31 december 2009

Glauco Onorato


73, Rome, 31 december, na een ernstige ziekte

Italiaans (stem)acteur. Was sinds de jaren tachtig vooral te zien in televisieproducties, maar speelde daarvoor in vele films. Onder meer I tre volti della paura/Black Sabbath (Mario Bava en Salvatore Bilitteri, 1963), La collina degli stivali/Boot Hill (Giuseppe Colizzi, 1969), I girasoli/Sunflower (Vittorio de Sica, 1970), W Django!/A Man Called Django (Edoardo Mulargia, 1971), Le cinque giornate (Dario Argento, 1973), Profondo rosso (Argento, 1975), Il grande racket (Enzo G. Castellari, 1976) en La cage aux folles II (Edouard Molinaro, 1980). Was daarnaast populair als nasynchronisatieacteur, die onder meer een Italiaanse stem gaf aan Arnold Schwarzenegger en de evenzeer als Onorato Italiaanse Bud Spencer alias Carlo Pedersoli.


Fragment uit Lo chiamavano Trinita... (Enzo Barboni,1970)

27 december 2009

Isaak (Josifovitsj) Schwarz


86, Siverski (oblast Leningrad), 27 december, natuurlijke dood

In het huidige Oekraïne geboren Russisch componist, ook wel Isaak Sjvarts. Schreef sinds 1960 muziek voor vele tientallen films, waaronder Sedmoj spoetnik/De zevende metgezel (Aleksei German en Grigori Aronov, 1968), Proverka na dorogach/Checkpoint (German, 1971), Sto dnej posle detstva/Hundred Days after Childhood (Sergei Solovjov, 1974), Dersoe Oezala (Akira Kurosawa, 1975), Luna Park (Pavel Loengin, 1992) en Dikarka (Joeri Pavlov, 2001).


24 december 2009

Giulio Bosetti


78, Milaan, 24 december, kanker

Italiaans acteur. Was onlangs nog te zien als de journalist Eugenio Scalfari in de film over politicus Giulio Andreotti, Il divo (Paolo Sorrentino, 2008). Werkte vooral in het theater en was artistiek directeur van het Milanese Teatro Carcano. Ook in films als Morgan il pirata (André De Toth en Primo Zeglio, 1960), Le sette spade del vendicatore (Riccardo Freda, 1962), The Reluctant Saint (Edward Dmytryk, 1962), Venere imperiale (Jean Delannoy, 1963), Il cuore altrove (Pupi Avati, 2003) en als paus Paulus VI in Buongiorno, notte (Marco Bellocchio, 2006).

22 december 2009

Michael Currie


81, Freeport ME, 22 december, natuurlijke dood

Amerikaans bijrolacteur, pseudoniem van Herman C. Schwenk Jr. Vooral op televisie, maar ook in speelfilms, bijvoorbeeld vier keer tegenover Clint Eastwood, in Any Which Way You Can (Buddy Van Hornm 1980), Firefox (Eastwood, 1982), Sudden Impact (Eastwood, 1983) en The Dead Pool (Van Horn, 1988). Debuut in The Troublemaker (Herbert J. Flicker, 1964). Voorts onder meer Loving Couples (Jack Smight, 1980), Dead & Buried (Gary Sherman, 1981), Halloween III: Season of the Witch (Tommy Lee Wallace, 1982), Airplane II: The Sequel (Ken Finkleman, 1982), The Philadelphia Experiment (Stewart Raffill, 1984), Distant Thunder (Rick Rosenthal, 1988), The Man without a Face (Mel Gibson, 1993) en G.I. Jane (Ridley Scott, 1997).

Bernhard Droog


Fanfare
88, Ede, 22 december, longontsteking

In Duitsland geboren Nederlands acteur. Kwam in 1936 met zijn ouders naar Nederland en speelde aanvankelijk operette. Excelleerde door zijn ingehouden stijl in vele toneelrollen en was vanaf 1953 vrijwel onafgebroken verbonden aan het Arnhemse gezelschap Theater. Ook veelgevraagd filmacteur, met name als de zuinige hoornist Krijns in Fanfare (Bert Haanstra, 1958) en de NSB-kruidenier Poerstamper in Pastorale 1943 (Wim Verstappen, 1978). Maakte zijn filmdebuut in Rechter Thomas (Walter Smith, 1953). Speelde ook in Ciske de Rat (Wolfgang Staudte, 1955), Kleren maken de man (Georg Jacoby, 1957), De Vliegende Hollander (Gerard Rutten, 1957), Dorp aan de rivier (Fons Rademakers, 1958), De zaak M.P. (Haanstra, 1960), De laatste passagier (Jef van der Heyden, 1961), Kermis in de regen (Kees Brusse, 1962), De overval (Paul Rotha, 1962), Fietsen naar de maan (Van der Heyden, 1963), Spuit elf (Paul Cammermans, 1964), de korte film De worstelaar (Paul Verhoeven, 1970), Wat zien ik? (Verhoeven, 1971), Kort Amerikaans (Guido Pieters, 1979), Een pak slaag (Haanstra, 1979), De ratelrat (Verstappen, 1987) en Karakter (Mike van Diem, 1997).


Als Cis den Dove in Dorp aan de rivier

21 december 2009

Marianne Stone


87, Engeland, 21 december, doodsoorzaak onbekend

Engels bijrolactrice. Speelde in naar schatting 180 films, volgens sommigen een nationaal record. De bekendste van al haar rollen was die van Vivian Darkbloom in Lolita (Stanley Kubrick, 1962). Was ook tussen 1959 en 1975 te zien in negen afleveringen van de kluchtencyclus Carry On (Gerald Thomas). Debuteerde als Mary Stone in Miss London Ltd. (Val Guest, 1943). Onder veel meer in Blackmailed (Marc Allégret, 1951), The Magic Box (John Boulting, 1952), Private's Progress (J. Boulting, 1956), Quatermass 2 (Guest, 1957), Hell Drivers (Cy Endfield, 1957), Tiger Bay (J. Lee Thompson, 1959), I'm All Right Jack (J. Boulting, 1959), The Angry Silence (Guy Green, 1960), The Day the Earth Caught Fire (Guest, 1961), The Night of the Prowler (Francis Searle, 1962), Heavens Above! (John en Roy Boulting, 1963), Witchcraft (Don Sharp, 1964), als een society-journaliste A Hard Day's Night (Richard Lester, 1964), The Curse of the Mummy's Tomb (Michael Carreras, 1964), Catch Us If You Can (John Boorman, 1965), Hysteria (Freddie Francis, 1965), The Night Caller (John Gilling, 1965), The Wrong Box (Bryan Forbes, 1966), A Countess from Hong Kong (Charles Chaplin, 1967), The Jokers (Michael Winner, 1967), To Sir, with Love (James Clavell, 1967), The Long Duel (Ken Annakin, 1967), Here We Go Round the Mulberry Bush (Clive Donner, 1968), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough, 1969), Doctor in Trouble (Ralph Thomas, 1970), Scrooge (Ronald Neame, 1970), There's a Girl in My Soup (R. Boulting, 1970), Whoever Slew Auntie Roo? (Curtis Harrington, 1971), The Raging Moon (Forbes, 1971), Countess Dracula (Peter Sasdy, 1971), The Creeping Flesh (Francis, 1973), The Vault of Horror (Roy Ward Baker, 1973), Confessions of a Window Cleaner (Guest, 1974), That Lucky Touch (Christopher Miles, 1975), Sammy's Super T-Shirt (Jeremy Summers, 1978), The Class of Miss MacMichael (Silvio Narizzano, 1978), The Human Factor (Otto Preminger, 1979) en The Wicked Lady (Winner, 1983). Weduwe van voormalig acteur en filmcolumnist Peter Noble.

20 december 2009

Brittany Murphy


32, Los Angeles, 20 december, hartstilstand

Amerikaans actrice. Werd als 17-jarige een ster door de hoofdrol tegenover Alicia Silverstone in Clueless (Amy Heckerling, 1995), een tienerpastiche op Jane Austens roman Emma. Daarna ook populair in het ensemble van Girl, Interrupted (James Mangold, 1999) en tegenover Eminem in 8 Mile (Curtis Hanson, 2002). Speelde als tiener in diverse commercials en televisieseries en maakte haar filmdebuut in het weinig vertoonde Family Prayers (Scott M. Rosenfelt, 1993). Tot haar overige filmrollen behoren die in Freeway (Matthew Bright, 1996), Drop Dead Gorgeous (Michael Patrick Jann, 1999), Trixie (Alan Rudolph, 2000), Cherry Falls (Geoffrey Wright, 2000), Don't Say a Word (Gary Fleder, 2001), Riding in Cars with Boys (Penny Marshall, 2001), Just Married (tegenover toenmalige date Ashton Kutcher; Shawn Levy, 2003), Uptown Girls (Boaz Yakin, 2003), Little Black Book (Nick Hurran, 2004), Sin City (Frank Miller en Robert Rodriguez, 2005), Love and Other Disasters (Alek Keshisian, 2006), The Dead Girl (Karen Moncrieff, 2006) en The Ramen Girl (Robert Allan Ackerman, 2008). Postuum zal Murphy nog verschijnen in Abandoned (Michael Feifer, 2009), Something Wicked (Darin Scott, 2010) en The Expendables (Sylvester Stallone, 2010). Getrouwd met de Engelse scenarioschrijver Simon Monjack (Factory Girl).


Arnold Stang


84, Newton MA, 20 december, longontsteking

Amerikaans radio- en televisiekomiek en filmacteur. Speelde enkele filmrollen, waaronder een dramatische, als de sidekick van Frank Sinatra in The Man with the Golden Arm (Otto Preminger, 1955). Ook in films als My Sister Eileen (Alexander Hall, 1942), Seven Days' Leave (Tim Whelan, 1942), Let's Go Steady (Del Lord, 1945), So This Is New York (Richard Fleischer, 1948), Two Gals and a Guy (Alfred E. Green, 1951), Dondi (Albert Zugsmith, 1961), The Wonderful World of the Brothers Grimm (Henry Levin en George Pal, 1962), It's a Mad Mad Mad Mad World (Stanley Kramer, 1963), Skidoo (Preminger, 1968), Hello Down There (Jack Arnold en Ricou Browning, 1969), Hercules in New York (met Arnold Schwarzenegger; Arthur Allan Seidelman, 1970), Ghost Dad (Sidney Poitier, 1990) en Dennis the Menace (Nick Castle, 1993). Leende zijn stem aan vele tekenfilms, onder meer aan een lange serie shorts rond Herman de Muis en in de titelrol van de tv-serie Top Cat (William Hanna en Joseph Barbera, 1961-62).


19 december 2009

Zeki Ökten


68, Istanbul, 19 december, hartaandoening

Turks regisseur. Genoot korte tijd grote internationale roem door samenwerking met de Koerdische scenarioschrijver en voormalig acteur Yilmaz Güney, die als politiek gevangene niet zelf meer kon regisseren. Düsman/De vijand (1978) draaide in competitie in Berlijn, Sürü/De kudde (1979) won in Locarno de hoofdprijs, het Gouden Luipaard. Ökten was begonnen als regie-assistent van onder meer Atif Yilmaz en Halit Refig; hij maakte zijn zelfstandige regiedebuut met Ölüm pazari (1963). Er zouden een kleine dertig films volgen, waarvan het worstelaarsdrama Pehlivan (1984) ook deelnam aan de Berlijnse competitie en twee andere in Antalya op de nationale Turkse filmdagen een Gouden Sinaasappel zouden winnen, Kapicilar krali (1976) voor beste regie en de komedie Güle güle (2000) voor beste film.


18 december 2009

Robin Wood


78, Toronto, 18 december, doodsoorzaak onbekend

Engels filmcriticus en -wetenschapper, eigenlijk Robert Paul Wood. Opgeleid in Cambridge, droeg bij aan tijdschriften als het Franse Cahiers du Cinéma en het Britse Movie. Gaf vanaf 1977 les aan de York Universiteit van Toronto, was daar ook mede-oprichter van het theoretische filmcollectief en -tijdschrift CineACTION! Was aanhanger van de auteuristische filmbenadering, radicaliseerde na de ontdekking van zijn eigen homoseksualiteit en ging schrijven vanuit een meer feministisch en marxistisch perspectief. Publiceerde onder meer boeken over Alfred Hitchcock, Michelangelo Antonioni, Howard Hawks, Ingmar Bergman, Claude Chabrol en verfilmingen van Henry James.

17 december 2009

Dan O'Bannon


63, Los Angeles, 17 december, ziekte van Crohn

Amerikaans scenarioschrijver, regisseur, editor en incidenteel acteur. Studiegenoot en goede vriend van John Carpenter, met wie hij samen de low-budget science fictionfilm Dark Star (Carpenter, 1974) ontwikkelde. Samen schreven ze het scenario en O'Bannon tekende voor montage, production design, visual effects en de rol van sgt. Pinback, die in een fameuze scène vecht met een buitenaards wezen in de vorm van een kleverige strandbal. Ook werkte O'Bannon aan de computeranimaties in Star Wars (George Lucas, 1977). Vervolgens strandde een poging om samen met de Mexicaanse regisseur Alejandro Jodorowsky de klassieker Dune van Frank Herbert te verfilmen. Het boek zou later wel een film worden dankzij producent Dino De Laurentiis en regisseur David Lynch (1984). Wel schreef O'Bannon samen met Ronald Shusett een andere mijlpaal, Alien (Ridley Scott, 1979), alsmede Dead & Buried (Gary Sherman, 1981), Blue Thunder (John Badham, 1983), Lifeforce (Tobe Hooper, 1985), Invaders from Mars (Hooper, 1986), Total Recall (Paul Verhoeven, 1990), Screamers (Christian Duguay, 1995) en Bleeders (Peter Svatek, 1997). O'Bannon regisseerde zelf twee films, The Return of the Living Dead (1985) en het weinig vertoonde The Resurrected (1992).


Jennifer Jones


90, Malibu CA, 17 december, natuurlijke dood

Amerikaans steractrice, geboren als Phyllis Lee Isley. Won een Oscar voor de titelrol in The Song of Bernadette (Henry King, 1943) en zou de drie volgende jaren ook telkens voor een Academy Award worden genomineerd: beste bijrol in Since You Went Away (John Cromwell, 1944) en beste hoofdrol in Love Letters (William Dieterle, 1945) en Duel in the Sun (King Vidor, 1946). Jones' vijfde Oscarnominatie betrof de hoofdrol tegenover William Holden in Love Is a Many-Splendored Thing (King, 1955).


Onder haar echte naam Phyllis Isley debuteerde ze tegenover John Wayne in New Frontier (George Sherman, 1939) en speelde vervolgens in Dick Tracy's G-Men (John English en William Witney, 1939). In datzelfde jaar trouwde ze met acteur Robert Walker, maar al na enkele jaren belandde de actrice in een relatie met de machtige producent David O. Selznick (Gone with the Wind), die haar de liefde van zijn leven noemde, haar een nieuwe naam schonk en haar carrière zou vormgeven. Na een scheiding van Walker in 1945, trouwde Jones in 1949 met Selznick en ze zouden tot zijn dood in 1965 bij elkaar blijven. Er was veel roddel en achterklap over het voortrekken van Jones door Selznick, met name in de notoire flop Duel in the Sun, die naast Vidor nog zes officieuze regisseurs zou verslijten.


Tot de overige films van Jones behoren Cluny Brown (Ernst Lubitsch, 1946), Portrait of Jennie (Dieterle, 1948), We Were Strangers (John Huston, 1949), Madame Bovary (titelrol; Vincente Minnelli, 1949), Gone to Earth/The Wild Heart (Michael Powell en Emeric Pressburger, 1950), Carrie (William Wyler, 1952), Ruby Gentry (King Vidor, 1952), Stazione Termini (Vittorio de Sica, 1953), Beat the Devil (Huston, 1953), Good Morning, Miss Dove (Koster, 1955), The Man in the Gray Flannel Suit (Nunnally Johnson, 1956), The Barretts of Wimpole Street (Sidney Franklin, 1957), A Farewell to Arms (Charles Vidor, 1957), Tender is the Night (King, 1962) en The Idol (Daniel Petrie, 1966). Jones' laatste rol was relatief haar kleinste, in de all star cast van de rampenfilm The Towering Inferno (John Guillermin, 1974).


16 december 2009

Roy E. Disney


79, Newport Beach CA, 16 december, maagkanker

Amerikaans producent en studiochef. Zoon van Walts broer Roy O. Disney was de laatste van de familie die een sleutelrol speelde in The Walt Disney Company. Begonnen in de jaren vijftig als assistent editor bij televisiseries en live-action films, trad hij in 1967 toe tot de raad van bestuur en was onder meer vice-president en hoofd van de animatiestudio. Executive producer van en motor achter Fantasia 2000 (1999). Trok zich in 2003 abrupt terug na een conflict met de toenmalige studiochef Michael Eisner, maar wist in 2005 vanaf de zijlijn toch het vertrek van Eisner te bewerkstelligen. Trad vaak in de publiciteit als gezicht van The Disney Company, mede dankzij een opvallende fysieke gelijkenis met zijn legendarische oom.


Ron Holloway


76, Berlijn, 16 december, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans filmjournalist, festivalprogrammeur, geestelijke en theoloog. Studeerde theologie en kunstgeschiedenis in Illinois, waar hij in 1959 tot priester werd gewijd. Schreef kritieken voor katholieke filmtijdschriften. Verhuisde naar Parijs, waar hij voor de Cinémathèque Française programmeerde en daarna naar Hamburg. Promoveerde aldaar in 1973 in de filmwetenschappen op een proefschrift over de religieuze dimensie in het werk van Dreyer, Bergman en Bresson en doceerde aan de theologische faculteit. Trouwde na zijn uittreden met de Duitse actrice Dorothea Moritz. Samen werden ze bekende gasten op alle filmfestivals en publiceerden tal van artikelen en boeken. Holloway werd in 1976 correspondent voor Variety in Duitsland en Oost-Europa en richtte in 1979 het Engelstalige tijdschrift KINO -German Film & International Film Reports op. Onvermoeibaar promotor van de jonge Duitse film en van de filmculturen in Oost-Europa. Was decennialang als programma-adviseur verbonden aan het filmfestival van Berlijn.

13 december 2009

Dominique Zardi


79, Parijs, 13 december, kanker

Frans bijrolacteur, eigenlijk Emile Jean Cohen-Zardi. Te zien in rond de 200 films, waaronder La femme et le pantin (Julien Duvivier, 1959), Les bonnes femmes (Claude Chabrol, 1960), La ronde (Roger Vadim, 1964), Fantômas (André Hunebelle, 1964), Le tigre aime la chair fraiche (Chabrol, 1964). Week-end à Zuydcoote (Henri Verneuil, 1964), Le gendarme à New York (Jean Girault, 1965), Le scandale (Chabrol, 1967), Les biches (Chabrol, 1968), La femme infidèle (Chabrol, 1968), Le cerveau (Gérard Oury, 1969), Que la bête meure (Chabrol, 1969), Le cinéma de papa (Claude Berri, 1970), Les choses de la vie (Claude Sautet, 1970), Max et les ferrailleurs (Sautet, 1971), Juste avant la nuit (Chabrol, 1971), Jo (Girault, 1971), La scoumoune (José Giovanni, 1972), Le fils (Pierre Granier-Deferre, 1973), Les aventures de rabbi Jacob (Oury, 1973), Deux hommes dans la ville (Giovanni, 1973), Nada (Chabrol, 1974), Adieu, poulet (Granier-Deferre, 1975), Mado (Sautet, 1976), Un mauvais fils (Sautet, 1980), Pour la peau d'un flic (Alain Delon, 1981), Une étrange affaire (Granier-Deferre, 1981), Poulet au vinaigre (Chabrol, 1985), Le miraculé (Jean-Pierre Mocky, 1987), Madame Bovary (Chabrol, 1991), Delicatessen (Jean-Pierre Jeunet en Marc Caro, 1991) en Vidocq (Pitof, 2001). Schreef ook liedjes voor films als Que la bête meure (Chabrol, 1969), La rupture (Chabrol, 1970), Docteur Popaul (Chabrol, 1972), Les innocents aux mains sales (Chabrol, 1975), Violette Nozière (Chabrol, 1978), Noyade interdite (Granier-Deferre, 1987), Le cri du hibou (Chabrol, 1987) en Madame Bovary (Chabrol, 1991).

<

12 december 2009

Gene Barry


Als Bat Masterson
90, Woodland Hills CA, 9 december, hartfalen

Amerikaans acteur, pseudoniem van Eugene Klass. Vooral bekend van televisieseries als Bat Masterson (1958-61) en Burke's Law (1963-65). Speelde de hoofdrol in de film War of the Worlds (Byron Haskin, 1953) en een honoraire bijrol naast toenmalig tegenspeelster Ann Robinson, als de grootouders van Tom Cruise in de gelijknamige remake (Steven Spielberg, 2005). Aanvankelijk violist, bariton en revueartiest, vanaf 1942 in Broadwaymusicals. Filmdebuut als contractspeler van Paramount in de hoofdrol van The Atomic City (Jerry Hopper, 1952). Tot Barry's overige films behoren Alaska Seas (Hopper, 1954), Red Garters (George Marshall, 1954), Naked Alibi (Hopper, 1954), Soldier of Fortune (Edward Dmytryk, 1955),The Purple Mask (H. Bruce Humberstone, 1955), The Houston Story (William Castle, 1956), Back from Eternity (John Farrow, 1956), China Gate (Samuel Fuller, 1957), The 27th Day (William Asher, 1957), Forty Guns (Fuller, 1957), Thunder Road (Arthur Ripley, 1958) en Guyana: Crime of the Century (René Cardona Jr., 1979).

Val Avery


Sharky's Machine
85, New York, 12 december, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans bijrolacteur, pseudoniem van Sebouh Der Abrahamian. Zoon van een Armeense revolutionair leider. Vooral bekend door zijn rollen in films van regisseur John Cassavetes: Too Late Blues (1961), Faces (1968), Minnie and Moskowitz (1971), The Killing of a Chinese Bookie (1976) en Gloria (1980). Filmdebuut tegenover Humphrey Bogart in The Harder They Fall (Mark Robson, 1956). Speelde bij elkaar in een honderdtal films,veelal als schurk of zware jongen aan de goede zijde van de wet. Onder meer in Edge of the City (Martin Ritt, 1957), Last Train from Gun Hill (John Sturges, 1959), The Magnificent Seven (Sturges, 1960), Requiem for a Heavyweight (Ralph Nelson, 1962), Hud (Ritt, 1963), The Hallelujah Trail (Sturges, 1965), Nevada Smith (Henry Hathaway, 1966), Hombre (Ritt, 1967), Gli intoccabili/Machine Gun McCain (Giuliano Montaldo, 1969), The Anderson Tapes (Sidney Lumet, 1971), Black Caesar (Larry Cohen, 1973), Papillon (Franklin J. Schaffner, 1973), The Laughing Policeman (Stuart Rosenberg, 1973), Russian Roulette (Lou Lombardo, 1975), Let's Do It Again (Sidney Poitier, 1975), Lucky Lady (Stanley Donen, 1976), Harry and Walter Go to New York (Mark Rydell, 1976), Heroes (Jeremy Paul Kagan, 1977), Up in Smoke (Lou Adler, 1978), Love and Bullets (Rosenberg, 1979), The Wanderers (Phil Kaufman, 1979), The Amityville Horror (Rosenberg, 1979), Brubaker (Rosenberg, 1980), The Chosen (Kagan, 1981), Continental Divide (Michael Apted, 1981), Sharky's Machine (Burt Reynolds, 1981), Jinxed! (Don Siegel, 1982), The Sting II (Kagan, 1983), The Pope of Greenwich Village (Rosenberg, 1984), Cobra (George Pan Cosmatos, 1986), Donnie Brasco (Mike Newell, 1997) en Blueberry (Jan Kounen, 2004).


Met Gena Rowlands in Minnie and Moskowitz

06 december 2009

Thierno Faty Sow


Bij de begrafenis van Ousmane Sembène, juni 2007
67, Dakar, 6 december, natuurlijke dood

Senegalees regisseur en acteur. Co-regisseur en dialoogschrijver van de film over Afrikaanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog Camp de Thiaroye (Ousmane Sembène, 1988), waarvoor zij samen de Grote Juryprijs in Venetië wonnen. Regisseerde films vanaf 1970 (La journée de Djibril N'Diaye), gevolgd door L'option (1974) en L'oeil (1981). Acteur in verschillende films, zoals Guelwaar (Sembène, 1992).


05 december 2009

Vjatsjeslav (Vasiljevitsj) Tichonov


Vojna i mir
81, Moskou, 4 december, doodsoorzaak onbekend

Russisch acteur. Speelde onder meer prins Andrej Bolkonski in Oorlog en vrede/Vojna i mir (Sergej Bondartsjoek, 1967) en een oude man in Burnt by the Sun/Oetomljonnyje solntsem (Nikita Michalkov, 1994). Beide films wonnen de Oscar voor beste niet-Engelstalige film. 'Kunstenaar van de USSR' (1974) en 'Held van de Socialistische Arbeid' (1982) studeerde af als acteur aan de Moskouse filmschool VGIK (1950). Filmdebuut in Molodaja gvardija/The Young Guard (Sergei Gerassimov, 1948). Gespecialiseerd in het spelen van aristocraten, intellectuelen en officieren. Onder meer in Delo bylo v Penkove/It Happened in Penkovo (Stanislav Rostotski, 1954), Dozjivjom do ponedelnika/We'll Live 'till Monday (Rostotski, 1968) en Beljy Bim, tsjornoje oecho/White Bim, Black Ear (Rostotski, 1977; Oscarnominatie beste buitenlandse film). Gescheiden van actrice Nonna Mordjoekova.


03 december 2009

Richard Todd


90, Grantham (graafschap Lincolnshire), 3 december, kanker

In Ierland geboren Engels steracteur. Oscarnominatie voor de hoofdrol tegenover Ronald Reagan in de Hollywoodproductie The Hasty Heart (Vincent Sherman, 1949), die hij eerder met succes in het theater had gespeeld. Filmdebuut, na enige figuratie eind jaren dertig, iets eerder in hetzelfde jaar, in de hoofdrol van For Them that Trespass (Alberto Cavalcanti, 1949). Opvallend aanwezig in Stage Fright (Alfred Hitchcock, 1950), de titelrol van Rob Roy, the Highland Rogue (Harold French, 1953), het oorlogsepos The Dam Busters (Michael Anderson, 1955) en The Longest Day (aandeel van Ken Annakin, 1962). Voorts onder meer in Lightning Strikes Twice (King Vidor, 1951), de titelrol in The Story of Robin Hood and His Merrie Men (Annakin, 1952), The Sword and the Rose (Annakin, 1953), tegenover Jeanne Moreau in Secrets d'alcôve (episode van Henri Decoin, 1954), A Man Called Peter (Henry Koster, 1955), als Sir Walter Raleigh tegenover Bette Davis' koningin Elizabeth I in The Virgin Queen (Koster, 1955), Marie-Antoinette, reine de France (Jean Delannoy, 1956), D-Day the Sixth of June (Koster, 1956), Yangtse Incident: The Story of H.M.S. Amethyst (Anderson, 1957), Saint Joan (Otto Preminger, 1957), Chase a Crooked Shadow (Anderson, 1958), Intent to Kill (Jack Cardiff, 1958), Danger Within (Don Chaffey, 1959), tegenover Peter Sellers in Never Let Go (John Guillermin, 1960), The Long and the Short and the Tall (Leslie Norman, 1961), Le crime ne paie pas (Gérard Oury, 1962), The Boys (Sidney J. Furie, 1962), Operation Crossbow (Anderson, 1965), Dorian Gray (Massimo Dallamano, 1970), Asylum (Roy Ward Baker, 1972), The Big Sleep (Michael Winner, 1978) en House of the Long Shadows (Pete Walker, 1983). De naam van Todd circuleerde als kandidaat om James Bond te gaan spelen in Dr. No (Terence Young, 1962), voordat Sean Connery daarvoor in beeld kwam. In 1963 voorzitter van de internationale jury van het festival van Berlijn.


01 december 2009

Ramses Shaffy


76, Amsterdam, 1 december, slokdarmkanker

In Frankrijk geboren acteur, zanger, liedjesschrijver en schilder. In Neuilly-sur-Seine geboren zoon van een Egyptische diplomaat en een Pools-Russische gravin werd als kind door zijn alleenstaande en tuberculeuze moeder op de trein naar Amsterdam gezet. Daar ging hij in 1952 naar de toneelschool en werd vanaf 1955 jeune premier bij de Nederlandse Comedie. In 1960 bracht hij met zijn partner Joop Admiraal enige tijd in Rome door, in de vergeefse hoop emplooi te vinden in de Italiaanse filmindustrie. Ook richtte hij in 1964 Shaffy Chantant op, een legendarisch muzikaal theatergezelschap, waartoe ook zangeres Liesbeth List en pianist Louis van Dijk behoorden. Stralend middelpunt van het bohémienleven in Amsterdam van de jaren zestig, ampel gedocumenteerd in het met een Gouden Kalf bekroond portret Ramses (Pieter Fleury, 2002). Die documentaire bevat ook een door Louis van Gasteren gedraaide scène, waarin een opgetogen Shaffy midden jaren zestig zijn Nederlands paspoort in ontvangst neemt. Die was aanvankelijk bedoeld voor een andere documentaire, Hans - Het leven voor de dood (Van Gasteren, 1983), waarin Shaffy een sleutelrol vertolkt.


Maakte zijn speelfilmdebuut in De zaak M.P .(Bert Haanstra, 1960). Hoofdrollen in films als Liefdesbekentenissen (Wim Verstappen, 1967), De verloedering van de Swieps (Erik Terpstra, 1967), Een vreemde vogel (Lennaert Nijgh, 1969) en de flops Nitwits (Nikolai van der Heyde, 1987) en Nachtvlinder (Herman van Veen, 1999). Kleinere rollen speelde Shaffy in Kind van de zon (René van Nie, 1975), Cha-Cha (Herbert Curiël, 1979), Op hoop van zegen (Guido Pieters, 1986) en De nietsnut/Identikit (Ab van Ieperen, 1992). Hoofdrol in de korte experimentele film Schermerhoorn (Mattijn Seip, 1966), die controversieel was wegens de als pedoseksueel ervaren inhoud. In 2002 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.