Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
90, NováVespodPlesí
(district Pfibram), 30 november, natuurlijke dood
Tsjechisch animatiefilmer. Maakte tussen 1957 en 2002 een vijftigtal
korte films over een mol, in het Tsjechisch Krtek. Die werden in de hele wereld op televisie vertoond, in Nederland
bijvoorbeeld in Het programma met de Muis
(NOS, 1973-75) en Filmclub (VARA,
1984-86). Een compilatie van die korte films werd in 2005 in de bioscoop
uitgebracht als De avonturen van het Molletje
en is daar een evergreen geworden. In
de eerste film Jak Krtekkekalhotkámprisel/How the Mole Got His Trousers(1957) sprak de hoofdfiguur nog met woorden,
maar later verviel de mol slechts in klanken, wat de filmpjes internationaal
aantrekkelijk maakte voor jonge kinderen. Daarnaast regisseerde Miler de tekenfilm O milionári, kteryukradlslunce/The MillionaireWhoStole the Sun (1948) en een zevental films over een
krekel, Cvrcek(1977-79).
88, Sellia
Marina (prov. Catanzaro), 28 november, natuurlijke dood
Italiaans regisseur, cameraman en producent. Bekend geworden door een
reeks etnografische documentaires over het landleven in Sicilië en Sardinië.
Pasqua in Sicilia(1954),
Lu tempu di li piscispata(1955), Isole di fuoco(1954),
Sulfatara(1955), Contadini del mare (1955), Parabolad’oro(1955), Pescherecci(1957),
Pastorid’Orgosolo(1958)
en Ungiorno a Barbagia(1958).
Beide laatste films behandelden onder
meer veediefstallen en banditisme onder de arme herders van oostelijk Sardinië
en mondden uit in een eerste speelfilm, Banditi a Orgosolo(1961), die verwelkomd werd als een terugkeer
van het neorealisme. De Seta, aanvankelijk architect
en assistent-regisseur van Jean-Paul leChanois ging echter in zijn volgende films meer de kant op
van het nihilisme van Michelangelo Antonioni. Zijn
volgende speelfilms, Unuomo a metà(1966) en L’invitée(1970)
vonden minder weerklank. Daarna maakte hij nog de documentaire In Calabria (1993) en de speelfilm Lettere dal Sahara (2005).
84, Lymington
(graafschap Hampshire), 27 november, natuurlijke dood in zijn slaap
Engels regisseur, scenarioschrijver en producent. Flamboyant en
controversieel maker van barokke films, vaak over liederlijke kunstenaars en
componisten, perverse nonnen of cynische hoeren. Past in een Britse onderstroom
van romantische decadentie, waartoe ook filmers als Michael Powell en Emeric Pressburger en Derek Jarman
behoorden. Had het vaak aan de stok met de filmcritici, die hem een gebrek aan
maatvoering verweten, maar de negatieve ontvangst van The Music Lovers(1971, met Richard Chamberlain als de geprangde homoseksueel Tsjaikovski), slechts een week in een Amsterdamse bioscoop
te zien, was een van de eerste aanleidingen voor mij om te denken dat ik wel
beter wist.
Oscarnominatie voor regie van zijn grootste hit, de verfilming van
D.H. LawrencesWomen in Love (1969), die Glenda Jackson een Oscar bezorgde en tot een
ster maakte, en schandaal veroorzaakte door een worstelscène tussen de naakte
Alan Bates en Oliver Reed voor het haardvuur.
Aanvankelijk zeeman, balletdanser en stillfotograaf.
Maakte enkele korte amateurfilms, zoals Amelia
and the Angel (1957), Peep Show (1958) en Lourdes (1958),
die leidden tot opdrachten van de BBC. Hij produceerde, schreef en regisseerde
kunstenaarsportretten voor televisie, zoals ShelaghDelaney’sSalford(1965)
en exuberante biografische films over componisten: Elgar,
Prokofjev, Debussy, Bartók,
Delius, Richard Strauss, architect Gaudi en danseres Isadora Duncan.
Officieel filmdebuut met de komedie French
Dressing (1964), gevolgd door het derde avontuur van Michael Caine als geheim agent Harry Palmer, getiteld Billion Dollar Brain (1967). In de jaren
zeventig bleef Russell veel aandacht trekken met films als het door de censuur
zwaar getroffen The Devils(middeleeuwse orgieën en satanisme; 1971), de musical The Boyfriend(met model Twiggy; 1971), SavageMessiah(over beeldhouwer Henri Gaudier-Brzeska;
1972), Mahler (1974),
de filmversie
van rockopera van The WhoTommy (1975), Lisztomania(1975)
en Valentino (met danser Rudolf Nureyev in de titelrol van het matinee-idool; 1977). Twee
Hollywoodfilms van Russell waren minder succesvol, het spirituele AlteredStates(met
William Hurt in een zoutwatertank; 1980) en het
erotische Crimes of Passion(met Kathleen Turner als topescort China Blue; 1984). De latere films van
Russell waren meer gematigd en daardoor nogal teleurstellend: Gothic(over Byron
en Shelley; 1986), een segment van Aria (1987),
de Cannon-productie Salome’s Last Dance (naar Oscar Wilde; 1988). The Lair of the White Worm (1988), The Rainbow (1989) en Whore(1991). Sindsdien weer teruggekeerd
naar televisie en korte films.
Engels
decorontwerper en production designer. Ontwikkelde props voor de vroege James Bond-films Dr. No (Terence Young, 1962), From Russia with Love (Young, 1963) en On Her Majesty’sSecret Service (Peter R. Hunt, 1969). Art director van The Road to Hong
Kong (Norman Panama, 1962), Summer
Holiday (Peter Yates, 1963), Call Me Bwana(Gordon Douglas, 1963), Mister Moses (Ronald Neame, 1965), Fahrenheit 451 (tevens production design; François Truffaut,
1966) en de Bond-film Live and Let Die (superviserend; Guy Hamilton, 1973). Production designer vanThe
Amorous Adventures of Moll Flanders(Young, 1965), Billion Dollar Brain (Ken Russell, 1967), Frenzy (Alfred Hitchcock,
1972), Fear is the Key(Michael
Tuchner, 1973), Gold
(Hunt, 1974), Shout at the Devil(Hunt,
1976), Aces High (Jack Gold, 1976), The Wild Geese(Andrew
V. McLaglen, 1978), The Sea Wolves(McLaglen,
1980), Lion of the Desert(MoustaphaAkkad, 1981), WhoDaresWins(Ian Sharp, 1982) en Wild Geese II (Hunt, 1985).
Oorspronkelijk
Amerikaans componist, trompettist en songwriter, woonde in Nieuw-Zeeland. Schreef de originele score van
Radar Secret
Service (Sam Newfield, 1950),The Time Machine (George Pal, 1961), Atlantis, The Lost Continent (Pal, 1961), Piccadilly nullUhrwölf(Rudolf Zehetgruber,
1963), The Pad and
How toUse It (Brian G.
Hutton, 1966) en Three
Gunsfor Texas (Earl Bellamy, David Lowell Rich en
Paul Stanley, 1968), alsmede het thema van de tv-serie Laredo (1965-67).
71, graafschap Suffolk, 20 november, borstkanker en hartfalen
Engels
toneel- en scenarioschrijver. Afkomstig uit Salford (Lincolnshire) schreef Delaney op
haar 19de het realistische toneelstuk A
Taste of Honey. Vooral door de verfilming (Tony Richardson, 1961), met een sterk op de auteur lijkende Rita
Tushingham in de hoofdrol, zou het een mijlpaal
worden in het kitchensinkrealism, zoals het werk van de ‘angryyoung men’ wel spottend aangeduid werd. Sindsdien zou
Delaney vooral voor film schrijven: CharlieBubbles(Albert
Finney, 1967), het middellange The White Bus (Lindsay Anderson, 1967), Dance with a Stranger(Mike Newell, 1985), Three Days in August (Jan Jung, 1992) en The Railway Station Man (Michael Whyte,
1992). Was de hoofdpersoon van de korte documentaire ShelaghDelaney’sSalford(Ken
Russell, 1960) en figureerde ook naast John Osborne
en Vanessa Redgrave in de documentaire A Sunday in
September (James Hill, 1961) over een demonstratie tegen kernbewapening.
74, Essen (prov.
Antwerpen), 19 november, natuurlijke dood
Belgisch actrice. Veel op televisie en in kleinere filmrollen: Pallieter (Roland Verhavert,
1976), In alle stilte (Ralf Boumans,
1977), In kluis (Jan Gruyaert, 1978), Exit
7 (Emile Degelin, 1978), Een vrouw tussen hond en wolf (André Delvaux, 1979), De Witte van Sichem(Robbe De Hert, 1980), Crazy Love (DominqueDeruddere, 1987), Kracht (Frouke Fokkema, 1990), Beck – De gesloten kamer (Jacob
Bijl, 1993), Left Luggage (Jeroen Krabbé, 1998), de
tv-film Kaas (OrlowSeunke, 1999), Blinker
(Filip Van Neyghem, 2000) en Blinker en het Bagbag-juweel (Van Neyghem, 2000). Weduwe van acteur Bert André, moeder van
actrice Sandrine André.
Tot
Canadees genaturaliseerd Engels acteur, vanaf 1972 in Canada. Werd een ster op
zijn 64ste door de titelrol in The
Adventures of Baron Munchausen(Terry Gilliam, 1989). Daarvoor gerespecteerd toneelspeler met
verschillende filmrollen op zijn naam: als ‘Bosie’ in
Oscar Wilde (GregoryRatoff, 1960), Mr.
Topaze(Peter Sellers,
1961), Billy Budd(Peter Ustinov, 1962), UnearthlyStranger(top-billed;
John Krish, 1964), als Sherlock Holmes in A Study in Terror(top-billed; James
Hill, 1965) en als Wellington in The
Adventures of Gerard (JerzySkolimowski,
1970). Later veel televisie, bij voorbeeld als ‘The Well-Manicured
Man’ in de serie The X Files (1995-98)
en de gelijknamige filmversie (Rob Bowman, 1998). Daarnaast films als Baby’s Day Out (Patrick Read Johnson, 1994), The Road toWellville(Alan Parker, 1994), Little Women(Gillian Armstrong,
1994), Dangerous Minds(John N. Smith, 1995), The Fifth Element/Le cinquièmeélément(Luc Besson, 1997), Regeneration(Gillies
MacKinnon, 1997), Goodbye Lover (Roland Joffé,
1998), Urban Legend (Jamie Blanks,
1998), Sunshine (IstvánSzabó, 1999), The
Duke (top-billed; Philip Spink,
1999), Harvard Man (James Toback,
2001), Crime andPunishment(MenahemGolan, 2002), Spider (David
Cronenberg, 2002), The Statement (Norman Jewison, 2003) en Separate Lies (Julian Fellowes, 2005).
Frans
producent. Jongere broer van regisseur Louis Malle produceerde voor hem films
als Le souffle au coeur (1971), de
documentaire Alamo Bay (1985), Milou en mai(1990) en Fatale/Damage(1992).
Produceerde in totaal een twintigtal films, waaronder La grande bouffe(Marco Ferreri, 1973), het voor een belangrijk deel in Amsterdam
gedraaide Sweet Movie (DusanMakavejev, 1974), La chair de l’orchidée(PatriceChéreau, 1975), Reunion(JerrySchatzberg, 1989) en Les
ambitieux(Catherine Corsini,
2006).
Turks
regisseur en scenarioschrijver. Een van de pioniers van de moderne Turkse auteurscinema,
ook wel genoemd ‘de Generatie van de Regisseurs’. Aanvankelijk boekhouder en productieleider
bij Erman Film, ‘het Turkse MGM’. Maakte tussen 1948
en 1974 een veertigtal films, daarna vooral televisiefilms. Zijn meest geprezen
werk was een trilogie: Gelin/De bruid (1973), Dügün/De bruiloft (1973) en Diyet/Het offer (1975).
Het thema vormde de massale migratie van het platteland naar Istanbul, maar de
trilogie had minder succes bij het publiek dan zijn eerdere films. Een vroeg
commercieel hoogtepunt was de poëtisch-realistische misdaadfilm Kanunnamina/In naam
der wet (1952), die een ster maakte van AyhanIsik. Bij de muzikale avonturenfilm Hudutlarinkanunu/The Law of
the Border (1967) werkte Akad samen met de
populaire Koerdische acteur en scenarioschrijver Yilmaz Güney.
Voorts onder meer Vurunkahpeye/Sla de
hoer! (1949), Öldürensehir/Murderous City (1953), Beyazmendil/De witte zakdoek (1955), Zümrüt/De smaragd (1959), Yalnizlarrihtimi/Quay of the LonelyOnes(1959), Yangin var/Brand! (1960), Üçtekerleklibisiklet/De driewieler (samen met MemduhÜn, 1962),Ana/De
moeder (1967), Kizilirmak-Karakoyun/De legende van het zwarte schaap (geschreven
door de dichter NazimHikmet;
1967), Vesikali yarim (1968), Irmak/De rivier (1972) en GökçeÇiçek(1972), over de pre-islamitische
beschaving. Filmdocent aan de universiteit voor schone kunsten van MimarSinan.
Nederlands
actrice, voluit Elizabeth Catharina Versluys. Dochter van actrice StineLerou, eindexamen
Amsterdamse toneelschool in 1946. Zeer actief in het theater, radio en
televisie. Enkele kleine filmrollen: Obsessions/Bezeten
– Het gat in de muur (Pim de la Parra,
1969), De blanke slavin (Renee Daalder, 1969), Amsterdam
Affair(GerryO’Hara, 1970),Doodzonde (René van Nie,
1978), Grijpstra en De Gier (Wim
Verstappen, 1979), Twee vorstinnen en een
vorst (Otto Jongerius, 1981) en De
zwarte ruiter (Verstappen, 1983). Ook in korte films als Kapsalon (Frans Rasker,
1972), De omgekeerde god (Ate de Jong, 1974) en Een
redelijke jongen (Rob Lorié, 1982). Vaste rollen
in populaire tv-series als Kunt u mij de
weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? (1974-76), De fabriek (1981-82), Zonder Ernst (1992-95), Oppassen!! (1993-2001) en Toen was geluk heel gewoon (1994-2009).
Weduwe van acteur Joan Remmelts, moeder van uitvoerend producent Remmelt Remmelts.
Frans (televisie)journalist en (scenario)schrijver.
Schreef vooral voor regisseur André Cayatte, zoals de melodramatische hit Mourir
d'aimer (1971), Il n'y a pas de fumée sans feu (1973) en Verdict (1974).
Voorts kreeg hij een Césarnominatie voor L'argent des
autres (Christian de Chalonge, 1978) en schreef hij Malevil (De
Chalonge, 1981).
In Brits Malakka geboren Engels actrice, zangeres, en
romanschrijver pseudoniem van Dulcie Bailey. Werd in bekend als
steractrice van de Gainsborough-studio. Officieel debuut in Two Thousand
Women (Frank Launder, 1944), gevolgd door Madonna of the Seven Moons (Arthur
Crabtree, 1945), A Place of One's Own (Bernard Knowles) enThey Were Sisters (Crabtree, 1946). Eerste
hoofdrol in Wanted for Murder (Lawrence Huntington, 1946). Voorts
The Years Between (Compton Bennett, 1946), A Man about the House (Leslie
Arliss, 1947), Mine Own Executioner (Anthony Kimmins, 1947), My
Brother Jonathan (Harold French, 1948), The Glass Mountain (Henry
Cass, 1949), The Franchise Affair (Huntington, 1951), Angels One Five
(George More O'Ferrall, 1952) en A Man Could Get Killed (Ronald
Neame en Cliff Owen, 1966). Publiceerde 25 boeken, overwegend
in het misdaadgenre.Weduwe van acteur Michael
Denison, vanaf 1948 haar vaste tegenspeler.
Amerikaans scenarioschrijver, producent en regisseur. Begon als
schrijver van revuesketches voor komieken als Dean Martin & Jerry Lewis en Bob Hope. In die periode schreef Kanter
scripts voor (muzikale) komedies als Two Tickets toBroadway(James V. Kern,
1951),
Road to
Bali (Hal Walker, 1952), Off Limits(George Marshall, 1953), HereCome the Girls (Claude Binyon, 1953), Money from Home (Marshall, 1953), Casanova’s Big Night(Norman Z. McLeod, 1954),
ArtistsandModels(Frank Tashlin, 1955) en Bachelor
in Paradise (Jack Arnold, 1961). Later schreef hij ook drama’s en in andere
genres: About Mrs. Leslie (Daniel Mann,
1954), de bewerking van Tennessee Williams’ The
Rose Tattoo (Mann, 1955), Mardi Gras (met Pat Boone; Edmund Goulding,
1958), het Elvis-vehikel Blue Hawaii (Norman
Taurog, 1961), Pocketful of Miracles(Frank Capra,
1961), Move Over, Darling(met Doris Day; Michael Gordon, 1963) en Dear Brigitte (Henry Koster, 1965). Tevens
schreef Kanter teksten voor een twaalftal Oscaruitreikingen. Als regisseur
maakte Kanter een aantal weinig opmerkelijke films: de Elvis-musical LovingYou(1957), I Married a Woman(1958) en de komische western Onceupon a Horse… (tevens productie; 1958).
Kanter produceerde vooral voor televisie, zoals de legendarische sitcomAll in the Family (1975).
Amerikaans kostuumontwerpster, pseudoniem van DorothySchweppe. Drie Oscarnominaties, voor haar debuut Bonnieand Clyde (Arthur
Penn, 1967), waarvan de kleding een mode-rage lanceerde, The
Godfather Part II (Francis Ford Coppola, 1974) en
Peggy Sue Got Married(Coppola, 1986). Begon als illustrator en sketch
artist in de reclame. Kleedde onder meer Bette Midler,
Dolly Parton, Liza Minnellli
en Mae West. Belangrijkste films: I Love You, Alice B. Toklas! (HyAverback, 1968), Bullitt(Peter Yates, 1969), The Arrangement (Elia Kazan, 1969), The Reivers(Mark
Rydell, 1969),
MyraBreckinridge(Michael Sarne, 1970), Johnny
Got His Gun (Dalton Trumbo, 1971), Kid Blue (James Frawley,
1973), Mame
(Gene Saks, 1974), Nickelodeon (Peter
Bogdanovich, 1976), New York, New York (Martin Scorsese,
1977), Same Time, Next Year(Robert Mulligan, 1978),
The Jerk(Carl
Reiner, 1979), S.O.B. (Blake Edwards,
1981), The Best Little Whorehouse in Texas (Colin Higgins, 1982),
Rhinestone(Bob Clark, 1984), Stella (John Erman, 1990), Kiss of Death(BarbetSchroeder, 1995) en Goodbye Lover (Roland Joffé,
1998).
Amerikaans fotomodel en actrice. Playboys Playmate
of the Month in december 1968 speelde een opvallende
hoofdrol als naïeve rockgitariste in de cultfilm Beyond the Valley
of the Dolls(Russ Meyer,
1970). Kleinere rol als prostituee in de western Mollyand Lawless John (Gary Nelson, 1972).
68, La
Rochelle?, 3 november, gevolgen hartoperatie
Zwitsers producent en acteur. Boerenzoon uit het kanton Vaud speelde min of meer zichzelf als kaasmakende boer in
de Franse klucht Les bronzés
font du ski (PatriceLeconte,
1979). Hij zou daarna nog te zien zijn in films als No Man’s Land (Alain Tanner,
1985), Jenatsch(Daniel Schmid, 1987) en La petiteallumeuse(DanièleDubroux, 1987). In 1982 richtte hij in Neuchâtel
een productiemaatschappij, die films (co)produceerde als Le lit(Marion Hänsel,
1982), La guerred’unseul homme (EdgardoCozarinsky, 1983), L’argent(Robert Bresson,
1983), Si le
soleil ne revenait pas (Claude Goretta, 1987), Das Versprechen(MargarethevonTrotta, 1995), N’oubliepasque tu vasmourir(Xavier Beauvois, 1995), Microcosmos: Le peuple de l’herbe(Claude Nuridsany en Marie Pérennou,
1997), Himalaya – L’enfanced’un chef (Eric Valli, 1999) en Le peuplemigrateur(Jacques Perrin, 2001).
Frans decorontwerper, eigenlijk François graaf Bessot
de Lamothe. Vier Césarnominaties
voor de beste decors: One, Two, Two, 122 rue de Provence (Christian
Gion, 1978), Les
misérables(Robert Hossein,
1982), On ne meurt que 2 fois(Jacques Deray, 1985) en
Le souper (EdouardMolinaro, 1992). Debuteerde met de flamboyante
kostuumfilm Cartouche (Philippe de Broca, 1962). Voorts onder meer Le diable et les dix commandements(Julien Duvivier. 1962), La ronde (Roger Vadim, 1963), Le vampire de
Düsseldorf (Hossein, 1964), Les tribulationsd’unchinois en Chine(De Broca, 1965), Hotel
Paradiso (Peter Glenville, 1965), Le roi de coeur (De
Broca, 1966), Le
samouraï(Jean-Pierre Melville,
1967), The Comedians(Glenville, 1967), Borsalino (Deray, 1969), Hibernatus/Vriezen we dood, dan vriezen we dood (Molinaro, 1969),
Start
the Revolution without Me (Bud Yorkin, 1970), L’emmerdeur(Molinaro, 1973), Le magnifique(De Broca, 1973), Piaf! (Guy Casaril,
1973), Touteunevie(Claude Lelouch, 1973), Le corps de monennemi(Henri Verneuil,
1975), Emmanuelle 2, l’anti-vierge(Francis
Giacobetti, 1975), GoodbyeEmmanuelle(François Leterrier,
1977), Tendre poulet (De Broca,
1977), La petitefille en velours bleu/Little Girl in Blue Velvet (Alan
Bridges, 1978), Unpapillonsurl’épaule(Deray, 1978), A Little Romance (George Roy Hill, 1978)
en The Man in the Iron Mask(Randall Wallace, 1997).
Nederlands acteur en komiek, eigenlijk Richard de Gooijer. Won drie Gouden Kalveren als beste acteur: een oeuvreprijs naar aanleiding van Sabine (René van Nie, 1982), voor Hoogste tijd (Frans Weisz,
1995) en Madelief: Krassen in het
tafelblad (Ineke Houtman, 1998). De eerste weigerde hij te accepteren en
schonk hij aan collega Rutger Hauer, zijn tegenspeler in Grijpstra en De Gier (Wim Verstappen, 1979). De tweede gooide hij op de A2
uit de auto, hetgeen vastgelegd werd in een klassiek geworden scène uit het
tv-programma Taxi met Maarten Spanjer.
In zekere zin zou je De Gooyer
de eerste professionele Nederlandse filmacteur kunnen noemen. Hij volgde een
acteeropleiding in Berlijn aan de UFA-academie
(1959-61) en speelde een kleine rol in de Duitse film Schachnovelle(GerdOswald,
1960), maar besteedde ook veel tijd aan een bijbaantje als spion voor de CIA in
Oost-Berlijn. Het was niet zijn eerste internationale
filmrol, want hij was ook al te zien in de reeks in Nederland opgenomen
middellange spionagefilms Secret File, USA (1955).
De gereformeerde Utrechtse bakkerszoon was in 1944 de frontlinie overgestoken
om dienst te nemen in het Britse leger. Daarna werkte hij als radioverslaggever
en komiek, bijvoorbeeld in de creatie van de plat Utrechts pratende Bartels
voor het radioprogramma Showboat(AVRO). Zijn officiële filmdebuut was
als pianist in Het wonderlijke leven van
Willem Parel (Gerard Rutten, 1955).
De grootste bekendheid verwierf Rijk als de helft van een
komisch duo met Johnny Kraaykamp, sterren van radio,
tv en grammofoonplaat. Ze maakten samen de geflopte klucht Geen paniek (Ko Koedijk, 1973) en een allegorische episode in het
vierluik naar HeereHeeresma’sZwaarmoedige verhalen voor bij de
centrale verwarming, getiteld Een
winkelier keert niet weerom (Nouchka van Brakel,
1975). Tegen die tijd had De Gooyer echter ook al
faam verworven als zelfstandig filmacteur, met hoofdrollen in bijvoorbeeld Kleren maken de man (Georg Jacoby, 1957), Rififi in Amsterdam (John
Korporaal, 1962), De blanke slavin (Renee
Daalder, 1969) en vooral de twee misdaadfilms van Weisz,
De inbreker (1972) en Naakt over de schutting (1973). Ook trad
hij af en toe op in een internationale productie, zoals The WilbyConspiracy(Ralph Nelson, 1975), Nosferatu: Phantom der Nacht (Werner Herzog,
1979), The Lucky Star (Max Fischer, 1980) en SevenGravesforRogan/A
Time to Die (Matt Cimber, 1982). Voortbouwend op
zijn vroege ervaringen werd De Gooyer, vooral na De inbreker, een van de herkenbare
gezichten van de eerste bloeiperiode van de Nederlandse speelfilm, de jaren 70.
Hij speelde vaak rechercheurs, vaderfiguren of, een geheim genoegen, foute
Nederlanders of Duitse SD’ers in films over de Tweede
Wereldoorlog.
Zijn filmografie bevat voorts titels als Rufus(Samuel Meyering,
1975), Soldaat van Oranje (Paul
Verhoeven, 1977), De mantel der liefde (Adriaan
Ditvoorst, 1978), Het
verboden bacchanaal (Verstappen, 1981), Een
vlucht regenwulpen (Ate de Jong, 1981), de korte
film Rigor mortis (Dick Maas.
1981),Twee vorstinnen en een vorst (Otto Jongerius,
1981), Het 30 april-gevoel(Jurriën Rood, 1981), Hoge hakken, echte liefde (DimitriFrenkel Frank, 1981), Vroeger
kon je lachen (Bert Haanstra, 1983),
De zwarte ruiter (Verstappen, 1983), An Bloem (Peter Oosthoek, 1983), Schatjes! (Ruud van Hemert, 1984),Ciske de Rat (Guido
Pieters, 1984), De prooi (Vivian
Pieters, 1985), In de schaduw van de
overwinning (De Jong, 1986), Mama is
boos! (Van Hemert, 1986), Op hoop van
zegen (Pieters, 1986), De ratelrat (Verstappen,
1987), Leedvermaak (Weisz, 1987), De
avonden (Rudolf van den Berg, 1989), Bij
nader inzien (Weisz, 1991), Filmpje! (Paul Ruven, 1995), De jurk (Alex van Warmerdam, 1996), De bal (Danny Deprez,
1999) en Quivive(Weisz, 2001). Zijn laatste rol was in het slot van het
drieluik naar stukken van Judith Herzberg, Happy End (Weisz,
2009).
De Gooyer was ook de
hoofdrolspeler in een aantal televisieseries, zoals De Brekers (1985-88), Beppie(1989), In voor- en tegenspoed (1991-95) en Schoon goed (1999). Samen met Eelke de Jong schreef hij voor HP een fictief dagboek van een
vermoeide journalist, dat voor televisie werd bewerkt tot de serie De eenzame oorlog van Koos Tak (1996).
Over de non-conformistische levenswandel van de acteur, als practical joker en
kroegtijger op De Kring, bestaan talloze anekdotes.
81, Midwest City OK, 2 november,
na een lange ziekte
Amerikaans editor, eigenlijk William H.
Hoffman. Monteerde Torn
Curtain (Alfred Hitchcock, 1966) en was eerder assistent van George
Tomasini bij de montage van The Birds (Hitchcock, 1963). In vaste dienst bij Universal Studios werkte Hoffman voor
televisie. Enkele filmcredits: The Hellcats (Robert F. Slatzer,
1968), Bigfoot (Slatzer, 1970), de documentaire American
Reunion(Darren McGavin, 1976).
Amerikaans bijrolacteur, pseudoniem van Leonard Steinbock. Bekendste rol
als de vader van de in een bosbes veranderde Violet in de eerste verfilming van
Roald Dahls Willy Wonkaand the Chocolate Factory/Sjakie en de Chocoladefabriek (Mel
Stuart, 1971). Veel televisierollen, films als The Mugger(William Berke,
1958), The Big Mouth(Jerry Lewis, 1967), A Man Called Dagger (Richard Rush, 1968),
Getting Straight (Rush, 1970), Zigzag (Richard A. Colla,
1970), I Love My Wife(Stuart, 1970), Soylent Green (Richard Fleischer,
1973), Mame(Gene Saks, 1974) en HardlyWorking(Lewis,
1980).