Belgisch
actrice, soms als Martha Dewachter. Maakte deel uit van het gezelschap van de
Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS) in Antwerpen en speelde veel
televisierollen, bij voorbeeld als Rozelien in Wij, Heren van Zichem (Maurits Balfoort, 1969) en als pastoorsmeid
in Merijntje Gijzens jeugd (Bram van
Erkel, 1973). Drie speelfilms: Het meisje
en de madonna (Edith Kiel, 1958), als boerin in Louisa, een woord van liefde (Paul Collet en Pierre Drouot, 1972)
en De Witte van Sichem/De Witte
(opnieuw als Rozelien; Robbe de Hert, 1980).
Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
31 maart 2016
14 maart 2016
Sir Peter Maxwell Davies
Engels
componist en dirigent. Schreef talrijke opera’s, symfonieën, koorwerken,
concerten, kamermuziek enz. Stond aanvankelijk sterk onder invloed van
Schönberg. Twee originele soundtracks voor films van Ken Russell: The Devils (1971) en The Boyfriend (samen met Peter
Greenwell; 1971); de laatste soundtrack bezorgde Maxwell Davies en Greenwell
een Oscarnominatie.
Zijn opera Miss Donnithorne’s Maggot werd bewerkt tot een gelijknamige korte film (Peter Richardson, 2012). Zijn ecologisch geïnspireerde pianowerk Farewell to Stromness (1980) maakte deel uit van de soundtracks van Forever Young (David Drury, 1983) en I’m Still Here (Casey Affleck, 2010). Trok zich terug op de Orkneys. In 1987 tot ridder geslagen.
10 maart 2016
Sir Ken Adam
In
Duitsland geboren Engels production designer, eigenlijk Klaus Hugo Adam. Geridderd in 2003. Werd
vooral bekend door zijn werk voor veel van de eerste James Bond-films, Won een
Oscar voor de art direction van de kostuumfilms Barry Lyndon (Stanley Kubrick, 1975) en The Madness of King George (Nicholas Hytner, 1994). Daarnaast
Oscarnominaties voor Around the World in
Eighty Days (Michael Anderson, 1956), The
Spy Who Loved Me (Lewis Gilbert, 1977) en Addams Family Values (Barry Sonnenfeld, 1993). Vluchtte met zijn
Joodse familie in 1934 naar Engeland, waar hij later de Britse nationaliteit
verwierf. Een van de drie oorspronkelijk Duitse RAF-piloten tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Begon na de oorlog als schetstekenaar in de filmindustrie. Eerste
zelfstandige credit als art director voor Soho
Incident (Vernon Sewell, 1956) en als production designer voor Night of the Demon (Jacques Tourneur,
1957).
Tekende onder veel meer voor de vormgeving van The Angry Hills (Robert Aldrich, 1959), The Rough and the Smooth (Robert Siodmak, 1959), The Trials of Oscar Wilde (Ken Hughes, 1960), Sodom and Gomorrah (Aldrich, 1962), Dr. No (Terence Young, 1962), In the Cool of the Day (Robert Stevens, 1963), Dr. Strangelove, or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb (Kubrick, 1964), Woman of Straw (Basil Dearden, 1964), Goldfinger (Guy Hamilton, 1964), The Ipcress File (Sidney J. Furie, 1965) en het vervolg Funeral in Berlin (Hamilton, 1966), Thunderball (Young, 1965), You Only Live Twice (Gilbert, 1967),
Chitty Chitty Bang Bang (Hughes, 1969), Goodbye, Mr. Chips (Herbert Ross, 1969), The Owl and the Pussycat (als visual supervisor; Ross, 1970), het deels in Amsterdam opgenomen Diamonds Are Forever (Hamilton, 1971), Sleuth (Joseph L. Mankiewicz, 1972), The Last of Sheila (Ross, 1973), de edelporno Salon Kitty (Tinto Brass, 1976), The Seven-Per-Cent Solution (Ross, 1976), Moonraker (Gilbert, 1979), Pennies from Heaven (als visual consultant; Ross, 1981), King David (Bruce Beresford, 1985), Agnes of God (Norman Jewison, 1985), Crimes of the Heart (Beresford, 1986), The Deceivers (Nicholas Meyer,1988), Dead Bang (John Frankenheimer, 1989), The Freshman (Andrew Bergman, 1990), The Doctor (Randa Haines, 1991), Company Business (Meyer, 1991), Undercover Blues (Ross, 1993), Boys on the Side (Ross, 1995), Bogus (Jewison, 1996), In & Out (Frank Oz, 1997), The Out-of-Towners (Sam Weisman, 1999) en Taking Sides (István Szabó, 2001). Lid van de jury van de festivals in Cannes (1980) en Berlijn (1999). Schonk zijn enorme archief in 2012 aan de Deutsche Kinemathek in Berlijn.
Keith Emerson
Engels
toetsenist en componist. Medeoprichter van de legendarische rockgroepen The
Nice en Emerson, Lake & Palmer. Pionier in het gebruik van de
Moog-synthesizer. Schreef ook soundtracks voor film en televisie: Inferno (Dario Argento, 1980), Nighthawks (Bruce Malmuth, 1981), Murderock – Uccide a passo di danza (Lucio
Fulci, 1984), Best Revenge (John
Trent, 1984), La chiesa (Michele
Soavi, 1989) en Gojira: fainaru
uozu/Godzilla: Final Wars (als Kisu Emason; Ryuhei Kitamura, 2004). Postuum
zal uitkomen de documentaire Emerson:
Pictures of an Exhibitionist (Jason Woodford, 2016).
Abonneren op:
Posts (Atom)