31 augustus 2011

Rosel Zech


69, Berlijn, 31 augustus, kanker

Duits actrice, voluit Rosalie Helga Lina Zech. Vooral bekend geworden door de titelrol in de op een na laatste film van Rainer Werner Fassbinder, Die Sehnsucht der Veronika Voss (Gouden Beer 1982). Zij speelde daarin een fictieve voormalige UFA-actrice, die een relatie met Joseph Goebbels zou hebben gehad. Eerder speelde ze een kleinere rol in Lola (Fassbinder, 1981). Vooral actief in het theater en op televisie. Bescheiden filmdebuut in Die Zärtlichkeit der Wölfe (Ulli Lommel, 1973). Ook in films als Eiszeit (Peter Zadek, 1975), Die Hamburger Krankheit (Peter Fleischmann, 1979), Vermischte Nachrichten (Alexander Kluge, 1986), het Dieter Hallervorden-vehikel Bei mir liegen Sie richtig (Ulrich Stark, 1990), Salmonberries (Percy Adlon, 1991), Hades (Herbert Achternbusch, 1995), Aimée & Jaguar (Max Färberböck, 1999), Väter (Dani Levy, 2002), Anatomie 2 (Max Ruzowitzky, 2003), Kammerflimmern (Hendrik Hölzemann, 2004).


27 augustus 2011

Ija (Sergejevna) Savvina


75, Moskou, 27 augustus, natuurlijke dood

Russisch actrice. Afgestudeerd als journaliste, kwam Savvina via het amateurtoneel bij Lenfilm terecht, waar ze verbluffend debuteerde als Anna Sergejevna, de titelrol in de internationaal succesvolle verfilming van Tsjechovs novelle De dame met het hondje/Dama s sobatsjkoj (Josef Heifitz, 1960). Daarna zou ze ook de titelrol spelen in Asya's Happiness/Istorija Asija Kljatsjinoj, kotoraja ljoebila, da nje vysjla zamoezj (Andrei Kontsjalovski, 1966), een satire op het kolchozeleven, die pas na de perestrojka vrijgegeven werd. Daarna een steractrice van het Moskouse theater. Overige films onder meer Gentle/Krotkaja (Aleksandr Borisov, 1962), een gastrol in In the Town of S./V gorode S. (Heifitz, 1967), Anna Karenina (Aleksandr Zarchi, 1967), Garage/Garazj (Eldar Rjazanov, 1979) en Private Life/Tsjastnaja zjizn (Joeli Raizman, 1982).



Eve Brent


81, Sun Valley CA, 27 augustus, natuurlijke dood

Amerikaans actrice, pseudoniem van Jean Ewers. Blonde sexy vedette trad aanvankelijk op onder de naam Jean (Anne) Lewis, naar haar eerste echtgenoot en later ook als Eve Brent Ashe, naar haar tweede man. Regisseur Sam Fuller veranderde haar naam in Eve Brent, toen hij haar een kleine rol gaf in de western Forty Guns (1957). Brent zou echter het bekendst worden als Jane tegenover Gordon Scott als Tarzan, in twee films: Tarzan and the Trappers (Charles F. Haas en Sandy Howard, 1958) en Tarzan's Fight for Life (H. Bruce Humberstone, 1958). Debuut in de B-film Female Jungle (Bruno VeSota, 1955). Ook in films als The Garment Jungle (Vincent Sherman, 1957), Journey to Freedom (Robert C. Dertano, 1957), Gun Girls (Dertano, 1957), The Bride and the Beast (Adrian Weiss, 1958), The Sad Horse (James B. Clark, 1959), Stakeout! (James Landis, 1962), Mara of the Wilderness (Frank McDonald, 1965), A Guide for the Married Man (Gene Kelly, 1967), als een hoertje in Coogan's Bluff (Don Siegel, 1968), The Happy Ending (Richard Brooks, 1969), zonder credit in Airport (George Seaton, 1970), The Barefoot Executive (Robert Butler, 1971), The White Buffalo (J. Lee Thompson, 1977), BrainWaves (Ulli Lommel, 1983), Going Berserk (David Steinberg, 1983), Racing with the Moon (Richard Benjamin, 1984), The Experts (Dave Thomas, 1989), The Green Mile (Frank Darabont, 1999), Garfield (Peter Hewitt, 2004), zonder credit in The Curious Case of Benjamin Button (David Fincher, 2008) en postuum in het nog uit te brengen Hit List (Minh Collins, 2011). Was ook veel te zien op televisie (bijvoorbeeld in de serie Twin Peaks) en in commercials.



24 augustus 2011

Jack Hayes


92, Coeur d'Alene ID, 24 augustus, natuurlijke dood

Amerikaans arrangeur van filmmuziek. Twee (gedeelde) Oscarnominaties, voor zijn bijdragen aan de bewerking van de musical The Unskinkable Molly Brown (Charles Walters, 1964) en de originele muziek van The Color Purple (Steven Spielberg, 1985). Orkestreerde, vaak samen met Leo Shuken, talloze filmscores van componisten als Elmer Bernstein, Henry Mancini, Alfred Newman, Quincy Jones en Burt Bacharach.


23 augustus 2011

Sybil Jason


83. Northridge CA, 23 augustus, chronische longziekte

In Zuid-Afrika geboren, oorspronkelijk Engels kinderactrice, pseudoniem van Sybil Jacobson. Sterretje van de Londense revue werd door Warner Bros. gecontracteerd als antwoord op Shirley Temple, na een debuut in de Engelse productie Barnacle Bill (Harry Hughes, 1935). Grappig genoeg zou die ambitie nooit waargemaakt worden, mede door problemen met een Zuid-Afrikaans accent, maar sloot ze wel een levenslange vriendschap met Temple, na rollen tegenover haar in The Litttle Princess (Walter Lang, 1939) en The Blue Bird (Lang, 1940) - Jasons twee laatste films. Ook was ze te zien in Dance Band (Marcel Varnel, 1935), Little Big Shot (top-billed; Michael Curtiz, 1935), I Found Stella Parish (Mervyn LeRoy, 1935), The Singing Kid (tegenover Al Jolson; William Keighley, 1936), The Great O'Malley/De schrik van wijk Zeven (tegenover Pat O'Brien en Humphrey Bogart; William Dieterle, 1938) en Comet over Broadway (Busby Berkeley, 1938), alsmede als de ster van enkele korte films. Publiceerde in 2005 een goed verkopende autobiografie: My Fifteen Minutes: An Autobiography of a Child Star of the Golden Era of Hollywood.


22 augustus 2011

Jerry Leiber


78, Los Angeles, 22 augustus, hartaandoening

Amerikaans tekstschrijver van rocksongs. Vormde vanaf het begin een duo met componist Mike Stoller, dat tekende voor hits als Hound Dog, Spanish Harlem en Is That All There Is? Hun samenwerking met Elvis Presley leidde tot vier originele titelsongs van films: Loving You (Hal Kanter, 1957), Jailhouse Rock (Richard Thorpe, 1957), King Creole (Michael Curtiz, 1958) en Girls! Girls! Girls! (Norman Taurog, 1962). Andere Leiber-Stoller-songs zouden later worden overgenomen als filmtitels: Stand by Me (Rob Reiner, 1986), Love Potion No. 9 (Dale Launer, 1992) en There Goes My Baby (Floyd Mutrux, 1995).


John Howard Davies


72, Blewbury (graafschap Oxfordshire), 22 augustus, kanker

Engels kinderacteur en televisieproducent. Zoon van filmcriticus en scenarioschrijver Jack Davies speelde op 8-jarige leeftijd de titelrol in Oliver Twist (David Lean, 1948). Er zouden drie films volgen: The Rocking Horse Winner (Anthony Pelissier, 1949), de titelrol in Tom Brown's Schooldays (Gordon Parry, 1951) en The Magic Box (John Boulting, 1951). Daarna keerde hij terug naar school en kwam in 1966 als productieassistent bij de BBC terecht. Daar wist hij de omroep te overtuigen het eens te proberen met een nieuw soort amusementsprogramma, dat omschreven werd als 'stream of consciousness sketches' en dat luisterde naar de werktitel Bun, Whackett, Buzzard, Stubble and Boot. In 1969 produceerde en regisseerde Davies zelf de eerste vier afleveringen, van wat inmiddels omgedoopt was tot Monty Python's Flying Circus en een legende zou worden (1969-74). Met John Cleese produceerde Davies ook Fawlty Towers (1975) en met Rowan Atkinson de eerste serie van Mr. Bean (1990). Vanaf 1978 was Davies chef amusement bij de BBC en gaf daar het groene licht voor succesprogramma's als Not the Nine O'Clock News (1979-82), Yes, Minister (1980-84) en Only Fools and Horses (1981-96).


19 augustus 2011

Raoul Ruiz


70, Parijs, 19 augustus, longontsteking

Chileens-Frans regisseur, producent en (scenario)schrijver, eigenlijk Raúl Ernesto Ruiz Pino. Sleutelfiguur in de korte Chileense filmgolf van rond 1970 (naast regisseurs als Miguel Littin en Helvio Soto) was ook adviseur van de socialistische president Salvador Allende. Na de geslaagde rechtse coup en moord op Allende in 1973 ging Ruiz in Franse ballingschap en zou daar nooit meer uitkomen, al werkte en woonde hij ook regelmatig in Portugal, mede dankzij de samenwerkig met producent Paulo Branco. Lieveling van de Europese arthouses werd al snel ontdekt door Huub Bals en het International Filmfestival Rotterdam, dat ook zijn vroege Chileense films vertoonde, zoals Tres tristes tigres (Gouden Luipaard in Locarno; 1968) en La colonia penal (1970), een allegorie die de coup van Pinochet min of meer voorspelde.



Zijn Europese films waren vaak onnavolgbare, bijna alchemistische labyrinten, die zowel het magisch-realisme van Latijns-Amerikaanse schrijvers als de eruditie van een Franse intellectueel in zich droegen. Ook de zee speelde regelmatig een hoofdrol, gehuld in het soort van Keltische mist die je aan de Chileense kust kunt aantreffen. De vriendschap met Bals leidde ook tot een Nederlandse filmproductie, Het dak van de walvis (1982), met hoofdrollen voor Willeke van Ammelrooy en filmer Herbert Curiël als zwigzame indiaan. Na de typische ballingschapsfilm Diálogos de exiliados (1975) maakte Ruiz vele tientallen films, waarvan de meeste in Rotterdam te zien waren. Onder meer de met een César bekroonde korte fotomontage Colloque de chiens (1977),



de verfilming van Pierre Klossowski's absurde kloosterroman La vocation suspendue (1978), zijn Franse, enigszins aan Peter Greenaway herinnerende doorbraakfilm L'hypothèse du tableau volé (1979), Le borgne (1980), het Engelstalige The Territory/O território (1981), dat in Portugal werd opgenomen met dezelfde cast als Der Stand der Dinge (Wim Wenders, 1982), Les trois couronnes du matelot (1983), de surrealistische griezelfilm La ville des pirates (1983),



de televisiefilm Manoel dans l'île des merveilles (KNF-prijs Rotterdam; 1984), de door exploitatiefilmmaatschappij Cannon gefinancierde versie van het klassieke piratenverhaal Treasure Island (met Martin Landau, Lou Castel, Anna Karina en zangeres Sheila; 1985), L'éveillé du Pont de l'Alma (1985), de dansfilm Mammame (1986), Mémoire des apparences (1987), de Zweedse productie Brise-glace (samen met Jean Rouch en Titte Törnroth, 1988), La chouette aveugle (1990), de Amerikaans-Belgische, in New York gedraaide satire The Golden Boat (met Jim Jarmusch en Barbet Schroeder; 1990), L'oeil qui ment (met John Hurt; 1992), Trois vies & une seule mort (met Marcello Mastroianni; 1996), Généalogies d'un crime (met Catherine Deneuve en Michel Piccoli; 1997), de Amerikaans-Canadees-Britse coproductie Shattered Image (1998), de uitbundige Proustverfilming met een all-star cast Le temps retrouvé (Deneuve, Emmanuelle Béart, John Malkovich, Vincent Perez; 1999),



Comédie de l'innocence (met Isabelle Huppert; 2000), Combat d'amour en songe (2000), de verfilming van Jean Giono's Les âmes fortes (met Malkovich, Laetitia Casta en Johan Leysen; 2001), Ce jour-là (2003), Le domaine perdu (2005), Klimt (met Malkovich in de titelrol; 2006), een episode in Chacun son cinéma (2007), de Engelse thriller A Closed Book (met Tom Conti en Daryl Hannah; 2010) en de grootscheepse kostuumfilm Mistérios de Lisboa (Prix Louis Delluc, Golden Globe en regieprijs in San Sebastian; 2010), waarvan de bioscoopversie vier en een half uur duurt. Zijn laatste Chileense film La noche de enfrente (2011) zou in postproductie zijn. De lijst van speelfilms, documentaires, televisieproducties en korte films van Ruiz is nog veel langer, deze opsomming beperkt zich min of meer tot wat voor Nederlandse bioscoop- en festivalbezoekers zichtbaar geweest kan zijn. Won in Berlijn een Zilveren Beer voor zijn hele oeuvre (1997). Was actief in de cultuurpolitiek en fungeerde in de tweede helft van de jaren tachtig als directeur van het Maison de la Culture van de stad le Havre, een multidisciplinair prestigeproject van de regering-Mitterrand. Getrouwd met regisseur, schrijver, editor en vaste medewerker Valeria Sarmiento.


Jimmy Sangster


83, Londen, 19 augustus, natuurlijke dood

In Wales geboren Engels scenarioschrijver, producent en regisseur. Leverde sleutelbijdragen aan het succes in de jaren 60 van de Britse griezelfilmstudio Hammer. Klom op van productieassistent en operateur tot schrijver van Hammer-films te beginnen met X : The Unknown (Leslie Norman, 1956). Zijn tweede scenario, The Curse of Frankenstein (met Peter Cushing in de titelrol; Terence Fisher, 1957) zette Hammer internationaal op de kaart.



Sangster vervolgde met een reeks 'gothic' hits: Dracula/Horror of Dracula (Fisher, 1958), The Revenge of Frankenstein (Fisher, 1958), Blood of the Vampire (Henry Cass, 1958), The Man Who Could Cheat Death (Fisher, 1959), The Mummy (Fisher, 1959), The Brides of Dracula (Fisher, 1960), Paranoiac (Freddie Francis, 1963) en Dracula: Prince of Darkness (Fisher, 1966),



alsmede andere genrefilms: Intent to Kill (Jack Cardiff, 1958), The Snorkel (Guy Green, 1958), The Trollenberg Terror/The Crawling Eye (Quentin Lawrence, 1958), Jack the Ripper (Robert S. Baker en Monty Berman, 1959), The Siege of Sidney Street (Baker en Berman, 1960), The Hellfire Club (Baker en Berman, 1961), The Terror of the Tongs (Anthony Bushell, 1961), Taste of Fear (tevens productie; Seth Holt, 1961), Maniac (tevens productie; Michael Carreras, 1963), Nightmare (tevens productie; Francis, 1964), The Devil-Ship Pirates (Don Sharp, 1964), Hysteria (tevens productie; Francis, 1965),



The Nanny (tevens productie; Holt, 1965), Deadlier than the Male (Ralph Thomas, 1967), The Anniversary (tevens productie; Roy Ward Baker, 1968), Crescendo (Alan Gibson, 1970), Whoever Slew Auntie Roo? (Curtis Harrington, 1972),The Legacy (Christian Marquand, 1978) en Phobia (John Huston, 1980). Regiedebuut met The Horror of Frankenstein (1970), gevolgd door Lust for a Vampire (geen eigen scenario; 1971) en Fear in the Night (1972). Behalve veel van zijn eigen scenario's produceerde Sangster The Savage Guns/Tierra Brutal (Carreras, 1961). Ook veel televisiewerk.


18 augustus 2011

Charles Breijer


96, Hilversum, 18 augustus, doodsoorzaak onbekend

Nederlands fotograaf en filmer. Begon als beroepsfotograaf in 1937 en sloot zich tijdens de Duitse bezetting aan bij 'De ondergedoken camera', een groep fotografen rond Cas Oorthuys die illegaal de werkelijkheid bleef vastleggen. Vanaf 1947 actief in Nederlands-Indië, als fotograaf en in dienst van het Gouvernements Filmbedrijf. Maakte de filmserie Wordende wereld (1948) en gebruikte dit materiaal later voor de video Indonesië in wording (1995). Ging na de soevereiniteitsoverdracht tot 1954 werken voor de jonge republiek van Sukarno. Daarna in Nederland vooral opdrachtfilms, met name voor het bedrijf Multifilm. Zijn fotocollectie wordt beheerd door het Nederlands Fotomuseum.



17 augustus 2011

Gualtiero Jacopetti


91, Rome, 17 augustus, doodsoorzaak onbekend

Italiaans journalist, documentairemaker en producent. Zijn film Mondo cane (samen met Paolo Cavara en antropoloog Franco Prosperi, 1962) was uiterst controversieel en succesvol. Het zou de grondvorm worden van de 'shockumentary', ook wel aangeduid als het 'mondo'-genre. De voormalige journalist (medeoprichter in 1955 van het liberale opinieblad l'Espresso) had ervaring in het samenstellen van bioscoopjournaals en gebruikte die mede als bron voor een compilatie van wrede en bizarre beelden van een soort waar het nog niet door de televisie murw gebeukte publiek tot dan geen weet van had: bloederige rituelen, seksuele orgiën, meedogenloze taferelen uit de dierenwereld. Die werden handig uitgeserveerd in een dramatische montage, met snelle zooms en barokke begeleiding door geluidseffecten en muziek van componist Riz Ortolani.



De film over de 'hondse wereld' kreeg veel navolging en leidde tot verhitte discussies, die bijvoorbeeld in het filmblad Skoop gevoerd werden onder het motto 'Jacopetti/Neecopetti'. De beschuldigingen van zijn tegenstanders hadden niet alleen betrekking op een gebrek aan goede smaak, maar ook op het creëren van een negatief beeld van 'primitieve wilden' in Afrika. Jacopetti nam echter ook de wreedheid van de witte kolonisten op de korrel, in bijvoorbeeld Africa Addio (samen met Prosperi, 1966). Het kost weinig moeite om in Jacopetti een voorloper te zien van het visuele effectbejag, dat thans veelal de norm vormt. Tot zijn overige films behoren La donna nel mondo/Women of the World (samen met Prosperi en Cavara, 1963), Mondo cane 2/Mondo pazzo (samen met Prosperi, 1963), Witchdoctor in Tails (met Cavara, 1966), Addio zio Tom (met Prosperi, 1971) en de fictiefilm Mondo Candido (met Prosperi, 1975), vrij naar Voltaire. Jacopetti schreef de documentaire Fangio - Una vita a 300 all'ora (Hugh Hudson, 1981) over de Argentijnse autocoureur Juan Manuel Fangio. Ook speelde hij een kleine rol in de komedie met Sophia Loren en Alberto Sordi Un giorno in pretura (Steno, 1953). Hij wordt begraven naast zijn grote liefde, de bij een auto-ongeluk omgekomen Engelse actrice Belinda Lee (1935-1961).


15 augustus 2011

Sif Ruud


95, Stockholm, 15 augustus, natuurlijke dood

Zweeds actrice. In het theater vanaf de jaren dertig. Vooral bekend geworden als tante Olga in Wilde aardbeien/Smultronstället (Ingmar Bergman, 1957). Speelde kleine, maar niet onopgemerkt gebleven rollen in nog enkele films van Bergman: It Rains on Our Love/Det regnar på vår kärlek (1946), Havenstad/Hamnstad (1948), Dorst/Törst (1949), To Joy/Till glädje (1950), Het gezicht/Ansiktet (1958) en Face to Face/Ansikte mot ansikte (1976), alsmede de door Bergman geschreven Gouden Palmwinnaar The Best Intentions/Den goda viljan (Bille August, 1992). Haar filmografie vermeldt ruim 130 titels, te beginnen met Kloka gubben (Sigurd Wallén, 1938) en daarna onder meer Woman without a face/Kvinna utan ansikte (geschreven door Bergman; Gustaf Molander, 1947), Only a Mother/Bara en mor (Alf Sjöberg, 1949), Pappa Bom (Lars-Eric Kjellgren, 1949), Divorced/Frånskild (geschreven door Bergman; Molander, 1951), The Lady in Black/Damen i svart (Arne Mattsson, 1958), When Darkness Falls/När mörkret faller (Mattsson, 1960), Lady in White/Vita frun (Mattsson, 1962), You're Lying/Ni ljuger (Vilgot Sjöman, 1969), A Handful of Love/En handfull kärlek (Sjöman, 1974), Paradise Place/Paradistorg (Gunnel Lindblom, 1977), A Walk in the Sun/En vandring i solen (Hans Dahlberg, 1978), My Beloved/Min älskade (Kjell Grede, 1979), Kindereiland/Barnens ö (Kay Pollak, 1980), Like It Never Was Before/Pensionat Oskar (Susanne Bier, 1995), Alfred (Sjöman, 1995), als de schrijfster Selma Lagerlöf in Christmas Oratorio/Juloratoriet (Kjell-Åke Andersson, 1996), The Disappearance of Finbar (Sue Clayton, 1996) en Att stjäla en tjuv (Clas Lindberg, 1996).

14 augustus 2011

Shammi Kapoor


79, Mumbai, 14 augustus, natuurlijke dood

Indiaas filmacteur en regisseur. Zoon van de zwijgende filmacteur Prithviraj Kapoor (1906-1972) en broer van de sterren Raj Kapoor (ook regisseur en producent, 1924-1988) en Shashi Kapoor (1938). Shammi, eigenlijk Shamsher Raj Kapoor, stond enige tijd bekend als 'de Indiase Elvis' door zijn vervaarlijke vetkuif en het dragen van westerse kleding. Zijn eerste succesfilm Tumsa nahin dekha/Never Seen Anyone Like You (Nasir Hussain, 1957) introduceerde de rock'n roll in Bollywood.



Er was een twintigtal onopvallende flops aan voorafgegaan, die hem niet meer hadden gebracht dan een reputatie als 'de zoon en broer van' die ook zo nodig moet. Debuut in Jeewan jyoti/Light of Life (Mahesh Kaul, 1953). Tot zijn filmhits behoren Dil deke dekho/Give Me Your Heart and See (Hussain, 1959) met een Hindiversie van Paul Anka's Diana, zijn eerste kleurenfilm Junglee/Wild (tegenover Saira Banu; Subodh Mukherji, 1961) en An Evening in Paris (Shakti Samanta, 1967). Latere films konden deze successen niet meer overtreffen, al won hij acteerprijzen voor Brahmachari/Celibate (Bhappi Sonie, 1968) en een bijrol in Vidhaata/The Creator (Subhash Gai, 1982). Shammi Kapoor regisseerde zichzelf in twee films, Manoranjan/Entertainment (1974) en Bundal baaz (1976). Laatste rol speelt hij in het nog niet uitgebrachte Rockstar (Imtiaz Ali, 2011). Weduwnaar van topactrice Geeta Bali, in 1969 hertrouwd met Neela Devi Gohil, een prinses uit Gujarat.


Katerina Golubeva


44, Parijs?, 14 augustus, doodsoorzaak onbekend

Russisch actrice. Muze en geliefde van twee grote regisseurs, die beiden haar schoonheid optimaal benutten in opmerkelijke films. Voor haar echtgenoot en vader van haar drie kinderen, de Litouwse regisseur Sharunas Bartas, speelde ze de hoofdrol in Trys dienos/Drie dagen (1992), over de ontmoeting tussen twee Litouwse jongens en twee Russische meisjes in Kaliningrad. Later werd ze de partner van de Franse regisseur Léos Carax, voor wie ze speelde in het onderschatte meesterwerk Pola X (1999), tegenover de eveneens jonggestorven Guillaume Depardieu. Bartas speelt in de film een charismatische dirigent.



Geboren in Leningrad als Jekaterina Goloebjova. Debuut in de Mosfilmkomedie Grazjdane vselennoj/Citizens of the Universe (Nikolai Spiridenko, 1984). Na nog enkele verre van vernieuwende Sovjetproducties kreeg haar loopbaan een andere wending door de ontmoeting met Bartas. Ze speelde ook in zijn films Koridorius/The Corridor (1995) en Few of Us (1996), en was coscenarist van zijn Portugees-Litouws-Franse coproductie A casa/The House (1997), waarin Carax de hoofdrol speelde tegenover Valeria Bruni-Tedeschi. In diezelfde periode was ze ook te zien in de Franse film J'ai sommeil (Claire Denis, 1994) en twee Nederlandse producties: de korte film Solina (Jacco Groen, 1994) en de hommage aan Marguerite Duras Sur place (Paul Ruven, 1996). Daarna verhuisd naar Frankrijk en opvallend in films als Twentynine Palms (Bruno Dumont, 2003) en L'intrus (Denis, 2004). De plotselinge dood van Golubeva werd aangekondigd door een advertentie in de krant Libération en is verder omgeven door raadsels.

Update:Verschillende bronnen op internet noemen zelfdoding als doodsoorzaak. Op 24 september meldde Paul Ruven op zijn Facebookpagina dat Golubeva voor een trein was gesprongen.



08 augustus 2011

Hind Rostom


81, Caïro, 8 augustus, hartinfarct

Egyptisch filmactrice. Grote vedette van de Nasser-jaren 50 en 60, die wel 'de Arabische Marilyn Monroe' werd genoemd. In de rest van de wereld vooral bekend door haar rol als limonadeverkoopster in Centraal Station/Bab el-Hadid (Youssef Chahine, 1958). Bescheiden debuut in The Greatest Sacrifice/El tadheya el kobra (Mohamed Abdel Gawad, 1947), eerste top-billing in According to One Own's Means/Ala ad lehafak (Fuad Shibli, 1949). Zorgde voor een sensatie door haar sensuele hoofdrol in Flesh/El gassad (Hassan al-Imam, 1955). Andere belangrijke films: No Tomorrow/La anam (Salah Abou-Seif, 1958), Struggle on the Nile/Seraa fil Nil (tegenover Omar Sharif; Atef Salem, 1959) en Chafika de koptische/Chafika el Keptia (al-Imam, 1963). Gescheiden van regisseur Hassan Ridha.


07 augustus 2011

Brigitte Borchert


100, Hamburg, 7 augustus, natuurlijke dood

Duits gelegenheidsactrice. Speelde zichzelf als de platenverkoopster Brigitte in de klassieke, semidocumentaire zwijgende speelfilm Menschen am Sonntag (Kurt Siodmak, Robert Siodmak, Edgar G. Ulmer en Fred Zinnemann, 1930). Alle vier de regisseurs van de realistische vertelling over een zondag in Berlijn zouden later Hollywoodregisseurs worden, net als scenarist Billy Wilder. Zeventig jaar later vertelde Borchert over haar eenmalige filmervaring in de korte televisiedocumentaire Weekend am Wannsee (Gerald Koll, 2000).


04 augustus 2011

Ger van der Grijn


87, Amsterdam, 4 augustus, doodsoorzaak onbekend

Nederlands acteur en voordrachtskunstenaar. 22 jaar oudere broer van acteur Wim van der Grijn. Aanvankelijk plateelschilder in Schoonhoven, daarna bij het amateurtoneel ontdekt door acteur Henk van Ulsen. Speelde veel televisierollen, bijvoorbeeld in de eerste televisieserie naar Jan Terlouws Oorlogswinter (Aart Staartjes, 1975), de jeugdserie De zevensprong (Karst van der Meulen, 1982) en Lolamoviola: Achilles en het zebrapad (Paula van der Oest, 1995). Ook in films als Heb medelij, Jet! (Frans Weisz, 1975), de korte film Klaas (Frank Alsema, 1980), Overvallers in de dierentuin (Christ Stuur, 1984), De nieuwe moeder (Van der Oest, 1996), Pietje Bell (Maria Peters, 2002), Kees de Jongen (André van Duren, 2003) en de korte films Balbezit (Willemiek Kluijfhout, 2007) en De bug (Martijn Smits, 2007). Laatste rol tegenover Ann Hasekamp in de televisieserie A'dam E.V.A. (Norbert ter Hall, 2011).


03 augustus 2011

Bubba Smith


66, Los Angeles, 3 augustus, natuurlijke dood

Amerikaans acteur en footballspeler, eigenlijk Charles Aaron Smith. Werd na een topsportloopbaan televisie- en filmacteur. Kreeg grootste bekendheid als de niet al te snuggere agent in opleiding Moses Hightower in de succesvolle klucht Police Academy (Hugh Wilson, 1984) en vijf vervolgfilms: Police Academy 2: Their First Assignment (Jerry Paris, 1985), Police Academy 3: Back in Training (Paris, 1986), Police Academy 4: Citizens on Patrol (Jim Drake, 1987), Police Academy 5: Assignment: Miami Beach (Alan Myerson, 1988) en Police Academy 6: City under Siege (Peter Bonerz, 1989). In de loop van de serie promoveerde Moses tot sergeant en zelfs lieutenant. Smith debuteerde in de bescheiden prostitutiekomedie A Pleasure Doing Business (Steven Vagnino, 1979). Tot zijn overige films behoren Stroker Ace (Hal Needham, 1983), Black Moon Rising (Harley Cokeliss, 1986), The Wild Pair (Beau Bridges, 1987), The Naked Turth (Nico Mastorakis, 1993), Il silenzio dei prosciutti/The Silence of the Hams (Ezio Greggio, 1994) en Down 'n Dirty (Fred Williamson, 2001).


02 augustus 2011

Richard Pearson


93, Londen, 2 augustus, natuurlijke dood

Welsh acteur, voluit Richard de Pearsall Pearson. Talloze televisierollen, zoals de tv-film Love among the Ruins (George Cukor, 1975) en de serie Love Hurts (1992-94). Ook bijrollen in biocoopfilms: The Girl Is Mine (Marjorie Deans, 1950), Scrooge (Brian Desmond Hurst, 1951), The Blue Parrot (John Harlow, 1953), Dangerous Cargo (Harlow, 1954), Svengali (Noel Langley, 1954), Sea Fury (Cy Endfield, 1958), Libel (Anthony Asquith, 1959), Man in the Moon (Basil Dearden, 1960), Guns of Darkness (Asquith, 1962), de korte film The King's Breakfast (Wendy Toye, 1963), The Yellow Rolls-Royce (Asquith, 1964), Charlie Bubbles (Albert Finney, 1967), How I Won the War (Richard Lester, 1967), Inspector Clouseau (Bud Yorkin, 1968), Sunday Bloody Sunday (John Schlesinger, 1971), Macbeth (Roman Polanski, 1971), Pope Joan (Michael Anderson, 1972), One of Our Dinosaurs Is Missing (Robert Stevenson, 1975), Royal Flash (Lester, 1975), The Blue Bird (Cukor, 1976), Tess (Polanski, 1979), The Mirror Crack'd (Guy Hamilton, 1980), Water (Dick Clement, 1985) en Pirates (Polanski, 1986).


01 augustus 2011

Zjanna (Trofimovna) Prochorenko


71, Moskou, 1 augustus, chronische ziekte

In Oekraïne geboren Russisch actrice. Werd op haar 19de een internationale ster door de hoofdrol tegenover Vladimir Ivasjov in Ballada o soldate/De ballade van een soldaat (Grigori Tsjoechraj, 1959), die als representant van de 'dooiperiode' in de Sovjetcinema onder meer de Grand Prix in Cannes won. Pas daarna volgde ze een acteeropleiding aan de Moskouse filmschool VGIK, waar ze in 1964 afstudeerde. Latere films hebben nooit meer dezelfde mate van succes gekend. Onder meer in A jesli eto ljoebov?/But What If This Is Love? (Joeli Raizman, 1961), Nepridoemannaja istorija/A True Story (Vladimir Gerasimov, 1964), Italiani brava gente (Giuseppe de Santis, 1964), Idoe na grozoe/Het onweer tegemoet (Sergej Mikaeljan, 1965) en een gastrol in Kalina krasnaja/Rode vlier (Vassili Sjoeksjin, 1975).