UFA in Das Hofkonzert(DetlefSierck, 1936).
Voorts onder meer Gasparone(tegenover Marika Rökk; Jacoby, 1937), Nanon(Herbert Maisch, 1938), Halloh Janine (met
Rökk; Carl Boese, 1939), Das Abenteuergehtweiter(Carmine Gallone, 1940), Die lustigenVagabunden(Jürgenvon Alten, 1940), Rosen in Tirol (GézavonBolváry, 1940), Immer nur-Du! (Karl
Anton, 1941), Jenny und
der HerrimFrack/Jenny als detective (Paul Martin, 1941), Karneval der Liebe(Martin,
1943), Es lebe
die Liebe(Erich Engel,
1944) en Es fingsoharmlosan(Theo Lingen, 1944). De
continuïteit met de naoorlogse productie was groot. Al in 1946 speelde hij al
in een DEFA-productie van Die Fledermaus(Von Bolváry). Een
greep uit de volgende films: Frechundverliebt(Hans Schweikart, 1948), Die
Csardasfürstin(met Rökk;
Jacoby, 1951),
ImweißenRößl(Willi Forst, 1952), The Moon Is Blue (cameo als toerist; Otto Preminger,
1953) en de Duitse versie Die JungfrauaufdemDach(hoofdrol; Preminger,
1953), Die geschiedene
Frau (met Rökk; Jacoby,
1953), Schlagerparade (Erik Ode,
1953), Hab’ ichnurdeineLiebe(Eduard vonBorsody,
1953), Gestatten, mein Name ist Cox (Jacoby, 1955), Bel Ami(Louis
Daquin, 1955), Opernball(Ernst Marischka, 1956), HeuteheiratetmeinMann(Kurt Hoffmann,
1956), Viktor und
Viktoria (Anton, 1957), Bühne freifür Marika (met Rökk; Jcoby, 1958), Frau im besten Mannesalter(Axel von
Ambesser,1959), BesuchausheiteremHimmel(FerdinandDörfler, 1959) en Junge leute brauchenLiebe(tegenover ConnyFroboess; GézavonCziffra, 1961). Daarna
voornamelijk televisie, naast cameo’s als clochard in Otto der Film (XaverSchwarzenberger
en Otto Waalkes, 1985) en als wetenschapper in 1 ½ Ritter – Auf der Suchenach
der hinreißenderHerzelinde(Til Schweiger, 2008). Laatste rol op 107-jarige
leeftijd (mogelijk een record) als Petrus aan de hemelpoort in de korte film Ten (Stefan Hering, 2011). Weduwnaar van
de Belgische revuester WiesjeGhijs,
in 1991 hertrouwd met de ruim 45 jaar jongere actrice Simone Rethel.
Oorspronkelijk Frans actrice en zangeres, in 1952
genaturaliseerd tot Amerikaanse.Pseudoniem van Denise Billecard. Nachtclubzangeres
en –danseres, na als bakkersdochter te zijn verkozen tot ‘het mooiste
meisje van Frankrijk’, kwam door
huwelijk met Amerikaanse officier in 1947 naar Hollywood. Debuteerde zingend
aan de bar in To the Victor (DelmerDaves, 1948), maar bracht het snel tot zwoele
hoofdrollen, met name tegenover Gary Cooper en Burt Lancaster in de western Vera Cruz (Robert Aldrich,
1954).
Voorts onder meer in Thunder in the Pines (Robert
Gordon, 1948), Battleground/De slag om Bastogne (William A. Wellman, 1949), Tarzan
and the Slave Girl (Lee
Sholem, 1950), Westward the Women(Wellman,
1951), Young Man withIdeas(Mitchell Leisen,
1952), tegenover Esther Williams in Dangerous
When Wet (Charles
Walters, 1953), top-billed in Flame of Calcutta (Seymour Friedman, 1953) en ten slotte in SevenWomenfrom Hell (Robert D. Webb, 1961). Volgens de
overlevering zou haar filmcarrière danig geremd zijn door de weigering in te
gaan op avances van HowardHughes
en Columbia-baas Harry Cohn.
Japans regisseur en scenarioschrijver.Internationaal meest bekend door zijn
satire op het Japanse gezinsleven The
Family Game/Kazokugemu(1983).
Maakte talloze 8mm-films in de jaren 70, toen hij zijn brood verdiende als
deejay. Speelfilmdebuut: No-yo na mono/SomethingLike It (1981). In
competitie in Berlijn met 39 keihodaisanjukyu
jo (1999). Voorts onder meer Sorekara/Later (1986),
Kitchen (1989), Haru(1996), Shitsurakuen/Lost Paradise (naar roman van JunichiWatanabe; 1997) en Ashura no gotoku/LikeAsura(2003).
Amerikaans actrice en fotomodel, geboren als DocasNowell. Trouwde op haar 19de
met de beroemde fotograaf Richard Avedon, die haar
talloze keren portretteerde. Hun kennismaking werd gedramatiseerd door
gemeenschappelijke vriend Leonard Gershe in de
musical Funny Face (Stanley Donen,
1957), met Fred Astaire als de fotograaf Dick Avedon en Audrey Hepburn als
Jo/Doe. Na tumultueuze scheiding hertrouwd met acteur Dan Mathews
en regisseur Don Siegel. Maakte na enkele Broadwayrollen haar filmdebuut in Jigsaw(FletcherMarkle,
1949), onder de naam Betty Harper.
Daarna te zien in
een kleine rol in The High andMighty(William A. Wellman, 1954), een hoofdrol in Deep in My Heart(Donen,
1954) en The Boss (ByronHaskin, 1956) en een cameo
in Love Streams(John Cassavetes, 1984).
Amerikaans bijrolacteur. Commandant van TellySavalas in de tv-serie Kojak (1973-78) en de president van de Verenigde Staten in Flodder in Amerika! (Dick Maas, 1992).
Talloze televisierollen, films als Lilies of the Field (Ralph
Nelson, 1963), Lord Love a Duck (George
Axelrod, 1966), Counterpoint
(Nelson, 1967), Take the Money and Run (als de psychiater; Woody
Allen, 1969), …tick…tick…tick…. (Nelson, 1970), Bananas(als priester; Allen, 1971),Fuzz(Richard A. Colla, 1972), Cleopatra
Jones (Jack Starrett, 1973), The Super Cops(Gordon Parks, 1974) en Deconstructing Harry (Allen,
1997).
Schots
acteur. Een van de grote theateracteurs van zijn generatie, vermaard om zijn
rollen in stukken van Shakespeare, Tsjechow en Osborne. Ondanks gevarieerde
filmcarrière, die begon met de hoofdrol in de verfilming van zijn succesnummer Inadmissable Evidence (naar Osborne; Anthony
Page, 1968), nooit genomineerd voor een Oscar. Viel onder meer op als een
suïcidale Ierse soldaat in The Bofors Gun
(Jack Gold, 1968),
de aan cocaïne verslaafde Sherlock Holmes in The Seven Per-Cent Solution (Herbert
Ross, 1976), Little John tegenover Sean Connery’s Robin Hood in Robin and Marian (Richard Lester, 1976)
en de tovenaar Merlijn in Excalibur (John
Boorman, 1981). Voorts onder meer in The
Reckoning (Gold. 1969), Nabokovs Laughter
in the Dark (Tony Richardson, 1969), in de titelrol van Hamlet (Richardson, 1969), Le moine (Ado Kyrou, 1972), tegenover
Rijk de Gooyer en Rutger Hauer in The
Wilby Conspiracy (Ralph Nelson, 1975), The
Goodbye Girl (Ross, 1977), Neil Simons The
Cheap Detective (Robert Moore, 1978), tegenover Joop Doderer in The Human Factor (Otto Preminger, 1979),
Venom (Piers Haggard, 1981), I’m Dancing As Fast As I Can (Jack
Hofsiss, 1982), Return to Oz (Walter
Murch, 1985), Black Widow (Bob
Rafelson, 1987), The Exorcist III (William
Peter Blatty, 1990), The Wind in the
Willows (Terry Jones, 1996) en als Cogliostro in Spawn (Mark A.Z. Dippé, 1997). Woonde sinds enkele jaren in
Amsterdam, waar hij een teruggetrokken, voornamelijk aan muziek gewijd leven
leidde. Getrouwd geweest met de Amerikaanse actrice Jill Townsend.
Duits acteur. Zestig jaar alom present in bioscoop en op
televisie, vaak samen met zijn vrouw, de Oostenrijkse Nadja
Tiller. Bekendste rollen in Charleys Tante (Hans
Quest, 1956), Der
Hauptmann vonKöpenick(Helmut
Käutner, 1956) en als priester in L’aperegina(Marco Ferreri,
1963). Filmdebuut in Artistenblut(Wolfgang Wehrum,
1949). Onder veel meer ook te zien in Falschmünzeram Werk (Louis Agotay, 1951),
Sensation in San Remo (Georg Jacoby,
1951), Der bunteTraum(GézavonCziffra, 1952), SkandalimMädchenpensionnat(top-billed;
ErichKobler, 1953), Schlagerparade (Erik Ode, 1953), Sie(Rolf Thiele,
1954), An jedemFingerzehn(Ode,
1954), Musik, MusikundnurMusik(top-billed; Ernst Matray,
1954), Sommarflickan/Schwedenmädel(Håkan Bergström en Thomas Engel, 1955),
de remake van Die Dreivon der Tankstelle (Hans Wolff, 1955), IchundmeineSchwiegersöhne(Jacoby, 1956), Schwarzwaldmelodie(GézavonBolváry,
1956), Das Sonntagskind(Kurt Meisel, 1956), Spion fürDeutchland(Werner Klingler, 1956), de titelrol in Der schräge Otto (Von
Cziffra, 1957), Das
Glück liegt auf der Straße(top-billed; Franz Antel, 1957), Blaue Jungs (Wolfgang
Schleif, 1957), Die
große Chance (Quest, 1957), DreiMannaufeinemPferd(Meisel, 1957), Zwei Herzenim Mai (Von
Bolváry, 1958), Italienreise – Liebeeinbegriffen(Wolfgang Becker, 1958), Peter Voss, der Millionendieb(Becker,
1958), Soangelt man keinenMann(Hans Deppe, 1959), LiebeaufkrummenBeinen(Engel, 1959), Bobby Doddgreiftein(top-billed; Von Cziffra,
1959), Rosenfür den Staatsanwalt(Wolfgang Staudte,
1959), Peter Voss,
der Held des Tages(Georg Marischka,
1959), Kein Engel istso rein (Becker, 1960), Heldinnen (Dietrich Haugk, 1960), L’affaire Nina B. (Robert Siodmak,
1961), DreiMann in einem Boot (Helmut Weiss,
1961), GeliebteHochstaplerin(ÁkosRáthonyi, 1961), La chambre ardente
(Julien Duvivier, 1962), Die Dreigroschenoper(Staudte,
1962), Liebling – Ichmußdicherschießen(JürgenGoslar, 1962),
Schneewittchenund die siebenGaukler(tegenover CaterinaValente; Kurt Hoffmann,
1962), Der WürgervonSchloß Blackmoor (HaraldReinl, 1963), SchloßGripsholm(Hoffmann, 1963), Der letzteRittnach Santa Cruz (Rolf
Olsen, 1964), TonioKröger(Thiele, 1964), Fanny
Hill (Russ Meyer, 1964), SchüsseimDreivierteltakt(Alfred Weidenmann, 1965), Das Vermächtnis des Inka (G. Marischka, 1965), Dýmky/The Pipes(VojtechJasný, 1966), Le soleil des voyous(Jean Delannoy, 1967), Johnny Banco (Yves Allégret, 1967), Elsk… dinnæste!/Bemin je
naaste… maar vergeet je vrouw niet (top-billed; EgilKolstø, 1967), Ruba al prossimotuo/A Fine Pair (FrancescoMaselli, 1968), Klassenkeile
(Franz Josef Gottlieb, 1969), Die Herren mit der
weißenWeste(Staudte, 1970), Die Feuerzangenbowle(top-billed;
Käutner, 1970), EinKäferaufExtratur(Rudolf Zehetgruber,
1973), Lady Dracula(Gottlieb, 1978) en Dinosaurier(LeanderHaußmann,
2009).
Australisch regisseur, scenarioschrijver en acteur. Bekend
geworden als regisseur van Hammer horrorfilms en kinderproducties. In Tasmanië
geboren acteur kwam in 1948 naar Engeland, waar hij aanvankelijk kleine rollen
speelde in films als The Planter’sWife(Ken Annakin, 1952) en The
Cruel Sea (CharlesFrend, 1953). Werkte ook als toneel- en scenarioschrijver,
resulterend in films als Background (oorspronkelijk
stuk; Daniel Birt, 1953), Conflict of Wings(oorspronkelijke roman;
John Eldredge, 1954), Child’s Play (Margaret Thomson, 1954) en later veel eigen films en scènes
in Puppet on a Chain (GeoffreyReeve, 1971), waarvoor hij ook de spectaculaire
speedbootachtervolging door de Amsterdamse grachten feitelijk regisseerde. Zelfstandig
regiedebuut met de jeugdfilm The Stolen Airliner(1955), gevolgd door The Golden Disc (1958), The Adventures of Hal 5 (1958), The Professionals (1959) en de Tommy Steele-musical It’s All Happening (1963). Daarna vooral griezel- en avonturenfilms:
The Kiss of the Vampire(1963),
Witchcraft(1964), The Devil-ShipPirates(1964), The Curse
of the Fly(1965), The Face of Fu Manchu(1965), Rasputin: The Mad Monk (met Christopher
Lee; 1966), Our Man in Marrakesh(1966),
The Brides of
Fu Manchu(1966), Rocketto the Moon (naar Jules Verne; 1967), The Violent Enemy(1967),
A Taste of Excitement(1970), Dark Places(1973), Psychomania(1973), Callan(1974), Hennessy (1975),
een remake van HitchcocksThe ThirtyNine
Steps (1978), Bear Island (1979)
en What Waits Below (1985). Second
unit-regisseur bijCarve Her Name withPride(Lewis Gilbert, 1958) en ThoseMagnificent Men in TheirFlying Machines (Annakin,
1965).
64, Amsterdam, 14
december, euthanasie na chronische longaandoening
Nederlands regisseur, producent, scenarioschrijver, docent
en adviseur. Wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste kracht achter de
schermen van de soap Goede tijden,
slechte tijden en daarmee van de hele soaptraditie in Nederland. Haar definitie
van soap hing lang aan de muur van de Aalsmeerse
studio: ,,een naïef, door dialoog en beeld verteld verhaal, waarin
reële personages het meest onwaarschijnlijke waarschijnlijk doen lijken'’.Was vanaf het begin met haar
vaste scenarioschrijver Rogier Proper betrokken bij Doctor Proctor
Scripts, ‘de eerste Nederlandse scenariofabriek’. Ontwikkelde eveneens Goudkust (1996-2001) voor Endemol. Toen
Joop van den Ende Madsen in 1990 vroeg om de Australische soap The Restless Years
voor een Nederlands publiek te bewerken, was ze de ideale kandidaat om een door
de smaakmakende gemeente geminacht genre prestige en inhoud te verschaffen.
Madsen had een lange loopbaan in de filmwereld, sinds ze afstudeerde aan de
Filmacademie, onder meer als vaste assistent-regisseur van Pim de la Parra en Wim Verstappen bij Scorpio Films en van Frans Weisz bij De inbreker
(1972) enHeb medelij, Jet! (1975), als regiedocent
aan de Filmacademie en als bestuurder en adviseur van het Fonds voor de
Nederlandse Film (het zogenaamde ‘kleine’Filmfonds, dat kunstzinnige producties subsidieerde). Desondanks had ze
altijd iets verongelijkts, alsof echt succes haar
niet vergund was. Zelfs Madsens grootste wapenfeit, een Zilveren Beer in
Berlijn voor de korte film Straf (1974),
werd enigszins overschaduwd door beschuldigingen van plagiaat: het scenario van
Rogier Proper over een meisje dat uit woede de viool van haar vader vernielt, zou
gejat zijn van collega Marianna Dikker. Ook leek het
de films van Madsen zelden gegeven om in de bioscoop te draaien. Het dichtst
bij kwam nog Gekkenbriefje (1981), een meer dan adequate maar slechts marginaal gedistribueerde verfilming
van Ger Verrips’ novelle Zorg dat je een gekkenbriefje krijgt, over weerbarstige
dienstplichtigen tijdens de ‘politionele acties’. Voorts regisseerde Madsen de korte film Verlies (1976), de balletdocumentaire Uit eigen beweging (tevens productie;
1982), televisiebewerkingen van Vondels Adam
in ballingschap (met het
Publiekstheater; 1984) en Goethes Faust(met De
Appel; 1986) en de biografische tv-serie Wilhelmina
(2001).
Had met Frans Rasker samen de
productiemaatschappij Horizon Films, die naast Gekkenbriefje onder meer de speelfilms Blindgangers (debuut van Ate de Jong,
1977) en Een tip van de sluier (Frans
Bromet, 1980) maakte, en de korte film De elektriseermachine van Wimshurst(Erik van Zuylen, 1978). Ook producent van De Anna (Van Zuylen, 1983) en Dorst (Willy Breebaart,
1988), alsmede de documentaire over editor Helen van Dongen Dubbelbeeld (Hans van Dongen, 1985) en
de korte film Assefeest (Ramón Gieling, 1982). Speelde een rolletje in Rubia’s Jungle (De la Parra,
1970) en was te zien in de documentaires Allemaal
film (aflevering van Hans Pool, 2007) en Parradox(In-sooRadstake,
2010). Als adviseur en scenariobegeleider betrokken bij speelfilms van Ben Sombogaart: De
tweeling (2002), Bride Flight (2008), De storm (2009).
Amerikaans producent. Stond aan de wieg van enkele films die
Hollywood drastisch zouden veranderen, met name de low-budget
tegencultuurklassieker Easy Rider (Dennis
Hopper, 1969). Richtte met regisseur Bob Rafelson een
productiemaatschappij op die aanvankelijk Raybert
heette, maar na de komst van Steve Blauner omgedoopt
werd in BBS (Bert, Bob & Steve). Schneider won een Oscar als producent van
de invloedrijke Vietnamdocumentaire HeartsandMinds(Peter Davis,
1974). Eerste productie van Raybert was de tv-serie
over een kunstmatige rockgroep The Monkees(1968) en de daarvan afgeleide speelfilm Head (Rafelson,
1968).
Na het immense succes van Easy
Rider debuteerde BBS met Five Easy
Pieces (Rafelson, 1970), gevolgd door Drive, He Said (regiedebuut van Jack Nicholson, 1971), A
Safe Place(Henry Jaglom,
1971), The Last Picture Show (Peter Bogdanovich, 1971), de Chaplin-documentaire
The Gentleman Tramp (Richard
Patterson, 1976), Tracks (Jaglom, 1977) en Days
of Heaven(TerrenceMalick, 1978).
Argentijns
acteur en danser, voluit Alberto Manuel RodríguezGallegoGonzález de Mendoza. Speelde als 7-jarige al in een
gauchofilm. Had vooral een lange carrière met romantische, later veelal
kleinere rollen in Europese films vanaf de jaren 60: Tú y yo somos tres (Rafael Gil, 1962), La reina del Chantecler(Gil, 1962), Chantaje a un torero (tegenover stierenvechter el
Cordobés; Gil, 1963), La máscara de Scaramouche(Antonio Isasi-Ismendi, 1963), Unachicavasiformal/EinfastanständigesMädchen(LadislaoVajda, 1963), L’arme à gauche(Claude Sautet, 1965),
L’homme de Marrakech(Jacques
Deray, 1966), Volver a vivir(Mario Camus, 1968), The Desperate Ones/Másallá de las montañas(Alexander Ramati, 1968), Unasull’ altra/Perversion Story (LucioFulci, 1969), Ilpistolerodell’ Ave Maria (FerdinandoBaldi, 1969), Unalucertola con la pelle di donna/Schizoid(Fulci, 1971). La folie des grandeurs(Gérard Oury, 1971), Horror Express (Eugenio Martin, 1972), Open Season(Peter
Collinson, 1974), Ten
Little Indians/EinUnbekannterrechnetab(Collinson, 1974), The House on Garibaldi Street (Collinson, 1979), Bossa Nova (Bruno Barreto, 2000) en als de opa in Tapas (José Corbacho en Manuel Cruz,
2005) enLa mala verdad(Miguel Angel Rocca, 2011)
Australisch acteur.Nominatie voor een Australian Film Institute-prijs als beste mannelijke bijrolspeler
in de sportfilm The Club (Bruce Beresford, 1980). Vele second leads en bijrollen in films
als Age of Consent (Michael Powell,
1969), Don’s Party (Beresford,
1976),
The Picture Show Man (John Power,
1977), Gallipoli(Peter Weir,
1981), Monkey Grip (Ken Cameron,
1982), The Year
My Voice Broke(John Duigan,
1987), No Worries(David Elfick, 1994), Joey (Ian Barry, 1997), OurLips Are Sealed(met de Olsen Twins; CraigShapiro, 2002) en The Clinic(James
Rabbitts, 2010). Ook veel televisierollen.
Schots romanschrijver, scenarist en filmcriticus. Voor
lezers van Sight & Sound en dagblad The Guardianeen
vertrouwde, scherpzinnige stem als criticus en columnist, gespecialiseerd in
Franse cinema en filmtheorie. Woonde in Parijs (1968-80). Auteur van boeken
over film als Hollywood’s Vietnam (1981), A Night at the Pictures (samen met Nick Roddick, 1985), The
Postmodernist Always Rings Twice(1992) en Flickers(1995). Bezorger en vertaler van een
selectie uit de brieven van François Truffaut (1990).
Schreef ook verschillende romans, die soms verfilmd werden, bijvoorbeeld The Holy Innocents
over mei 1968 in Parijs als The Dreamers(tevens scenario; BernardoBertolucci, 2003) en Love andDeath on
Long Island (Richard Kwietniowski, 1997). Schreef
het originele scenario voor The Territory(Raoul Ruiz, 1981)
en A Closed Book(tevens productie en oorspronkelijke roman; Ruiz,
2010). Als acteur te zien in Écoutevoir… (Hugo Santiago, 1979).
Amerikaans bijrolacteur, pseudoniem van Harry Bratsberg. Won
in 1980 een Emmy voor zin rol van kolonel Sherman T. Potter in de tv-serie M*A*S*H (1974-83). Speelde in ruim
honderd films, tot 1962 als Henry Morgan. Onder meer in To the Shores of Tripoli (H. Bruce Humberstone, 1942), The
Omaha Trail(Edward Buzzell,
1942), The OxBow Incident (William A. Wellman,
1943), Wingand a Prayer(Henry Hathaway, 1944), State Fair (Walter Lang, 1945), FromThis Day Forward (John Berry, 1946), Dragonwyck(Joseph L. Mankiewicz,
1946), Somewhere in the Night(Mankiewicz, 1946), All My Sons(Irving Reis, 1948), The Big Clock(John Farrow, 1948), Moonrise(Frank Borzage,
1948), YellowSky(Wellman, 1948), Madame
Bovary(VincenteMinnelli, 1949), Dark
City (William Dieterle, 1950), Boots Malone (Dieterle,
1952), Bend of the River (Anthony Mann, 1952), High Noon(Fred Zinnemann, 1952), What Price Glory(John
Ford, 1952), Thunder Bay (A. Mann,
1953), Torch Song (Charles
Walters, 1953), The Glenn Miller Story (A.
Mann, 1953), The
Far Country (A. Mann, 1954), Strategic Air Command(A. Mann, 1955), Not as a Stranger(Stanley Kramer, 1955), The Bottom of the Bottle(Hathaway, 1956), Backlash (John Sturges, 1956), The Teahouse of the August Moon (Daniel Mann,
1956), Inherit the Wind (Kramer, 1960), Cimarron(A. Mann,
1960), How the West Was Won (Ford, Hathaway
en George Marshall, 1962), John Goldfarb, PleaseCome Home (J. Lee Thompson, 1965), Frankieand Johnny (met Elvis Presley; Frederick
de Cordova, 1966), WhatDidYou Do in the
War, Daddy? (Blake Edwards., 1966), The Flim-Flam Man (IrvinKershner, 1967), Support YourLocal Sheriff (Burt Kennedy, 1969), The Barefoot
Executive (Robert Butler, 1971), Support
YourLocalGunfighter(Kennedy, 1971), The Apple Dumpling Gang (Norman Tokar, 1975), The Shootist(Don Siegel, 1976), The Cat from Outer
Space (Tokar, 1978), The Apple Dumpling Gang RidesAgain(Vincent McEveety,
1979) en Dragnet(Tom Mankiewicz,
1987). Regisseerde verschillende afleveringen van tv-series, waaronder negen
van M*A*S*H.
Nederlands actrice. Theaterdebuut in 1963, eindexamen
toneelschool Amsterdam in 1969. Was lang verbonden aan Leonard Franks
toneelgroep Baal (1973-84) en Frans Strijards’ Art
& Pro (1986-2001). Won een Colombina in 1988 voor
haar rol in het stuk Hitchcocks driesprong. Speelde met Baal in de
filmversie van Botho Strauss’ Bekende gezichten, gemengde gevoelens (Ate
de Jong, 1980), maar werd in de verfilming van Judith Herzbergs Leedvermaak (Frans Weisz,
1988) vervangen door Sigrid Koetse.
Filmdebuut in de quasidocumentaire Identity (Jan Vrijman, 1971). Overige
films: Pastorale 1943 (Wim
Verstappen, 1978), Thomas en Senior op
het spoor van Brute Berend (Karst van der Meulen, 1985), De provincie (Jan Bosdriesz,
1991), Ik ga naar Tahiti (Gerrard Verhage, 1992), Belle
van Zuylen – Madame de Charrière(Digna Sinke, 1993), Van
God los (Pieter Kuijpers, 2003), Het
mysterie van de sardine (Erik van Zuylen, 2005), Timboektoe(Dave Schram, 2007) en Richting
west (Nicole van Kilsdonk, 2010). Daarnaast de
korte films De opgefokte olifant (Hubert
Schröder, 1972) en Bobby (InekeHoutman,
1992) en tv-series als Het jaar van de
opvolging (Weisz, 1998), De Daltons, de jongensjaren (Rita Horst, 2007) en Verborgen gebreken (2009-10). Partner
van musicoloog, componist en auteur ElmerSchönberger.
In
Polen geboren Duits distributeur en producent. Overlevende van concentratiekamp
richtte de Duitse distributiemaatschappij Scotia op,
die in de jaren 90 verwikkeld was in processen tegen Miramax.
Produceerde de oorlogsdocumentaire Er
ging anmeinerSeite(Peter Pewas, 1958) en
speelfilms als Cul-de-sac (Roman Polanski, 1966), Gates
to Paradise (Andrzej Wajda,
1968), Psychologie des Orgasmus(Hermann Schnell,
1970), Anatomie des Liebesaktes (Schnell, 1971), Tendrescousines(David
Hamilton, 1980), Going Steady/Yotzimkavua(Boaz Davidson, 1979) en een groot aantal
vervolgen in de Lemon Popsicle/Hot
Bubblegum-serie erotische komedies voor jongeren, bedacht door MenahemGolan en Yoram Globus, maar ook Querelle(Rainer Werner Fassbinder,
1982) enUndimanche de flic(Michel Vianey, 1983). Co-scenarist van Hot Bubblegum/Shifshufnaim(Davidson, 1981) en Lemon Popsicle 6/Harimu ogen (Dan Wolman, 1985). Waynbergs productie van de documentaire Stamping Ground(Hans
JürgenPohland, 1971) over
het popfestival van Kralingen leidde tot een levenslange vriendschap met de
Nederlandse distributeur Robbert Wijsmuller.
Indiaas acteur, regisseur en producent. Broer van filmmakers
Chetan en RajivAnand werd in de jaren vijftig en zestig een van de
populairste Bollywoodidolen. Debuteerde in Hum ekhain/We Are One(PL Santoshi, 1946), doorbraak als ster in Ziddi/Stubborn(ShahidLateef, 1948). Grootste successen: Guide (VijayAnand, 1965), Jewel Thief(V. Anand, 1967), Johny mera nam/My
Name is Johny (V. Anand, 1970) en Tere meresapne/OurDreams(V. Anand, 1971). Eerste film als regisseur was Prem pujari/The Worshipper of Love (1970), gevolgd door hits als HaréRaamaharé Krishna (1971) en Des pardes/At Home andAbroad(1978), alle met serieuze thema’s als
illegale immigratie en drugsverslaving. Producent vanaf 1950, te beginnen met Afsar(C. Anand).
Won vier FilmfareAwards:
beste acteur in Kalapani(RajGhosla, 1958), beste acteur en film voor Guide (1965) en een ‘lifetimeachievement award’ in 1993.