Amerikaans acteur, eigenlijk Salvatore Loggia. Speelde
talloze bijrollen van personages die een zeker gezag uitstralen, aan beide
zijden van de wet. Oscarnominatie als privédetective in de door Joe Eszterhas
geschreven thriller Jagged Edge (tegenover
Glenn Close; Richard Marquand, 1985), maar ook opvallend als gangster in Lost Highway (David Lynch, 1997) en als
speelgoedfabrikant die op Chopsticks
danst met Tom Hanks in Big (Penny
Marshall, 1988).
Geboren op Staten Island als zoon van twee
eerstegeneratie-immigranten, groeide op in Little Italy, met Italiaans als
eerste taal. Studeerde journalistiek en bij de Actors Studio. Aanvankelijk
vooral op televisie en Broadway. Officieus filmdebuut tegenover Paul Newman in
de boksfilm Somebody Up There Likes Me (Robert
Wise, 1956), officieel in het vakbondsmelodrama The Garment Jungle (Vincent Sherman, 1957). Onder meer als
politieman in Cop Hater (top-billed;
Steve Berke, 1957), raketgeleerde in The
Lost Missile (top-billed; Lester Wm. Berke, 1958), tegenover Robert Taylor
in de western Cattle King (Tay
Garnett, 1963), als Josef in de bijbelfilm The
Greatest Story Ever Told (tegenover Dorothy McGuire als de Maagd Maria;
George Stevens, 1965), de Tsjechow-verfilming The Three Sisters (Paul Bogart, 1966), Che! (Richard Fleischer, 1969), het Italiaanse Porgi l’altra guancia/Two Missonaries/De vier vuisten voor het geloof (tegenover
Terence Hill en Bud Spencer; Franco Rossi, 1974), de in Europa in de bioscoop
uitgebrachte tv-film Raid on Entebbe (Irvin
Kershner, 1976), Speedtrap (Earl
Bellamy, 1977), het melodrama First Love (Joan
Darling, 1977), als gangster in Revenge
of the Pink Panther (Blake Edwards, 1978),
The Ninth Configuration (William Peter Blatty, 1980), Piedone d’Egitto/Flatfoot on the Nile (tegenover
Spencer; Steno, 1980), S.O.B. (Edwards,
1981), als de Egyptische president Anwar Sadat in de tv-film A Woman Called Golda (tegenover Ingrid
Bergman; Alan Gibson, 1982), als dronken lor in An Office rand a Gentleman (Taylor Hackford, 1982), Trail of the Pink Panther (Edwards,
1982), Scarface (Brian De Palma, 1983),
Psycho II (Richard Franklin,
1983), Curse of the Pink Panther (Edwards,
1983), de voor een Oscar genomineerde korte film Overnight Sensation (tegenover Louise Fletcher; Jon Bloom, 1984), Prizzi’s Honor (John Huston, 1985), Armed and Dangerous (Mark L. Lester,
1986), als priester in That’s Life! (Edwards,
1986), tegenover Sylvester Stallone in Over
the Top (Menahem Golan, 1987), Hot
Pursuit (Steven Lisberger, 1987), de tv-film Conspiracy: The Trial of the Chicago 8 (Jeremy Paul Kagan, 1987),
als politieman in The Believers (John
Schlesinger, 1987), Gaby: A True Story (Luis
Mandoki, 1987), de tv-remake van La
Ciociara/Two Women/Running Away (tegenover Sophia Loren; Dino Risi, 1989),
Relentless (William Lustig, 1989), Triumph of the Spirit (als de vader van
Willem Dafoe; Robert M. Young, 1989), Opportunity
Knocks (Donald Petrie, 1990), de titelrol in de tv-serie Mancuso, FBI (1989-90), Neil Simons The Marrying Man/Too Hot to Handle (Jerry
Rees, 1991), als coach in Necessary
Roughness (Stan Dragoti, 1991), de vampierensatire Innocent Blood (John Landis, 1992), als senator in de miniserie Wild Palms (1993), de tv-film Lifepod (Ron Silver, 1993), de
dameswestern Bad Girls (Jonathan
Kaplan, 1994), als hoofdredacteur in I
Love Trouble (Charles Shyer, 1994), als generaal in Independence Day (Roland Emmerich, 1996), Smilla’s Sense of Snow (Bille August, 1997), The Proposition (top-billed; Lesli Linka Glatter, 1998), tegenover
Eddie Murphy in Holy Man (Stephen
Herek, 1998), de tv-film Hard Time (Burt
Reynolds, 1998), Return to Me (Bonnie
Hunt, 2000), als Feech la Manna in vier afleveringen van The Sopranos (2004), Funny
Money (Leslie Greif, 2006), Rain (Craig
DiBona, 2006), Shrink (Jonas Pate,
2009). The Life Zone (top-billed; Rod
Weber, 2011), Apostle Peter and the Last
Supper (top-billed als Petrus; Gabriel Sabloff, 2012),
Tim and Eric’s Billion Dollar Movie (Tim Heidecker en Eric
Wareheim, 2012), Real Gangsters (Frank
D’Angelo, 2013), The Big Fat Stone (D’Angelo,
2014) en No Deposit (D’Angelo, 2015).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten