Amerikaans
regisseur en fotograaf, voluit Rollin Augustus Daniel III. Vanaf 1979 regisseur
van afleveringen van tv-series. Drie Emmy-nominaties voor de serie WKRP in Cincinnati (1978). Bioscoopdebuut met de succesvolle low-budget genrefilm Teenwolf (1985), met Michael J. Fox als
een basketballende weerwolf. Daarna maakte Daniel de bovennatuurlijke komedie Like Father, Like Son (met Dudley Moore;
1987), K-9 (over een politiehond;
1989), de komedie The Super (met Joe
Pesci; 1991) en de vervolgfilm Beethoven’s
2d (weer met honden; 1993). Daarna weer uitsluitend televisie, bij
voorbeeld Home Alone 4 (2002). Vietnamveteraan met een grote passie voor fotografie had geen hoge pet op van zijn eigen werk in Hollywood. Hij zei eens in een interview dat hij er zelf nooit een kaartje voor zou kopen.
Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
16 april 2016
02 april 2016
Gato Barbieri
Argentijns
alt- en tenorsaxofonist, klarinettist, bandleader en jazzcomponist, eigenlijk
Leandro José Barbieri. Speelde in de jaren 50 samen met de eveneens Argentijnse
pianist en latere filmcomponist Lalo Schifrin, daarna onder meer in Rome met
trompettist Don Cherry. Zijn muziek was onder meer te horen in Prima della rivoluzione (Bernardo
Bertolucci, 1964) en als componist van de soundtrack van de Argentijnse
producties Dar la cara (José A. Martínez
Suárez, 1962) en El perseguidor (naar
Julio Cortázar; Osias Wilenski, 1965). Werd een wereldster door zijn zwoele,
meeslepende soundtrack voor de controversiële, in veel landen verboden film Ultimo tango a Parigi/Last Tango in Paris (met
Marlon Brando en Maria Schneider; Bertolucci, 1972), onder meer hergebruikt in Je, tu, il, elle (Chantal Akerman, 1974)
en Eat Pray Love (Ryan Murphy, 2010).
Het succes leverde Barbieri ook een platencontract op bij A&M Records. Hij schreef voor nog enkele films de soundtrack: de documentaire Appunti per un’ orestiade africana (Pier Paolo Pasolini,1970), het Braziliaanse O rei dos milagres (Joel Barcellos, 1971) en Na boca da noite (Walter Lima Jr, 1971), het Argentijnse La guerra del cerdo/Diary of a Pig War (Leopoldo Torre Nilsson, 1975), de internationale actiefilm Firepower (met Sophia Loren; Michael Winner, 1979), Strangers Kiss (een speelfilm over de totstandkoming van Stanley Kubricks Killer’s Kiss; Matthew Chapman, 1983),
Manhattan by Numbers (Amir Naderi, 1993) en de Duitse productie Seven Servants (met Anthony Quinn; Daryush Shokof, 1996), die op het festival van Locarno in première ging. Speelde saxofoonsolo in L’harem (Marco Ferreri, 1967) en Diario di un vizio (Ferreri, 1994). Gastrol in La patota (Daniel Tinayre, 1960), een van de hoofdpersonen in de muziekdocumentaire over latin jazz Calle 54 (Fernando Trueba, 2000).
Abonneren op:
Posts (Atom)