Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Amerikaans actrice. Vooral tv, waar ze het meest bekend werd als Rhoda Morgenstern, een personage in The Mary Tyler Moore Show (1970-74) en de spin-off Rhoda (1974-78): voor beide shows kreeg Harper een Primetime Emmy. Ook vanaf 1956 incidenteel in films, waar ze de eerste rol van betekenis speelde in Freebie and the Bean (Richard Rush, 1974), als de vrouw van Alan Arkin. Daarna onder meer in Chapter Two (Robert Moore, 1979), The Last Married Couple in America (Gilbert Cates, 1980), Blame It on Rio (Stanley Donen, 1984) en in vele rollen, onder meer die van Israëlisch premier Golda Meir, in Golda’s Balcony (Jeremy Kagan, 2007). Vaak gecast als Joods personage, ondanks haar Italiaans-Iers-Frans-Canadese wortels.
Hongaars chef-cameraman en scenarioschrijver. Debuut als zelfstandig cameraman: Paprikajancsi (Tamás Rényi, 1959). Daarna onder meer Nappali sötétség/Darkness in Daytime (Zoltán Fábri, 1963), het korte Elégia (Zoltán Huszárik, 1965; hoofdprijs in Oberhausen),Isten és ember elött/Before God and Man (Károly Makk, 1968), Szerelem(Makk, 1971; juryprijs Cannes), het voor een Oscar genomineerde Macskajátek/Cat’s Play (tevens scenario; Makk, 1974), Egy erkölcsös éjszaka/A Very Moral Night (Makk, 1977; competitie Cannes) en Az utolsó kézirat/The Last Manuscript (Makk, 1987). Schreef samen met de regisseurSzindbád (Huszárik, 1971).
Amerikaans zangeres en actrice, geboren als Nancy Brown. Vanaf de jaren 50 in Frankrijk, waar ze vooral jazz zong en ook in enkele films zou spelen: Ballade pour un voyou (Claude-Jean Bonnardot, 1963),Blague dans le coin (tegenover Fernandel; Maurice Labro, 1963), Le bluffeur (Sergio Gobbi, 1964), Cherchez l’idole (Michel Boisrond, 1964), Le gentleman de Cocody (ook titelsong; Christian-Jaque, 1965), Jeu de massacre (Alain Jessua, 1967), als Franse popster in de Roemeense productie Impuscaturi pe portativ/Shots on the Stave (Cezar Grigoriu, 1968), Les enfants de Caïn (René Jolivet, 1970), Le cri du cormoran, le soir au-dessus des jonques (Michel Audiard, 1970), Boulevard du Rhum (Robert Enrico, 1971).
Frans acteur. Zoon van actrice Hélène Gerber en een toneelmeester van de Comédie Française, was zelf ook meer dan dertig jaar verbonden aan het meest illustere theatergezelschap van Parijs. Maakte na enkele televisierollen een laat filmdebuut in La femme en bleu (Michel Deville, 1973). Zou in tegen de honderd films spelen, meestal als second lead, vaak als commissaris van politie. Drie nominaties voor de César voor beste mannelijke bijrol: Des enfants gâtés (Bertrand Tavernier, 1977), Courage fuyons (Yves Robert, 1979) en Un dimanche à lo campagne (Tavernier, 1984). Onder meer in Nada(Claude Chabrol,1974), Grandeur nature (Luis Berlanga, 1974), La gifle (Claude Pinoteau, 1974), La course à l’échalote (Claude Zidi, 1975), M. Klein (Joseph Losey, 1976), Le jouet (Francis Veber, 1976), Mado (Claude Sautet, 1976), Pourquoi pas? (Coline Serreau, 1977), Mort d’un pourri (Georges Lautner, 1977), Coup de tête (Jean-Jacques Annaud, 1978), La diagonale du fou (Richard Dembo, 1983), Poussière d’ange(Édouard Niermans, 1987), Ripoux contre ripoux (Zidi, 1989), L’ombre du doute (Aline issermann, 1992), Au petit Marguery (Laurent Bénégui, 1994), Une chance sur deux (Patrice Leconte, 1997), Le placard (Veber, 2000), Tais-toi (Veber, 2002), Qui perd gagne! (Bénégui, 2003), La doublure (Veber, 2006), L’emmerdeur(Veber, 2008), L’empreinte de l’ange (Safy Nebbou, 2008), Un balcon sur la mer (Nicole Garcia, 2010).
Italiaans acteur. Vooral bekend door zijn samenwerking met Pupi Avati, onder wiens regie hij bekroonde rollen speelde in Una gita scolastica(1983) en Regalo di Natale (1986). Debuteerde met kleine rol in Cuore(Duilio Coletti en Vittorio de Sica, 1948). Ook in bij voorbeeld Domani è troppo tardi (Léonide Maguy, 1950), Guardie e ladri (Steno en Mario Monicelli, 1951), La famiglia Passaguai (Aldo Fabrizi, 1951), È arrivato l’accordatore (Coletti, 1952), L’uomo, la bestia e la virtù (Steno, 1953), La grande speranza/Zolang wij leven (Coletti, 1954), Un americano a Roma (Steno, 1954), Sait-on jamais? (Roger Vadim, 1957), Ladro lui, ladra lei (Luigi Zampa, 1958), Fortunella (Eduardo de Filippo, 1958), Totó e Cleopatra (Fernando Cerchio, 1963), Il monaco di Monza (Sergio Corbucci, 1963), Totó contro i 4 (Steno, 1963), Frau Wirtin hat auch einen Grafen (Franz Antel, 1968), L’arcangelo (Giorgio Capitani, 1969), Che?/What? (Roman Polanski, 1972), Teresa la Ladra (Carlo Di Palma, 1973), L’insegnante (Nando Cicero, 1975), Noi tre (Avati, 1984), Festa di laurea (Avati, 1985), Dichiarazioni di amore (Avati, 1994), Un amore americano (Piero Schivazappa, 1994), als koning Victor Emanuel II in Io e il re (Lucio Gaudino, 1995),I cavalieri che fecero l’impresa (Avati, 2001), La rivincita di Natale (Avati, 2004), Tickets (episode Ermanno Olmi, 2008) en Nessun messaggio in segreteria (Paolo Genovese en Luca Miniero, 2005). Regisseerde zichzelf in Ti amo Maria (1997).
Italiaans acteur en theaterregisseur, soms in genrefilms onder de naam Laurence Welles. Broer van casting director en assistent-regisseur Francesco Cinieri. Verwierf eerste bekendheid door zijn werk in het theater voor avant-garderegisseur Carmelo Bene, ook in de film Amleto/Hamlet (Bene, 1978). In films als L’arbre de Guernica (Fernando Arrabal, 1975), Bloodline/Sidney Sheldon’s Bloodline (Terence Young, 1979), La tragedia di un uomo ridicolo (Bernardo Bertolucci, 1981), Lo squartatore di New York/The New York Ripper (Lucio Fulci, 1982), Manhattan Baby/Het boze slaat toe (Fulci, 1982), I guerrieri dell’anno 2072 (Fulci, 1984), Pizzicata (top-billed; Edoardo Winspeare, 1996), Otello (Bene, 2002) en als de schrijver Alberto Moravia in Pasolini, la verità nascosta (Federico Bruno, 2013).
In Engeland geboren Iers actrice. Vooral in het theater, oprichter van het feministische en politieke theatergezelschap Monstrous Regiment (1975). Enkele kleine filmrollen:The Wolves of Willoughby Chase (Stuart Orme, 1989), Les misérables (Bille August, 1998), All the Queen’s Men (Stefan Ruzowitzky, 2001), The Heart of Me (Thaddeus O’Sullivan, 2002), Oliver Twist (Roman Polanski, 2005), Mr. Nice (Bernard Rose, 2010) en Genius (Michael Grandage, 2016).
Spaans actrice, voluit Maria de la Encarnación Paso Ramos, Dochter van dramaturg en scenarioschrijver Antonio Paso Diaz. Maakte haar filmdebuut in 1948. Internationaal bekendste titels: La prima Angélica (Carlos Saura, 1974), Retrato de familia (Antonio Giménez Rico, 1976), Oscarwinnaar Volver a empazar/Begin the Beguine (José Luis Garci, 1982),La colmena (Mario Camus, 1982), Demonios en el jardin (Manuel Gutiérrez Aragón, 1982), het voor een Oscar genomineerde Sesión continua/Double Feature (Garci, 1984), El bosque animado (José Luis Cuerda, 1987).
Amerikaans acteur, regisseur en scenarioschrijver. Zoon van acteur Henry Fonda, jongere broer van actrice Jane Fonda. Werd een held van de tegencultuur door het megasucces van de lowbudgetfilm Easy Rider (Dennis Hopper, 1969), die Fonda, hoofdrolspeler naast Hopper en de voor een bijrol-Oscar genomineerde Jack Nicholson, ook een Oscarnominatie bezorgde voor het beste originele scenario (samen met Hopper en Terry Southern). Tegen het eind van zijn acteercarrière werd Fonda voor een tweede keer genomineerd, dit keer voor de hoofdrol van een getroebleerde imker in Ulee’s Gold (Victor Nunez, 1997).
Na een acteerdebuut tegenover Sandra Dee in Tammy and the Doctor (Harry Keller, 1963) en weinig opvallende bijdragen aan The Victors(Carl Foreman, 1963), Lilith (Robert Rossen, 1964) en The Young Lovers (Samuel Goldwyn Jr., 1964), sloeg Fonda een nieuwe weg in met hoofdrollen in rebelse B-films: als motorduivel in The Wild Angels (Roger Corman, 1966) en LSD-gebruiker in The Trip (Corman, 1967). Via een Europese rol in het door zijn toenmalige zwager geregisseerde Histoires extraordinaires (segment van Roger Vadim, 1968), belkandde hij in het avontuur van. Easy Rider, over twee hippies op motorfietsen in het reactionaire Zuiden, dat met een budget van $400.000 en een opbrengst van 60 miljoen dollar Hollywood op zijn kop zou zetten. Hopper en Fonda kregen beiden carte blanche voor hun volgende project, in beide gevallen een flop: zowel The Last Movie (met Fonda als jonge sheriff; Hopper, 1971) als de bijna psychedelische western The Hired Hand (Fonda, 1971) haalde de Nederlandse bioscooo niet eens. The Hired Hand van en met Fonda werd echter in 2001 door Sundance gerehabiliteerd met een restauratie, die recht deed aan het sublieme camerawerk van Vilmos Zsigmond. Daarna zou Fonda nog twee films regisseren: Idaho Transfer (1973) en de western Wanda Nevada (1979), waarin hij zelf de hoofdrol speelt van de pleegvader van Brooke Shields. Hii vervolgde wel zijn acteercarrière, met wisselend succes: onder meer Two People (Robert Wise, 1973), Dirty Mary, Crazy Larry (John Hough, 1974), Open Season (Peter Collinson, 1974), Race with the Devil (Jack Starrett, 1975), 92 in the Shade (Thomas McGuane, 1975), Killer Force (Val Guest, 1976), Fighting Mad (Jonathan Demme, 1976), Futureworld (Richard T. Heffron, 1976), Outlaw Blues (Heffron, 1977), High-Ballin’ (Peter Carter, 1978), The Hostage Tower (Claudio Guzmán, 1980), The Cannonball Run (Hal Needham, 1981),Split Image (Ted Kotcheff, 1982), Peppermint-Frieden (Marianne Rosenbaum, 1983), The Rose Garden (Fons Rademakers, 1989), een.gastrol als motorrijder tegenover dochter Bridget Fonda in Bodies, Rest & Motion (Michael Steinberg, 1993), Nadja (Michael Almereyda, 1994),Escape from L.A. (John Carpenter, 1996), The Limey (Steven Soderbergh, 1999), The Heart Is Deceitful above All Things (Asia Argento, 2004), Ghost Rider (Mark Steven Johnson, 2007), Wild Hogs (Walt Becker, 2007), 3:10 to Yuma (James Mangold, 2007), The Harvest (John McNaughton, 2013) en The Most Hated Woman in America (Tommy O’Haver, 2017).
Oorspronkelijk Canadees animatieregisseur, sinds 1955 in Engeland. Won een Oscar voor de korte animatiefilm A Christmas Carol (1971) en twee Oscars (voor visual effects en speciale prestaties als animatieregisseur) voor zijn werk aan Who Framed Roger Rabbit? (Robert Zemeckis, 1988). Een vierde nominatie betrof de korte animatiefilm Prologue (geproduceerd samen met zijn vrouw Imogen Sutton; 2015). Al voor zijn eerste korte animatiefilmThe Little Island (2015) kreeg Williams een BAFTA. Hij leerde het vak in nauwe samenwerking met animator Bob Godfrey. Hij regisseerde de lange animatiefilmRaggedy Ann & Andy: A Musical Adventure (1977) en werkte sinds 1964 aan zijn levenswerk, de lange tekenfilm The Thief and the Cobbler. Die werd buiten hem om, na het overschrijden van een deadline, in opdracht van de verzekeraar afgemaakt door een Koreaanse studio en uitgebracht als The Princess and the Cobbler (1993) en twee jaar later in een nog andere versie door Miramax alsArabian Knight. Wiliiams weigerde lang in het openbaar commentaar te geven op deze versies. Hij was verantwoordelijk voor getekende titelscènes van films als What’s New Pussycat? (Clive Donner, 1965), A Funny Thing Happened on the Way to the Forum (Richard Lester, 1966), Casino Royale (Val Guest, Ken Hughes, John Huston, Joseph McGrath en Robert Parrish, 1967), The Charge of the Light Brigade (Tony Richardson, 1968), Prudence and the Pill (Fielder Cook, 1968), Here We Go Round the Mulberry Bush (Donner, 1968), Can Heironymus Merkin Ever Forget Mercy Humppe and Find True Happiness? (Anthony Newley, 1969), The Return of the Pink Panther (Blake Edwards, 1975) en The Pink Panther Strikes Again (Edwards, 1976).
Russisch componist. Werkte veel voor de Mosfilm-studio. Onder meer Znoj/Heat (Larissa Sjepitko, 1963), Krylja/Wings (Sjepitko, 1966), de Oost-Duitse productie Meine Stunde Null (Joachim Hasler, 1970).
In Nederlands-Indië geboren Nederlands actrice, pseudoniem van Johanna Louise Buillab. Vooral theater, af en toe televisie. Een enkele kleine filmrol in Frank en Eva (Pim de la Parra, 1973). Getrouwd geweest met acteur Edwin Thomas.
Italiaans kostuumontwerper. Vijf Oscarnominaties, voor Il gattopardo/De tijgerkat (Luchino Visconti, 1963), Morte a Venezia/Dood in Venetië (Visconti, 1971), Ludwig (Visconti, 1973), La cage aux folles (Édouard Molinaro, 1978) en La traviata (Franco Zeffirelli, 1983), winnaar van een speciale oeuvre-Oscar in 2013. Specialist in kostuumdrama, hoewel Visconti bij hun eerste samenwerking (Bellissima,1951) benadrukte dat de kleding eruit moest zien alsof het zo van de straat was geplukt. Onder veel meer kostuums voor Senso (Visconti, 1954), Le notti bianche (Visconti, 1957), Policarpo (Mario Soldati, 1959), Rocco e i suoi fratelli (1960), Un amore a Roma (Dino Risi, 1960), Il bell’Antonio (Mauro Bolognini, 1961), A cavallo della tigre (Luigi Comencini, 1961), La viaccia (Bolognini, 1961), Senelità(Bolognini, 1962), I compagni (Mario Monicelli, 1963), Ieri oggi domani(Vittorio de Sica, 1963), La donna scimmia (Marco Ferreri, 1964), Lo straniero (Visconti, 1967), Histoires extraordinaires (episode Federico Fellini, 1968), La caduta degli dei/The Damned (Visconti, 1969), Medea(Pier Paolo Pasolini, 1969), Metello (Bolognini, 1970), Il portiere di notte/The Night Porter (Liliana Cavani, 1974), Per le antiche scale (Bolognini, 1975), L’innocente (Visconti, 1976), Al di là del bene e del male/Beyond Good and Evil (Cavani, 1978), La storia vera della signora dalle camelie (Bolognini, 1981), La pelle (Cavani, 1981), Oltre la porta (Cavani, 1982). Le chiavi di casa (Gianni Amelio, 2004). Docent aan de filmschool Centro Sperimentale in Rome.
Engels actrice. Vooral bekend door haar rol van de moeder inDistant Voices, Still Lives (Terence Davies, 1996). Veel televisie en theater, slechts enkele film, zoals Subterfuge (Peter Graham Scott, 1968), The Omen (Richard Donner, 1976), The Monk (Francisco Lara Polop, 1990), Butterfly Kiss (Michael Winterbottom, 1995), Jude (Winterbottom, 1996), Frágiles/Fragile (Jaume Balagueró, 2005).
Frans regisseur, acteur en scenarioschrijver, geboren als Jean-Paul Adam Mokiejewski. Debuteerde als acteur in Vive la liberté (Jeff Musso, 1946) en speelde kleine rollen in films als Les casse-pieds (Jean Dréville, 1948), Occupe-toi d’Amélie..! (Claude Autant-Lara, 1949), Orphée(Jean Cocteau, 1950), Dieu a besoin des hommes (Jean Delannoy, 1950),I vinti (Michelangelo Antonioni, 1953) en Maternité clandestine (Jean Gourguet, 1953), Viel op door een grotere rol in Le comte de Monte-Cristo (Robert Vernay, 1954). Daarna onder meer in Graziella (Giorgio Bianchi, 1955), Gli sbandati (Francesco Maselli, 1955), Le rouge est mis (Gilles Grangier, 1957) en La tête contre les murs (tevens scenario; Georges Franju, 1957). Later zou hij behalve in sommige eigen fllms te zien zijn in Le sourire vertical (Robert Lapoujade, 1973) en Prénom Carmen (Jean-Luc Godard, 1983). Liep stage als regie-assistent bij The Barefoot Contessa (Joseph L. Mankiewicz, 1954), Senso (Luchino Visconti, 1954) en La Estrada(Federico Fellini, 1954). In 1959 maakte Mocky zijn regiedebuut met de zwarte komedie Les dragueurs, met Jacques Charrier en Charles Aznavour. Tientallen films als regisseur, producent, scenarioschrijver en vaak ook hoofdrolspeler zouden volgen, van wisselende en overwegend afnemende kwaliteit. In Frankrijk was Mocky een begrip, daarbuiten werden zijn films nauwelijks uitgebracht. In Nederland viel die eer alleen ten deel aan L’étalon/Als je mekaar niet meer vertrouwen kan (met Bourvil; 1970). Voorts onder meer Les vierges (met Aznavour; 1963), Un drôle de paroissien (met Bourvil; 1963), La bourse et la vie (met Fernandel; 1966), Les compagnons de la marguerite (1967), Un inceul n’a pas de poches (1974), Y-a-t-il un Francais dans la salle? (1982) en Le miraculé (1987). Laatste film: Votez pour moi (2017).
Amerikaans documentair filmmaker, voluit Donn Alan Pennebaker, roepnaam Penny. Een van de grondleggers van de moderne documentaire, door zijn samenwerking met Robert Drew, Richard Leacock en Albert Maysles in Drew Associaties: voor het eerst lieten zij in Primary (Drew, 1960) over de verkiezingscampagne van president John F. Kennedy zien hoe je met draagbare 16mm-camera’s zonder statief, maar ook zonder commentaar of interviews louter observerend de werkelijkheid kunt betrappen. Voorafgaand aan de geboorte van wat bekend zou worden als direct cinema had de in Chicago tot ingenieur opgeleide Pennebaker al enkele korte documentaires geregisseerd en gemonteerd onder invloed van improvisatie en intuïtieve keuzes in zijn geliefde jazzmuziek: Daybreak Express (1953) en Baby (1954). Zijn eerste eigen lange documentaire was Jane (over Jane Fonda; 1962), maar hij werd vooral beroemd door twee baanbrekende rockdocumentaires: Don’t Look Back (1967) over de eerste niet-akoestische tournee van Bob Dylan en de eerste grote festivaldocumentaire Monterey Pop (1968). Zijn enige Oscarnominatie kreeg Pennebaker, samen met zijn derde vrouw en sinds 1977 permanent co-regisseur Chris Hegedus, voor The War Room (1993) over de eerste presidentscampagne van Bill Clinton. In 2013 kreeg hij wel een ere-Oscar voor zijn hele oeuvre. Dat omvat een vijftigtal titels, die hij uiteraard grotendeels zelf ook draaide, monteerde en produceerde: onder meer het korte Little Richard: Keep on Rockin’ (1969), Original Cast Album: Company (1970), 1 P.M. (samen met Leacock en Jean-Luc Godard, 1971),Ziggy Stardust and the Spiders from Mars (1973), Energy War (1977),Town Bloody Hall (met Norman Mailer en Germaine Greer; 1979), Elliott Carter at Buffalo (1980), DeLorean (1981), Depeche Mode: 101 (1989),Moon over Broadway (1997), Down from the Mountain (2000), Only the Strong Survive (2002) en als co-regisseur van Hegedus Kings of Pastry (2009) en Unlocking the Cage (2016). Vaste gast met Hegedus van IDFA.
Amerikaans Broadway-producent en -regisseur, geboren als Harold Smith. Zijn werk in het theater, vooral aan musicals, bezorgde hem tussen 1955 en 2006 een en twintig Tony Awards. Is in die hoedanigheid te zien in de documentaire Original Cast Album: Company (D.A. Pennebaker, 1970). Prince zou model hebben gestaan voor het door John Lithgow gespeelde personage van Lucas Sergeant in All That Jazz (Bob Fosse, 1979). Zijn bijdrage aan de cinema was bescheiden: hij regisseerde twee films, de komedie Something for Everyone (met Angela Lansbury en Michael York; 1970) en de weinig succesvolle filmversie van Stephen Sondheims musical A Little Night Music (met Elizabeth Taylor en Diana Rigg; 1977), die weer werd geïnspireerd door de film Glimlach van een zomernacht/Sommernattens leende (Ingmar Bergman, 1955).
Uruguayaans acteur, pseudoniem van Jorge Hill Acosta y Lara. Aanvankelijk acteur van radio en fotoromans, die zijn filmdebuut maakte in het Argentijnse Los tallos amargos (Fernando Ayala, 1985). Na nog enkele Zuid-Amerikaanse producties naar Italië waar hij zijn naam verengelste en bekend zou worden als slechterik in B-films, vooral spaghettiwesterns. Europees debuut in Uomo mascherato (Ventunnio De Angelis, 1964). Onder veel meer Tempo di massacro/The Brute and the Beast (Lucio Fulci, 1966), Il tempo degli avvoltoi/Geen tranen voor een moordenaar(Nando Cicero, 1967), L’harem (Marco Ferreri, 1967), Vado, l’ammazzo e torno/Today It’s Me, Tomorrow It’s You (Enzo G. Castellari, 1967), La piu’ grande rapina del West/Halleluja for Django (Maurizio Lucidi, 1967), Professionisti per un massacro/Beroepsspelers voor een bloedbad (Cicero, 1967), Il momento di uccidere (Giuliano Carnimeo alias Anthony Ascott, 1968), Los desesperados/Gringo tegen El Diablo (Julio Buchs, 1969), C’è Sartana…vendi la pistola e comprati la bara!/Sartana regelt je begrafenis (Carnimeo, 1970), Lo strano vizio della signora Wardh/Blade of the Ripper (Sergio Martino, 1971), Mi chiamano Alleluja (Carnimeo, 1971), La coda dello scorpione/The Case of the Scorpion’s Tail (Martino, 1971), Tutti i colori del buio (Martino, 1972), Perché quelle strane gocce di sangue sul corpo di Jennifer?/Erotic Blue (Carnimeo, 1972), Fuori uno…sotto un altro, arriva il Passatore/Het bloed van Jennifer (Carnimeo, 1973), Lo chiamavano Tresette…giocava sempre col morto/Een schot hagel…Amen!(Carnimeo, 1973), Sette ore di violenza per una soluzione imprevista/Een schietgebed voor kung fu duivels (Michele Massimo Tarantini, 1974), I predatori di Atlantide (Ruggero Deodato, 1983).
Italiaans actrice. Kleindochter van schrijver Giovanni Papini, die uitgebreid over Ilaria als kind schreef. Debuteerde onder het pseudoniem Isabella Redi in Terza liceo (Luciano Emmer, 1954). Ook veel theater, bij voorbeeld onder regie van Luchino Visconti. Onder meer in Il medico e lo stregone (Mario Monicelli, 1957), als Kriemhilde in Sigfrido (Giacomo Gentilomo, 1957), Pia de’ Tolomei (Sergio Grieco, 1958), Il mantenuto/Profiteur tegen wil en dank (Ugo Tognazzi, 1961), Il tiranno di Siracusa/Damon and Pythias (Curtis Bernhardt, 1962), als de non van Monza in I promessi sposi (Mario Maffei, 1964), I complessi (episode Dino Risi, 1965), L’uomo che ride/De duivel met de rapier (Sergio Corbucci, 1966), Brigade antigangs (Bernard Borderie, 1966), Un uomo a metà (Vittorio de Seta, 1966), Les feux de la chandeleur (Serge Korber, 1972), Deux hommes dans la ville (José Giovanni, 1973), Benvenuti in casa Gori (Alessandro Benvenuti, 1990), Pizza Colonia (Klaus Enmerich, 1991), Domani (Francesca Archibugi, 2001), Mar nero (Federico Bondi, 2008), Mine vaganti/Loose Cannons (Ferzan Özpetek, 2010), Una famiglia perfetta (Paolo Genovese, 2012). Politiek actief, onder meer in de Radicale Partij. Getrouwd met (scenario)schrijver Raffaele la Capria.
Engels acteur, eigenlijk Edmund Jeremy James Walker. Veel televisie, bij voorbeeld in Z Cars (1962-78), Colditz (1974), The Winds of War (Dan Curtis, 1983), Peter the Great (1986) en War and Remembrance (1988-89). Filmdebuut in The Battle of the River Plate/De ondergang van de Graf Spee (Michael Powell en Emeric Pressburger, 1956). Voorts onder meer Cleopatra (Joseph L. Mankiewicz, 1963), Face of a Stranger (John Moxey, 1964),Dr. Terror’s House of Horrors (Freddie Francis, 1965), Operation Crossbow (Michael Anderson, 1965), Cast a Giant Shadow/De ongelooflijke overwinning (Melville Shavelson, 1966), The Blue Max/De adelaar van het eskader (John Guillermin, 1966), Assignment K (Val Guest, 1968), The Strange Affair (David Greene, 1968), A Twist of Sand/Het geheim van Skeleton Coast (Don Chaffey, 1968), Darling Lili (Blake Edwards, 1970), Eyewitness (John Hough, 1970), The Games (Michael Winner, 1970), Pope Joan (Anderson, 1972), The Blockhouse (Clive Rees, 1973), The Seven-Per-Cent Solution (Herbert Ross, 1976), A Bridge Too Far (Richard Attenborough, 1977), Caravans (James Fargo, 1978), The Prisoner of Zenda (Richard Quine, 1979), The Return of the Soldier (Alan Bridges, 1982), Uncommon Valor (Ted Kotcheff, 1983), Top Secret! (Jim Abrahams en David & Jerry Zucker, 1984), When the Whales Came (Rees, 1989), Four Weddings and a Funeral (Mike Newell, 1994), Angels and Insects (Philip Haas, 1995).
Nederlands acteur. Was met de mogelijke uitzondering van Sylvia Kristel internationaal de bekendste Nederlandse filmacteur aller tijden. Zoon van acteursechtpaar Arend en Teunke Hauer. Werd door scenarioschrijver Gerard Soeteman ontdekt voor de titelrol in de televisieserie Floris (Paul Verhoeven, 1969). Speelde daarna sleutelrollen onder regie van Verhoeven, die Hauer zijn “alter ego” noemde: Turks fruit (1973), Keetje Tippel (1975),Soldaat van Oranje (1977), Spetters (gastrol; 1980) en Flesh + Blood (1985). Won twee speciale Gouden Kalveren: een oeuvreprijs in 1981 en de Cultuurprijs in 2008. Een van de eerste echte sterren in de Nederlandse film: Het jaar van de kreeft (Herbert Curiël, 1975), Max Havelaar (Fons Rademakers, 1976), Pastorale 1943 (Wim Verstappen, 1978), Mysteries (tegenover Kristel; Paul de Lussanet, 1978), het Belgisch-Nederlandse Een vrouw tussen hond en wolf (André Delvaux, 1979), Grijpstra en De Gier (Verstappen, 1979). Na vroege buitenlandse rollen in Pusteblume/De blonde Love-machine (Adrian Hoven, 1974), The Wilby Conspiracy/The Wind of Violence (Ralph Nelson, 1975) en Das Amulett des Todes/Cold Blood (Ralf Gregan en Günter Vaessen, 1975), gaf het internationale succes van Soldier of Orange Hauer een vliegende start in Hollywood, met als eerste film Nighthawks (tegenover Sylvester Stallone; Bruce Malmuth, 1981). Hoogtepunten waren daar zijn rol als ‘replicant’ in Blade Runner (Ridley Scott, 1982) en de met een Golden Globe onderscheiden hoofdrol van Russische opstandleider in de tv-film Escape from Sobibor (Jack Gold, 1987). Hauer bleef ook in Europese producties spelen, zoals Chanel solitaire (George Kaczender, 1981), Eurekq (Nicolas Roeg, 1983), het met een Gouden Leeuw onderscheidenLa leggenda del santo bevitore/The Legend of the Holy Drinker (Ermanno Olmi, 1988), In una notte di chiaro di luna/On a Moonlit Night (Lina Wertmüller, 1989), Beyond Justice (Duccio Tessari, 1992), Nostradamus(Roger Christian, 1994), het Duitse Knockin’ on Heaven’s Door (Thomas Jahn, 1997), Deathline (Tibor Takács, 1997), Simon Magus (Ben Hopkins, 1999), New World Disorder (Richard Spence, 1999), I banchieri di Dio (Giuseppe Ferrara, 2002), Tempesta/The Venice Conspiracy(Tim Disney, 2004), het Roemeense Camera ascunsa/Never Enough (Bogdan Dumitrescu, 2004), Zerkalnje vojny. Otrazjenije pervoje/Mirror Wars: Reflection One (Vassili Tsjiginski, 2005), Minotaur (Jonathan English, 2006), het Spaanse Gol 2/Goal II: Living the Dream (Jaume Collet-Serra, 2007), Barbarossa (Renzo Martinelli, 2009), als schilder Pieter Bruegel in het Poolse Mlyn I krzyz/The Mill and the Cross (Lech Majewski, 2011), het Deense Alle for én/All for One (Rasmus Heide, 2011), Kljoech salamandry/The 5thExecution (Aleksandr Jakimtsjoek en Jelena Kovaleva, 2011), Il villaggio di cartone (Olmi, 2011), The Reverend (Neil Jones, 2011), het Zuid-Afrikaanse Spoon (Sharito Copley en Simon Hansen, 2011), Dracula 3D (Dario Argento, 2012), het Duitse Agent Ranjid rettet die Welt (Michael Karen, 2012), Il futuro (Alicia Scherson, 2013), het Portugese Real Playing Game (Tino Navarro en David Rebordão, 2013), 2047: Sights of Death/Death Squad (Alessandro Capone, 2014), de tv-film Francesco (Liliana Cavani, 2014), WAX: We Are the X (Lorenzo Corvino, 2015), het Franse Gangsterdam(Romain Lévy, 2017) en Valérian/Valerian and the City of a Thousand Planets(Luc Besson, 2017), het Zuid-Afrikaanse 24 Hours to Live (Brian Smrz, 2017) en Samson (Bruce Macdonald, 2018), het Italiaanse The Broken Key (Louis Nero, 2017), Corbin Nash (Ben Jagger, 2018), Les frères Sisters/The Sisters Brothers (Jacques Audiard, 2018) en The Sonata(Andrew Desmond, 2018). Het meest speelde hij toch in grote en minder grote Noord-Amerikaanse producties: als Albert Speer in de tv-film Inside the Third Reich (Marvin J. Chomsky, 1982), The Osterman Weekend (Sam Peckinpah, 1983), A Breed Apart (Philippe Mora, 1984), Ladyhawke (Richard Donner, 1985), culthit The Hitcher (Robert Harmon, 1986), Wanted: Dead or Alive (Gary Sherman, 1986), Bloodhounds of Broadway (Howard Brookner, 1989), Blind Fury (Phillip Noyce, 1989), The Blood of Heroes/The Salute of the Jugger (David Peoples, 1989), Wedlock (Lewis Teague, 1991), Past Midnight (Jan Eliasberg, 1991), Split Second (Tony Maylam, 1992), Blind Side (Geoff Murphy, 1993), Buffy the Vampire Slayer (Fran Rubel Kuzui, 1992), Arctic Blue (Peter Masterson, 1993), Surviving the Game (Ernest Dickerson, 1994), The Beans of Egypt, Maine (Jennifer Warren, 1994), de tv-film Fatherland(Christopher Menaul, 1994), Blood of the Innocent/Beyond Forgiveness (Bob Misiorowski, 1994), Precious Find (Mora, 1996), Omega Doom (Albert Pyun, 1996), Mariette in Ecstasy (John Bailey, 1996), Blast (Pyun, 1997), Bleeders (Peter Svatek, 1997), Bone Daddy (Mario Azzopardi, 1998), Partners in Crime (Warren, 2000), Wilder (Rodney Gibbons, 2000), Lying in Wait (D. Shone Kirkpatrick, 2001), Flying Virus/Killer Buzz (Jeff Hare, 2001), Scorcher (James Seale, 2002), Warrior Angels (Byron W. Thompson, 2002), Confessions of a Dangerous Mind (George Clooney, 2002), In the Shadow of the Cobra (Ted Nicolaou, 2004), Sin City (Frank Miller en Robert Rodriguez, 2005), Batman Begins (Christopher Nolan, 2005), Mentor (David Langlitz, 2006), 7enty 5ive (Brian Hooks en Deon Taylor, 2007), Moving McAllister (Andrew Black, 2007), Magic Flute Diaries (Kevin Sullivan, 2008), Happiness Runs (Adam Sherman, 2010),Hobo with a Shotgun (Jason Eisener, 2011), The Rite (Mikael Håfström, 2011), Life’s a Beach/Bachelor Trip (Tony Vitale, 2012), The Letters (William Riead, 2014), de tv-serie True Blood (2013-14), Beyond Valkyrie: Dawn of the Fourth Reich (Claudio Fäh, 2016) en Drawing Home (Markus Rupprecht, 2016). Aan het eind van zijn carrière keerde Hauer ook incidenteel terug in Nederlandse films, zoals de korte films van zijn eigen Rotterdam Film Factory Sweet Betty (Ad Bol, 2007) en 3 (Dorota Zglobicka, 2009), maar ook Brideflight (Ben Sombogaart, 2008), Oogverblindend (Cyrus Frisch, 2009), Black Butterflies (Paula van der Oest, 2011), Portable Life (Fleur Boonman, 2011), als Freddy Heineken in De Heineken ontvoering (Maarten Treurniet, 2011) en als Maarten Tromp in Michiel de Ruyter (Roel Reiné, 2015). Postuum worden mogelijk nog uitgebracht Tonight at Noon (Michael Almereyda, 2019), Viy 2/The Mystery of Dragon Seal: The Journey to China (Oleg Steptsjenko, 2019), Emperor (Lee Tamahori, 2019) en Break (Michael Elkin, 2019). Hauer regisseerde enkele korte films: naar Harry Mulisch The Room (samen met Erik Lieshout, 2001), het Italiaanse Starfish Tango (2006) en het Deense Requiem 2019 (met Sil van der Woerd, 2011). Hoofdpersoon van het documentaire portret Blond, Blue Eyes(Simone de Vries, 2006). Richtte in 2006 de Rutger Hauer Film Factory op, om jonge regisseurs en scenaristen op te leiden.
Amerikaans acteur van Armeense afkomst, aanvankelijk onder de naam Al Hedison. Speelde twee keer CIA-agent Felix Leiter, in de James Bondfilms Live and Let Die (Guy Hamilton, 1973) en Licence to Kill (John Glen, 1989). Vooral theater en televisie, bij voorbeeld in de series Five Fingers (1959) en Voyage to the Bottom of the Sea (1964-68). Tekende in 1957 contract bij Fox en debuteerde in de oorlogsfilm The Enemy Below (Dick Powell, 1957), gevolgd door de hoofdrol in horrorklassieker The Fly (Kurt Neumann, 1958). Ook in The Son of Robin Hood (George Sherman, 1958), The Lost World (Irwin Allen, 1960), Marines, Let’s Go! (Raoul Walsh, 1961), The Greatest Story Ever Told (George Stevens, 1965), North Sea Hijack/ffolkes (Andrew V. McLaglen, 1980), Sheng zhan feng yun/Undeclared War (Ringo Lam, 1990) en Spectres (Phil Leirness, 2004). Vader van actrice Alexandra Hedison, die getrouwd is met actrice en regisseur Jodie Foster.
Amerikaans regisseur, scenarioschrijver en producent. Oscarnominatie voor de korte film The Rehearsal (1969). Regisseerde, schreef en produceerde daarna de lange film The Lords of Flatbush (samen met Martin Davidson, 1974), met een vroege hoofdrol voor Sylvester Stallone. Daarna minder succesvol met Pipe Dreams (hoofdrol voor soulzangeres Gladys Knight; 1976), Boardwalk (met Ruth Gordon en Lee Strasberg; 1979) en het ranzige Talking Walls (1987).
Australisch bijrolacteur. Vooral bekend als The Bullet Farmer in Mad Max: Fury Road (George Miller, 2015). Soms onder de naam Ric Carter. Onder meer in Howling III (Philippe Mora, 1987), Grievous Bodily Harm (Mark Joffe, 1988), The Punisher (Mark Goldblatt, 1989), Reckless Kelly (Yahoo Serious, 1993), No Escape (Martin Campbell, 1994), Muriel’s Wedding (P.J. Hogan, 1994), Babe: Pig in the City (Miller, 1994), Two Hands (Gregor Jordan, 1999), Dogwatch(Laurie MacInnes, 1999), Our Lips Are Sealed (Craig Shapiro, 2000), The Man Who Sued God (Joffe, 2001), Rabbit-Proof Fence (Philip Noyce, 2002), Hating Alison Ashley (Geoff Bennett, 2005), Happy Feet (Miller, 2006) en The Great Gatsby (Baz Luhrmann, 2013). Ook veel tv-werk.
Amerikaans (kinder)actrice. Speelde Violet Beauregarde in Willy Wonka and the Chocolate Factory/Sjakie en de chocoladefabriek (Mel Stuart, 1971). Ook in Smile (Michael Ritchie, 1975) en Zero to Sixty (Don Weis, 1978).
Italiaans actrice, pseudoniem van Valentina Rossi Coenzo. Oscarnominatie voor beste vrouwelijke bijrol als de alcoholistische diva in La nuit américaine/Day for Night (Francois Truffaut, 1973). Ook opvallend in Le amiche (Michelangelo Antonioni, 1955) en Giulietta degli spiriti/Giulietta van de geesten (Federico Fellini, 1965). Ook veel in het theater, met name onder regie van Giorgio Strehler. Debuteerde als 17-jarige in Orizzonte dipinto (Guido Salvini, 1941). Speelde redelijk anonieme rolletjes in de fascistische periode, bij voorbeeld in Il bravo di Venezia (Carlo Campogalliani, 1941), Primo amore (Carmine Gallone, 1941), Una signora dell’ovest (Carlo Koch, 1942), La cena delle beffe (Alessandro Blasetti, 1942) en een eerste hoofdrol in Soltanto un bacio (Giorgio Simonelli, 1942). Haar reputatie werd pas goed gevestigd in naoorlogse films als Nessuno torna indietro (Blasetti, 1945), het door Fellini geschreven Chi l’ha visto? (Goffrredo Alessandrini, 1945), Roma città libera (Marcello Pagliero, 1946), Un americano in vacanza (Luigi Zampa, 1946), Caccia all’uomo (Riccardo Freda, 1948) en vooral in Tempesta su Parigi (naar Les misérables; Freda, 1948). Het leidde tot een internationale carrière, ook in Hollywood: The Glass Mountain (Henry Cass, 1949), Black Magic/Cagliostro (tegenover Orson Welles; Gregory Ratoff, 1949), Thieves’ Highway (Jules Dassin, 1949), Malaya (tegenover James Stewart en Spencer Tracy; Richard Thorpe, 1949), The House on Telegraph Hill (Robert Wise, 1951), Secret People (Thorold Dickinson, 1952) en The Barefoot Contessa (Joseph L. Mankiewicz, 1954). Ook in Donne proibite/Verboden vrouwen (Giuseppe Amato, 1954), Avanzi di galera (Vittorio Cottafavi, 1954), Adriana Lecouvreur (Salvini, 1955), de Wagner-biopic Magic fire (William Dieterle, 1956), Square of Violence (Leonardo Bercovici, 1961), Barabbas (Richard Fleischer, 1961), The Visit (Bernhard Wicki, 1964), The Legend of Lylah Clare (Robert Aldrich, 1968), The Secret of Santa Vittoria (Stanley Kramer, 1969), Les caprices de Marie (Philippe de Broca, 1970), Erste Liebe (Maximilian Schell, 1970), Fratello sole, sorella luna/Brother Sun, Sister Moon (Franco Zeffirelli, 1972), The Assassination of Trotsky (Joseph Losey, 1972),Le grand escogriffe (Claude Pinoteau, 1976), als Herodias in Jesus of Nazareth (Zeffirelli, 1977), When Time Ran Out… (James Goldstone, 1980), The Adventures of Baron Munchausen (Terry Gilliam, 1988), Buster’s Bedroom (Rebecca Horn, 1991) en als moeder-overste in Storia di una capinera (Zeffirelli, 1993). In de verfilmin van haar memoires Diva! (Francesco Patierno, 2017) werd Cortese gespeeld door acht verschillende actrices. Getrouwdgeweest met acteur Richard Basehart.
Engels acteur, voluit Frederick Charles Jones. Lange loopbaan in theater (vaak bij regisseur Peter Brook), tv en film. Misschien het bekendst als de spreekstalmeester in The Elephant Man (David Lynch, 1980). Filmdebuut in Accident (Joseph Losey, 1967), gevolgd door filmversie van zijn theaterrol in Marat/Sade (Brook, 1967). Ook in Far from the Madding Crowd (John Schlesinger, 1967), The Bliss of Mrs. Blossom (Joseph McGrath, 1968), Otley(Dick Clement, 1969), Frankenstein Must Be Destroyed (Terence Fisher, 1969), Doctor in Trouble (Ralph Thomas, 1970), The Man Who Haunted Himself/De duivelse dubbelganger (Basil Dearden, 1970), als Pompeius in Antony and Cleopatra (Charlton Heston, 1972), Sitting Target (Douglas Hickox, 1972), Son of Dracula (Freddie Francis, 1973), The Satanic Rites of Dracula (Alan Gibson, 1973), Juggernaut (Richard Lester, 1974), Vampira (Clive Donner, 1974), Never Too Young to Rock (Dennis Abey, 1976), Zulu Dawn (Hickox, 1979), Firefox (Clint Eastwood, 1982), Krull (Peter Yates, 1983), E la nave va (Federico Fellini, 1983), Firestarter (Mark L. Lester, 1984), Dune (Lynch, 1984), Young Sherlock Holmes (Barry Levinson, 1984), Comrades (Bill Douglas, 1986), Erik the Viking (Terry Jones, 1988), Wild at Heart (Lynch, 1990), The NeverEnding Story III (Peter MacDonald, 1994), Cold Comfort Farm (Schlesinger, 1995), The Count of Monte Cristo (Kevin Reynolds, 2002), Ladies in Lavender (Charles Dance, 2004), The Libertine (Laurence Dunmore, 2004). Vader van acteur Toby Jones.
Amerikaans acteur, voluit Elmore Rual Torn. Volle neef van actrice Sissy Spacek. Zeer actief, ook in theater en op tv. Oscarnominatie voor bijrol in Cross Creek (Martin Ritt, 1983), grootste bekendheid als Zed in Men in Black (Barry Sonnenfeld, 1997) en het vervolg Men in Black II (Sonnenfeld, 2002). Eerste rollen zonder naamsvermelding in Baby Doll (Elia Kazan, 1956) en A Face in the Crowd (Kazan, 1957). Officieel debuut in Time Limit (Karl Malden, 1957). Onder meer in Pork Chop Hill (Lewis Milestone, 1959), als Judas Iskariot in King of Kings (Nicholas Ray, 1961), Sweet Bird of Youth (Richard Brooks, 1962), Critic’s Choice (Don Weis, 1963), The Cincinnati Kid (Norman Jewison, 1965), You’re a Big Boy Now (Francis Ford Coppola, 1966), Beach Red (Cornel Wilde, 1967), Sol Madrid (Brian G. Hutton, 1968), Lions Love (Agnès Varda, 1969), Maidstone (Norman Mailer, 1970), Tropic of Cancer (Joseph Strick, 1970), Slaughter (Jack Starrett, 1972), Payday (Daryl Duke, 1972), Crazy Joe (Carlo Lizzani, 1974), The Man Who Fell to Earth (Nicolas Roeg, 1976), The Private Files of J. Edgar Hoover (Larry Cohen, 1977), Coma (Michael Crichton, 1978), The Seduction of Joe Tynan (Jerry Schatzberg, 1979), Heartland (Richard Pearce, 1979), One Trick Pony (Robert M. Young, 1980), A Stranger Is Watching (Sean S. Cunningham, 1982), The Beastmaster (Don Coscarelli, 1982), Jinxed! (Don Siegel, 1982), Airplane II: The Sequel (Ken Finkleman, 1982), City Heat (Blake Edwards, 1984),Misunderstood (Schatzberg, 1984), Songwriter (Alan Rudolph, 1984), Extreme Prejudice (Walter Hill, 1987), Nadine (Robert Benton, 1987), Defending your Life (Albert Brooks, 1991), Beyond the Law (Larry Ferguson, 1993), Canadian Bacon (Michael Moore, 1995), How to Make an American Quilt (Jocelyn Moorhouse, 1995), The Insider (Michael Mann, 1999), Wonder Boys (Curtis Hanson, 2000), Dodgeball: A True Underdog Story (Rawson Marshall Thurber, 2004), Marie Antoinette (als Lodewijk XV; Sofia Coppola, 2006), Happy Tears (Mitchell Lichtenstein, 2009). Stem van Zeus in Hercules (Ron Clements en John Musker, 1997). Regisseerde de door Harry Nilsson en Terry Southern geschreven komedie The Telephone (met Whoopi Goldberg; 1988). Genoot enige faam wegens soms onverwacht agressief gedrag, ook op filmsets. Zou om die reden ontslagen zijn als de advocaat in Easy Rider (Dennis Hopper, 1969), voor welke rol vervanger Jack Nicholson een Oscarnominatie kreeg. Torn en Hopper beschuldigden elkaar over en weer van bedreiging met een mes, rechter oordeelde in voordeel van Torn. Getrouwd geweest met actrices Ann Wedgeworth, Geraldine Page en Amy Wright.