31 januari 2011

Charles E. Sellier Jr.


67, Coeur d'Alene ID, 31 januari, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans producent, (scenario)schrijver en regisseur. Opereerde succesvol op de markt voor onafhankelijke, in besloten kring vertoonde speelfilms en documentaires ('four-walling'), veelal met een christelijk karakter. Tot zijn grootste hits behoren The Life and Times of Grizzly Adams (Richard Friedenberg, 1974, tevens een televisieserie, 1977), de bijbelse documentaire In Search of Noah's Ark (naar zijn eigen boek; James L. Conway, 1976), The Bermuda Triangle (Friedenberg, 1979) en In Search of Historic Jesus (Henning Schellerup 1979), alsmede de videodocumentaire George W. Bush: Faith in the White House (David W. Balsiger, 2004). Regisseerde zelf de tienerkomedie Snowballing (1984), de horrorcultklassieker Silent Night, Deadly Night (1984) en de wraakfilm The Annihilators (1985).


30 januari 2011

John Barry


77, New York, 30 januari, hartaanval

Engels filmcomponist, voluit Jonathan Barry Prendergast. Vooral bekend geworden als componist van de vroegste James Bond-films, officieus vanaf Dr. No (Terence Young, 1962), waarvoor Monty Norman het nog steeds gangbare 007-thema schreef. Componeerde de soundtracks voor de Bond-films From Russia with Love (Young, 1963), Goldfinger (Guy Hamilton, 1964),Thunderball (Young, 1965), You Only Live Twice (Lewis Gilbert, 1967), On Her Majesty's Secret Service (Peter R. Hunt, 1969), Diamonds Are Forever (Hamilton, 1971), The Man with the Golden Gun (Hamilton, 1974), Moonraker (Gilbert, 1979), Octopussy (John Glen, 1983), A View to a Kill (Glen, 1985) en The Living Daylights (Glen, 1987). Barry won zijn vijf Oscars echter voor ander werk: titelsong en score van Born Free (James Hill, 1966) en de scores van The Lion in Winter (Anthony Harvey, 1968), Out of Africa (Sydney Pollack, 1985) en Dances with Wolves (Kevin Costner, 1990). Daarnaast Oscarnominaties voor Mary, Queen of Scots (Charles Jarrott, 1971) en Chaplin (Richard Attenborough, 1992).



Zoon van een bioscoopexploitant uit York stond als kind al in de projectiecabine en besloot toen filmcomponist te worden. Werkte aanvankelijk veel voor popzanger Adam Faith, ook bij de tv-serie Drumbeat (1959) en films als Beat Girl (Edmond T. Gréville, 1960) en Mix Me a Person (Leslie Norman, 1962). Had ook enkele hits met zijn eigen jazzcombo, The John Barry Seven.



Eerste score voor Never Let Go (John Guillermin, 1960). Zou bijzonder veel eer inleggen met zijn soundtracks voor Zulu (Cy Endfield, 1964), The Ipcress File (Sidney J. Furie, 1965), Petulia (Richard Lester, 1968), Midnight Cowboy (John Schlesinger, 1969), Monte Walsh (William A. Fraker, 1970), Walkabout (Nicolas Roeg, 1971), Robin and Marian (Lester, 1976), King Kong (Guillermin, 1976), The Deep (Peter Yates, 1977),Somewhere in Time (Jeannot Szwarc, 1980) en Body Heat (Lawrence Kasdan, 1981), alsmede het thema van de tv-serie The Persuaders!/De verleiders (1971).



Voorts onder meer The L-Shaped Room (Bryan Forbes, 1962), Seance on a Wet Afternoon (Forbes, 1964), The Knack...and How to Get It (Lester, 1965), King Rat (Forbes, 1965), The Chase (Arthur Penn, 1966), The Wrong Box (Forbes, 1966), The Quiller Memorandum (Michael Anderson, 1966), Boom (Joseph Losey, 1968), The Appointment (Sidney Lumet, 1969), They Might Be Giants (Harvey, 1971), Alice's Adventures in Wonderland (William Sterling, 1972), The Tamarind Seed (Blake Edwards, 1974), The Day of the Locust (Schlesinger, 1975), The White Buffalo (J. Lee Thompson, 1977), Game of Death (Robert Clouse, 1978), The Betsy (Daniel Petrie, 1978), Hanover Street (Peter Hyams, 1979), The Black Hole (Gary Nelson, 1979), Night Games (Roger Vadim, 1980), Raise the Titanic (Jerry Jameson, 1980), Inside Moves (Richard Donner, 1980), The Legend of the Lone Ranger (Razzie voor slechtste score; Fraker, 1981), Hammett (Wim Wenders, 1982), Frances (Graeme Clifford, 1982), High Road to China (Brian G. Hutton, 1983), The Cotton Club (Francis Ford Coppola, 1984), Jagged Edge (Richard Marquand, 1985), Howard the Duck (Willard Huyck, 1986), Peggy Sue Got Married (Coppola, 1986), Masquerade (Bob Swaim, 1988), Indecent Proposal (Adrian Lyne, 1993), My Life (Bruce Joel Rubin, 1993), The Specialist (Luis Llosa, 1994), Cry, the Beloved Country (Darrell Roodt, 1995), The Scarlet Letter (Roland Joffé, 1995), Mercury Rising (Harold Becker, 1998) en Enigma (Michael Apted, 2001). Onder meer getrouwd geweest met actrice Jane Birkin.


27 januari 2011

Frans Vorstman


88, Amsterdam, 27 januari, doodsoorzaak onbekend

Nederlands acteur. Lange televisie- en theaterloopbaan, op het toneel vanaf 1944. Arlecchino voor zijn bijrol in Schillers List en liefde bij het Publiekstheater (1978). Filmdebuut in de neo-realistische verzetsfilm Bezet gebied (Frans Dupont en Wim Gerdes, 1946). Daarna pas weer op het doek te zien in het middellange De antikrist (naar Heere Heeresma; Roeland Kerbosch, 1973), dat in één bioscoopprogramma werd vertoond met De blinde fotograaf (naar W.F. Hermans; Adriaan Ditvoorst, 1973), waarin Vorstman de vader van de fotograaf speelde. Ook in Max Havelaar (Fons Rademakers, 1976), Vandaag of morgen (Kerbosch, 1976), Barocco (André Téchiné, 1976), Dokter Vlimmen (Guido Pieters, 1978), De mantel der liefde (Ditvoorst, 1978), Andy, bloed en blond haar (Frank Wiering, 1978), De aanslag (als vader Steenwijk; Rademakers, 1986), De jurk (Alex van Warmerdam, 1996) en Karakter (Mike van Diem, 1997), alsmede in korte films als De opgefokte olifant (Hubert Schröder, 1972), Shoot Out (Bobby Eerhart, 1976) en Crolus (Willy Breebaart, 1979). Werd in 1982 ridder in de orde van Oranje Nassau.


26 januari 2011

Maria Mercader


93. Rome, 26 januari, natuurlijke dood

Oorspronkelijk Spaans actrice, eigenlijk Maria de la Asunción Mercader Fordada. Zuster van Ramon Mercader, de Sovjet-agent die in 1940 in Mexico Trotski zou vermoorden, debuteerde als kinderactrice in La bruja (Maximiliano Thous, 1923). Ze werd een ster door de hoofdroi in het Catalaanse Molinos de viento (Rosario Pi, 1939) en speelde weinig later ook in Franse en Italiaanse films, zoals Il re si diverte (Mario Bonnard, 1940) en Se io fossi onesto (Carlo Ludovico Bragaglia, 1941). Haar tegenspeler in die laatste film, jeune premier Vittorio de Sica, regisseerde Mercader in Un garibaldino al convento (1942) en er ontstond een romance, die tot zijn dood in 1974 zou voortduren. Mercader kreeg twee zonen van De Sica (acteur-regisseur Christian en componist Manuel), maar ze konden pas in 1959 trouwen - in Mexico, omdat het in Italië niet mogelijk was te scheiden van zijn eerste echtgenote. Tot Mercaders overige films behoren Finalmente soli (Giacomo Gentilomo, 1942), Il treno crociato (Carlo Campogalliani, 1943), La vita è bella (Bragaglia, 1943), I nostri sogni (met De Sica; Vittorio Cottafavi, 1943), Nessuno torna indietro (Alessandro Blasetti, 1945), La porta del cielo (De Sica, 1945), Il canto della vita (Carmine Gallone, 1945), Natale al campo 119 (met De Sica; Pietro Francisci, 1947), Cuore (met De Sica; Duilio Coletti en De Sica, 1948), Il cavaliere misterioso (Riccardo Freda, 1948) en Buongiorno, elefante! (met De Sica; Gianni Franciolini, 1952). Veel later zou ze gastrollen spelen in Claretta (Pasquale Squitieri, 1984) en La casa del sorriso (Marco Ferreri, 1988).

24 januari 2011

Bernd Eichinger


61, Los Angeles, 24 januari, hartinfarct

Duits producent, distributeur, scenarioschrijver en regisseur. Door een van zijn regisseurs, Doris Dörrie, als 'tirannieke tycoon' omschreven producent was de drijvende kracht achter de bloei van de de Duitse filmindustrie na 1980. Volgde een regie-opleiding aan de filmhogeschool in München en begon daar te produceren voor vrienden en klasgenoten. Zijn eerste lange speelfilm was Falsche Bewegung (Wim Wenders, 1974), de eerste grote hit Christiane F. - Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (Uli Edel, 1981), snel gevolgd door Die unendliche Geschichte/The Never-ending Story (naar Michael Ende; Wolfgang Petersen, 1984).



Kocht in 1979 het noodlijdende distributiebedrijf Constantin-film en gebruikte dat als basis voor een steeds verdere expansie van zijn internationale productieactiviteiten. Specialiseerde zich onder meer in grootscheepse en kwalitatief hoogwaardige literatuurverfilmingen. Steeds vaker ook (co-)auteur van scenario's, bijvoorbeeld van de Hitlerfilm Der Untergang (naar Joachim Fest; Oliver Hirschbiegel, 2004), Perfume: The Story of a Murder (naar Patrick Süskind; Tom Tykwer, 2006) en Der Baader Meinhof Komplex (Edel, 2008). Zijn coproductie Nirgendwo in Afrika/Nowhere in Africa (Caroline Link, 2001) won een Oscar voor beste niet-Engelstalige film.



Een greep uit Eichingers overige films: Stunde Null (Edgar Reitz, 1977), Hitler - ein Film aus Deutschland (Hans-Jürgen Syberberg, 1977), Die Konsequenz (Petersen, 1977), Die ortliebschen Frauen (Luc Bondy, 1981), Der Name der Rose/The Name of the Rose (naar Umberto Eco; Jean-Jacques Annaud, 1986), Ich und er /Me and Him (naar Alberto Moravia; Dörrie, 1988), Last Exit to Brooklyn (Edel, 1989), Salt on Our Skin (naar Benoîte Groult; Andrew Birkin, 1992), The Cement Garden (naar Ian McEwan; Birkin, 1993), The House of the Spirits (naar Isabel Allende; Bille August, 1993), de locale superhit Der bewegte Mann (Sönke Wortmann, 1994), Smilla's Sense of Snow (naar Michael Høeg; August, 1997), ¿Bin ich schön? (Dörrie, 1999),



Der Schuh des Manitu (Michael Herbig, 2001), Resident Evil (Paul W.S. Anderson, 2002), en drie vervolgfilms, Fantastic Four (Tim Story, 2005) en Elementarteilchen/Elementaire deeltjes (naar Michel Houellebecq; Oskar Roehler, 2006). Na zijn eindexamenfilm Ein Wintermärchen (1973) regisseerde Eichinger nog de televisiefilm Das Mädchen Rosemarie (1996) en de slecht ontvangen bioscoopfilm Der grosse Bagarozy (1999), met een hoofdrol voor zijn toenmalige partner Corinna Harfouch. Zelf speelde hij gastrolletjes in Heimat - eine deutsche Chronik (Reitz, 1984) en Knockin' on Heaven's Door (Thomas Jahn, 1997). Sinds 2006 getrouwd met journaliste Katja Hofmann.


21 januari 2011

Theoni V. Aldredge


78, Stamford CT, 21 januari, natuurlijke dood

In Griekenland als Theoni Athanasiou Vachlioti geboren Amerikaans kostuumontwerper. Won een Oscar voor The Great Gatsby (Jack Clayton, 1974). Werkte aanvankelijk onder de naam Denny Vachlioti aan Griekse films als Stella (tevens art direction; Michael Cacoyannis, 1955),



Pote tin kyriaki/Never on Sunday/Nooit op zondag (Oscarnominatie; Jules Dassin, 1960), Faidra/Phèdre (Oscarnominatie; Dassin, 1961), Topkapi (Dassin, 1963) en Oedipus the King (Philip Saville, 1967). Amerikaans debuut met de onafhankelijke productie You're a Big Boy Now (Francis Ford Coppola, 1966). Kleedde onder meer Melina Mercouri, Faye Dunaway, Bette Midler, Frank Sinatra, Aileen Quinn, Robert De Niro, Meryl Streep, Cher, Barbra Streisand en Robert Redford. Kostuums voor films als Up Tight! (Dassin, 1968), No Way to Treat a Lady (Jack Smight, 1968), Promise at Dawn/La promesse à l'aube (Dassin, 1969), Network (Sidney Lumet, 1976), Harry and Walter Go to New York (Mark Rydell, 1976), Semi-Tough (Michael Ritchie, 1978), The Eyes of Laura Mars (Irvin Kershner, 1978), The Cheap Detective (Robert Moore, 1978), The Fury (Brian De Palma, 1978), The Rose (Rydell, 1979),



The Champ (Franco Zeffirelli, 1979), The First Deadly Sin (Brian G. Hutton, 1980), Can't Stop the Music (Nancy Walker, 1980), Rich and Famous (George Cukor, 1981), Monsignor (Frank Perry, 1982), Annie (John Huston, 1982), GhostBusters (Ivan Reitman, 1984), Moonstruck (Norman Jewison, 1987), We're No Angels (Neil Jordan, 1989), Stanley and Iris (Martin Ritt, 1990), Other People's Money (Jewison, 1991), Night and the City (Irwin Winkler, 1992), Addams Family Values (Barry Sonnenfeld, 1993), The Mirror Has Two Faces (Barbra Streisand, 1996) en The First Wives Club (Hugh Wilson, 1996). Ook zeer actief op Broadway, won drie Tony's voor kostuumontwerp. Getrouwd met theateracteur Tom Aldredge.


15 januari 2011

Susannah York


72, Engeland, 15 januari, beenmergkanker

Engels actrice, pseudoniem van Susannah Yolande Fletcher. Toonaangevend in theater en film van de jaren zestig en zeventig, nadat ze in 1958 bij haar eindexamen aan de Royal Academy of Dramatic Arts was bekroond als meestbelovende student. Altijd eigenzinnig en temperamentvol, ontstak ze in woede over haar Oscarnominatie voor beste bijrol They Shoot Horses, Don't They? (Sydney Pollack, 1969), omdat niemand daarvoor haar toestemming had gevraagd. Won als beste actrice in Cannes voor haar hoofdrol in het etherische Images (Robert Altman, 1972). Zou bij het grote publiek vooral bekendheid verwerven door de rol van de moeder van Superman (Richard Donner, 1978), ook in de vervolgen Superman II (Richard Lester, 1982) en Superman IV: The Quest for Peace (Sidney J. Furie, 1987).



Eerste bekendheid door opvallende televisierol tegenover Sean Connery in Arthur Millers The Crucible (1959). Maakte haar filmdebuut tegenover Norman Wisdom in There Was a Crooked Man (Stuart Burge, 1960), direct gevolgd door Tunes of Glory (Ronald Neame, 1960), als de dochter van Alec Guinness, en The Greengage Summer (Lewis Gilbert, 1961). De doorbraak kwam met rollen als patiënte van Freud (John Huston, 1962) en minnares van Tom Jones (Tony Richardson, 1963). Enige publiciteit veroorzaakte de klap die ze Huston zou hebben uitgedeeld op de set, nadat hij haar tegenspeler Montgomery Clift had toegebeten dat hij een blindengeleidehond behoefde.



Daarna onder meer in The 7th Dawn (Gilbert, 1964), Sands of the Kalahari (Cy Endfield, 1965), tegenover Warren Beatty in Kaleidoscope (Jack Smight, 1966), A Man for All Seasons (Fred Zinnemann, 1966), fenomenaal in de lesbische liefdesscènes van The Killing of Sister George (Robert Aldrich, 1968), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough, 1969), Battle of Britain (Guy Hamilton, 1969), de titelrol van Jane Eyre (Delbert Mann, 1970), in een lesbisch innuendo met Elizabeth Taylor in Zee and Co./X, Y and Zee (Brian G. Hutton, 1972), tegenover Roger Moore in Gold (Peter R. Hunt, 1974), met Glenda Jackson in The Maids (naar Jean Genet; Christopher Miles, 1975), That Lucky Touch (met Moore; Miles, 1975), Conduct Unbecoming (Michael Anderson, 1975), Sky Riders (Douglas Hickox, 1976), The Shout (Jerzy Skolimowski, 1978), het Canadese The Silent Partner (Daryl Duke, 1978), The Awakening (Mike Newell, 1980), Falling in Love Again (tevens co-scenarist; Steven Paul, 1980), Yellowbeard (Mel Damski, 1983), de kinderfilm Mio min mio (Vladimir Grammatikov, 1987), Melancholia (tegenover Jeroen Krabbé; Andi Engel, 1989) en Franklyn (Gerald McMorrow, 2008). Ook politiek actief, bijvoorbeeld door bij een theatervoorstelling in Tel Aviv (2007) te protesteren tegen de gevangenschap van de Israëlische klokkenluider Mordechai Vanunu. Gescheiden van acteur Michael Wells.


12 januari 2011

Paul Picerni


88, Llano CA, 12 januari, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur. Actief als contractspeler bij Warner Bros. en als assistent van Robert Stack als gangsterjager Elliot Ness in de tv-serie The Untouchables (1960-63). Officieel filmdebuut in de oorlogsfilm Breakthrough (Lewis Seiler, 1950). Voorts onder meer in het John Wayne-vehikel Operation Pacific (George Waggner, 1951), I Was a Communist for the FBI (Gordon Douglas, 1951), Fort Worth (Edwin L. Marin, 1951), Force of Arms (Michael Curtiz,1951), Mara Maru (Douglas, 1952), de 3D-klassieker House of Wax/De man met de wassen beelden (André De Toth, 1953), The Desert Song (H. Bruce Humberstone, 1953), Drive a Crooked Road (Richard Quine, 1954), The Bounty Hunter (De Toth, 1954), Lord of the Jungle (Ford Beebe, 1955), To Hell and Back (Jesse Hibbs, 1955), Miracle in the Rain (Rudolph Maté, 1956), The Brothers Rico (Phil Karlson, 1957), Omar Khayyam (William Dieterle, 1957), Marjorie Morningstar (Irving Rapper, 1958), Torpedo Run (Joseph Pevney, 1958), The Young Philadelphians (Vincent Sherman, 1959), Strangers When We Meet (Quine, 1960), The Scalphunters (Sydney Pollack, 1968), Che! (Richard Fleischer, 1969), Airport (George Seaton, 1970), Kotch (Jack Lemmon, 1971), Capricorn One (Peter Hyams, 1977), Escape to Athena (George P. Cosmatos, 1979) en Beyond the Poseidon Adventure (Irwin Allen, 1979). Vooral zeer actief in televisieseries. Broer van stuntman Charlie Picerni, die hem regisseerde in zijn laatste film, Three Days to Vegas (2007).


10 januari 2011

Rafaël Troch


50, Sint-Niklaas, 10 januari, doodsoorzaak onbekend

Belgisch acteur, ook bekend als Ralf of Raph Troch. Speelde oudere broer Nis in de De Witte van Sichem (Robbe De Hert, 1980). Ook te zien in Het einde van de reis (Peter Simons, 1980). Was voorts onder meer televisiepresentator, zanger (ook bij Palinckx) en acteur bij het Nederlandse gezelschap De Mug met de Gouden Tand.

09 januari 2011

Peter Yates


81, Londen, 9 januari, na een lange ziekte

Engels regisseur en producent. Vier Oscarnominaties, voor respectievelijk regie en productie van de psychologische drama's Breaking Away (1979) en The Dresser (1983). Kreeg nog groter bekendheid als choreograaf en metteur-en-scène van gecompliceerde actiesequenties, zoals de innovatieve autoachtervolgingen van Steve McQueen in Yates' Hollywooddebuut Bullitt (1968).



Opgeleid tot toneelregisseur begon Yates in 1953 in de filmindustrie te werken, onder meer in de nasynchronisatie en als assistent-regisseur van bijvoorbeeld Sons and Lovers (Jack Cardiff, 1960), A Taste of Honey (Tony Richardson, 1961) en Guns of Navarone (J. Lee Thompson, 1961). Zelfstandig regiedebuut met de bescheiden musical rond Cliff Richard Summer Holiday (1963), die bij verrassing een grote hit bleek.


Daarna volgden de komedie One Way Pendulum (1964), het op de Grote Treinroof gebaseerde Robbery (tevens scenario, 1967) en een zevental afleveringen van de tv-serie The Saint (1963-65). Na het succes van Bullitt maakte Yates Amerikaanse films in vele genres en stijlen: de modieuze liefdesfilm John and Mary (met Dustin Hoffman en Mia Farrow; 1969), de oorlogsfilm Murphy's War (met Peter O'Toole; 1971), de misdaadkomedie The Hot Rock (met Robert Redford en George Segal; 1972), het Cassavetes-achtige The Friends of Eddie Coyle (met Robert Mitchum; 1973),



de romcom For Pete's Sake (met Barbra Streisand; 1974), de excentrieke ambulancekomedie Mother, Jugs & Speed (met Raquel Welch, Bill Cosby en Harvey Keitel; 1976), de commercieel succesvolle rip-off van Jaws, ook gebaseerd op een boek van Peter Benchley, The Deep (met Nick Nolte en Jacqueline Bisset; 1977), het immigrantendrama Breaking Away (geschreven door Steve Tesich; 1979), de eveneens door Tesich geschreven thriller Eyewitness (met William Hurt, Sigourney Weaver, James Woods en Christopher Plummer; 1981), de science-fiction cultflop Krull (1983), het drama in de toneelwereld The Dresser (met Albert Finney en Tom Courtenay; 1983), het in Griekenland gesitueerde Eleni (met John Malkovich; 1985), de thriller Suspect (met Cher; 1987), het historische drama rond de McCarthy-heksenjacht The House on Carroll Street (1988) en de actiefilm An Innocent Man (met Tom Selleck; 1989). De latere films van Yates haalden de Nederlandse bioscoop niet meer: Year of the Comet (1992), Roommates (met Peter Falk en Julianne Moore; 1995), The Run of the Country (met Finney; 1995) en Curtain Call (met Maggie Smith en Michael Caine; 1999). Produceerde behalve een aantal van zijn eigen films ook Needful Things (Fraser C. Heston, 1993).


03 januari 2011

Georges Staquet


78, Parijs, 3 januari, natuurlijke dood

Frans acteur, eigenlijk Jules-Georges Lehingue-Staquet. Vooral in het theater, enkele kleine filmrollen, bijvoorbeeld in Bande à part (Jean-Luc Godard, 1964), Paris, brûle-t-il?/Is Paris Burning? (René Clément, 1965), Pierrot le fou (Godard, 1965), Week-end (Godard, 1967), Le mur de l'Atlantique (Marcel Camus, 1970), Le tueur (Denys de la Patellière, 1971), L'oeuf (Jean Herman, 1971), L'attentat (Yves Boisset, 1972), R.A.S.(Boisset, 1972), Sex Shop (Claude Berri, 1972), La bonne année (Claude Lelouch, 1973), Si c'était à refaire (Lelouch, 1976), La zizanie/Onkruid vergaat niet (Claude Zidi, 1977), Au bout du bout du banc (Peter Kassovitz, 1979), I...comme Icare (Henri Verneuil, 1979), La femme flic (Boisset, 1979), Ogro (Gillo Pontecorvo, 1979), Je vous salue Marie (Godard, 1983), Rouge baiser (Véra Belmont, 1985), La vie et rien d'autre (Bertrand Tavernier, 1988) en Germinal (Berri, 1992).

Jill Haworth


65, New York, 3 januari, natuurlijke dood

Engels actrice. Debuteerde opvallend als 15-jarige tegenover Sal Mineo in Exodus (Otto Preminger, 1960). Werd nog twee keer gecast door Preminger, in The Cardinal (1963) en In Harm's Way (1965). Ook in enkele Franse producties: Ton ombre est la mienne (André Michel, 1962), Les mystères de Paris (André Hunebelle, 1962) en À cause, à cause d'une femme (Michel Deville, 1963). Later vooral horrorfilms, zoals The Mutations (Jack Cardiff, 1974). Speelde ook Sally Bowles in de eerste Broadwayversie van de musical Cabaret (1966).


02 januari 2011

Pete Postlethwaite


64, Shrewsbury, 2 januari, kanker

Engels acteur. Kreeg een Oscarnominatie voor zijn bijrol In the Name of the Father (Jim Sheridan, 1993) en werd "de beste acteur van de wereld" genoemd door regisseur Steven Spielberg, voor wie hij speelde in The Lost World: Jurassic Park (1997) en Amistad (1997). Opvallende bijrolspeler met ruig uiterlijk en hese, zachte stem, die ook de tegenspeler was van Antonie Kamerling in Suite 16 (Dominique Deruddere, 1994). Koos vaak voor politiek geëngageerde en/of onafhankelijke projecten; zo was hij de verteller in het ecologisch pamflet The Age of Stupid (Franny Armstrong, 2009).


Aanvankelijk veel televisie, onder zijn eigenlijke naam Peter Postlethwaite; filmdebuut in The Duellists (Ridley Scott, 1977). Viel het eerst op door een sleutelrol als de vader in de poëtische memoires Distant Voices, Still Lives (Terence Davies, 1988). Speelde onder veel meer in A Private Function (Malcolm Mowbray, 1994), The Dressmaker (Jim O'Brien, 1988), To Kill a Priest (Agnieszka Holland, 1988), Hamlet (Franco Zeffirelli, 1990), tegenover Rutger Hauer in Split Second (Tony Maylam, 1992), Alien³ (David Fincher, 1992), Waterland (Stephen Gyllenhaal, 1992), The Last of the Mohicans (Michael Mann, 1992), Anchoress (Chris Newby, 1993), The Usual Suspects (Bryan Singer, 1995), James and the Giant Peach (Henry Selick, 1996), DragonHeart (Rob Cohen, 1996), Crimetime (George Sluizer, 1996), Romeo + Juliet (Baz Luhrmann, 1996), Brassed Off (top-billed; Mark Herman, 1996), The Shipping News (Lasse Hallström, 2001), Dark Water (Walter Salles, 2005), The Constant Gardener (Fernando Meirelles, 2005), Æon Flux (Karyn Kusama, 2005), The Omen (John Moore, 2006), Closing the Ring (Richard Attenborough, 2007), Solomon Kane (Michael J. Bassett, 2009), Clash of the Titans (Louis Leterrier, 2010), Inception (Christopher Nolan, 2010), The Town (Ben Affleck, 2010) en Killing Bono (Nick Hamm, 2011).


Anne Francis


80, Santa Barbara, 2 januari, alvleesklierkanker

Amerikaans actrice. Wordt vooral herinnerd om haar arcadische capriolen in het idyllische decor van de cultklassieker Forbidden Planet (Fred M. Wilcox, 1956). In feite was haar filmloopbaan heel wat breder en begon zij zelfs als kind met rollen in Broadwaymusicals. Nog eerder was ze fotomodel en kinderactrice in hoorspelen, die de eretitel 'Queen of the Soaps' verwierf. Filmdebuut, onder contract bij MGM, tegenover Judy Garland in Summer Holiday (Rouben Mamoulian, 1948). Ook in films als So Young, So Bad (Bernard Vorhaus, 1950), The Whistle at Eaton Falls (Robert Siodmak, 1951), Elopement/Miss Belvedere is verliefd (Henry Koster, 1951), de titelrol van Lydia Bailey (Jean Negulesco, 1952), Dreamboat (Claude Binyon, 1952), A Lion Is in the Streets (Raoul Walsh, 1953), Susan Slept Here (Frank Tashlin, 1954), Bad Day at Black Rock (John Sturges, 1955), Battle Cry (Walsh, 1955), Blackboard Jungle (Richard Brooks, 1955), The Rack (Arnold Laven, 1956), The Hired Gun (Ray Nazarro, 1957), Don't Go near the Water (Charles Walters, 1957), The Crowded Sky (Joseph Pevney, 1960), Girl of the Night (top-billed; Joseph Cates, 1960), The Satan Bug (Sturges, 1965), een op de montagetafel enrstig verminkte hoofdrol tegenover Barbra Streisand in Funny Girl (William Wyler, 1968) en Hook, Line and Sinker (tegenover Jerry Lewis; George Marshall, 1969). Vanaf de jaren zeventig vrijwel uitsluitend op televisie, regelmatig onder haar volledige naam Anne Lloyd Francis. Won een Golden Globe voor de titelrol in de serie Honey West (1965-66).


Anna Anni


84, Florence, 2 januari, natuurlijke dood

Italiaans kostuumontwerper, vooral voor opera, ballet en toneel. Kreeg een Oscarnominatie (samen met Maurizio Millenotti) voor de operafilm Otello (Franco Zeffirelli, 1986). Werkte vaak met Zeffirelli in het theater en ontwierp ook de kostuums voor balletscènes in Dancers (Herbert Ross, 1987). Voorts Tea with Mussolini (Zeffirelli, 1999) en Callas Forever (Zeffirelli, 2002).