Filmkenner Hans Beerekamp verzamelt op deze site informatie over mensen die alleen nog te bewonderen zijn door hun bijdrage aan het eeuwige filmscherm.
Amerikaans bijrolacteur. Onder meer in The Sting (George Roy Hill, 1973), Slap Shot (Hill, 1977), The Island (Michael Ritchie, 1980), Ghost Story (John Irvin, 1981), Tin Men (Barry Levinson, 1987), The Untouchables (Brian De Palma, 1987), Dead Bang (John Frankenheimer, 1989), The Abyss (James Cameron, 1989), True Colors (Herbert Ross, 1991), Guilty by Suspicion (Irwin Winkler, 1991), The Prince of Tides (Barbra Streisand, 1991), Sister Act 2: Back in the Habit (Bill Duke, 1993) en Canadian Bacon (Michael Moore, 1995).
Amerikaans acteur. Veel televisie, met name als de politiechef Harold Dobey in de serie Starsky & Hutch (1975-79). Ook in films als The Jackie Robinson Story (Alfred E. Green, 1950), Mysterious Island (Spencer Gordon Bennet, 1950), Jungle Man-Eaters (Lee Sholem, 1954), Congo Crossing (Joseph Pevney, 1956), The Young One/La joven (Luis Buñuel, 1960), Let No Man Write My Epitaph (Philip Leacock, 1960), The Devil at 4 O'Clock (Mervyn LeRoy, 1961), Captain Sindbad (Byron Haskin, 1963), One Potato Two Potato (Larry Peerce, 1964), Synanon (Richard Quine, 1965), The Swimmer (Frank Perry, 1968), The Lost Man (Robert Alan Aurthur, 1969), The Organization (Don Medford, 1971), Hammer (Bruce D. Clark, 1972), Scream Blacula Scream (Bob Kelljan, 1973) en Bucktown (Arthur Marks, 1975).
Nederlands acteur, voluit Jacobus Carolus Gerardus Commandeur. Talloze theater- en televisierollen, bij voorbeeld de bekroonde solo naar Jan Arends' Keefman (1978) en de series De kleine waarheid (Willy van Hemert, 1971) en Wij Alexander (Rimko Haanstra,1998). Speelde ook in de bioscoopfilms Soldaat van Oranje (Paul Verhoeven, 1977), Een pak slaag (Bert Haanstra, 1979), Vroeger kon je lachen (B. Haanstra, 1983), De Anna (Erik van Zuylen, 1983), An Bloem (Peter Oosthoek, 1983), Vincent & Theo (Robert Altman, 1990), De noorderlingen (Alex van Warmerdam, 1992), De drie beste dingen in het leven (Ger Poppelaars, 1992), Oude Tongen (Gerardjan Rijnders, 1994), De flat (Ben Verbong, 1994), De jurk (Van Warmerdam, 1996), Dying to Go Home/Mortinho por chegar a casa (Carlos da Silva en George Sluizer, 1996), Somberman's aktie (Casper Verbrugge, 2000), Oorlogsrust (Doesjka van Hoogdalem, 2006) en Bride Flight (Ben Sombogaart, 2008), alsmede in de korte films Duizend zielen (R. Haanstra, 1977), Fabrieksarbeid '80 (Floor Kooij voor het Amsterdams Stadsjournaal, 1980), Wie aus weiter Ferne (Eric Oosthoek, 1994), Dear... (Ansuya Blom, 1998) en Duinzicht boven (Rijnders, 1999). Acteur en stem in de korte animatiefilm Haast een hand (Jacques Overtoom, Peter Sweenen en Gerrit van Dijk, 1983).
Frans bijrolacteur. Onder meer in Mille millards de dollars (Henri Verneuil, 1982), Marion (Manuel Poirier, 1997) en Swimming pool (François Ozon, 2003).
Frans regisseur en scenarioschrijver. Regisseerde vijf lange films: Un type comme moi ne devrait jamais mourir (1976), Plus ça va, moins ça va (1977), Un assassin qui passe (1981), Un dimanche de flic (1983) en Spécial police (1985). Schreef behalve zijn eigen films ook Lily, aime-moi (Maurice Dugowson, 1975).
87, Los Angeles, 25 december, gevolgen van aantal beroertes
Amerikaans filmactrice, pseudoniem van Bernice Lyon. Ster als femme fatale in de film noir Detour (Edgar G. Ulmer, 1945). Debuteerde als contractspeler van Columbia in One Dangerous Night (Michael Gordon, 1943). Onder meer in After Midnight with Boston Blackie (Lew Landers, 1943), The More the Merrier (George Stevens, 1943), Passport to Suez (André De Toth, 1943), Scared Stiff (Frank McDonald, 1945), Midnight Manhunt (William C. Thomas, 1945), Apology for Murder (Sam Newfield, 1945), The Last Crooked Mile (Philip Ford, 1946), Renegade Girl (William Berke, 1946), tegenover Johnny Weissmuller in Jungle Jim in Pygmy Island (Berke, 1950), Pier 23 (Berke, 1951) en Woman They Almost Lynched (Allan Dwan, 1953). Speelde op gevorderde leeftijd gastrollen in Fire with Fire (Duncan Gibbins, 1986) en My Winnipeg (Guy Maddin, 2007). Ook in de documentaire The Man Off-Screen (Michael Palm, 2004) over Edgar G. Ulmer.
Amerikaans zangeres en actrice, geboren als Eartha Mae Keith. Haar indiaans-Afrikaanse moeder uit South Carolina was verkracht door een blanke planter en gaf het kind weg. Vanaf haar 9de in Harlem, viel op door nasale zangstem. Was al een succesvol performer, toen ze debuteerde met de hoofdrol tegenover Sidney Poitier in The Mark of the Hawk (Michael Audley, 1957). Speelde onder meer in St. Louis Blues (Allen Reisner, 1958), Anna Lucasta (Arnold Laven, 1959), Synanon (Richard Quine, 1965), Up the Chastity Belt (Bob Kellett, 1971), Friday Foster (Arthur Marks, 1975), Erik the Viking (Terry Jones, 1989), Boomerang (Reginald Hudlin, 1992), Fatal Instinct (Carl Reiner, 1993) en Holes (Andrew Davis, 2003), Vertolkte The Catwoman in de televisieserie Batman (1967-68). Protesteerde in 1968 bij een lunch op het Witte Huis met de echtgenote van president Johnson tegen de Vietnamoorlog en werd daarna door Hollywood in de ban gedaan, tot een rehabilitatie in 1977 door president Carter. Janet Jackson vertelde in verschillende interviews graag de hoofdrol te willen spelen in een filmbiografie van Kitt.
Engels toneel- en scenarioschrijver en acteur. Winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur 2005. Aanvankelijk acteur, debuteerde als toneelschrijver in 1959. Zijn vervreemdende theaterteksten definieerden een genre en werden vaak verfilmd, veelal in een eigen scenariobewerking: The Caretaker/De huisbewaarder (Clive Donner, 1963), The Birthday Party (William Friedkin, 1968), The Homecoming (Peter Hall, 1973) en Betrayal (Oscarnominatie; David Jones, 1983). Zelf adapteerde hij werk van Robin Maugham - The Servant (Joseph Losey, 1963) - , Penelope Mortimer - The Pumpkin Eater (Jack Clayton, 1964) -, Trevor Dudley Smith - The Quiller Memorandum (Michael Anderson, 1966) - , Nicholas Mosley - Accident (Losey, 1967) - , L.P. Hartley - The Go-Between (Gouden Palm; Losey, 1970) - , F. Scott Fitzgerald - The Last Tycoon (Elia Kazan, 1976) - , John Fowles - The French Lieutenant's Woman (Oscarnominatie; Karel Reisz, 1981) - , Russell Hoban - Turtle Diary (John Irvin, 1985) - , Fred Uhlman - Reunion (Jerry Schatzberg, 1989) - , Margaret Atwood - The Handmaid's Tale (Volker Schlöndorff, 1990) - , Ian McEwan - The Comfort of Strangers/Cortesie per gli ospiti (Paul Schrader, 1990) - , Franz Kafka - The Trial/Het proces (David Jones, 1993) - en Anthony Shaffer - Sleuth (Kenneth Branagh, 2007) - . Regisseerde enkele tv-films en een verfilming van Simon Gray's stuk Butley (1974). Acteerde in de jaren vijftig in het theater onder de naam David Baron en later in films als The Tamarind Seed (Blake Edwards, 1974), Mansfield Park (Patricia Rozema, 1999) en The Tailor of Panama (John Boorman, 2001). Op hoge leeftijd militant activist tegen de Amerikaans-Britse inval in Irak.
Fragment uit The Caretaker met Donald Pleasence en Alan Bates
Duits acteur. Internationaal vooral bekend door de hoofdrol van Sepp, de burgemeester, in de zeer succesvolle seksklucht Liebesgrüße aus der Lederhose/Vrolijke ontucht in Tirol (Franz Marischka, 1973) en vijf vervolgfilms. Ook in vergelijkbaar softpornowerk als Die Stoßburg (tegenover John Kraaykamp; Marischka, 1973), Vergiss beim Sex die Liebe nicht: Der neue Schulmädchenreport 13. Teil (Walter Boos, 1980) en Die liebestollen Lederhosen/Laat die Tirolers maar schuiven (Ernst W. Kalinke, 1982), alsmede verschillende afleveringen in de serie Laß jucken, Kumpel.
Amerikaans toneel- en scenarioschrijver. Bewerkte onder meer Miguel Cervantes' Don Quixote tot de musical Man of La Mancha en het script van de gelijknamige film, een kolossale flop (Arthur Hiller, 1972). Ook lag zijn toneelbewerking van Ken Keseys One Flew over the Cuckoo's Nest mede ten grondslag aan de filmversie (Milos Forman, 1975). Schreef de scripts van The Vikings (Richard Fleischer, 1958), Quick Before It Melts (Delbert Mann, 1964), Mister Buddwing (Mann, 1966) en A Walk with Love and Death (naar roman van de oorspronkelijk Nederlandse Hans Koningsberger; John Huston, 1969).
Amerikaans regisseur. Oscarnominatie voor het anti-racistische To Kill a Mocking Bird (1962); van de in totaal acht nominaties won de film er drie. Debuteerde na ampele ervaring in televisiedrama met de biografie van honkballer Jimmy Piersall, Fear Strikes Out (1957). Specialist in kwaliteitsdrama's met een vaak liberale ondertoon. Onder meer The Rat Race (1960), The Great Impostor (1961), Come September (1961), The Spiral Road (1962), Love with the Proper Stranger (1963), Baby the Rain Must Fall (1965), Inside Daisy Clover (1965), Up the Down Staircase (1967), The Stalking Moon (1968), Summer of '42 (1971), The Other (1972), Bloodbrothers (1978), Same Time, Next Year (1978), Clara's Heart (1988) en The Man in the Moon (1991). Broer van acteur Richard Mulligan.
Engels schrijver, dichter en journalist. Bewerkte zijn eigen toneelstuk tot het scenario van Man Friday (Jack Gold, 1975) en bewerkte Peter Weiss' stuk Marat/Sade (Peter Brook, 1967). Schreef het commentaar bij de documentaire The Body (Roy Battersby, 1970). Speelde een rol in de Australische speelfilm Celia (Ann Turner, 1988).
Duits actrice, bijgenaamd Die Perle der Rurhgebiet. Speelde in het Bochumer Schauspielhaus, in vele televisieproducties en in films als Die Zärtlichkeit der Wölfe (Ulli Lommel, 1973), Zündschnüre (Reinhard Hauff, 1974), Die Abfahrer (Adolf Winkelmann, 1978), Lena Rais (Christian Rischert, 1979), Jede Menge Kohle (Winkelmann, 1981), Super (Winkelmann, 1984), Die zweite Heimat - Chronik einer Jugend (Edgar Reitz, 1993), Männerpension (Detlev Buck, 1996) en Das erste Semester (Uwe Boll, 1997).
Amerikaans acteur. Speelde in een aantal afleveringen in het laatste seizoen van de tv-serie The Sopranos (2006) Johnny Cakes, de homoseksuele minnaar van Vito Spatafore. Ook bijrollen in de films Black Rain (Ridley Scott, 1989), Last Exit to Brooklyn (Uli Edel, 1989), Die Hard 2 (Renny Harlin, 1990), The Hard Way (John Badham, 1991), Billy Bathgate (Robert Benton, 1991), Manhattan Murder Mystery (Woody Allen, 1993), Kiss of Death (Barbet Schroeder, 1995), Celebrity (Allen, 1998) en Doubt (John Patrick Shanley, 2008).
Engels komisch acteur, eigenlijk John Roberton. Speelde in acht films uit de Carry On-serie, van Carry On Matron (Gerald Thomas, 1972) tot Carry On Columbus (Thomas, 1992).
Amerikaans bijrolacteur. Onder meer in The Warriors (Walter Hill, 1979), Four Friends (Arthur Penn, 1981), Broadway Danny Rose (Woody Allen, 1984), Crocodile Dundee (Peter Faiman, 1986), The Last Temptation of Christ (Martin Scorsese, 1988), Next of Kin (John Irvin, 1989), Oscar (John Landis, 1991), The Cable Guy (Ben Stiller, 1996) en Henry Fool (Hal Hartley, 1997).
Amerikaans acteur, broer van de acteurs Timothy en Joseph Bottoms. Vooral bekend geworden als de surfende militair Lance Johnson in Apocalypse Now (Francis Ford Coppola, 1979). Debuteerde tegenover zijn broer Timothy in The Last Picture Show (Peter Bogdanovich, 1971). Ook in Zandy's Bride (Jan Troell, 1974), The Outlaw Josey Wales (Clint Eastwood, 1976), Bronco Billy (Eastwood, 1980), Gardens of Stone (Coppola, 1987) en Seabiscuit (Gary Ross, 2003).
Zuid-Koreaans theaterregisseur en acteur. Speelde de hoofdrol in de in 2007 in Rotterdam vertoonde speelfilm Driving with My Wife's Lover/Ane-eui aein-eul mannada (Kim Tai-sik, 2006).
Niet-ondertitelde trailer van Driving with My Wife's Lover
Frans actrice, pseudoniem van Christiane Pelleterat de Borde. Speelde na debuut in Olivia (Jacqueline Audry, 1950) ingénue-rollen in enkele Franse en internationale producties: tegenover Tino Rossi in Paris chante toujours (Pierre Montazel, 1951), Un caprice de Caroline Chérie (Jean Devaivre, 1952), Cadet-Rousselle (André Hunebelle, 1954), Una donna libera (Vittorio Cottafavi, 1954), L'affaire des poisons (Henri Decoin, 1955), Don Juan (John Berry, 1956), Die Drei von der Tankstelle/Le chemin du paradis (Willi Forst, 1956), Les collégiennes (Hunebelle, 1957), A Certain Smile (Jean Negulesco, 1958), Mardi Gras (tegenover Pat Boone; Edmund Goulding, 1958), A Private's Affair (Raoul Walsh, 1959) en I Deal in Danger (Walter Grauman, 1966). Een van de zes scenarioschrijvers van La cage aux folles 3: 'Elles' se marient (Georges Lautner, 1985). Getrouwd met acteur Philippe Nicaud.
Duits acteur. Internationaal vooral bekend door zijn titelrol in 281 afleveringen van de Krimi-serie Derrick (1974-98).Daarvoor al een ervaren theater-, televisie- en filmacteur, bijvoorbeeld in Wir Wunderkinder (Kurt Hoffmann, 1958), als Douglas Fairbanks in het Edgar Wallace-avontuur Der Hund von Blackwood Castle (Alfred Vohrer, 1968), Der Gorilla von Soho (Vohrer, 1969), Der Mann mit dem Glasauge (Vohrer, 1969), Inspektor Perrak greift ein/Hard Women (Vohrer, 1970), Der Teufel kam aus Akasava (Jesus Franco, 1971), Und Jimmy ging zum Regenbogen (Vohrer, 1971), Der Kapitän (Hoffmann, 1971), Sie tötete in Ekstase (Franco, 1971) en Der Totesrächer von Soho (Franco, 1972). Ook leende Tappert zijn stem aan de animatiefilm Derrick - Die Pflicht ruft! (Michael Schaack, 2004).
Horst Tappert (Gérard Courant, 1987), stille film.
Engels actrice, geboren als Minnie Higginbottom. Veel televisie, waaronder de series Coronation Street (1973-75) en Last of the Summer Wine (1973-2008). Films: A Kind of Loving (John Schlesinger, 1962), The Dresser (Peter Yates, 1983), Little Dorrit (Christine Edzard, 1988) en Mary Reilly (Stephen Frears, 1996).
Amerikaans filmacteur, pseudoniem van Charles Van Dell-Johnson. Had net een zevenjarig contract met MGM getekend, toen hij in 1942 slachtoffer werd van een auto-ongeval. De metalen plaat in zijn hoofd behoedde Johnson voor dienst overzee, maar hij vervulde wel veel vacatures van militair actieve Hollywooodsterren. Eerste sprekende rol in Murder in the Big House (B. Reeves Eason, 1942). Onder veel meer in The Human Comedy (Clarence Brown, 1943), Madame Curie (Mervyn LeRoy, 1943), A Guy Named Joe (Victor Fleming, 1943), Two Girls and a Sailor (Richard Thorpe, 1944), The White Cliffs of Dover (Brown, 1944), Thirty Seconds over Tokyo (LeRoy, 1944), Thrill of a Romance (Thorpe, 1945), Week-End at the Waldorf (Robert Z. Leonard, 1945), Easy to Wed (Edward Buzzell, 1946), Till the Clouds Roll By (Richard Whorf, 1946), State of the Union (Frank Capra, 1948), Command Decision (Sam Wood, 1948), In the Good Old Summertime (Leonard, 1949), Battleground (William A. Wellman, 1949), The Big Hangover (Norman Krasna, 1950), Duchess of Idaho (Leonard, 1950), Three Guys Named Mike (Charles Walters, 1951), Go for Broke! (Robert Pirosh, 1951), Plymouth Adventure (Brown, 1952), Easy to Love (Walters, 1953), Siege at Red River (Rudolph Maté, 1954), The Caine Mutiny (Edward Dmytryk, 1954), Brigadoon (Vincente Minnelli, 1954), The Last Time I Saw Paris (Richard Brooks, 1954), The End of the Affair (Dmytryk, 1955), 23 Paces to Baker Street (Henry Hathaway, 1956), Action of the Tiger (Terence Young, 1957), Beyond This Place (Jack Cardiff, 1959), Wives and Lovers (John Rich, 1963), Divorce American Style (Bud Yorkin, 1967), Yours, Mine and Ours (Melville Shavelson, 1968), Concorde Affaire '79 (Ruggero Deodato, 1979) en The Purple Rose of Cairo (Woody Allen, 1985). Studiochef Louis B. Mayer was zo verbolgen over aanhoudende geruchten over een homo-affaire tussen Van Johnson en Keenan Wynn dat hij Johnson in 1947 overhaalde te trouwen met Wynns vrouw Evie, in ruil voor betere rollen en arbeidsvoorwaarden voor beide acteurs. Het huwelijk werd op dezelfde dag voltrokken als de scheiding werd uitgesproken.
85, Los Angeles, 11 december, gevolgen van een hartaanval
Amerikaanse pin-up en cultfiguur, eigenlijk Betty Mae Page. Haar beeltenis sierde in de jaren vijftig vele onder de toonbank verkochte blaadjes en smalfilms, maar werd pas echt wereldberoemd vanaf de jaren tachtig. De olijke blikken van Bettie in gestileerd sadomasochistische poses hadden haar tot een cultheldin gemaakt, een relict van voor de seksuele revolutie. Hoofdpersoon van de speelfilm The Notorious Bettie Page (Mary Harron, 2005) met Gretchen Mol in de titelrol.
Pools regisseur, overwegend van documentaires. Debuteerde met het korte portret van probleemjongeren Where the Devil Says Goodnight/Gdzie diabel mowi dobranoc (samen met Kazimierz Karabasz, 1956). Een festivalfavoriet was de korte film, eveneens in de trant van de cinéma vérité, Gypsies/People from the Wide Open/Ludzie z pustego obszaru (samen met Karabasz, 1957). Internationale prijzen wonnen de meer poëtische korte documentaires Rafts Afloat/Plyna tratwy (1962), Before the Leaves Fall/Zanim opadna liscie... (1964), The Family of Man/Rodzina czlowiecza (1966) en Energia (1967). Verfilmde een klassieke roman van Henryk Sienkiewicz, In Desert and Wilderness/W pustyni i w puszczy (1973), als kinderfilm.
63, Widecombe (graafschap Devon), 8 december, na een lange ziekte
Schots televisieregisseur. Onder meer Fawlty Towers, Are You Being Served?, Absolutely Fabulous en French & Saunders. Later ook enkele bioscoopfilms: de remake van That Darn Cat (met Christina Ricci; 1997), het vehikel voor The Spice Girls Spice World (1997) en Kevin of the North (2001).
77, Washington DC, 8 december, complicaties bij hartoperatie
Amerikaans bijrolacteur, eigenlijk Robert Joseph Porzuczek. Veel televisie, met name de serie Hill Street Blues (1984-87). Films als Thief/Violent Streets (Michael Mann, 1981), Hanky Panky (Sidney Poitier, 1982), Monsignor (Frank Perry, 1982), The Lords of Discipline (Franc Roddam, 1983), Christine (John Carpenter, 1983), The Keep (Mann, 1983), The Natural (Barry Levinson, 1984), Outrageous Fortune (Arthur Hiller, 1987), Broadcast News (James L. Brooks, 1987), Things Change (David Mamet, 1988), Gremlins 2: The New Batch (Joe Dante, 1990), Green Card (Peter Weir, 1990), Far and Away (Ron Howard, 1992), Hoffa (Danny De Vito, 1992), Last Action Hero (John McTiernan, 1993), Mrs. Doubtfire (Chris Columbus, 1993), Miracle on 34th Street (Les Mayfield, 1994), The Scarlet Letter (Roland Joffé, 1995), Dead Man Walking (Tim Robbins, 1995), The Chamber (James Foley, 1996), Mad City (Costa-Gavras, 1997) en D-Tox (Jim Gillespie, 2002).
In Nederland geboren Belgisch acteur. Speelde een formidabele, rebelse hoofdrol in Het sacrament (Hugo Claus, 1990). Daarna in films als She Good Fighter (Marc Punt, 1995), Film 1 (Willem Wallyn, 1999), Team Spirit (Jan Verheyen, 2000), Plop in de wolken (Bart van Leemputten, 2000) en De hel van Tanger (Frank van Mechelen, 2006). Ook veel televisie en de korte films Stuck Out All Alone (Frank DeVos, 1993) en Eden (Wim Symoens, 1993).
Frans stripauteur en regisseur. Bewerkte zijn strip La course du rat tot de film Je vais craquer!!! (François Leterrier, 1980). Schreef en regisseerde P'tit con (1984), La tête dans le sac (1984), Mon père ce héros (1991), Le plus beau métier du monde (1996) en Le fils du Français (1999).
82, Hollywood Hills CA, 5 december, na een lange ziekte
Amerikaans film- en televisieactrice, geboren als Beverly Fessenden. Debuteerde als Beverly Campbell (de naam van haar eerste man) in de film noir DOA (Rudolph Maté, 1950). Daarna voornamelijk televisie en B-films: The Rocket Man (Oscar Rudolph, 1954), The Desperado (Thomas Carr, 1954), Swamp Women (Roger Corman, 1955), New Orleans Uncensored (William Castle, 1955), Gunslinger (Corman, 1956), It Conquered the World (Corman, 1956), Curucu, Beast of the Amazon (Curt Siodmak, 1956), Naked Paradise (Corman, 1957), Not of This Earth (Corman, 1957), Chicago Confidential (Sidney Salkow, 1958), The Joker Is Wild (Charles Vidor, 1957), The Saga of Hemp Brown (Richard Carlson, 1958), The Alligator People (Roy Del Ruth, 1959), Twice-Told Tales (Salkow, 1963), Pretty Poison (Noel Black, 1968), Where the Red Fern Grows (Norman Tokar, 1974), Airport 1975 (Jack Smight, 1974), Roller Boogie (Mark L. Lester, 1979)en It's My Turn (Claudia Weill, 1980).
In Nederland geboren Amerikaans actrice, eigenlijk Nina Consuela Maud Fock. Dochter van de Nederlandse dirigent Dirk Fock jr. en de Amerikaanse actrice Consuela Flowerton, die haar na een scheiding als peuter mee terugnam naar New York. Oscarnominatie voor Executive Suite (Robert Wise, 1954). Speelde sinds debuut in Wagon Wheels West (B. Reeves Eason, 1943) in een tachtigtal films, vaak als sophisticated dame. Aanvankelijk onder contract bij Columbia, daarna bij MGM. Onder meer in Cry of the Werewolf (Henry Levin, 1944), My Name Is Julia Ross (Joseph H. Lewis, 1945), A Song to Remember (Charles Vidor, 1945), Johnny O'Clock (Robert Rossen, 1947), The Dark Past (Rudolph Maté, 1948), An American in Paris (Vincente Minnelli, 1951), als koningin Marie-Antoinette in Scaramouche (George Sidney, 1952), tegenover Dean Martin en Jerry Lewis in You're Never Too Young (Norman Taurog, 1955), Illegal (Irwin Allen, 1955), The Ten Commandments (Cecil B. DeMille, 1956), Cash McCall (Joseph Pevney, 1956), Spartacus (Stanley Kubrick, 1960), Such Good Friends (Otto Preminger, 1971), Mahogany (Berry Gordy Jr., 1975), Skin Deep (Blake Edwards, 1989), Sliver (Phillip Noyce, 1993) en Hush (Jonathan Darby, 1998). Assistent-regisseur van The Diary of Anne Frank (George Stevens, 1959). Docent van regisseurs als Randal Kleiser en Ed Zwick. Gaf in 1998 les aan het Maurits Bingerinstituut in Amsterdam.
Amerikaans tijdschriftuitgever, journalist en bijrolacteur. Richtte in 1958 het culttijdschrift Famous Monsters of Filmland op en zou de uitvinder zijn van de afkorting 'sci-fi'. Als promotor van science fiction en verzamelaar van memorabilia was hij een veelgevraagde gelegenheidsacteur, met naar schatting ruim 200 cameo appearances. Onder meer in Queen of Blood (Curtis Harrington, 1966), Dracula vs. Frankenstein (Al Adamson, 1971), Schlock (John Landis, 1973), Hollywood Boulevard (Joe Dante en Allan Arkush, 1976), The Kentucky Fried Movie (Landis, 1977), The Howling (Dante, 1981), de Michael Jackson-clip Thriller (Landis, 1983), als de Amerikaanse president in Amazon Women on the Moon (episode van Robert K. Weiss, 1987), Return of the Living Dead part II (Ken Wiederhorn, 1988), Braindead (Peter Jackson, 1992), Innocent Blood (Landis, 1992) en Beverly Hills Cop III (Landis, 1994).
Amerikaanse folkzangeres en actrice, voluit Odetta Holmes Felious. Werd wereldberoemd door haar muzikale samenwerking met Harry Belafonte, met name in het duet 'There's a Hole in the Bucket'. (1961). Speelde in Sanctuary (Tony Richardson, 1961) en de televisiefilm The Autobiography of Miss Jane Pittman (John Korty, 1974). Trad op in de muziekdocumentaires Festival (Murray Lerner, 1967), Lightning in a Bottle (Antoine Fuqua, 2004) en Bob Dylan: No Direction Home (Martin Scorsese, 2005).
Amerikaans acteur. Vooral bekend door zijn rol als de Britse buurman Harry Bentley in de televisieserie The Jeffersons (1975-85). Ook bijrollen en second leads in films als Taking Off (Milos Forman, 1971), They Might Be Giants (Anthony Harvey, 1971), The Gang That Couldn't Shoot Straight (James Goldstone, 1971), Jeremiah Johnson (Sydney Pollack, 1972), Up the Sandbox (Irvin Kershner, 1972), The Front Page (Billy Wilder, 1974), Mandingo (Richard Fleischer, 1975), Smile (Michael Ritchie, 1975), The Goodbye Girl (Herbert Ross, 1977), The Man with Two Brains (Carl Reiner, 1983), This Is Spinal Tap (Rob Reiner, 1984), Arthur 2: On the Rocks (Bud Yorkin, 1988), Cocktail (Roger Donaldson, 1988), The Freshman (Andrew Bergman, 1990), Sibling Rivalry (Carl Reiner, 1990), The Addams Family (Barry Sonnenfeld, 1991), Waiting for Guffman (Christopher Guest, 1996), The Devil's Advocate (Taylor Hackford, 1997), A Mighty Wind (Guest, 2003) en After the Sunset (Brett Ratner, 2004).
Argentijns acteur. Speelde sinds 1966 in ruim tachtig films en televisieseries, waaronder La parte del león (Adolfo Aristarain, 1978), Tiempo de revancha (Aristarain, 1981), No habrá más penas ni olvido/Funny Dirty Little War (Héctor Olivera, 1983), Los chicos de la guerra (Bebe Kamin, 1984), El hombre que ganó la razón (Alejandro Agresti, 1986), Sur (Fernando E. Solanas, 1988), El viento se llevó lo qué/Wind with the Gone (Agresti, 1998), als de butler in Grimm (Alex van Warmerdam, 2003), Un mundo menos peor (Agresti, 2004) en Morir en San Hilario (Laura Mañá, 2005).
Japans editor. Monteerde 17 films van regisseur Nagisa Oshima, waaronder Naked Youth/Seishun zankoku monogatari (1960), The Sun's Burial/Taiyo no hakaba (1960), Night and Fog in Japan/Nihon no yoru to kiri (1960), Death by Hanging/Koshikei (1968), The Boy/Shonen (1969), The Ceremony/Gishiki (1971), L'empire des sens/Ai no corrida (1976) en L'empire de la passion/Ai no borei (1978). Ook editor van andere films, zoals het tweeluik Ningen no joken/The Human Condition (Masaki Kobayashi, 1959), Weg met de boeken, de straat op/Sho o suteyo machi e deyou (Shuji Terayama, 1971), Kaseki (Kobayashi, 1975), Vengeance Is Mine/Fukushu suru wa ware ni ari (Shohei Imamura, 1979), Eijanaika (Imamura, 1981) en Tokyo Trial/Tokyo saiban (Kobayashi, 1983).
Engels filmarchivaris. Vanaf de oprichting in 1951 directeur van het National Film Archive, nadat hij als sinds 1935 gewerkt had aan het restaureren en conserveren van films voor the British Film Institute. Ook internationaal invloedrijk archivaris, bedenker van het woord vinegar syndrome voor het verzuren van films op acetaatbasis. Vanaf 1984 officieel met pensioen, maar onverminderd actief als docent en adviseur.