Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Nederlands zangeres en
juriste. Was in 1957 de tweede winnares van het Eurovisie songfestival, met het
door Guus Jansen en Willy van Hemert geschreven Net als toen. Deed opnieuw mee in 1958 (Heel de wereld) en scoorde in de jaren 60 hits met Nederlandstalige
covers van onder meer Edith Piaf, Charles Aznavour en Frank Sinatra. Begon op
42-jarige leeftijd aan een rechtenstudie, werd advocaat in Breda en later
rechter in ’s-Hertogenbosch. Trad op in de eerste Nederlandse speelfilm in
kleur, Jenny (Van Hemert, 1958). Gescheiden
van drummer Cees See en revueproducent René Sleeswijk.
Engels
acteur en regisseur. Kwam na een opleiding in Oxford en ruime ervaring als
theater- en televisieregisseur in 1965 naar België en Nederland, waar hij onder
meer stukken regisseerde voor het Brusselse Théâtre de Poche en Théâtre
National de Belqique en toneelgroep Globe in Eindhoven. Speelde ook in talloze
Nederlandse en internationale filmproducties, te beginnen met de korte film Festival of Love (Wim Verstappen, 1966).
Daarna in de thriller Obsessions/Bezeten
– Het gat in de muur (Pim de la Parra, 1969), Rubia’s Jungle (De la Parra, 1970), Lifespan (Alexander Whitelaw, 1975), Max Havelaar (Fons Rademakers, 1976), Barocco (André Téchiné, 1976), Het
debuut (Nouchka van Brakel, 1977), Une
page d’amour (Maurice Rabinowicz, 1978), als aborteur in De mantel der liefde (Adriaan Ditvoorst,
1978), Mysteries (Paul de Lussanet,
1978), Les sœurs Brontë (Téchiné,
1979), Twee vrouwen/Twice a Woman (George
Sluizer, 1979),
La mémoire courte (Eduardo
de Gregorio, 1979), Een vrouw tussen hond
en wolf (André Delvaux, 1979), Gossamer
(top-billed; Anton Kothuis, 1980), Een
vlucht regenwulpen (Ate de Jong, 1981), Het
meisje met het rode haar (Ben Verbong, 1981), De schorpioen (Verbong, 1984), De
Dream (Pieter Verhoeff, 1985), Pervola,
sporen in de sneeuw (Orlow Seunke, 1985), Blonde Dolly (Gerrit van Elst, 1987), Zoeken naar Eileen (Rudolf van den Berg, 1987), de gespeelde
documentaire Victim of the Brain (Piet
Hoenderdos, 1988), De kassière (Verbong,
1989), Vincent & Theo (Robert
Altman, 1990), Luba (Alejandro
Agresti, 1990), Everybody Wants to Help
Ernest (Agresti, 1991), Modern Crimes
(Agresti, 1992), De drie beste dingen
in het leven (Ger Poppelaars, 1992), Hoffman’s
honger (Leon de Winter, 1993), Between
the Devil and the Deep Blue Sea (Marion Hänsel, 1995), The Commissioner (Sluizer, 1998), Het 14e kippetje (Hany Abu-Assad, 1998), Madelief: Krassen in het tafelblad (Ineke
Houtman, 1998), Farewell Pavel (top-billed;
Rosemarie Blank, 1999), An Amsterdam Tale
(Dorna van Rouveroy, 1999), het tv-drama De zeven deugden: Wodan (Norbert ter Hall, 1999), de telefilm De ordening (Pieter Kuijpers, 2003), de
Italiaanse korte film Lukas (top-billed;
Alessandro Nico Savino, 2005), Oorlogsrust
(Doesjka van Hoogdalem, 2006), Dennis
P. (Kuijpers, 2007) en de korte films X-Ray
Eyes (trailer voor IDFA; Mike van Diem, 2005), The Old
Windmill Shop (top-billed; Pieter-Rim de Kroon, 2006), La tristesse riche (Erwin Olaf, 2010) en de eindexamenfilm The Space between Us (Marc S.
Nollkaemper, 2015). Vertaalde twee originele scenario’s van Wim T. Schippers in
het Engels, Cross Now (Andrew Wilson,
1977) en Ramp Ahead (Schippers,
1980). Levenspartner van casting director Hans Kemna.
Frans
actrice, van wie in Hollywood de naam werd gespeld als LeBeau. Laatst
overlevende acteur uit de Hollywoodklassieker Casablanca (Michael Curtiz, 1942), waarin ze Yvonne, de Franse
maîtresse van Humphrey Bogart, speelde en de Marseillaise zong - in close-up en met echte tranen. In
werkelijkheid was ze op 16-jarige leeftijd (1939) getrouwd met de 24 jaar
oudere Joodse acteur Marcel Dalio (de croupier in Casablanca) met wie ze op een vervalst Chileens paspoort via
Portugal, Mexico en Canada de VS had weten te bereiken.
Vooroorlogs filmdebuut
als edelfigurante in Jeunes filles en
détresse/De heilige wet (G.W. Pabst, 1939). Eerste Hollywoodrolletje in Hold Back the Dawn (Mitchell Leisen,
1941). Vervolgens tegenover Errol Flynn in de boksfilm Gentleman Jim (Raoul Walsh, 1942), in Paris after Dark (Léonide Moguy, 1943) en Music for Millions (Henry Koster, 1944). Het huwelijk met Dalio
strandde in 1942 en Lebeau keerde terug naar Europa, waar ze onder meer te zien
was in Les chouans (Henri Calef,
1947), Le secret de Monte-Cristo (Albert
Valentin, 1948), het Engelse Cage of Gold
(Basil Dearden, 1950), Et moi j’te
dis qu’elle t’a fait d’l’œil (hoofdrol; Maurice Gleize, 1950), als
prostituee in Dupont Barbès (top-billed;
Henri Lepage, 1951), Paris chante
toujours! (Pierre Montazel, 1951), Fortuné
de Marseille (Lepage en Pierre Méré, 1952), L’étrange amazone (top-billed; Jean Vallée, 1953), Mandat d’amener (Pierre-Louis, 1953), Légère et court vêtue (top-billed,tegenover Louis de Funès; Jean
Laviron, 1953), Cadet Rousselle (André
Hunebelle, 1954), Napoléon (Sacha
Guitry, 1955), het Spaanse La pícara
molinera (Léon Klimovsky, 1955), Le
pays d’où je viens (Marcel Carné, 1956), tegenover Brigitte Bardot in Une parisienne (Michel Boisrond, 1957),
in de allstar-cast van La vie à deux (Clément
Duhour, 1958), Vous n’avez rien à
déclarer? (Duhour, 1959) en Le chemin
des écoliers (Boisrond, 1959). In 8 ½
(Federico Fellini, 1963), mede geschreven door haar latere echtgenoot
Tullio Pinelli, speelde Lebeau ‘de Franse actrice Madeleine’. Daarna in de
paellawestern Desafío en Río Bravo/Duel
at Rio Bravo (Tulio Demicheli, 1964), als ‘la grande demoiselle’ in Angélique Marquise des Anges/Angelique,
keizerin der engelen (Bernard Borderie, 1964) en La vuelta (José Luis Madrid, 1965).