88, Stockholm, 25 februari,
ziekte van Parkinson
Zweeds acteur, regisseur en scenarioschrijver. Een van Ingmar Bergmans oudste vrienden en collega’s in het theater, die hem opvolgde als artistiek leider van het koninklijke Dramaten-theater in Stockholm (1966-75). Was ook vanaf het begin in kleine rollen in Bergmans films te zien, maar nam pas echt de plaats in van Bergmans alter ego in de televisieserie en speelfilm Scènes uit een huwelijk/Scenes from a Marriage/Scener ur ett äktenskap (1973). De ontrafeling van het huwelijk (met Bergmans ex-vrouw Liv Ullmann) van een alle emoties ontkennende intellectueel maakte van Josephson een bedachtzame wereldster, later ook in andere Europese auteursfilms. Hij debuteerde onder regie van Bergman in It Rains on Our Love/Det regner på vår kärlek (1946). Kleine rollen in Bergmans To Joy/Till glädje (1950), Op de drempel van het leven/Nära livet (1958), Het gezicht/Ansiktet (1958), Het uur van de wolf/Vargtimmen (1968), The Passion of Anna/En passion (1969) en Cries and Whispers/Schreeuw zonder antwoord/Viskningar och rop (1972). Daarna sleutelrollen in Bergmans Face to Face/Ansikte mot ansikte (1976), de flashbacks in Herfstsonate/Autumn Sonata/Herfstsonate (1978), als de joodse magiër in Fanny en Alexander/Fanny och Alexander (1982)
en weer als alter ego in de televisiefilms Na de repetitie/After the Rehearsal/Na de repetitie (1984) en Saraband (2003). Maakte zijn internationale debuut als Friedrich Nietzsche in Al di là del bene e del male/Beyond Good and Evil (Liliana Cavani, 1977)en zou veel
eer inleggen met de twee laatste films van Andrei Tarkovski, Nostalghia (1983)
en Het offer/The Sacrifice/Offret (1986). Tot zijn talrijke overige films behoren The Girls/Flickorna
(Mai Zetterling, 1968), Monismanien 1995 (Kenne Fant,
1975), Games of Love and
Loneliness/Den allvarsamma
leken (Anja Breien, 1977), Io ho paura (Damiano
Damiani, 1977), Dimenticare Venezia (Franco Brusati,1979), Montenegro (Dušan
Makavejev, 1981), La
casa del tappeto giallo (Carlo Lizzani, 1983),
Amorosa (Zetterling,
1986), Saving Grace (Robert M. Young, 1986),
tegenover Ben Gazzara in Il giorno prima (Giuliano
Montaldo, 1987), zijn enige Hollywoodproductie The Unbearable Lightness of Being (Philip
Kaufman, 1988), Hanussen (István Szabó, 1988), Good Evening, Mr.
Wallenberg/God afton Herr Wallenberg – En passionshistoria från verkligheten (Kjell Grede,
1990), de Nederlandse coproductie Prospero’s Books (Peter
Greenaway, 1991), Meeting
Venus (Szabó, 1991), The Ox/Oxen (Sven
Nykvist, 1991), Sofie
(Ullmann, 1992), Ulysses’ Gaze/To vlemma tou Odyssea
(Theo Angelopoulos, 1995), Kristin Lavransdatter (Ullmann,
1995), het door Bergman geschreven Faithless/Trolösa (als
‘Bergman’: Ullmann, 2000),
de korte film Nu (Simon Staho, 2003) en Wellkåm to Verona (Suzanne Osten, 2006). Josephson
regisseerde, produceerde en schreef twee speelfilms, waarin hij zelf een
hoofdrol speelde: One and One/En och en (coregie met Nykvist en tegenspeelster Ingrid Thulin,
1978) en Marmalade Revolution/Marmeladupproret (1980). Schreef voorts Artiesteningang/Sceningång
(Bengt Ekerot, 1956), onder
het pseudoniem Buntel Eriksson
De tuin der lusten/Lustgården
(samen met Bergman; Alf Kjellin,
1961) en All These Women/Wat
de vrouwen betreft/För att inte tala om alla dessa kvinnor (samen met de regisseur; Bergman,
1964).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten