29 september 2011

Hella S. Haasse

93, Amsterdam, 29 september, na een kort ziekbed

In Nederlands-Indië geboren Nederlands schrijver, cinefiel en filmkeurder, voluit Hélène Serafia Haasse. Wilde aanvankelijk actrice worden, maar werd schrijver van een omvangrijk, hoog gewaardeerd en vaak bekroond liiterair oeuvre. Naast toneelstukken en essays vooral historische en psychologische romans. Ondanks een sterk beeldend karakter werden slechts twee van haar romans verfilmd: Oeroeg (Hans Hylkema, 1993) en Mevrouw Bentinck als de televisieserie Charlotte Sophie Bentinck (Ben Verbong, 1996), waarvan ook een weinig vertoonde bioscoopversie bestaat. Volgens collega Yvonne Keuls zouden zij samen het script geschreven hebben van een tv-serie naar Louis Couperus' Boeken der kleine zielen (1969). Haasse was een groot filmliefhebber en werd daarom lid van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring (1964-74). In het boekje De pioniers van Annemieke Hendriks haalt ze herinneringen op aan haar periode als filmkeurder en beschrijft onder meer hoe Les amants (Louis Malle, 1959) in tweede instantie pas werd goedgekeurd na coupures. Het overspelige personage van Jeanne Moreau mocht geen kind hebben in de Nederlandse bioscoop.

Denise Gence

87, Parijs, 29 september, natuurlijke dood

 

Frans actrice, pseudoniem van Denise Martin. Vooral op televisie en in het theater, als lid van de Comédie Française. Enkele films, zoals Pot-bouille (Julien Duvivier, 1957), Le diable et les dix commandements (Duvivier, 1962), Chobizenesse (Jean Yanne, 1975), Buffet froid (Bertrand Blier, 1979) en Le soulier de satin (Manoel de Oliveira, 1984).

26 september 2011

David Zelag Goodman

81, Oakland CA, 26 september, natuurlijke dood

Amerikaans scenarioschrijver. Gedeelde Oscarnominatie voor de komedie Lovers and Other Strangers (Cy Howard, 1970), maar bekender door zijn scripts voor cultfilms als Monte Walsh (William A. Fraker, 1970), Straw Dogs (Sam Peckinpah, 1971) en Eyes of Laura Mars (John Carpenter, 1978). Eerste geproduceerde scenario was de Hammerfilm The Stranglers of Bombay (Terence Fisher, 1959), daarna veel waardering voor de klassieke televisieserie The Untouchables (1960-63). Overige films onder meer Man on a Swing (Frank Perry, 1974), Farewell, My Lovely (naar Raymond Chandler; Dick Richards, 1975), Logan's Run (Michael Anderson, 1976), March or Die (Richards, 1977), Fighting Back (Lewis Teague, 1982) en Man, Woman and Child (naar Erich Segal; Richards, 1983).

22 september 2011

Peter E. Berger

67, Calabasas CA, 22 september, leukemie

Amerikaans editor. Oscarnominatie voor Fatal Attraction (Adrian Lyne, 1987). Zoon van editor Fred W. Berger, begon als montage-assistent in de jaren 70. Zelfstandig debuut met de blaxploitatiion-film Hot Potato (Oscar Williams, 1976). Voorts onder meer verantwoordelijk voor de montage van The Pack (Robert Clouse, 1977), The Promise (Gilbert Cates, 1979), The Last Married Couple in America (Cates, 1980), Oh, God! Book II (Cates,1980), First Monday in October (Ronald Neame, 1981), Mommie Dearest (Frank Perry, 1981), Monsignor (Perry, 1982), Staying Alive (Sylvester Stallone, 1983), Star Trek IV: The Voyage Home (Leonard Nimoy, 1986), Less than Zero (Marek Kanievska, 1987), The Good Mother (Nimoy, 1988), Star Trek V: The Final Frontier (William Shatner, 1989), Dead Again (Kenneth Branagh, 1991), All I Want for Christmas (Robert Lieberman, 1991), Stay Tuned (Peter Hyams, 1992), Hocus Pocus (Kenny Ortega, 1993), Star Trek: Generations (David Carson, 1994), Metro (Thomas Carter, 1997), Red Corner (Jon Avnet, 1997), Star Trek: Insurrection (Jonathan Frakes, 1998), Save the Last Dance (Carter, 2001), Garfield (Peter Hewitt, 2004), Coach Carter (Carter, 2005), 88 Minutes (Avnet, 2007) en Alvin and the Chipmunks (Tim Hill, 2007).

21 september 2011

Paulette Dubost

100, Longjumeau (dep. Essonne), 21 september, natuurlijke dood

Frans actrice, pseudoniem van Paulette Deplanque. Soubrette en actrice in meer dan honderd films, veelal komedies. Bekendste rol was wellicht die van de sluiswachtersvrouw in Hôtel du Nord (Marcel Carné, 1938). Debuteerde in Le bal (Wilhelm Thiele, 1931). Onder veel meer in Dans les rues (Victor Trivas, 1933), L'ordonnance (Viktor Tourjansky, 1933), Le bonheur (Marcel l'Herbier, 1934), Le roi des Champs-Élysées (tegenover Buster Keaton; Max Nosseck, 1934), L'auberge du Petit-Dragon (top-billed; Jean de Limur, 1934), Ferdinand le noceur (met Fernandel; René Sti, 1935), Barnabé/Fernandel heeft trouwplannen (Alexander Esway, 1938),

als de kamenierster in La règle du jeu (Jean Renoir, 1939), Adrien (Fernandel, 1943), Roger la Honte (André Cayatte, 1946), Au petit bonheur (L'Herbier, 1946), Blanc comme neige (met Bourvil; André Berthomieu, 1948), Le bal des pompiers (Berthomieu, 1949), Tire au flanc (Fernand Rivers, 1950), het Zwitserse Die Vier im Jeep (Leopold Lindtberg en Elizabeth Montagu, 1951), Le plaisir (Max Ophüls, 1952), La fête à Henriette (Julien Duvivier, 1952), Le mouton à cinq pattes/Het schaap met vijf poten (met Fernandel; Henri Verneuil, 1954), Les carnets du Major Thompson (Preston Sturges, 1955), Lola Montès (Ophüls. 1955), Maigret tend un piège (Jean Delannoy, 1958), de remake van Mädchen in Uniform (met Romy Schneider; Géza von Radványi, 1958), Sans famille/Alleen op de wereld (André Martin, 1958), Taxi, roulotte et corrida/Louis de Funès als taxichauffeur (André Hunebelle, 1958), Ein Engel auf Erden (met Schneider; Von Radványi, 1959), Le chemin des écoliers (Michel Boisrond, 1959), Le déjeuner sur l'herbe (Renoir, 1959), Le bossu (Hunebelle, 1959), La française et l'amour (segment Henri Decoin, 1960), Les sept péchés capitaux (segment Edouard Molinaro, 1962), Les mystères de Paris (Hunebelle, 1962), Le meurtrier (Claude Autant-Lara, 1963), Germinal (Yves Allégret, 1963), Maigret voit rouge (Gilles Grangier, 1963), Peau de banane (Marcel Ophüls, 1963), L'age ingrat (Grangier, 1964), Viva Maria! (Louis Malle, 1965), Tendre poulet (Philippe de Broca, 1978), On a volé la cuisse de Jupiter (De Broca, 1980), Le dernier métro (François Truffaut, 1980), La vie continue (Moshe Mizrahi, 1981), La comédie du travail (Luc Moullet, 1988), Milou en mai (Malle, 1990) en Les savates du bon Dieu (Jean-Claude Brisseau, 2000).

17 september 2011

Leonard Henny

76, Nieuwersluis, 17 september, doodsoorzaak onbekend

Nederlands visueel socioloog en filmmaker. Was verbonden aan het Sociologisch Instituut van de Universiteit Utrecht. Pionier in het maken van sociale documentaires op 16mm en video. Richtte met zijn studenten in 1974 het filmcollectief De Rode Lantaren op. Tot Henny's films behoren The Resistance (1968), Black Power We're Goin' Survive America, Schizophrenia of Working for War, Dead End Street? (1970), Why Worry (1972), Getting It Together (samen met Jan Boon, 1973), Vietnam Veteran (samen met Kees Hin), Video Eyes - Video Ears, Dead Earth en Giftaal (1988).

Tomasz Zygadlo

63, Warschau, 17 september, natuurlijke dood

 

Pools regisseur. Maakte samen met Krzysztof Kieslowski de documentaire Robotnicy 1971 – Nic o nas bez nas (1971) over een staking van arbeiders in december 1970. Van zijn speelfilms kregen Rebus (1977)  en Cma/De mot (1980) de grootste bekendheid. Broer van cameraman Jacek Zygadlo.

 

 

16 september 2011

Norma Eberhardt

82, New York, 16 september, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans model en actrice. Ster van de cultfilms Live Fast, Die Young (Paul Henreid, 1958) en The Return of Dracula (Paul Landres, 1958). Naast televisie slechts een andere filmrol van betekenis, in Problem Girls (E. A. Dupont, 1953). Weduwe van de Franse acteur Claude Dauphin.

15 september 2011

Otakar Vávra

100, Praag, 15 september, natuurlijke dood

 

Tsjechisch regisseur en scenarioschrijver. Lange staat van dienst, vooral als regisseur van literatuurverfilmingen. Na een opleiding tot architect en verschillende documentaires en korte films, regiedebuut in 1937 met Filosofská historie/A Philosophical Story. Zijn derde film Cech panen kutnohorskych/Guild of the Kutna Hora Virgins/The Merry Wives (1938) werd bekroond in Venetië. Vávra’s voorkeur voor historische onderwerpen stelde hem op zekere afstand van de roerige politieke schommelingen in Tsjechoslowakije en hij bleef doorwerken, zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog als onder het communistische bewind, al werd hij in 1970 wel ontslagen als professor aan de mede door hem opgerichte legendarische Praagse filmschool FAMU, wegens een film van een student die het regime onwelgevallig was. Vávra maakte niet echt deel uit van de Praagse lente van regisseurs als Milos Forman, Jiri Menzel en Vera Chytilova, die ook tot een volgende generatie behoorden, maar enkele van zijn films kwamen wel in de buurt, zoals Zlatá reneta/De goudrenet (1965) en Romance pro kridlovku/Romance for Bugle (1967), beide zeer poëtisch van aard. Zijn bekendste films waren echter Velbloud ochem juhly/Camel through the Eye of a Needle (samen met Hugo Haas, 1939) en een trilogie over Jan Hus (1955-57). Laatste film: Evropa tancila valcik/Europa danste de wals (1989).

 

13 september 2011

John Calley

81, Los Angeles, 13 september, natuurlijke dood

Amerikaans producent en studiochef. Oscarnominatie voor The Remains of the Day (James Ivory, 1993), Irving Thalberg Award in 2009. Begonnen bij televisie, vanaf de jaren zestig leidende functies bij studio's als Filmways, Warner Bros., MGM/UA en Sony. Hoewel hij tal van grote films het groene licht gaf, prijkt zijn naam als producent op de credits van slechts een handvol films. Onder meer The Loved One (Tony Richardson, 1965), Eye of the Devil (J. Lee Thompson, 1966), Don't Make Waves (Alexander Mackendrick, 1967), Castle Keep (Sydney Pollack, 1969), Catch-22 (Mike Nichols, 1970), Fat Man and Little Boy (Roland Joffé, 1989), Postcards from the Edge (Nichols, 1990), Closer (Nichols, 2004), The Da Vinci Code (Ron Howard, 2006), The Jane Austen Book Club (Robin Swicord, 2007) en Angels & Demons/Het Bernini mysterie (Howard, 2009). Onder anderen getrouwd geweest met actrice Meg Tilly.

11 september 2011

Huib Broos

70, Amsterdam, 11 september, leverkanker

In Nederlands-Indië geboren Nederlands acteur, voluit Huibrecht Hendrik Alfons Broos. Speelde na zijn eindexamen aan de Amsterdamse toneelschool (1963) bij de Nederlandse Comedie en daarna in een zeer succesvolle vrije productie, die ook als film over een kwartet marginale rebellen legendarisch werd: The Family (Lodewijk de Boer, 1973). Bleef naast theater en televisie ook veel filmrollen spelen, vaak als imposante buitenstaander: Keetje Tippel (Paul Verhoeven, 1975), Kind van de zon (René van Nie, 1975), Vandaag of morgen (Roeland Kerbosch, 1976), Soldaat van Oranje (Verhoeven, 1976), Come-back (Jonne Severijn, 1981), Hoge hakken, echte liefde (Dimitri Frenkel Frank, 1981), Twee vorstinnen en een vorst (Otto Jongerius, 1981), Het verleden (Bas van der Lecq, Bram van Erkel en Roy Logger, 1982), De lift (Dick Maas, 1983), Richting Engeland (André van Duren, 1993), Morlang (Tjebbo Penning, 2001) en Het zwijgen (André van der Hout en Adri Schrover, 2006). Ook in de korte films Hoogvlieger (Jelle van Doornik, 1985), Vreemde eend in de bijt? (Hans Hylkema, 1986), Gina (Ben Sombogaart, 1986), Betaalde liefde (Jan Diederik Oudshoorn Spaargaren, 1999) en Het onopmerkelijke leven van Hans Boorman (Jonathan Herzberg, 2011) en de opdrachtfilms Startproblemen (Margje Monfils, 1984) en Kinderen in het ziekenhuis (Van Nie, 1975). Laatste televisierol in de serie Annie M.G. (Dana Nechushtan, 2010).

10 september 2011

Cliff Robertson

86, Stony Brook NY, 10 september, natuurlijke dood

Amerikaans steracteur en regisseur. Kreeg eerste grote bekendheid toen president John F. Kennedy hem persoonlijk uitkoos om de jonge luitenant Kennedy te spelen in de film PT 109 (Leslie H. Martinson, 1963). Vijf jaar later won hij de Oscar als beste acteur voor de rol van een geestelijk gehandicapte in Charly (Ralph Nelson, 1968). Robertson nam de prijs niet zelf in ontvangst en zag zijn filmloopbaan enige averij oplopen door eigenzinnig gedrag. Zo werd het hem door het Hollywoodestablishment niet in dank afgenomen dat hij als klokkenluider optrad in de fraudezaak rond Columbia's studiochef David Begelman (1977).

De beste rollen van Robertson betroffen autoriteitsfiguren met een licht verontrustende ondertoon. Twee keer speelde hij een personage dat Martin Sheen ook vertolkte, JFK en Ben Parker. Robertson was voortreffelijk in elegante thrillers als Obsession (Brian De Palma, 1976) en Three Days of the Condor (Sydney Pollack, 1975).

Hij speelde zijn eerste officieuze rolletjes als tiener in Universal-films als We've Never Been Licked (John Rawlins, 1943) en Corvette K-225 (Richard Rosson, 1943). Daarna studeerde hij journalistiek en werkte als zeeman, privé-detective en parkeerassistent, totdat hij via Broadway en televisie zijn echte filmdebuut maakte in Picnic (Joshua Logan, 1955). Tot zijn overige films behoren Autumn Leaves (tegenover Joan Crawford; Robert Aldrich, 1966), The Girl Most Likely (Mitchell Leisen, 1958), The Naked and the Dead (Raoul Walsh, 1958), Gidget (tegenover Sandra Dee; Paul Wendkos, 1959), Battle of the Coral Sea (top-billed; Wendkos, 1959), All in a Night's Work (met Dean Martin en Shirley MacLaine; Joseph Anthony, 1961), The Big Show (James B. Clark, 1961), Underworld U.S.A. (top-billed; Samuel Fuller, 1961), My Six Loves (Gower Champion, 1962), The Interns (David Swift, 1962), Sunday in New York (tegenover Jane Fonda; Peter Tewksbury, 1963), The Best Man (tegenover Henry Fonda; Franklin J. Schaffner, 1964),

633 Squadron (top-billed; Walter Grauman, 1964), Masquerade (top-billed; Basil Dearden, 1965), Up from the Beach (top-billed; Robert Parrish, 1965), The Honey Pot (Joseph L. Mankiewicz, 1967), The Devil's Brigade (Andrew V. McLaglen, 1968), Too Late the Hero (Aldrich, 1970), The Great Northfield Minnesota Raid (top-billed; Philip Kaufman, 1972), Man on a Swing (top-billed; Frank Perry, 1974), Out of Season (Alan Bridges, 1975), Shoot (top-billed; Harvey Hart, 1976), Midway/Battle of Midway (Jack Smight, 1976), de horrorfilm Dominique (top-billed; Michael Anderson, 1980),

als Playboy-eigenaar Hugh Hefner in Star 80 (Bob Fosse, 1983), Class (Lewis John Carlino, 1983), Brainstorm (Douglas Trumbull, 1983), tegenover Burt Reynolds in Malone (Harley Cokeliss, 1987), Renaissance Man (Penny Marshall, 1994), als de president in Escape from L.A. (John Carpenter, 1996), Riding the Bullet (Mick Garris, 2004) en als de oom van de titelheld in alle drie de Spider-man films (Sam Raimi, 2002/2004/2007). Op televisie was Robertson onder veel meer te zien in de originele Batman-serie (1966-68), als een arts in de soap Falcon Crest (1983-84) en als Henry Ford in de tv-biopic Ford: The Man and the Machine (Allan Eastman, 1987). Hij won een Emmy voor de aflevering The Game (Pollack, 1965) in de serie Bob Hope Presents the Chrysler Theatre. Robertson regisseerde zichzelf in twee goed ontvangen bioscoopfilms, de western J.W. Coop (tevens productie en scenario; 1972) en The Pilot (1980) over een alcoholistische gezagvoerder. Getrouwd geweest met de actrices Cynthia Stone (Jack Lemmons ex) en Dina Merrill.

06 september 2011

George Kuchar

69, San Francisco, 6 september, kanker

Amerikaans undergroundregisseur. Maakte vanaf 1956 een groot aantal korte films op 8mm, waarvan vijftien samen met zijn tweelingbroer Mike Kuchar. Bekendste korte films: Anita Needs Me (1963), Hold Me When I'm Naked (1966). Enkele langere films: Corruption of the Damned (1965), Unstrap Me (1968), The Devil's Cleavage (1975), Ascension of the Demonoids (1985). Na 1986 vooral video. Hoofdpersoon van de documentaire It Came from Kuchar (Jennifer M. Kroot, 2009).

Janusz Morgenstern

88, Warschau, 6 september, natuurlijke dood

Pools regisseur en producent. Aan de filmschool van Lodz afgestudeerde assistent van Andrzej Wajda bij Het riool/Kanal (1957) en As en diamant/Popiol i diament (1958) debuteerde zelf opvallend met See You Tomorrow/Do widzenia, do jutra (1960), een romantische komedie in de stijl van de Franse nouvelle vague, met een hoofdrol voor de immens populaire Zbigniew Cybulski. Geen van zijn volgende films kon dit succes evenaren. Onder meer Opening Tomorrow/Jutro premiera (1962), Adam's Two Ribs/Dwa zebra Adama (1964), Jowita (met Daniel Olbrychski; 1967), To Kill This Love/Trzeba zabic te milosc (1972), Legend of the White Horse/Bialy smok (1987) en Mniejsze zlo (2009), alsmede veel televisiewerk. Produceerde films als Korczak (Wajda, 1990), Europa Europa (Agnieszka Holland, 1990), Meisje Niks/Panna Nikt (Wajda, 1996), The Revenge/Zemsta (Wajda, 2002) en The Collector/Komornik (Feliks Falk, 2005).

05 september 2011

Charles S. Dubin

92, Brentwood CA, 5 september, natuurlijke dood

Amerikaans regisseur. Vooral televisie, zoals 24 afleveringen van Hawaii Five-O (1968-77), 14 van Kojak (1973-78) en 44 van M*A*S*H (1976-83). Ook enkele films: Mister Rock and Roll (1957), Moving Violation (1976). Belandde rond 1950 tot twee keer toe op de zwarte lijst van Hollywood.